Consultatievraag 1:
Wat vindt u van de huidige mix van sancties en beïnvloeding die de NMa hanteert? Draagt deze in uw ogen voldoende bij aan het doel en de effectiviteit van het toezicht?
De huidige mix van sancties en beïnvloeding lijkt adequaat. Wellicht is capaciteit een groter issue voor de NMa. Door een beperkte capaciteit kan de NMa misschien niet alle zaken die haar onder ogen komen de aandacht geven die deze verdienen.
Ook is de financiële slagkracht van bepaalde partijen in de financiële sector zeer groot. Kan de NMa met haar huidige capaciteit adequaat tegenwicht bieden?
Daarnaast is het uitdelen van boetes misschien niet het geijkte medium om overtreders te straffen. Gedupeerden ontvangen zo geen compensatie voor geleden schade. Boetes kunnen zelfs leiden tot prijsverhogingen, de boete moet immers worden terugverdiend.
De constructie van het Convenant Betalingsverkeer tussen banken en toonbankinstellingen in 2005 is een goed voorbeeld van hoe het ook kan. Gedupeerden krijgen schadeloosstellingen en de partijen gaan samen aan de slag om de markt te verbeteren.
Consultatievraag 2:
Zijn er ten aanzien van onze externe communicatie aandachtspunten die u de NMa wilt meegeven?
Nee
Consultatievraag 3:
Op welke terreinen vindt u dat de NMa in 2008 aan advocacy zou moeten doen? Aan welke voorwaarden zou die advocacy naar uw mening moeten voldoen om voldoende effect te hebben?
Geen mening
Consultatievragen 4 en 5:
̇ • Heeft u vragen, opmerkingen of aanvullingen met betrekking tot de beschrijvingen van de aandachtsvelden van de NMa in 2008?
̇ • Zijn er sectoren en/of vraagstukken die naar uw mening belangrijker zijn dan de door de NMa gekozen aandachtsvelden?
Liability Shift voor internationale betaalproducten: EMS en Paysquare hebben
aangekondigd de aansprakelijkheid voor schade door fraude met internationale betaalproducten aan de toonbank deels te verleggen naar acceptanten.
Winkeliers kunnen deze aansprakelijkheid ontlopen door een zogenaamde EMV-terminal aan te schaffen. Echter, er is momenteel maar 1 serieuze aanbieder voor dit type terminal op de markt.
Bovendien gaat het om 250.000 terminals in de Nederlandse markt. Deze kunnen/konden niet allemaal vervangen worden voor doorvoering van deze shift (ook niet als alle leveranciers EMV- terminals hebben). Daarnaast zijn betaalterminals vaak onderdeel van complexe kassasystemen en moeten bij vervanging dus hele systemen worden aangepast.
Zelfs als winkeliers welwillend zijn kunnen zij dus onmogelijk (allemaal) aan de voorwaarden voldoen om deze liability shift te ontlopen. Dit vindt het Platform Detailhandel Nederland (samen met Koninklijke Horeca Nederland, Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie, BOVAG en BETA) een uiterst onwenselijke ontwikkeling in de markt. Dit komt in principe neer op het afwentelen van schade door fraude door 2 partijen waar winkeliers en andere
toonbankinstellingen niks tegen kunnen doen.
Het verbreken van de contracten is onwenselijk, omdat consumenten dan niet meer kunnen betalen. In sommige sectoren en regio’s is het gebruik van deze internationale
betaalproducten hoog en stijgende.
Daarnaast is het aannemelijk dat Maestro en V Pay de toekomstige standaarden worden voor debetcards wanneer SEPA (bijna) een feit is. In één klap worden zo de voorwaarden (onder andere gegarandeerde betaling van PIN) voor (in 2006) anderhalf miljard debetcardbetalingen (PIN) voor acceptanten zeer ongunstig gewijzigd.
Interchange fees: De totstandkoming en samenstelling van interchange fees van internationale betaalproducten zijn niet transparant. Het Platform Detailhandel Nederland vindt dat deze fees moeten worden afgeschaft. Ze zijn ook niet onderhandelbaar voor acceptanten, en zoals blijkt uit de ‘sector inquiry retail banking’ van de Europese Commissie zijn ze ook zeer hoog.
Voor de issuing kant van deze betaalproducten is het voordeel het grootst. Omdat zij vaak ook aandeelhouder / licentiehouder zijn van acquirers en scheme, is het vermoeden dat hier sprake is van belangverstrengeling.
Standaardprotocollen: In Europese landen gelden lokale protocollen voor betaalautomaten (terminal-to-host). Hierdoor kunnen Nederlandse retailers alleen betaalterminals kopen in Nederland. In Nederland alleen al staan 250.000 betaalterminals van gemiddeld zo’n € 1000,- per stuk. Een Europees standaardprotocol zal hier concurrentiebelemmerende barrières
wegnemen. Dit is al aangegeven bij banken en betaalterminalleveranciers. Maar er wordt weinig actie ondernomen. Wellicht dat deze partijen baat hebben bij de huidige marktstructuur.
Het niet oppakken van het Europees standaardprotocol is een forse belemmering voor concurrentie in SEPA.
Geld- en waardetransport: Het aantal aanbieders van geld- en waardetransporten is beperkt.
Uit gesprekken blijkt dat momenteel deze transporteurs met ongeveer 20% overcapaciteit rijden door onder andere lokale regelgeving (venstertijden). In de discussie over afschaffing van deze venstertijden met overheid en politiek zijn deze de transporteurs echter volledig afwezig, ook na herhaaldelijk aandringen van onze zijde. Dit bevreemdt het Platform Detailhandel Nederland , misschien hebben deze partijen baat bij de huidige inefficiënte marktstructuur van dit moment.
5. Geen mening. Wellicht wel, maar daar heeft het Platform Detailhandel Nederland geen informatie over.
Consultatievragen 6 en 7:
̇ • Heeft u vragen, opmerkingen of aanvullingen met betrekking tot de beschrijvingen van de aandachtsvelden binnen energie en/of vervoer?
̇ • Zijn er vraagstukken die naar uw mening belangrijker zijn dan de door de NMa gekozen aandachtsvelden binnen energie en/of vervoer?
6. nee
7. zie antwoord vraag 5
Consultatievraag 8:
Heeft u opmerkingen over of suggesties voor de opzet en inhoud van de NMa-Agenda 2008 en de Agenda’s in de komende jaren?
Nee, het Platform Detailhandel Nederland wenst de NMa veel succes met haar taak als
toezichthouder. Wanneer nodig en mogelijk helpt het Platform Detailhandel Nederland de NMa graag.
