HAAGTANDEN
Gemeente Nieuwkoop Postbus I
2460 AA TER AAR
Detum Uw Brief
Uw Kenmerk t
* 5
FEB, ¿01$
Ons Kenmerk oDH-201 8-000921 52
Zaaknummer 00524922
Afdeling Toetsing &
Vergunningverlening Milieu
Team T&V Groen
Bezoekadres
Zuid-Hollandplein 1
2596 AW Den Haag Postadres
Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 89902 E vergunningen@odh.nl
I
www.odh.nlContactpersoon
Telefoopnummer Bijlage(n)
Betreft
Verzoek Vvgb Wnb Natura 2000 - en flora- en fauna-activiteiten , nieuwbouw beheergebouw Binnenpolder en realisatie wandelverbinding nabij Prolkade en Noordse Dorpsweg te Noorden
340351 1
Geachte ,
Op 1 1 juli 2018 hebben wij een verzoek ontvangen om een verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) als bedoeld in artikel6.10a, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht met betrekking tot Natura 2000- activiteiten alsmede flora- en fauna-activiteiten ten behoeve van een omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag om de omgevingsvergunning betreft:
- de nieuwbouw van een beheergebouw met parkeergelegenheid en inrit inclusief informatiepunt, uitkijktoren en aanlegsteiger op het perceel kadastraal bekend, gemeente Nieuwkoop, 3110, sectie B nabij de
Prolkade en de Noordse Dorpsweg te Noorden en
- de aanleg van een wandelverbinding vanaf het beheergebouw naar het Plashuis parallel aan de Noordse Dorpsweg te Noorden.
Hieronder treft u de (ontwerp) Vvgb. Wij vragen u onze verklaring, de overwegingen, en de voorschriften integraal op te nemen in de omgevingsvergunning.
lndien gedurende de ter inzage legging van de ontwerp-omgevingsvergunning geen zienswijzen binnen komen met betrekking tot deze (ontwerp) Wgb Wet natuurbescherming, dan kunt u onderhavige verklaring als definitieve Vvgb beschouwen.
ln verband met het definitief toekennen van de ontwikkelingsruimte vragen wij u een afschrift van de
definitieve omgevingsvergunning aan ons toe te zenden via de e-mail verqunningen@odh.nl of per post aan Omgevingsdienst Haaglanden, afdeling Toetsing & Vergunningverlening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag.
Afdeling Toetsing & Vergu nningverlening M ieu
omgev¡ngsdienst
HAAGLANDEN
HAAGLANDEN
Zaaknummer Ons Kenmerk Datum
00524922
oDH-2018-00092152
Bezoekadres
Zuid-Hollandplein 1
2596 AW Den Haag Postadres
Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 89902 E vergunningen@odh.nl
I
www.odh.nl(ontwerp) Verklaring
Wet natuurbescherming - Natura 2000 en soortenbescherm¡ng
Onderwerp
Op 11 juli 2018 hebben wij een verzoek ontvangen om een verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) als bedoeld in artikel6.l0a, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht met betrekking tot Natura 2000- activiteiten alsmede flora- en fauna-activiteiten ten behoeve van een omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag om de omgevingsvergunning betreft:
- de nieuwbouw van een beheergebouw met parkeergelegenheid en inrit inclusief informatiepunt, uitkijktoren en aanlegsteiger op het perceel kadastraal bekend, gemeente Nieuwkoop, 3110, sectie B nabij de
Prolkade en de Noordse Dorpsweg te Noorden en
- de aanleg van een wandelverbinding vanaf het beheergebouw naar het Plashuis parallel aan de Noordse Dorpsweg te Noorden.
Besluit
wij
:ilt
verklaren geen bedenkingen te hebben tegen het verlenen van de omgevingsvergunning;
bepalen dat aan de omgevingsvergunning de voorschriften 1 . tot en met 12. worden verbonden;
bepalen dat het verzoek van 30 april 2018 en de aanvullingen van 15 november 2018 deel uit maken van de omgevingsvergunning.
