• No results found

Pers Handboogschuttersgilde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pers Handboogschuttersgilde"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan en koning Willem III

Frank Valkenier en de Brandon Pers

Tilburg kort

(2)

Tilburg,

tijdschrift voor geschiedenis, monumententen en cultuur

Verschijnt driemaal per jaar

Jaargang 19, nr. 3 december 2001

Uitgave

Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed K.V.K.: 41096029 • ISSN: 0168-8936

Redactie Henk van Doremalen

Ronald Peeters Vormgeving Ronald Peeters Bart Gladdines Stukken voor de redactie

te zenden aan redactiesecretariaat

t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96

5042 CX Tilburg

Abonnementen Jaarabonnement

£27,50 /€12,48 instellingen en bedrijven

£32,50/€14,75 Losse nummers verkrijgbaar i n de boekhandel (£ 8,50/€ 3,86).

Abonneren door overmaking op de rekening van de Stichting

tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed

te Tilburg

Gironummer 5625554 AMRO-bank rek.nr. 42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 2001'

Foto's

Indien niet anders vermeld:

Fotocollectie van het Regionaal Historisch Centrum Tilburg.

Koning Willem III

(coll. Sint-Sebastiaansgilde Tilburg) Opmaak en druk

Drukkerij-Uitgeverij H . Gianotten B. V., Tilburg

Ten geleide

Jo Pluymakers en Gerard Steijns schrijven i n h u n artikel ' H e t heelt zijne Majesteit behaagd...' over het £eit dat het in 2001 150 jaar geleden was dat het handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan het predikaat konink- lijk ontving. Hoe k o m t het al i n 1504 genoemde gilde aan d i t predikaat?

Wat heeft zich i n het m i d d e n van de 19e eeuw voorgedaan? Pluy- makers en Steijns onderzochten dat vanuit verschillende invalshoeken.

Cees van Raak schreef een artikel ter gelegenheid van het dertigjarig be- staan v a n de Brandon Pers. Onlosmakelijk is hieraan de naam v a n Frank Valkenier, pseudoniem voor prof. dr. F.J.H.M. van de Ven, ver- bonden. Tot en met 22 februari 2002 is i n het Regionaal Historisch Cen- t r u m T i l b u r g een tentoonstelling te zien over de Brandon Pers.

Er m a g dan een standaardwerk over de geschiedenis van T i l b u r g zijn verschenen, de stroom van n i e u w e publicaties h o u d t natuurlijk ge- w o o n aan. W i e ' T i l b u r g , stad met een levend verleden' heeft gelezen, weet dat tientallen aspecten zich lenen voor uitdieping, a a n v u l l i n g of een n i e u w e kijk. O m nog maar niet te spreken van de hiaten die er w a - ren en zijn. Geschiedschrijving staat niet stil. T i l b u r g K o r t geeft een beeld van w a t er recent verschenen is.

De redactie

Inhoud

75 Jo Pluymakers en Gerard Steijns:

Het heeft Zijne Majesteit behaagd ...

Het liandboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan en l<oning Willem UI 97 Cees van Raak:

En het strovuur brandt voort...

Frank Valkenier en de verdere geschiedenis van de Brandon Pers 106 Tilburg kort:

Tilburg signalement XLVII

Spokerijen in de Meierij en de Langstraat 75 jaar Theresialyceum

Cultureel lexicon Tilburg 1945-2000 Een Tilburgs archief gevonden in Moskou

(3)

* ]o Pliii/inakers (Maastricht, 1940) wonende in Beek (L), was

vele jaren als manager werkzaam bij een groot landelijk verzekerings- concern. In zijn vrije tijd

beoefende hij de handboogsport en ums hij lange tijd bestuurder van de Koninklijke Sociëteit van

handboogschutters Sint- Sebastiaan '1408 te Maastricht. Van hieruit

ontstond zijn belangstelling voor de historie van de schutterijen

en in hef bijzonder van de handbooggezelschappen.

Vooral de relatie van de schutterijen met koning

Willem UI trok zijn aandacht en resulteerde in

een uitgebreid onderzoek.

Hierover publiceerde hij o.a. in 'tlandboogsport, orgaan van de Nederlandse

Handboog Bond' (2Q00 en 2001).

