Vraag nr. 212 van 13 juli 1998
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Actieplan Vlaamse Rand – Taalvoorwaarden bij subsidiëring
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 182 van 30 juni 1997 over taalbepalingen in de erkennings-en subsidiëringsvoorwaarderkennings-en van de Vlaamse Gemeenschap, deelde de minister-president mij mee dat de permanente werkgroep Vlaamse Rand de opdracht had om het geheel van de regelgeving te screenen op mogelijke leemtes (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 2 van 16 oktober 1997, blz. 171 – red.).
Kan de minister-president in dat verband een stand van zaken verstrekken ?
Antwoord
De problematiek van het screenen van de Vlaamse regelgeving inzake taalbepalingen in de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden werd besproken in de interdepartementale werkgroep Vlaamse Rand.
Wegens de grote complexiteit van het geheel van deze regelgeving werd aan het college van secreta-rissen-generaal gevraagd dat elk departement van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap dat voor de eigen bevoegdheidsdomeinen zou doen. Vooral als beleidsmatige wijzigingen in de bestaan-de reglementering nodig blijken, zou tevens wor-den onderzocht of deze regelgeving al dan niet diende te worden aangepast om het Vlaams karak-ter van de erkende en/of gesubsidieerde initiatie-ven te vrijwaren.
