• No results found

Profielwerkstuk? Fluitje van een cent

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Profielwerkstuk? Fluitje van een cent"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ERZTEK

Ftuitj

e

van

een

cent

Leerlingen vinden

het best

lastig

om

zelfstandig

een

profielwerkstuk uit

te

voeren.

Een

geleidelijke opbouw

van

onderzoek door

het

curriculum

heen maakt

ze

vertrouwd

måt

de

aanpak,

bliikt

oP zes

scholen'

V;i:'x:ä..i;'ä*f

:il:lîä::.ii..".,

op

u.rr.itill.nde

leerstrategieën die leerlingen helpen

-..,

u"kinhoudelijke kennis en vaardigheden te verwerven. Ook rusten die ze toe voor de toekomstige

arbeidsmarkt en maatschappij en bereiden hen

voor op vervolgonderwijs (waar onderzoek doen

.n

oni.rro.k

Ãatig handelen gebruikelijk zijn)' En onderzoek do.r,

bi.dt

talenwolle of excellente

leerlingen extra uitdaging' Toch hebben veel

leerhnlen in de bovenbouw moeite met het

relfstaidig uiwoeren van onderzoeksopdrachten' Een

geleidetjÈe opbouw kan helpen: deelvaardigheden

ã"f.n.rr'(b.togen, presenteren, bronnen kritisch

b.s.houwen),L""i

ook de gehele empirische cyclus

doorlopen (observeren, hypothese vormen' to€tsen en

ev"l,reren) in een vereenvoudigde, kleine context zoals een'miniprofielweri<stuk of onderzoeksopdrachrjes'

Ook is er meer aandacht nodig voor de didactiek van

Bij etk vak,

oP

elk niveau...

Op het Da Vinci college in Leiden hebben docenten

een vak- en niveauoverstijgende instructie

ont-wikkeld: zo waren alle docenten op de hoogte van

de onderzoekscyclus en konden ze deze koppelen

aan onderzoeksopdrachten in hun les' Ook kregen

tien docenten van verschillende secties een twee uur durende workshop over het begeleiden van

onderzoeksopdrachten. Vooral de kennisdeling

tussen collega's vonden zij belangrijk: door het

gemeenschappelijk referentiekader gingen ze

hun leerlingen steeds meer op dezelfde manier

begeleiden en dat ervoeren zij en hun leerlingen

als positief. Om te zorgen dat docenten van alle

vakken op eenzelfde manier gingen lesgeven

over onderzoek, werd eerst de benaming van de

sta ppen va n de ond erzoekscyclus gelij kgetrokken'

ln een powerpointpresentatie die leraren konden

gebruiken in hun lessen, waren alle stappen van de ayalu, rn"t hun eigen kleur en term aangegeven' Zo herkenden leerlingen in elk stadium van een

on-derzoeksopdracht waar ze zich precies bevonden

(2)

het leren doen van onderzoek. Hoe geefje leerlingen strucruur, hoe organiseer je interactie en samenwerking

tussen leerlingen, en hoe geef je ze meer cognitief

activerende opdrachten?

Het

ICLON

heeft samen mer zes vo-scholen

in-terventies voor doorlopende onderzoeksleerlijnen onrwikkeld. Met dit project wilden we onderzoek en onderzoeksmarig handelen van leerlingen in

onder-en bovenbouw versterken en mogelijke problemen

in de begeleiding van leerlingen inventariseren. Zo

konden we de ingrediënren van onderzoeksleerlijnen

met verschillende begeleidingsvormen ontwerpen, implementeren en evalue¡en. Tot slot verbeterden we

deze met aandacht voo¡ de onderzoeksvaardigheden en onderzoeksmatige houding die leerlingen bereiken. De zes deeinemende scholen waren het Bonhoeffer-college in Castricum, Da Vinci College in Leiden,

fujnlandslyceum in Sassenheim, RSG Slingerbos

in Harderwijk, Teylingen College Leeuwenhorst in

Noordwijkerhour en Visse¡

t

Hooft Lyceum in Leiden, die we drie jaar lang volgden.

Onder-

en

bovenbouw

Op alle zes scholen bleken de docenren aanvankelijk

een bepaalde mare van zelfstandigheid re verwachren

van leerlingen die hun proÊelwerkstuk gingen maken, zonde¡ hen daarop voor te bereiden. Met name de

eerste drie fasen van onderzoek doen

-

oriënteren,

richten en plannen

-

h¡¡amen onvoldoende aan bod

in het curriculum. In de bovenbouw bleek e¡ wel mee¡

aandacht voor onderzoek doen dan in de onderbouw.

Onderzoeksactiviteiten werden vooral uitgevoerd in het

bèta- en gammadomein.

Dit

is in

lijn

met war in de

literatuur wordt genoemd. Bij de ralen waren er weinig onde¡zoeksactiviteiten, en als ze er wel waren, werden

ze niet expliciet gekoppeld aan onderzoek doen, waardoor leerlingen het als zodanig nauwelijks konden herkennen.

In het projecc zijn

in

rotaal 22'tntewenties onrwikkeld en uitgevoerd, grofweg onder re verdelen in drie

the-ma's; opbouw van zelßtandigheid bij

onderzoeks-opdrachten over de leerjaren heen, didacriek van

onderzoetsopdrachten, en begeleiding en beoordeling

door docenten.