Onderteken¡ng
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen,
ing. L. Ho
Hoofd Toetsing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden
HAAGLANÐEN
VOORSCHRIFTEN
Al gemene voorschriften
1.
De vergunninghouder dient:-
de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, e-mailadres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van Natura 2000;-
uiterlijk één week na het beëindigen van de werkzaamheden Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen.2.
De vergunninghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, te informeren dat in verband met de bescherming van natuurwaarden(instandhoudingsdoelstellingen) van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, het gebied met uitzondering van de verharde paden en het plangebied, niet mag worden betreden.
3.
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze vergunning op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsam btenaren.Uitvoeringsfase
Vanwege de bescherming van natuurwaarden van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck dienen de werkzaamheden voor de bouw van het beheergebouw en uitkijktoren buiten het broedseizoenl te worden uitgevoerd.
Vanwege de bescherming van natuurwaarden van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck dienen de werkzaamheden voor de aanleg van het wandelpad uitgevoerd te worden in oktober, dat is buiten de kwetsbare periode van de Noordse woelmuis (zie kennisdocument Noordse woelmuis, pagina 23).
Alle materialen en/of afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden daI ze niet door verwaaiing of op andere wijze in het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck terecht kunnen komen.
Opslag van materiaal en materieel is op de eilandjes niet toegestaan. Betreding met zwaat materieel dan wel de toepassing van rijplaten zijn hier niet toegestaan.
B.
Opslag van grond (tijdelijk gronddepot), materieel en materiaal dient uitsluitend op het perceel van het beheergebouw plaats te vinden. Na afloop van de werkzaamheden dienen dergelijke depots- en/of opslagplaatsen te worden verwijderd uit het gebied.9.
De werkzaamheden dienen overdag uitgevoerd te worden. Eventuele verlichting die wordt gebruikt om de werkzaamheden uit te voeren dient uitsluitend gericht te zijn op de bouwplaats en dient tussen een half uur voor zonsondergang en een half uur na zonsondergang uitgeschakeld te zijn om te voorkomen dat foeragerende vleermuizen worden verstoord door kunstlicht. Tevens dient vleermuisvriendelijke, amberkleurige ledverlichting te worden toegepast. De armaturen dienen voorzien te zijn van een daartoe geschikte dim-tijd.1 Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.
4
5
6
7
HAAGLANDEN
Gebruiksfase
10.
Vanwege de bescherming van natuurwaarden van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck dienen honden op het wandelpad aangelijnd te worden. Vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat dit met duidelijke bebording is aangegeven.11.
Maaiwerkzaamheden dienen in verband met de kwetsbare periode van de Noordse woelmuis in oktober (zie kennisdocument Noordse woelmuis, pagina 23) gefaseerd uitgevoerd te worden waarbij minimaal 30% van de vegetatie moet blijven staan.12.
Het is niet toegestaan met de boot aan te meren bij de eilandjes (legakkers) tenzij dit redelijkeruvijs noodzakelijk is in verband met de uitvoering van beheer- en onderhoudswerkzaamheden op de legakkers.omgevingsdienst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN
Aanleiding
Op 1
I
juli 2018 hebben wij een verzoek om een verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) ontvangen als bedoeld in artikel6.10a, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht met betrekking tot Natura 2000- activiteiten alsmede flora- en fauna-activiteiten ten behoeve van een omgevingsvergunning als bedoeld inartikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het verzoek heeft betrekking op:
- de nieuwbouw van een beheergebouw inclusief informatiepunt, uitkijktoren en aanlegsteiger op het perceel kadastraalbekend, gemeente Nieuwkoop,3l'10, sectie B nabijde Prolkade en de Noordse Dorpsweg te Noorden en
- de aanleg van een wandelverbinding vanaf het beheergebouw naar het Plashuis parallel aan de Noordse Dorpsweg te Noorden.