Drs. Gerard Steijns (Tilburg, 1942) jvas van

1980 tot 1998 gemeentearchivaris van Tilburg. Hij schreef diverse

publicaties op historisch terrein, onder andere het boek 'Pieter Vreede. Mijn

levensloop' (1994) en bijdragen voor het tijdschrift 'Tilburg;' zoals over de parochie Tilburg 't Heike (1990), Koning Willem 11(1999) en over de wijken Jeruzalem (2000) en Zorgvlied (2001). Hij is lid

van het Koninklijk Hand boogsch 11 ttersgildc

Sint-Sebastiaan van Willem UI te Tilburg

Het heeft Zijne Majesteit behaagd...

Het handboogschuttersgilde Sint-Sebastiaan en koning Willem UI

Jo P l u y m a k e r s en G e r a r d S t e i j n s ^

Tilburg kent enige verenigingen en een school, die het predikaat 'koninklijk' mogen voeren.^ Een van die verenigingen is het Koninklijk Handboogschutters- gilde Sint-Sebastiaan van Willem III. In 2001 was het 150 jaar geleden dat dit veel oudere gilde - het wordt al genoemd in 1504 - deze bijzondere eer ontving. Alle drie de Tilburgse gilden, ook de voet- boogschutters van Sint-Joris en de kolve- niers van Sint-Dionysius hadden tevoren

ook al niet over koninklijke belangstel- ling te klagen gehad. Zeker niet ten tijde

van het verblijf van koning Willem II in de stad. Maar alleen Sint-Sebastiaan is bij besluit van zijn opvolger 'koninklijk' geworden. Opmerkelijk misschien, maar toch weer niet zo, als we dit feit bezien in

het perspectief van de nationale geschie- denis en in relatie met de persoon en de positie van Willem III in de eerste jaren van zijn koningschap. Sint-Sebastiaan in Tilburg was niet de enige schutterij die

toen zijn belangstelling had, maar het speelde in dat stuk wel een eigen rol.

Proloog: de koning is dood, leve de koning?

O p 3 april 1849 vertrekt een droeve stoet u i t Tilburg. K o n i n g W i l l e m I I is r u i m twee weken tevoren i n zijn w o n i n g achter de Grote (thans Heikese) Kerk aan het begin van de N i e u w e Dijk overleden en n u w o r d t hij, vergezeld door zijn w e d u w e en kinderen, waaronder de n i e u w k o n i n g W i l l e m I I I , naar de grafkelder

van de Oranjes i n de N i e u w e Kerk i n Delft ge- bracht. De w e d u w e , de tsarendochter Anna Paulowna, zal nooit meer een stap in Tilburg zetten. Voor zover we weten de nieuwe ko- ning ook niet. W e l de jongste zoon, prins H e n d r i k , die vijfentwintig jaren later, op 17 maart 1874 de gedenknaald op de plek van het overlijden van zijn vader zal onthullen. Plech- tige getuigen van de uitvaart uit Tilburg van de dode vorst zijn de inwoners van de stad, waaronder de leden van de drie schuttersgil- den. Deze laatsten hadden enige dagen tevo- ren een formeel verzoek gericht aan H.J. Baron Van Doorn van Westcapelle, de minister van staat en opperkamerheer van de overleden ko- ning, die diens uitvaart moest regelen, o m een plaats te krijgen i n de stoet''. De verslaggever meldt over het resultaat: 'De leden der sociëteit

'de Nieuwe Koninklijke Harmonie' begeleidden den stoet met treffende treurmuziek. De gilden stonden met hunne standaards en vaandels langs den lueg geschaard. Het stedelijk bestuur met de Burgemees- ter H.B. Beckers aan het hoofd in ambtsgewaad, stond buiten de stad om den uittocht van het vor- stelijk Lijk bij te wonen. Van des Morgens halfze- ven tot op het ogenblik, dat de trein (= stoet) het grondgebied der stad verlaten had, zverden oimfge- broken de sombere doodsklokken geluid'.'^ Met dit trieste eerbetoon k w a m een einde aan een ja- renlange goede relatie van de vorstelijke part- time Tilburger, niet alleen met deze gilden maar met nog andere m i n of meer notabele ge- nootschappen i n het zich tot stad ontwikkelen- de industriedorp. Telkens als hij op enigszins feestelijke wijze T i l b u r g b i n n e n k w a m , ston- den de N i e u w e (later Koninklijke) Harmonie, de leden van de deftige Liedertafel en de drie gilden klaar o m hem met muziek en ander eer- betoon te ontvangen. Ook wanneer hij gasten had gebeurde dat. A l s i n april 1839 de tsare- vitsj grootvorst Alexander, de latere tsaar Alexander H, i n T i l b u r g enige dagen in het hoofdkwartier van zijn oom, dan nog kroon- prins en opperbevelhebber van het leger te velde, als het ware stage k o m t lopen en de

