XV
Voorwoord bij eerdere drukken IX
Voorwoord bij de zeventiende druk XIII
Uitgebreide inhoudsopgave XXI
Enige afkortingen XXXVII
Lijst van verkort aangehaalde werken XXXIX
Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1
1.1 Vermogensrechten in het algemeen 1
Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten 9
2.1 Inleiding 9
2.2 Afhankelijke rechten en zelfstandige rechten 9
2.3 Beperkte rechten en moederrechten 12
2.3.I Inleiding 12
2.3.II Tenietgaan van beperkte rechten 14 2.4 Rechten op goederen en persoonlijke rechten 23 2.5 Bevoegdheden die aan een recht op een goed kunnen worden
ontleend 27 Hoofdstuk 3 - Goederenrechtelijke rechten en rechten met
goederenrechtelijke kenmerken 35
3.1 Inleiding 35
3.2 Goederenrechtelijke rechten 36
3.3 Geen goederenrechtelijke rechten die de wet niet kent 38
3.4 Oude zakelijke rechten 39
3.5 Persoonlijke rechten met goederenrechtelijke kenmerken 39
3.6 Bijzondere bedingen 42
3.7 Kwalitatieve rechten en verplichtingen 43
Hoofdstuk 4 - Goederen als object van absoluut werkende
rechten 47
4.1 Zaak als stoffelijk voorwerp en zaak als vermogensbestanddeel 47
4.2 Stoffelijke voorwerpen, bestanddelen 49
4.2.I Inleiding 49
4.2.II Hoofdzaak en bestanddelen 53
4.2.III Hulpzaken 62
XVI
4.3 Goed als vermogensbestanddeel 63
4.4 Algemeenheid van goederen 63
4.5 Vruchten 66
4.6 Toekomstige goederen 70
Hoofdstuk 5 - Onderscheidingen van goederen 73
5.1 Zaken en andere goederen 73
5.2 Roerende en onroerende zaken 73
5.3 Verbruikbare en onverbruikbare zaken 83
5.4 Individueel bepaalde zaken en soortzaken 84
5.5 Deelbare en ondeelbare zaken 84
5.6 Tegenwoordige en toekomstige zaken 85
5.7 Zaken met een publieke bestemming 85
5.8 Registergoederen en niet-registergoederen 89
Hoofdstuk 6 - Bezit 91
6.1 Inleiding 91
6.2 Aard en functies van bezit 93
6.3 Vaststelling van bezit 98
6.4 Bezit te goeder trouw of niet te goeder trouw 106
6.5 Medebezit 112
6.6 Voorwerp van bezit 113
6.7 Verkrijging van bezit, inleidende opmerkingen 115 6.8 Verkrijging van bezit door inbezitneming (occupatie) 117 6.9 Overdracht en verschaffi ng van bezit door een feitelijke handeling 120 6.10 Overdracht en verschaffi ng van bezit door tweezijdige verklaring
zonder feitelijke handeling 126
6.11 Verkrijging van bezit door opvolging onder algemene titel 133 6.12 Verkrijging en verlies van bezit door middel van een tussenpersoon 134 6.13 Wijziging van de aard van het houderschap 141
6.14 Behoud en verlies van bezit 144
6.15 De statische functies van bezit, inleiding 147 6.16 De bewijsrechtelijke functie van houderschap en bezit 148
6.17 Bescherming van bezit, inleiding 152
6.18 De politionele functie van bezit 152
6.19 De goederenrechtelijke functie van bezit 153 6.20 Aan bezit verbonden rechten en bevoegdheden 154
6.20.I Inleiding 154
6.20.II Bezitter te goeder trouw 156
6.20.III Bezitter niet te goeder trouw 162 Hoofdstuk 7 - Overdracht van goederen 169 7.1 Verkrijging van goederen in het algemeen 169
7.1.I Inleiding 169
7.1.II Overdracht van goederen 175
7.1.III Vereisten voor overdracht (art. 3:84 lid 1 BW) 193
XVII 7.1.IV De elementen van levering (wilsovereenstemming en
