Omgevingswet: Van afstemmen, via
samenwerking tot
gezamenlijke besluiten
28 januari 2017 mr. Rob de Greef
@RobGreef
Wettelijk kader omgevingsdienst
Artikel 5.3 Wabo
1. Gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s of tot een kring […] gemeenten,
stellen voor die regio of kring, onderscheidenlijk voor meerdere regio’s, onderscheidenlijk
kringen, een omgevingsdienst in in het belang van een doelmatige en doeltreffende uitvoering en handhaving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten door gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten.
2. Het werkgebied van een omgevingsdienst komt overeen met het werkgebied van een of meer regio’s als bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s of met het grondgebied van een
kring van aangewezen gemeenten als bedoeld in het eerste lid.
3. Een omgevingsdienst is ingesteld als openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, juncto artikel 52, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen door gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten […].
[…]
Wettelijk kader Omgevingsdienst
• Collegeregeling
– Gedeputeerde staten moeten deelnemen – Colleges van B&W moeten deelnemen
– Ook dagelijks bestuur waterschap kan deelnemen
– Gemeenteraden en provinciale staten (of algemeen bestuur waterschap) mogen niet deelnemen
• In de vorm van gemeenschappelijk openbaar lichaam
– Netwerk-rud’s in Noord-Limburg, Twente en de IJsselstreek moeten omgevormd worden
Samenwerking: u doet het vrijwillig!
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:
“De Rob doet ook een aantal aanbevelingen […]. Ten eerste gaat het om een
terughoudende opstelling bij het opleggen van samenwerking […]. Het kabinet betracht reeds terughoudendheid bij het opleggen van
samenwerking. Daar waar de inhoudelijke opgave vraagt om een stevige en
landsdekkende samenwerking, heeft dit
kabinet de vorming van deze verbanden zo
veel mogelijk aan de gemeenten overgelaten.”
Wat moet u doen?
Artikel 2.1 (uitoefening taken en bevoegdheden)
1. Een bestuursorgaan van een
gemeente […] oefent zijn taken
en bevoegdheden op grond van
deze wet uit met het oog op de
doelen van de wet, […]
Omgevingswet?
Artikel 1.3 (maatschappelijke doelen van de wet)
Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de
bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang:
a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde
fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke
leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.
Rolverdeling Raad-College: “dualiseringskader”
Gemeenteraad College van burgemeester en wethouders
Kaderstelling
* Verordenende bevoegdheid
* Kaderstellende plannen (bestemmingsplan e.d.)
* Besluiten die democratische legitimatie vereisen
Uitwerking beleid
* Nadere (uitvoerings)regels
* Beleidsregels
* Interne regels
Controle op uitvoering beleid door college Voorbereiding beleid
Volksvertegenwoordigende rol Uitvoering beleid
Kamerstukken II 2002/03, 28 995, nr. 3, p. 3-4
Kaderstelling
Controle Kaderstelling
Controle
Wat doet de gemeenteraad? (1)
Vaststellen
– Omgevingsplan
• De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente één omgevingsplan vast waarin regels over de fysieke leefomgeving worden opgenomen. (art. 2.4)
• De gemeenteraad […] kunnen de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan […] delegeren aan het college van
burgemeester en wethouders […]. (art. 2.8)
– Dit moet in een apart delegatiebesluit (MvT, p. 403)
Wat mag u bijvoorbeeld delegeren?
“Met delegatie kunnen deze bestuursorganen er immers voor zorgen dat de uitvoering van het beleid, ook als dat een
aanpassing van het omgevingsplan […] betreft, bij het
uitvoerende orgaan neergelegd wordt. Ook vanuit het oogpunt van efficiency kan delegatie wenselijk zijn. Uit de woorden
«delen van» blijkt dat de hierboven genoemde bestuursorganen hun regelgevende bevoegdheden op grond van artikel 2.8 niet
integraal kunnen overdragen. Het is aan de democratisch meest gelegitimeerde organen – de gemeenteraad […]– om te bepalen of en op welke wijze toepassing wordt gegeven aan deze
bevoegdheid tot delegatie.”
Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 403
Wat is het gevolg van die delegatie?
• U gaat er niet meer over (art. 10:17 Awb)
• U kunt uitsluitend nog beleidsregels voor het college stellen (art. 4:81 en art. 10:16 Awb, zie MvT, p. 403)
• Het college kan op deze taken ook gaan samenwerken
Wat doet de gemeenteraad? (2)
Vaststellen
– Omgevingsvisie (art. 3.1 Omgevingswet) >> Kan-bepaling
• Beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving
• Hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied,
• Hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid
– Kan ook in samenwerking met andere gemeenteraden, maar ook met bijv. provinciale staten (MvT, p. 443)
Wilt u samenwerken?
U moet afstemmen én kunt samenwerken
Artikel 2.2 (afstemming en samenwerking)
1. Een bestuursorgaan houdt bij de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet rekening met de taken en bevoegdheden van andere bestuursorganen en stemt zonodig met deze andere bestuursorganen af.
2. Bestuursorganen kunnen taken en bevoegdheden
gezamenlijk uitoefenen. Daarbij wordt niet voorzien in een overdracht van taken of bevoegdheden.
[….]
Hoe moet u dit doen?