i

(4)

gen de Belgen gemobiliseerde troepen.'' I n 1840 krijgt het Kolveniersgilde Sint-Diony- sius v a n de k o n i n g een n i e u w vaandel met daarop de wapenschilden van Oranje-Nassau en Rusland en de twee gekruiste maarschalks- staven. Bij zijn intocht als k o n i n g op 29 april 1841 staan de gilden en genootschappen aan- getreden bij de herberg 'De Vier W i n d e n ' aan de toen pas t w i n t i g jaar geleden aangelegde nieuwe w e g naar Breda. Ze zijn er ook als hij een jaar later de eerste steen van zijn cavalerie- kazerne legt, en i n augustus 1847 ook bij de- zelfde plechtige handeling ten aanzien van 's konings nieuwe paleis. I n de zomer van 1844 verblijft W i l l e m I I enkele dagen i n de stad en w o r d t hij verblijd met het beschermheerschap van de schietvereniging onder de zinspreuk 'Honos A l i t A r c u m ' van de sociëteit Philhar- monie. De heren laten voor hem een fraaie ge- denkpenning slaan.*

A I d i t vorstelijk wederkerig eerbetoon valt met de d o o d van de k o n i n g weg. O o k dat is re- den voor r o u w ! Zoals gezegd, de k o n i n g i n - w e d u w e had niets meer te zoeken i n T i l b u r g . Zij stuurt op 22 juli aan dominee Schotel als dank voor zijn diensten en het bewezen mede- leven nog w e l een set fraai avondmaalszilver.

Ook pastoor-bisschop Zwijsen w e r d bedacht, bij w i e zij en haar familie i n de twee weken dat de k o n i n g i n T i l b u r g boven aarde stond, had- den mogen logeren (niet geheel tot des pas- toors genoegen overigens)'. H i j kreeg een kostbaar borstkruis en een eigenhandig door de koningin geborduurde bidstoel. Met deze vorstelijke giften w o r d t als het ware een boek gesloten. V a n de nieuwe k o n i n g had men na diens schriftelijke dankbetuiging voor het me- deleven van de inwoners van Tilburg, een week na de begrafenis, ook niet meer zoveel aandacht te verwachten. Althans, zo lijkt het.

Het K o n i n k l i j k C o n c o u r s v a n 1849 Maar toch. Er gebeurt iets opmerkelijks. O p 31 mei 1849, nog tijdens de officiële periode van h o f r o u w , laat W i l l e m I I I zijn hofmaarschalk L.

graaf van Bylandt bekendmaken - het bericht staat op 3 en 4 j u n i i n de Nederlandse Staats- courant - dat 'bij gelegenheid der Wedrennen op Het Loo, zal plaats hebben een wedstrijd naar prij- zen voor het handboogschieten, één naar het Doel, en één naar den Vogel op den staak'. De d a t u m moet nog w e l bepaald w o r d e n , maar Neder- landse handboogschutterijen die daaraan w e n - sen deel te nemen, kunnen zich aanmelden bij de kamerheer en intendant van Paleis en Do- mein Het Loo.** Deze intendant, Julius Bernard graaf van L i m b u r g - S t i r u m , heeft daags tevo- ren al opdracht gekregen i n overleg te treden met de 'sociëteiten van Boogschutters naar het doel en de staak hier te lande ter bekoming van in-

de'. Dat schrijft hij i n een brief van diezelfde 3V mei, gericht aan 'De Heer president der Boog- schuttersgilde van de stad Tilburg'. En hij ver- volgt dan dat hij meende 'niet beter te kunnen doen dan mij voor dat doel in de eerste plaats te wenden ...tot de directie der alom bekende Til- burgse Gilde van boogschutters loelke zoo zeer de belangstelling van onzen laatst overleden Vorst tot zich trok'. Er volgen dan vragen over o.a.: 'de kleeding der leden,... de geldelijke bedragen,...de vermakelijkheden, ... hoogte en kleur der staken,...