leveringshandeling) 195 7.1.V De eis van voldoende bepaaldheid van het goed
(art. 3:84 lid 2 BW) 204
7.1.VI Levering door een in eigen naam handelende derde 209 7.1.VII Levering aan iemand die handelt in eigen naam maar
voor rekening van een ander (art. 3:110 BW) 212 7.1.VIII Levering strekkende tot overdracht onder voorwaarde. 215 7.1.IX Levering ter uitvoering van een verbintenis tot
overdracht onder tijdsbepaling (art. 3:85 BW) 225 7.2 Levering bij voorbaat van toekomstige goederen 227
7.2.I Algemene opmerkingen 227
7.2.II Levering van toekomstige roerende zaken 236 7.2.III Levering van toekomstige vorderingen 240
7.3 Het vereiste van een geldige titel 248
7.3.I Inleiding 248
7.3.II Inhoud van het begrip titel, gevolgen van het
ontbreken van een titel 251
7.4 Eis van beschikkingsbevoegdheid 263
7.5 De voor levering voorgeschreven vorm 269
7.6 Levering van registergoederen 270
7.6.I Inleiding 270
7.6.II Akte 270
7.6.III Inschrijving 276
7.6.IV Veroordeling tot levering 279
7.7 Levering van roerende zaken, niet-registergoederen, die zich in
de macht van de vervreemder bevinden 284
7.7.I Levering door bezitsverschaffi ng 284 7.7.II Wijzen van bezitsverschaffi ng 285 7.7.III Gevallen waarin bezitsverschaffi ng bij wege van
constitutum
possessorium spaak loopt 287
7.7.IV Levering brevi manu en longa manu 291 7.7.V Vestiging van een beperkt recht op een roerende zaak 294
7.8 Levering van vorderingen op naam 295
7.8.I Inleiding 295
7.8.II Voor cessie is een akte vereist 298
7.8.III Inhoud van de akte 299
7.8.IV Openbare cessie 302
7.8.V Stille cessie 309
7.8.VI Verbintenisrechtelijke gevolgen van cessie 316
7.8.VII Verweermiddelen 321
7.8.VIII Verrekening na cessie, inleiding 323 7.8.IX Verrekening na openbare cessie 325
7.8.X Verrekening na stille cessie 326
7.8.XI Verrekening na de mededeling van de cessie
(art. 6:130 lid 1 BW) 328
7.8.XII Wijziging van de rechtspositie van de schuldenaar als
gevolg van overdracht 330
7.8.XIII Last tot inning (‘cessie’ ter incasso) 332
7.8.XIV Factoring 334
XVIII
7.8.XV Securitisatie (effectisering) 334
7.9 Levering van rechten aan toonder of order 335 7.10 Levering, anders dan in de gevallen van art. 3:89-art. 3:94 BW 337
7.10.I Algemeen 337
7.10.II Levering van roerende zaken die niet in de macht van
de vervreemder zijn 338
7.10.III Levering van een aandeel in een goed 339 7.11 Aan overdracht verwante rechtsfi guren in het bestuursrecht 340 Hoofdstuk 8 - Bescherming van de derde-verkrijger 345
8.1 Inleiding 345
8.2 Bescherming krachtens art. 3:36 BW tegen door een derde
gewekte schijn 354
8.3 Bescherming van de verkrijger van een registergoed tegen niet
of onjuist ingeschreven feiten 358
8.3.I Goede trouw en registerbescherming 358 8.3.II Bescherming tegen onvolledige registers (art. 3:24
lid 1 BW) 360
8.3.III Bescherming tegen onjuiste registers (art. 3:25 en
3:26 BW) 363
8.3.IV Bescherming in andere gevallen 368 8.4 Bescherming van de verkrijger van een roerend
niet-registergoed tegen beschikkingsonbevoegdheid
van de vervreemder (art. 3:86 BW) 370
8.4.I Inleiding 370