“De vrij algemene formulering van artikel 2.2 is erop gericht onnodige
bureaucratie te voorkomen en bestuursorganen de ruimte te bieden voor maatwerkoplossingen. De verschillende overheden kunnen deze
afstemming dan ook op veel verschillende manieren vorm geven. Overheden kunnen bijvoorbeeld ter behartiging van een of meer bepaalde belangen tot een meer of minder vergaande samenwerking komen op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Samenwerken kan ook op een andere
manier, zoals via privaatrechtelijke samenwerkingsvormen (stichting,
besloten vennootschap) of privaatrechtelijke overeenkomsten. Overheden kunnen gezamenlijk een gemeenschappelijk orgaan of openbaar lichaam in het leven roepen of convenanten en bestuursovereenkomsten zoals een
waterakkoord sluiten, maar ook op een andere manier afspreken dat zij hun beleid of besluitvorming afstemmen. Ook kunnen zij in het kader van het co- actorschap een gezamenlijk besluit nemen.”
Wat gaat u samen doen?
• Bepalen beleidsterrein
• Bepalen type taken
Beleidsbepalend Uitvoering
Bedrijfsvoering
Waarom samenwerken?
• Wat is het gemeenschappelijk belang bij samenwerking?
(“Publieke Meerwaarde”)
• “What’s in it for me?”
• Wat gun ik mijn partner(s)?
Met wie gaat u samenwerken?
• Via omgevingsdienst
• Met gemeenten?
– Beperkte schaal
– Schaal omgevingsdienst
• Met provincie?
• Met waterschap?
Samenwerkings- en rechtsvormen
Afstemming Netwerk-
constructie
Zelfstandige organisatie
Publiek-
rechtelijk Privaat-
rechtelijk Publiek-
rechtelijk Privaat-
rechtelijk Publiek-
rechtelijk Privaat- rechtelijk
Regeling zonder meer Bevoegdheden-
overeenkomst
Bestuurs- overeenkomst
Beleids- overeenkomst
Enkelvoudige centrum-
regeling Meervoudige
centrum-
Dienstverlenings -overeenkomst
Overeenkomst tot opdracht
Gemeen- schappelijk
openbaar lichaam Bedrijfsvoerings-
Vereniging Coöperatie Besloten vennootschap
Bestuurlijke samenwerking
Collegeregelingen
Ambtelijk voorstel Voorstel college Toestemming raad Besluit college Bekendmaking Inwerking-treding
Art. 1 lid 1 Wgr Art. 1 lid 2 Wgr
Art. 10:32 Awb Art. 1 lid 1 Wgr Art. 3:40 Awb;
Art. 26 lid 2 Wgr Art. 26 lid 3 Wgr
Ondersteuning van college
Voorstel voor gemeen- schappelijke regeling Geen initiatiefrecht raad
Raad moet toestemming verlenen of onthouden
Geen recht van amendering
College kan voorstel nog redactioneel wijzigen (indien alle colleges dat
doen)
Bekendmaking besluit tot treffen én gemeen-
schappelijke regeling
Te regelen in de gemeen- schappelijke regeling (na
bekendmaking)
Juridische en politieke werkelijkheid
Politieke instrumenten Juridische instrumenten
Aandachtspunten
• Bevoegdheden (type regeling)
• Bestuurssamenstelling
• Zienswijzenprocedures
– Begroting
– Privaatrechtelijke rechtspersonen en bestuurscommissies
• Wijziging / toetreding
• Uittreding
Vormgeving verbonden partij
College B&W College B&W
Eigenaarsvergadering
Bestuur
Directeur
Uitvoeringsorganisatie
Raad Raad
Secretaris Ambtelijk
apparaat Griffier
Rol van de raad
Raad College
Toezichthouder: aandachtspunten
Binnen de eigen raad
• Splitsing van informatie-inwinning (“politiek neutraal”) en verantwoording (“politiek oordeel”)
• Informatie-inwinning door bijvoorbeeld een commissie verbonden partijen
– Doel: kennis van samenwerking borgen
Toezichthouder: aandachtspunten
• Democratische legitimatie komt niet van de raad bij samenwerkingsverbanden!
Deze komt van de betrokken raden gezamenlijk!
• Voor politieke effectiviteit is dus coalitievorming noodzakelijk
– Moties
– Zienswijzen
Toezichthouder: coalitievorming
• Via raadsfracties
• Via presidia of raadscommissie(s)
– Agendacommissie!
• Via griffie
Toezichthouder: coalitievorming
Gemeente
Gemeente
College B&W Algemeen bestuur
(Eigenaarsvergadering)
Dagelijks Bestuur
Eigenaar / Opdrachtgever
Opdracht- nemer Afstemmings
-platform
Raad
Toezicht- houder
College B&W
Eigenaar / Opdrachtgever
Raad
Toezicht- houder
Grip bij een centrumregeling
Gastgemeente
Gastgemeente
Centrum- gemeente
College B&W College B&W
Raad
Opdracht- nemer
Raad
Toezicht- houder
College B&W
Opdrachtgever
Raad
Toezicht- houder
Opdrachtgever
Organiseren van grip
Toezicht- houder Contractueel
Vragen & Opmerkingen
www.proofadviseurs.nl of
rob@proofadviseurs.nl
www.rechten.vu.nl/greef of
r.j.m.h.de.greef@vu.nl
06 – 23 16 86 02
http://nl.linkedin.com/in/robdegreef
@RobGreef