Bij het verzoek zijn de volgende stukken
gevoegd:
ì-
Nieuwbouw beheergebouw Binnenpolder, onderbouwing Ruimtelijke ontwikkeling, projectnummer 0420527 , van 17 april 2018, opgesteld door Antea group.Dit rapport is inclusief de volgende bijlagen:
r
BijlageI
Plot 01 bestaande situatie;o
Bijlage 2PloI11 situatie nieuw, versie 10 april20lB;o
Bijlage 3 Plot 12 terrein nieuw, versie 10 april 2018;o
Bijlage 4 Plot 13 ontwerp beheergebouw, versie 10 april 2018;o
Bijlage 5 Plot'14 ontwerp bruggen;o
Bijlage 6 Plot 15 ontwerp aanlegsteiger;r
Bijlage 7 Lijst werktuigen en materialen;o
Bijlage 8 Verstorings- en verslechteringstoets Natuur enr
Bijlage 9 Watervergunning bruggen.Op 15 november 2018 hebben wij de volgende aanvullende informatie ontvangen:
-
Brief van 9 november 2018 met betrekking tot projectnummer 420527 van Antea group;-
Notitie muizenonderzoek Wnb, realisatie wandelverbinding en aanlegsteiger Noordse Dorpsweg van 2 november 2018 opgesteld door Bureau Aandacht Natuur;-
Bijlage 2, Plot 11, situatie nieuw, versie 1't oktober 2018. Deze bijlage vervangt bijlage 2, plot 11, situatie nieuw, versie 10 april 2018;-
Bijlage 3, Plot 12, terrein nieuw, versie I 1 oktober 2018. Deze bijlage vervangt bijlage 3, plot '12, terrein nieuw van 10 april 2018;-
Bijlage 4, Plot 13, ontwerp beheergebouw, versie 1 '1 oktober 2018. Deze bijlage vervangt bijlage 4, plot 13, ontwerp beheergebouw, versiel0
april 2018.Bevoegd gezag
Het project wordt gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in
artikel 1.3 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van het verzoek.
HAAGLANDEN
Toetsingskader en grondslag beschikking
Een vergunning op grond van de Wabo die betrekking heeft op een Natura 2OO0-activiteit dan wel een flora- en fauna-activiteit zoals bedoeld in artikel 2.2aavan het Bor, wordt ingevolge artikel 6.10a van het Bor niet verleend dan nadat Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat zij daartegen geen bedenkingen hebben.
Natu ra 200O-activiteit
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een Natura 2O0O-activiteit kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend op gronden die zijn aangegeven in artikel 2.8 en 5.5, derde lid, van de Wnb, het bepaalde krachtens artikel 2.9, zevende lid, van die wet en de artikelen 2.13 en 214 van het Besluit
natuurbescherming.
Voorzover de aanvraag betrekking heeft op de Natura 2OOO-activiteit is deze aanvraag getoetst aan:
-
de artikelen 2.7 Vm 2.9 Wnb;-
hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Besluit natuurbescherming;-
hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 Regeling natuurbescherming;-
hoofdstuk 3, soortenbescherming;-
Beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck 2015-2021, vastgesteld op 30 juni 2015 door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;-
Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, vastgesteld november 2013 en gepubliceerd op 6 januari 2014 door de minister van Economische zaken (thans minister van LNV) en de gebiedendatabase2 voor dit gebied.Flora-en fauna-activiteit
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een flora- en fauna-activiteiten het betreft een handeling als bedoeld in artikel 3.1 , 3.5 of 3.10, eerste lid, van de Wnb kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien:
-
aannemelijk is gemaakt dat geen sprake is van andere bevredigende oplossingen (alternatievenafweg in g) en ;-
het behoud van de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soort kan worden gegarandeerd en-
indien sprake is van een belang (art. 3.3, vierde lid en art. 3.8, vijfde lid Wnb).Beoordeling
Aangevraagde activiteit
Het primaire gebruik van het beheergebouw is voor berging van materiaal en werktuigen ten behoeve van het beheer van de legakkers en oevers in de Binnenpolder. Daarnaast krijgt het beheergebouw een functie als schuilmogelijkheid en informatiepunt voor sportvissers, wandelaars en natuurliefhebbers en wordt aan het beheergebouw tevens een uitkijkpunVvogelobservatiepost gebouwd, zodat het gebied beter beleefd kan worden.