kleur en hoedanigheid van den vogel,...aard en constructie van het bohverk achter het doel' en als laatste en nog steeds niet het onbelangrijkste in gildekringen: 'prijzen, straffen, bepalingen om- trent de feesten en schutterskoningen...' Deze brief bevindt zich i n het archief van de schiet- club van de Sociëteit Philharmonie 'Honos A l i t A r c u m ' ^ maar hij was kennelijk i n eerste instantie bezorgd bij burgemeester H.B. Beck- ers, waarschijnlijk omdat de adressering w a t v e r w a r r e n d was. De burgemeester heeft hem blijkens een a n t w o o r d op een rappelbrief van de intendant ter hand gesteld aan de directie van 'Honos', die echter op 12 juni nog niet had geantwoord. Beckers meldt dat hij de heren tot spoed heeft aangemaand.'" Kennelijk was het de heren echter niet allemaal zo duidelijk ge- weest, w a n t er k o m t daags daarna op Het Loo w e l een brief v a n ' H o n o s ' binnen, maar daarin gaan ze zelf vragen stellen, i n plaats van ant- w o o r d g e v e n . " N u w a r e n de vragen van de intendant w e l sterk gericht op de gebruiken bij traditionele schuttersgilden. De burgemeester had de brief dus beter aan de overheid van het Sint-Sebastiaansgilde k u n n e n geven, maar hier zien w e al een resultaat van een proces dat zich vanaf het tweede k w a r t van de 19'-' eeuw aan het voltrekken was: de oude schuttersgil- den raakten sociaal gezien w a t achterop. De gegoede middenstand, die overigens op dat m o m e n t sterk i n opkomst was, bleef h u n nog t r o u w , maar de notabelen van de stad kozen steeds vaker voor een respectabeler en meer bij de tijd passend lidmaatschap van de opko- mende sociëteiten en dilettantenmuziekgezel- schappen. Dat daar ook sportief vermaak ge- zocht w e r d , bewijst de o p r i c h t i n g van ' H o - nos'.'^ De gilden verloren n u langzaamaan h u n netwerkfunctie. En bovendien: W i l l e m I I was toch beschermheer van 'Honos' geweest.

Beckers gaf de brief dus aan zijn vrienden van de sociëteit en negeerde de echte deskundigen v a n het gilde. Dat heeft T i l b u r g een eervolle rol gekost bij de voorbereiding van het con- cours, waarvan i n m i d d e l s de d a t u m op 27 juni was vastgesteld. Pas op 21 juni meldt 'Honos' zich daarvoor aan.'"* De organisatie was toen al r o n d . Graaf van L i m b u r g S t i r u m had zich i n - middels verzekerd v a n de goede raad en ver-

(5)

C.P.G. Cox, deken- schrijver van het Sint- Sebastiaansgüde, op latere

leeftijd (ca. 1879) in zijn uniform van kapitein der Schutterij (uit: Gedenkboek der N.K. Harmonie Tilburg

1843-1918).

volgens ook daadwerkelijke m e d e w e r k i n g van de Arnhemse handboogschutterij 'Sora- n u s ' . "

Sint-Sebastiaan was i n ieder geval w a t de aan- m e l d i n g betreft al alerter geweest. I n een ver- gadering van 6 j u n i viel het besluit o m op de u i t n o d i g i n g van W i l l e m I I I i n te gaan. Dat was een beetje een onverantwoorde beslissing. Be- studering van het i n het archief bewaarde kas- boek leert dat de liquide middelen van het gil- de op dat m o m e n t nog geen twee gulden be- droegen. Maar gelukkig was gildebroeder G.

Teurlings zo fideel o m 100 gulden te lenen die de deelnemers beloven via de maandelijkse contributie terug te betalen.'"^

Voor de reis hadden zich opgegeven: P.L.

Donders, h o o f d m a n ; P.Verschuren en L.

Maaijwee (beiden als commissaris, welke laat- ste tevens de prijzen behaald i n 1847 i n Den Haag op het concours bij de Eendragt zou meedragen"'); P. Goijaerts als oud-koning, P.

van D u n als standaarddrager, alsook een zes- tal schutters bestaande u i t : C.P.G. Cox, als schutterskoning'^, J.G. Marsé, P. Marsé, M . C . N . Bressers, A.J. Verschuuren en J. van de Lange- rijt."* We volgen n u (in r u i m e samenvatting) het verslag v a n de reis en het verblijf i n A p e l - doorn, zoals dat i n de gildevergadering van 19 juli w o r d t g e d a a n . "

O p 26 juni 1849 o m 01.30 u u r 'des ivormiddags' (dus in de nacht van 25 op 26 juni) begaven ge- noemde personen zich per rijtuig, eigendom van de heer A . Abbema u i t 's-Hertogenbosch, naar A p e l d o o r n via 's-Hertogenbosch, Grave, Nijmegen en A r n h e m . Bij h u n stop i n N i j - megen hebben zij i n deze stad de belangrijkste

bezienswaardigheden gezien en vervolgens h u n naam, de naam van het gilde en het doel van de reis i n het register van vreemdelingen op het 'Belvedère en in de Heidensche Kapel'^^^ ge- schreven. I n A r n h e m zijn zij door de hand- boogschutterij Soranus v e r w e l k o m d en kon- den zij het fraaie lokaal van deze schutterij be- zichtigen. Omstreeks 17.30 u u r op die 26'^ juni arriveerden de Tilburgers i n Apeldoorn, al- waar zij door de commissie van orde ontvan- gen en onthaald w e r d e n op de erewijn. Ver- volgens zijn ze door de burgemeester van A p e l d o o r n , D . Bas Backer, naar h u n logeer- adres bij Rouwenhorst aan de Vaart gebracht.