Positieve ervar¡ngen

Op vier scholen hebben docenten gezamenlijk onder-zoeksopdrachten onrwikkeld, op alle scholen zijn do-meinoverstijgende onderzoeksopdrachten onrwikkeld

(zie ook kaders). Ook kwamen vakspeciÊeke

inrerven-ties tot stand, gericht op de onderbouw (rwee scholen)

en de bovenbouw (één school).

De resultaten van het project zijn overwegend positief

Zelfstandig oefenen bleek voor leerlingen belangrijk

om onderzoeksvaardigheden aan te leren. Daarnaast

hebben leerlingen vakspecifieke kennis over onderzoek

nodig, die ze tijdens de les kunnen opdoen. Ze bleken

Tekst Roeland van der Rijst, Christei Verberg, Lysanne Post en Wilfried Admiraal

...

en

in

elk

leerjaar

Op het Bonhoeffercollege in Castricum voerden leerlingen

in alle leerjaren onderzoeksopdrachten uit: zo

oefen-den ze structureel met onderzoek doen. De opdrachten kwamen per niveau bij alle vakken terug, werden over de leerjaren heen steeds complexer en vroegen steeds meer zelfstandigheid van de leerlingen. Docenten kregen tijd om

gezamenlijk onderzoeksopdrachten te bedenken, voor ieder

vak tenminste één à twee per leerjaar. Zo kregen leerlingen

uit4 havo en 5 vwo vier lessen van elkvijftig minuten over

onderzoeksvaardigheden, tijdens het mentoruur (4 havo) of

het vak algemene natuurwetenschappen (5 vwo).

De aanpak bleek te werken. ln interviews zeiden leerlingen

zich nu meer toegerust te voelen voor hun profielwerkstuk.

Volgens docenten hielden leerlingen zich daarbij nu beter

aan planning en deadlines en vroegen ze eerder hulp dan

leerlingen uit eerdere cohorten.

De docenten ontwierpen ook een nieuw

beoordelingssys-teem, met een rubric voor de beoordeling van de

onder-zoeksopzet, het proces en het eindproduct (inclusief

profielwerkstuk). Daarin keken ze specifiek naar hoe

zelfstandig een Ieerling het onderzoek opzette en uitvoerde (hoe zelfstandiger, hoe beter). De leerlingen kregen

tus-sentijdse feedback op basis van de rubric en daar bleken ze

erg blij mee, vooral bij het werken aan hun profielwerkstuk. Leerlingen in 5 vwo vonden de rubric eerlijker dan het oude

beoordelingssysteem (een cijfer door de docent, niet

geba-seerd op een gestandaaÍdigeba-seerd beoordelingsschema).

I¡ IT-I' III'I TTII IIT'

vaak nog moeite te hebben met specifieke srappen

uit

de onde¡zoekscyclus (bijvoorbeeld een

onder-zoeksvraag opstellen) en met het zelßtandig doorlopen

van de gehele cyclus. Een eenduidige en

vakoverstij-gende instrucrie over de fasen van de onderzoekscyclus

helpt ze daarbij.

Docenren vonden het soms moeilijk te bepalen

hoeveel begeleiding leerlingen nodig hadden als

zij

min of meer zeifstandig onderzoek deden. Ook

vonden ze het lastig enerzijds een wetenschappelijke

interesse te stimuleren en anderzijds de taken die

bij

de schoolconrexr horen, in het vizier re houden. Omdat er bijvoorbeeld bijna altijd een cijfer voor éen

bepaald schoolvak ve¡bonden moesr worden aân een

onderzoeksopdracht, maakte dar vakoverstijgende

interventies lastiger

uit

te voeren.

I

Christel Wrberg e.a., Naar zelßtandig onderzoek

van leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Gef.nancierd d.oor NRO (projectnumrner

4 0 5 - 1 5 - 5 5 2). Uniuers iteit Leiden/I CLO N,

eindrapportage uenuacht 20I

9.

Ook aan dt slag

rnet uakouerstijgend onderzoeþ? Kzjh op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Drie bijeenkomsten voor groep 3 tot en met 8: “Een hoogbegaafde leerling in de klas, begeleiding en afstemming” (herhaling). Een hoogbegaafde leerling in de klas vraagt van

• Als drie indicatoren voldoende zijn, en één ervan zit maar nét boven de norm en/of vertoont een dalende trend, dan bestaat de kans dat er in de (naaste) toekomst twee indicatoren

Vakantiepark Slagharen 50 jaar en geeft het zijn bezoekers 4 nieuwe attractie in het geheel nieuwe themagebied Jules Verne Adventureland!. 2014 In 2014 worden de wigwams

De gegevensverwerking is noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke verplichting (zie artikel 2 en verder van het Inrichtingsbesluit WVO) en bovendien van gerechtvaardigd

De overschotten in dit budget werden in het jaar- verslag van 2008 nog als een knelpunt beschouwd, maar in 2009 werd er meer uitgegeven voor zowel de collectieve

Inmiddels zijn verscheidene frisse scholen ontwikkeld die zo goed als kli- maatneutraal zijn.. De RVO publiceert jaarlijks een overzicht van de vijftien

Aangezien elke school niet evenveel kleuters telt wordt er procentueel gekeken (het aantal kleuters die effectief deelnemen aan een project/activiteit van SVS ten opzichte van

Door met leerlingen te debatteren, bereiken de leerkrachten veel: ze bevorderen onder andere de vorming tot betrokken en demo cratisch vaardige burgers en zien over-