Het beheergebouw, inclusief de vogelobservatiepost, heeft een bruto oppervlakte van 100 m2. Het
gebruiksoppervlak voor de beheerfunctie is in totaal 59,4 m2. De hoogte van de vogelobservatietoren is 10 meter. Het gebouw wordt voorzien van zonnepanelen en een elektrische cv-installatie en heeft een
natuurlijke uitstraling. Uit de natuurtoets blijkt dat de verharding rond het gebouw bestaat uit een oppervlakte van ca. 500m2. Dit is inclusief 2 parkeerplaatsen en de inrit.
Het wandelpad bestaat uit een onverhard pad van planken (boardwalk) en houtsnippers met een breedte van 60 centimeter en een lengte van 550 meter (gemeten vanaf het Plashuis tot en met de Noordse
omgevingsdienst HAAGLANDEN
Dorpsweg). Vanaf het beheergebouw wordt een trekpontje aangelegd, de overige eilanden worden met boogbruggetjes met elkaar verbonden (zie bijlage 2 (plot 1 1 ) en 5 (plot 14) van de aanvraag).
Beoordel in g Natura 2000-activiteit
Onze beoordeling van de aangevraagde activiteit is gebaseerd op bijlage
I
Verstorings- enverslechteringstoets van het rapport "Nieuwbouw beheergebouw Binnenpolder, onderbouwing Ruimtelijke ontwikkeling", het beheerplan Nieuwkoopse Plassen & De Haeck 2015-2021en de Notitie muizenonderzoek.
Bij de beoordeling van de voorgenomen activiteit hebben wij rekening gehouden met de in het
aanwijzingsbesluit opgenomen instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebieden Nieuwkoopse Plassen & De Haeck en de specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied. Hieronder vallen o.a. de huidige kwaliteit van de betreffende (sub)habitattypen en natuurbeheer.
lnstandhoud ingsdoelstell i ngen
Het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck is aangewezen voor
t
habitattypen, 8 habitat- soorten en 10 vogelsoorten. Voor de vogelsoorten zijn zes soorten als broedvogel aangemerkt en 4 soorten als niet-broedvogel. De instandhoudingsdoelen zijn weergegeven in onderstaande tabel.I n sta nd ho u d i ng sd oe I ste I I i n g e n Habitattypen
H 3 1 40, Kra n sw ie rw atere n
H3150, Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden
H401 08, Vochtige heiden (laagveengebied) H641 0, Blauwgraslanden
H6430A, Ruigten en zomen (moerasspirea) H7140A, Trilveen
H7 1 408, Veenmosrietland H7 21 0, Galigaanmoerassen H91D0, Hoogveenbossen
Oppervlakte uitbreiding
uitbreiding uitbreiding uitbreiding behoud uitbreiding uitbreiding behoud behoud
Kwaliteit verbetering
verbetering verbetering verbetering behoud verbetering verbetering behoud behoud
Kwaliteit leefgebied behoud
verbetering behoud behoud behoud behoud behoud behoud
Kwaliteit leefgebied verbetering
Habitatsoorten H1016, Zeggekorfslak
H 1 0 82, Ge stree pte waterrove rkever Hl134, Bittervoorn
H1 1 49, Kle¡ne modderkruiper H1318, Meervleermuis
H1 340, Noordse woelmuis
H 1 903, Groenknolorchis H4056, Platte schijfhoren
Vogelsoorten, broedvogels A021, Roerdomp
Omvang behoud uitbreiding behoud
behoud behoud behoud behoud behoud
Omvang uitbreiding
HAAGLANDEN
A029, Purperreiger A176, Zwaftkopmeeuw 4197, zwarte stern A292, Snor
behoud Behoud uitbreiding en/of behoud
behoud Behoud verbetering behoud
Vogelsoorten, niet
broedvogels Omvang
Kwaliteit leefgebiedA027, Grote
zilverreiger behoud
behoudA041,
Kolgans behoud
BehoudA050,
Smient behoud
behoudA051,
Krakeend behoud
behoudVoor een uitgebreide beschrijving van deze instandhoudingsdoelstellingen wordt verwezen naat de website van het Ministerie van LNV en de gebiedendatabase3.