Na een kort oponthoud aldaar werden zij door de ordecommissaris uitgenodigd o m alvast een aantal proefscholen te lossen op het doel, waartoe zij een geleide kregen voor de toe- gang tot het terrein op Het Loo.

O p 27 juni w e r d e n zij vóór de aanvang van het concours zeer minzaam aangesproken door de k o n i n g en koningin. De heren P.L. Donders, P.

Goijaerts en C.P.G. Cox hadden de hoge eer om het hoofdmanschild, de broche en de drie vo- gels~\n de koninklijke hoogheden te tonen.

Ook w e r d e n door Cox de ereprijzen op 27 juli 1847 behaald tijdens de handboogwedstrijd bij de Eendragt i n Den Haag aan het koninklijk paar getoond: 'alle welke prijzen bijna een voor een door Hoogstdezelven werden naargezien onder- wijl aan de respectieve dragers daarvan de beteeke- nis vragende, en werde gedurende de wedstrijd nog verschilkmde leden meermaals door HH.MM. aan- gesproken'. P. Marsé behaalde het hoogste aan- tal punten bij het doelschieten. H i j ontving uit de handen van k o n i n g W i l l e m I I I het door ko- ningin Sophie geschonken zilveren erekruis.^^

De overige prijzen w e r d e n door de prinsen W i l l e m en Maurits uitgereikt. In de avonduren volgde het souper, waarbij alles vorstelijk was ingericht en de hoflakeien i n groot tenue de gerechten opdienden. Het ging er vrolijk toe:

'Z.M. den Koning met Hoogstdeszelfs gemalinne bragten een bezoek aan de gasten ondereen uitbun- dig gejuig en hoezee en onderhielden zich iiog aller- minzaamst met verschillende schutters, waarna H.M. de Koningin vertrok tenvijl Z.M. den Ko- ning bijna gedurende de geheele tijd van het souper onder hun doorbragt en verschillende toasten in- stelde, op den bloei van Nederland en de aldaar ver- eenigde schutterijen en meer andere; en mankeerde het van den kant der schutters niet aan verschillen- de toasten aan den Koninklijken gastheer, de Ko- ningin en de overige leden van het vorstelijk

De volgende dag, 28 juni, w e r d nog deelgeno- men aan het schieten naar de twee overgeble- ven vogels op de schutsboom, echter zonder succes, k o n i n g W i l l e m I I I had inmiddels tij- dens een speciale audiëntie een delegatie van-

(6)

uit de schutterijen, waaronder de heren Cox en Maaijwee, ontvangen en h u n verzoek i n g e w i l - l i g d o m opperbeschermheer te w o r d e n van alle Nederlandse handboogschutterijen.

N a afloop van de wedstrijd w e r d nog gekeken naar de wedrennen op Het Loo. Vervolgens vertrok m e n zeer voldaan en met een onuit- wisbare herinnering huiswaarts. De nacht w e r d doorgebracht i n Lent, aan de overzijde van de Waal bij Nijmegen. De dag daaropvol- gend, 29 juni, vertrok men naar T i l b u r g en ar- riveerde aldaar omstreeks 20.30 u u r bij Tivoli, een herberg aan de Bosscheweg. A l d a a r w e r - den zij begroet door het 'Tilburgsch zanggezeT schap' en een grote menigte, die hen onder ge- juich begeleidden naar het schutterslokaal 'luaar zij tot laat in den avond in gulle vrolijkheid vereenigd bleven en nog menige heildronk aan het Vorstelijk gezin, het vaderland en den bloei der Nederlandsche schutterijen werd ingesteld en zeer voldaan van elkander scheidden'.

E e n beschermheer v a n zes jaar o u d A l d u s het verslag van de reizigers i n de gilde- vergadering van 19 j u l i . De heren zijn dus zeer tevreden over h u n reis en grijpen de kans aan o m de i n hofkringen n i e u w v e r w o r v e n relaties sterker aan zich te binden. Besloten w o r d t dat

M . C . N . Bressers en zijn echtgenote Louisa j.C.