8.4.II Goederen waarop art. 3:86 BW van toepassing is 375 8.4.III Vereisten voor toepassing van art. 3:86 lid 1 BW 376
8.4.IV Wegwijsplicht (art. 3:87 BW) 383
8.4.V Toepassing van art. 3:86 lid 1 BW bij levering door
constitutum possessorium 385
8.4.VI Toepassing van art. 3:86 lid 1 BW in geval van brevi
manu of longa manu traditio 389
8.4.VII Gevolgen van toepassing van art. 3:86 lid 1 BW 390 8.4.VIII Positie van de derde-verkrijger van een gestolen
roerende zaak (art. 3:86 lid 3 BW) 393 8.4.IX Geen bescherming art. 3:86 BW in geval van
verkrijging van cultuurgoederen (art. 3:86a en 3:86b BW) 401 8.5 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid bij
verkrijging van goederen waarop art. 3:86 BW niet van
toepassing is (art. 3:88 BW) 405
8.6 Bescherming van de verkrijger van een vordering op naam 411 8.6.I In beginsel geen bescherming tegen onbevoegdheid
van de vervreemder 411
8.6.II Bescherming van de tweede cessionaris op grond van
art. 3:36 BW 413
8.6.III Bescherming van de cessionaris op grond van
art. 3:88 BW 417
XIX Hoofdstuk 9 - Openbare registers en kadaster 421 9.1 Registratiestelsels voor registergoederen 421
9.1.I Algemeen 421
9.1.II Typologie 423
9.1.III Ontwikkelingen 428
9.2 Wettelijke kader van het Nederlands stelsel van openbare
registers en basisregistratie kadaster 432
9.2.I Algemeen 432
9.2.II Dienst voor het kadaster en de openbare registers 433 9.3 Grondslagen van het registratiestelsel en praktische werking 439 9.3.I Openbare registers en kadaster. 439 9.3.II Uitgangspunten en praktische werking 449 9.4 Openbare registers en de in te schrijven stukken 454
9.4.I De inschrijfbare feiten 455
9.4.II Vereisten gesteld aan de in te schrijven stukken 461 9.4.II.A Algemene vereisten gesteld aan de
aangeboden stukken 461
9.4.II.B Bijzondere vereisten gesteld aan de
aangeboden stukken 471
9.4.III De aanbieding ter inschrijving en de inschrijving zelf 478
9.5 Positie van derden-verkrijgers 482
9.5.I Goede trouw 482
9.5.II Beschikkingsonbevoegdheid vervreemder 487
9.5.III Registerbescherming 487
9.5.IV Conclusie 490
9.6 Basisregistratie kadaster 492
9.6.I Inrichting 492
9.6.II Bijwerking 496
9.6.III Rechtswaarborgen 507
9.7 Verstrekking van inlichtingen 508
9.8 Aansprakelijkheid van de Staat en van de Dienst voor het
kadaster en de openbare registers 512
Hoofdstuk 10 - Verkrijging door verjaring 515 10.1 Verkrijging door verjaring in het algemeen 515
10.1.I Inleiding 515
10.1.II Goederen die door verjaring kunnen worden verkregen 520 10.2 Bezit als vereiste voor verkrijging door verjaring 527
10.2.I Bezit 527
10.2.II Voor acquisitieve verjaring is bezit te goeder trouw
vereist 528
10.2.III Voor verkrijging door extinctieve verjaring is ‘status’
van het bezit niet relevant 531
10.3 Duur van de verjaring 534
10.3.I Acquisitieve verjaring 534
10.3.II Verkrijging door extinctieve verjaring 535
10.4 Voortzetten van de verjaring 536
10.5 Stuiting en verlenging van de verjaring 538
10.5.I Inleiding 538
XX
10.5.II Stuiting van de verjaring 539
10.5.III Verlenging van de verjaring 541
10.6 Gevolgen van de verjaring 543
10.7 Overgangsbepalingen 547
Zakenregister 549
Wetsartikelenregister 559
Jurisprudentieregister 573