Relevante natu urwaarden en stor¡ngsfactoren
Het beheergebouw en het wandelpad worden gerealiseerd aan de rand van de Binnenpolder, tussen de dorpen Noordse Dorp en Noorden, in het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck.
Binnen het plangebied komt op de eilandjes (legakkers) het habitattype H64308 Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) voor (zie habitattypekaart, pagina 9 van de natuurtoets). Voor dit habitattype is in het
aanwijzingsbesluit geen instandhoudingsdoelstelling opgenomen. De aanleg en gebruik van het wandelpad hebben derhalve geen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen voor dit habitattype. ln het overig deel van het plangebied (beheergebouw inclusief informatiepunt, uitkijktoren en aanlegsteiger) zijn geen habitattypen aanwezig.
Van de voor het N2000-gebied kwalificerende habitatsoorten komen de Noordse woelmuis, meervleermuis, bittervoorn en kleine modderkruiper in de Binnenpolder voor. Voor deze soorten geldt een
instandhoudingsdoelstelling voor behoud omvang en kwaliteit van het leefgebied. Uit bijlage
I
(Verstorings- en verslechteringstoets Natuur, inclusief de daarbij behorende bijlagen) van de onderbouwing Ruimtelijke ontwikkeling, projectnum mer 0420527 , van 17 april2018, opgesteld door Antea Group (verder: de onderbouwing ruimtelijke ontwikkeling), en de notitie muizenonderzoek van 2 november 2018 bl¡jkt dat de Noordse woelmuis voorkomt in de omgeving van het beheergebouw- in de nattere ruigten- en op deeilandjes waar het wandelpad wordt aangelegd. Bittervoorn en kleine modderkruiper komen in de Noordense plas voor. Meervleermuizen foerageren regelmatig boven de plas. Van de broedvogelsoorten komen blijkens de natuurtoets de rietzanger, snor en grote karekiet in de Binnenpolder voor. Het project valt binnen de begrenzing van de Binnenpolder.
De storende factoren van de aangevraagde activiteit betreffen mogelijk verlies of afname kwaliteit
(verslechtering) van leefgebied van de Noordse woelmuis en rietzanger alsmede verstoring door licht, geluid en trillingen, optische verstoring en mechanische effecten. Gelet op de aard van de werkzaamheden, kan de aangevraagde activiteit mogelijk effect hebben op de habitatsoorten Noordse woelmuis, rietzanger, snor, grote karekiet en meervleermuis.
Effecten op habitattypen, overige habitatsoorten en overige vogelsoorten zijn op voorhand uitgesloten, omdat deze niet in het projectgebied voorkomen.
omgevingsd¡enst HAAGLANDEN
Effectbeoordeling
Bij de beoordeling is onderscheid gemaakt in de aanlegfase (bouw beheergebouw en wandelpad) en de gebruiksfase (gebruik beheergebouw en wandelpad).