Donders met hun oudste kind Cornelis in 1863 gefotografeerd door Hugo Perger. Dit is de vooralsnog de oudst bekende foto die in

een Tilburgs atelier is gemaakt (coll. Fam.

Bressers).

k o n i n k l i j k concours het erelidmaatschap van het Gilde zal w o r d e n aangeboden. Dat zijn er nogal w a t . Alleen van de graaf V a n L i m b u r g Stirum^* en burgemeester D . Bas Backer^^' k o m t er direct een expliciet bericht terug dat ze deze eer accepteren. Van L i m b u r g Stirum biedt daarbij de gildebroeders i n gloedvolle bewoordingen zijn diensten aan en kan: 'mel- den dat ik het als eene bijzondere eer aanmerk mij voortaan onder de banier van hunne broederschap te mogen scharen. Ik beveel mij in hun aandenken, daar waar mijne zwakke pogingen tot eer en luister van St.Sebastiaansgilde iets kan bijdragen'. Maar dan geeft hij i n het vervolg van zijn dankbrief toch een heel verkeerd advies aan de gilde- broeders inzake een nogal delicate zaak. Ken- nelijk hebben de heren bij h e m het idee opge- w o r p e n o m de tweede zoon van de koning, de zesjarige p r i n s M a u r i t s , het bijzondere be- schermheerschap v a n het g i l d e aan te bie- den.^* H i j schrijft n u dat m e n zich hiertoe het best rechtstreeks tot Hare Majesteit K o n i n g i n Sophie (1818-1877) kan wenden.^^ De argeloze broeders volgen zijn raad op 14 augustus op.

Maar op 19 augustus ligt er al een brief op de mat van de staatsraad en directeur van het Kabinet des Konings A . G . A . v a n Rappard met de terechtwijzing, dat m e n zo'n verzoek dient te richten aan de k o n i n g . De directie van Sint- Sebastiaan haast zich o m de fout te herstellen.

O p 22 augustus herhalen zij h u n verzoek, n u aan de k o n i n g .

H e t m a g een w o n d e r heten, dat W i l l e m I I I (1817-1890) gezien zijn karakter en de verhou- dingen binnen zijn huwelijk na de aanvankelij- ke blunder toch w e l w i l l e n d reageert. Bij missi- ve van 25 augustus 1849 meldt de staatsraad.:

'Naar aanleiding van de bevelen des Konings, heb ik de eer aan de directie der Handboogschuttersgilde St.

Sebastiaan te Tilburg in antivoord op haar adres de dato 22' dezer, te kennen te geven, dat zijne Maje- steit het daarbij gedaan verzoek heeft ingewilligd, en derhalve aan de directie toestemming verleent om zijne Koninklijke Hoogheid Prins Maurits der Nederlanden beschermheer van die gilde te noe- men.'^'^ De brief heeft een rouwrand, wat bewijst dat de h o f r o u w o m W i l l e m I I dus nog niet op- geheven was, een merkwaardig contrast met de vrolijkheid twee maanden eerder op Het Loo.

Het incident met de verkeerd gerichte brief, dat dus toch nog goed afliep, is voor ons n u aanleiding de chronologie van de gebeurtenis- sen en de beperkte horizon van T i l b u r g even te verlaten en ons eens te verdiepen i n de proble- matische situatie op dat m o m e n t aan het Nederlandse hof en de pijnlijke dynastiek-po- litieke context w a a r i n de wedstrijden op Het Loo plaatsvonden. De k o n i n g kan namelijk zijn redenen hebben gehad o m toch niet te zwaar aan de faux pas te tillen.

(7)

De prinsen Maurits (links;

1843-1850) en Willem (rechts; 1840-1879), de twee oudste zonen van

koning Willem UI en koningin Sophie, ca. 1847.

Het is een van de oudste bekende fotoportretten van

leden van het koninklijk huis, tvaarschijnlijk bedoeld als studiemateriaal voor een

geschilderd portret door N.

Pieneman (coll. Koninklijk Huisarchief).