Aanlegfase Broedvoqels
Met betrekking tot de kwalificerende broedvogelsoorten heeft op 8 juni, 22 juni en 6 juli 2015 een broedvogelonderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van rietzanger en snor. Uit het
broedvogelonderzoek is gebleken dat beide Vogelrichtlijnsoorten voorkomen binnen het projectgebied. Van de snor is 1 territorium vastgesteld en van rietzanger zijn er 2 territoria aangetroffen op de locatie van het beheergebouw en 7 territoria aan de eventuele wandelroute parallel aan de Noordse Dorpsweg. Tevens is bij het broedvogelonderzoek een territorium van grote karekiet aangetroffen.
Uit de natuurtoets blijkt dat verstoring door geluid en trillingen met name optreden bij heiwerkzaamheden en transport met zwaar verkeer (dumpers en graafmachines). De heiwerkzaamheden en het bouwrijp maken van het terrein voor het beheergebouw en uitkijkpunt zullen buiten het broedseizoen van vogels
plaatsvinden. Door de (voorbereidende) werkzaamheden in de winterperiode uit te voeren, wordt tevens het beoogde (bouw)terrein ongeschikt gemaakt als leefgebied voor broedvogels. De bouwwerkzaamheden zullen pas daarna worden voortgezet. Hiermee wordt een negatief effect op broedvogels uitgesloten. Voorts is in voorschrift 4 opgenomen dat de werkzaamheden buiten het broedseizoen van vogels moeten worden uitgevoerd.
Noordse woelmuis
Met betrekking tot de Noordse woelmuis is op 8, 9 en 10 oktober 2018 aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van de Noordse woelmuis op de eilandjes waar het wandelpad wordt aangelegd (legakkers). Uit de natuurtoets blijkt dat het wandelpad bestaat uit een onverhard pad van planken (boardwalk) en houtsnippers met een breedte van 60 centimeter en een lengte van 550 meter (gemeten vanaf het Plashuis tot en met de Noordse Dorpsweg). De werkzaamheden hebben, gelet op de lengte en breedte van het wandelpad, een zeer beperkt ruimtebeslag en zullen niet leiden tot wezenlijke aantasting van belangrijke functies van het huidige leefgebied (voortplantingsplaatsen of winterverblijfplaatsen) van de Noordse woelmuis. Er blijft op de eilandjes voldoende dekkende vegetatie aanwezig voor leefgebied van de Noordse woelmuis mits er goed maaibeheer wordt toegepast (het maaibeheer is nader beoordeeld onder het kopje gebruiksfase). Voorts is voorschrift 11 opgenomen dat de werkzaamheden voor de aanleg van het wandelpad uitsluitend in oktober (buiten de kwetsbare periode van de Noordse woelmuis) dienen te worden uitgevoerd. Er is derhalve geen sprake van een aantasting van de omvang en kwaliteit van het leefgebied als gevolg van de aanleg van het wandelpad.
Op de locatie van het beheergebouw zijn geen Noordse woelmuizen aangetroffen. Gelet op het feit dat andere muizensoorten op de beoogde locatie van het beheergebouw zijn aangetroffen, is het waarschijnlijk dat de Noordse woelmuis hier niet voorkomt vanwege concurrentie met andere muizensoorten. Uit het muizenonderzoek op 31 mei 2014 en 5 en 6 juli 2016 is wel gebleken dat de Noordse woelmuis in beperkte mate voorkomt nabij de beoogde locatie van het beheergebouw in de nattere ruige delen van het terrein en op de eilandjes.
Gezien de aard en het gebruik van het pad leidt de aanleg van het pad niet tot versnippering van het huidige leefgebied. Het pad vormt geen barrière voor een mobiele soort als de Noordse woelmuis. Doordat het eerste eilandje daarnaast met het 'vaste land' verbonden wordt door een trekpontje, blijven de eilandjes geïsoleerd en kunnen concurrerende muizensoorten de eilandjes moeilijk of niet bereiken omdat deze soorten minder snel grotere afstanden zwemmend zullen afleggen.