E e n beladen h u w e l i j k

Het is dan goed o m eerst even terug te gaan naar de periode juist voorafgaande aan de d o o d van W i l l e m II. ^" Het jaar 1848 was voor deze vorst een dramatisch jaar geweest. I n fe- bruari was zijn tweede en meest geliefde zoon Alexander aan een longziekte overleden, ver w e g op het eiland Madeira, waar hij voor een k u u r naartoe was gegaan. I n diezelfde maand nog w o e d t i n Parijs de zogenaamde 'Februari- revolutie', die i n maart overslaat naar andere Europese hoofdsteden. Onder invloed van deze dreiging van radicale aard kiest de ko- n i n g voor de i n vergelijking toch rustiger op- vattingen van de opkomende 'liberale upper- m i d d l e class' van Thorbecke en bewilligt hij i n een reeds langer liggend voorstel voor een nieuwe grondwet, waarin onder andere de m i - nisteriële verantwoordelijkheid w o r d t gere- geld. Dat levert hem de woede van zijn oudste zoon en troonopvolger op. Kroonprins W i l l e m verwijt zijn vader dat hij door zijn toegevend- heid hem de perspectieven op een ongebrei- deld koningschap heeft ontnomen. H i j ver- trekt i n oktober naar Engeland, nadat hij heeft laten weten van zijn opvolgingsrechten af te

zien. Zijn v r o u w , kroonprinses Sophie, blijft i n Den Haag achter. Haar oudste zoon, de achtja- rige Willem, is dan al aan haar directe toezicht onttrokken en zal binnen twee jaren tegen haar zin op een strenge kostschool w o r d e n ge- plaatst, haar tweede zoontje Maurits koestert zij nog tegen de i n haar ogen barbaarse opvat- tingen over opvoedingsmethoden van een brute vader, met w i e zij i n toenemende o n m i n leeft. Het huwelijk van de kroonprins met Sophie van Württemberg w e r d immers geteis- terd door een onoverbrugbaar verschil in ka- rakter en opvattingen over zowat alle aspecten van het leven en de politiek van die dagen. De historicus L.J. Rogier schetst op de hem eigen genadeloze wijze Willems erfelijk belaste ka- rakter als volgt: 'Via zijn moeder erfde deze (toe- komstige) constitutionele koning over het tamste volk van Europa in de burgerlijkste eeuw der ge- schiedenis het bloed van Peter de Grote en Catharina U, d.i. van een in de negentiende eeuw steeds meer degenererende dynastie die rijk was aan zonderling gespleten typen: bulderende tyrannen, teder en wreed, impulsief en inert-vroom en losban- dig tegelijk, voor wie de omgeving beeft, maar die, als de bui was uitgewoed, als was in gewiekste han- den zvaren. Wie Tolstoi's romans kent en daarmee de stijl van de zxvaar-levende, diep-drinkende Rus- sische groten, zal begrijpen, dat deze halve Rus er soms behoefte aan had in zijn paleizen ontzetting te wekken door wilde uitvallen in kazernetaal.'^^ En bij die taal alleen bleef het niet. Ook wat betreft de huwelijksmoraal hield W i l l e m de normen van de kazerne aan. Of liever nog die van de kleedkamers van schouwburgen, gezien zijn voorliefde voor toneelspeelsters. H i j zal dan ook de hele rest van zijn lange leven conflicten oproepen en zijn omgeving en onderdanen blijven choqueren en bruuskeren. Sophie, zijn volle nicht, zou eigenlijk ongeveer hetzelfde erfelijk materiaal van haar moeder (een zus van A n n a Paulowna) gekregen moeten heb- ben, maar m e r k w a a r d i g genoeg was zij i n alles het tegendeel v a n haar man. Ze was een 'fem- me savante', een voor haar eigen opvattingen gewiekste intrigante, melancholiek en trouw in haar vriendschappen met soms de grootste geesten van haar tijd, met w i e ze een drukke correspondentie onderhield. Preuts was ze ze- ker niet, ze kende de wereld en de ondeugden van haar stand, maar zou daar uit gevoel voor distinctie zelf niet aan toegeven. Zij voelde zich bovendien i n de Haagse kneuterigheid niet thuis en zocht liever de grandeur van an- dere hoven, zoals dat van de door haar zeer bewonderde Napoleon I I I , die toch eigenlijk maar een parvenu was, maar wiens politiek zij tegen de opvattingen van haar man i n heime- lijk steunde. De Engelse minister van buiten- landse zaken L o r d Clarendon, die een van haar beste vrienden w e r d , schreef nadat hij

(8)

haar i n 1857 i n L o n d e n voor het eerst ontmoet had: 'Ik loas zeer gecharmeerd van de koningin van Holland, iedereen trouwens. Haar gratie en waar- digheid, haar intelligentie, kennis, volmaakt goed humeur en groot conversatietalent hebben haar be- zoek aan Engeland tot een groot succes gemaakt. Ik kan me niet herinneren dat dit ooit met iemand an- ders, al dan niet van koninklijken bloede, in die mate het geval is geweest'.^'^Boven het h u w e l i j k v a n deze twee totaal verschillende mensen heeft dus al van stond af aan de dreiging van een scheiding gehangen, en straks zal die er, de jure niet, maar de facto wèl komen.-'^ En n u op d i t dynastiek zo cruciale m o m e n t dus ei- genlijk ook al.