Tijdens de werkzaamheden worden de nattere gedeelten van het plangebied, waar de Noordse woelmuis in
HAAGLANDEN
hoofdzaak zijn leefgebied heeft, zoveel mogelijk ontzien en betreden. Aanwezige exemplaren zijn gezien de periode waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd (buiten de kwetsbare perioden in de maand oktober, zie voorschrift 5) voldoende mobiel en in staat om de werkzaamheden te mijden en zich te verplaatsen naar elders in het plangebied.
Kleine modderkruioer, bittervoorn en meervleermuis
ln het water komen kleine modderkruiper en bittervoorn voor. De werkzaamheden in het water
(aanlegsteiger en enkele palen voor bruggetjes en trekpond) zijn echter dusdanig kleinschalig van aard dat negatieve effecten op deze soorten op voorhand kunnen worden uitgesloten.
Omdat de meervleermuis het plangebied alleen gebruikt als foerageergebied, en de werkzaamheden overdag plaatsvinden, is verstoring van foeragerende meervleermuizen in de aanlegfase eveneens op voorhand uitgesloten.
Voorts zal, om negatieve effecten op de meervleermuis te voorkomen zal blijkens de natuurtoets (pagina 24) tijdens de bouwwerkzaamheden gebruik worden gemaakt van aangepaste vleermuisvriendelijke,
amberkleurige ledverlichting. De armaturen op het terrein worden voorzien van een nader te bepalen dim{ijd schakelscenario. Dit is in voorschrift 9 opgenomen.
Gebruiksfase Broedvoqels
Broedvogels kunnen mogelijk verstoord worden als gevolg van de aanwezigheid van mensen en honden. De in het gebied voorkomende (algemene) moerasbroedvogels zijn echter weinig gevoelig voor verstoring vanwege hun verscholen levenswijze tussen het riet en de ruigte en blijft er voldoende geschikt broedgebied voor aanwezige vogels over.
Noordse woelmuis
Gedurende de gebruiksfase vindt op de eilandjes maaibeheer plaats om verdergaande verruiging tegen te gaan. Voor de Noordse woelmuis is het van belang dat verdergaande verruiging wordt tegengegaan door (jaarlijks, buiten de kwetsbare periode van de soort) te maaien en af te voeren en eventuele opslag van bomen en struiken te verwijderen. Er dient echter op enkele plaatsen voldoende dekkende vegetatie
(minimaal 30%) te blijven staan (door gefaseerd te maaien) om de functionaliteit van voortplantingsplaatsen en vaste rust- en verblijfplaatsen van de Noordse woelmuis te behouden. Dit is in voorschrift 11 vastgelegd.
De Noordse woelmuis is weinig gevoelig voor optische verstoring door wandelaars / een extensief gebruik van het wandelpad. Er blijft voldoende beschutting en geschikt (ongestoord) leefgebied aanwezig.
Bovendien wordt een trekpontje gerealiseerd waardoor voorkomen wordt dat er concurrentie op kan treden met andere muizensoorten welke in tegenstelling tot een vaste verbinding thans weinig stimulans hebben om de eilandjes aan te doen.
Aanwezigheid van honden kan wel leiden tot enige verstoring. Daarnaast is het mogelijk dat honden
(juveniele) Noordse woelmuizen vangen of uitgraven. Om dit te voorkomen is in voorschrift 4 opgenomen dat honden op het wandelpad aangelijnd moeten zijn. Ook is in dit voorschrift opgenomen dat de
vergunninghouder ervoor moet zorgen dat er duidelijke bebording aanwezig is waarop dit duidelijk wordt vermeld.
Meervleermuis
Er komt geen verlichting langs het wandelpad, waardoor geen verstoring van foeragerende meervleermuizen kan optreden. Op het beheergebouw wordt aangepaste verlichting aangebracht om verstoring van
omgev¡ngsdienst HAAGLANDEN
Gonclusie
Gezien het bovenstaande, met inachtneming van de in de voorschriften opgenomen maatregelen, zijn significant negatieve effecten op de kwalificerende soorten van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & de Haeck uitgesloten.
Beoordeling flora- en fauna-activiteit
Alhoewel er beschermde Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten in het projectgebied voorkomen, zijn wij van mening dat de gevraagde activiteit, mede gelet op onze voorgaande overwegingen in het kader van de gebiedenbescherming en de mitigerende maatregelen die wij aan dit besluit hebben verbonden, niet zal leiden tot het overtreden van verbodsbepalingen ten aanzien van beschermde soorten (zie hoofdstuk 3 Wnb).
Vleermuizen
Voor vleermuizen geldt dat de werkzaamheden overdag zullen plaatsvinden en niet gedurende de periode dat vleermuizen het gebied als foerageergebied kunnen gebruiken. Verstoring is uitgesloten. Daar het slechts gaat om een foerageerfunctie van de meervleermuis, is het niet aannemelijk dat indien er in de ochtendschemering wordt gewerkt (waarvoor tevens middels voorschrift 9 eisen zijn gesteld aan de
verlichting) dat de dieren dan nog in het plangebied verblijven daar dit de periode is dat de dieren terugkeren naar hun verblijfplaatsen (ver) buiten het plangebied. Meervleermuizen hebben namelijk een actieradius van
> '10 kilometer.
Voqels
Nestlocaties van vogels met een jaarrond beschermde rust- en verblijfplaats zijn niet aangetroffen. De werkzaamheden voor de bouw van het beheergebouw en de aanleg van het wandelpad vinden verder buiten de broedperiode van vogels plaats. Dit is in de voorschriften 4 en 5 vastgelegd. Eventuele aantasting van nesten of jongen door niet-aangelijnde honden in de gebruiksfase is uitgesloten. Gezien de aard van het gebruik van het wandelpad zijn wezenlijke verstorende effecten
-
met gevolgen voor de populatie van betreffende soorten- op voorhand uit te sluiten. Vogels hebben meer dan genoeg uitwijkmogelijkheden en kunnen ook gewennen aan het wandelpad. Bovendien loopt er ten noorden van de eilandjes een openbare weg, waardoor ook op dit moment al verstoring kan optreden.Noordse woelmuis
Op de locatie van het beheergebouw zijn geen Noordse woelmuizen aangetroffen en is er geen sprake van aantasting van omvang en/of kwaliteit van het leefgebied van de Noordse woelmuis. Gelet op het feit dat andere muizensoorten op de beoogde locatie van het beheergebouw zijn aangetroffen, is het waarschijnlijk dat de Noordse woelmuis hier niet voorkomt vanwege concurrentie met deze muizensoorten. Uit het muizenonderzoek op 31 mei 2014 en 5 en 6 juli 2016 is wel gebleken dat de Noordse woelmuis in beperkte mate voorkomt nabij de beoogde locatie van het beheergebouw in de nattere ruige delen van het terrein en op de eilandjes. De beoogde wandelroute zal geen effect zal hebben op het functioneren van het leefgebied Het pad vormt geen barrière en gaat niet ten koste van essentiële onderdelen van het leefgebied. Mogelijke concurrentie van andere muizensoorten wordt voorkomen doordat de verbinding met het vaste land wordt gerealiseerd via een trekpont. Aantasting van de functionaliteit van het leefgebied (vaste rust- en
verblijfplaatsen) ten aanzien van het maaibeheer is evenmin aan de orde omdat er uitsluitend in de periode oktober gemaaid mag worden en geen sprake is van een afname in kwantiteit en kwaliteit van geschikt habitat voor de soort. Voorts is in voorschrift 11 opgenomen dat gefaseerd maaibeheer moet worden uitgevoerd waarbij minimaal 30% van de vegetatie moet blijven staan.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck en niet leidt tot het overtreden van verbodsbepalingen van beschermde soorten. Dit
HAAGLANDEN
betekent dat een Vvgb op grond van artikel6.10a, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht kan worden afgegeven ten behoeve van de gevraagde omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo.