O p 13 februari 1849 is de kroonprins wegens volgehouden u i t l a n d i g h e i d niet aanwezig bij de plechtige opening van de op basis van de nieuwe g r o n d w e t verkozen Sta ten-Generaal.

Maar dan gaan de o n t w i k k e l i n g e n snel. Sop- hie schrijft twee dagen later over haar schoon- vader aan een vriendin: 'De koning gaat achter- uit, maar dat wordt diep geheim gehouden.'^* A l - licht, w a n t de situatie was tamelijk gecompli- ceerd. A l l e reden dus voor de kroonprins o m naar huis te komen. H i j doet dat echter niet.

O p 15 maart schrijft Sophie: 'De koning is ster- vende ik besef dat er een crisis nadert die beslis- send zal zijn voor mijn toekomst. Hij is niet eens

Koningin Sophie te paard deelnemend aan de valkenjacht op Het Loo.

Schilderij door H.A. comte deMontpézat,1849 (coll.

Oranje Nassau Museum, Delft).

hierl Ik voel mij ellendig. God zij mij genadig.'^^

Als W i l l e m I I i n de nacht van 16 op 17 maart na een kort ziekbed i n zijn w o n i n g i n Tilburg overlijdt, zijn daar w e l k o n i n g i n A n n a Pau- l o w n a en de jongste zoon prins H e n d r i k op tijd bij, maar niet de troonopvolger. H i j w e r d inmiddels w e l door twee ministers en een hof- dignitaris i n Engeland opgespoord en daags na de d o o d van zijn vader i n een proclamatie v a n de regering als nieuwe k o n i n g aanvaard.

H i j is dus voor een voldongen feit geplaatst.

Toen hij dan ook op 21 maart met een haastig gezonden oorlogsschip i n Hellevoetsluis aan- k w a m , k o n hij het koningschap niet meer w e i - geren. En dan treedt er i n zijn h o u d i n g een plotselinge verandering op. H i j geeft toe aan de gehate politieke werkelijkheid en laat zich inhuldigen, terwijl de nieuwe k o n i n g i n alleen maar gesterkt w o r d t i n haar overtuiging, dat haar m a n niet deugt voor de taak die hij ineens met schijnbaar enthousiasme aanvaardt. Zij twijfelt zelfs aan de oprechtheid van zijn j u i - chende onderdanen. A a n haar v r i e n d i n schrijft ze op 22 maart: 'Hij is dezelfde als altijd, onveran- derd. Het volk heeft hem zonder vreugde of geest- drift aanvaard, uit noodzakelijke loyaliteit. Ieder interregnum zou een ramp zijn, en de Nederlan- ders wensen rust. Wij hebben onze plicht gedaan', en een week later: 'Ik ben bang dat zijn volslagen gebrek aan kennis en aan routine in het afhandelen van de staatszaken, betekent dat de ministers alle macht zullen hebben en dat we stap voor stap naar een republiek toe gaan. Ik moet in het begin buiten- gewoon voorzichtig zijn, vermijden dat er een crisis ontstaat en alleen maar in het algemeen enige in- vloed trachten uit te oefenen...'^^ Dat is haar nooit gelukt.

I n deze schizofrene situatie ontvangt het vor- stelijk paar de schutters op Het Loo, waar Sophie maar node verbleef en W i l l e m zich juist w e l het best thuisvoelde. Het lijkt erop dat de organisatie van het concours een onder- deel v o r m d e van een bewust door de nieuwe k o n i n g ingezet communicatieoffensief o m de in het algemeen braaf loyale burgerij ook van harte voor zich te w i n n e n , tegen de scepsis i n v a n liberale regerings- en stijf preutse h o f k r i n - gen, die het oneens w a r e n met zijn opvattin- gen over zijn staatsrechtelijke positie respec- tievelijk met zijn levenswandel. Waar k o n hij ook beter beginnen dan bij diegenen die zijn vader zo toegedaan waren? De gildebroeders van Sint-Sebastiaan hebben samen met h u n collega's u i t alle w i n d s t r e k e n van het vader- land waarschijnlijk zonder het te beseffen meegespeeld i n een tactisch spel. De k o n i n g i n diende i n d i t stuk wellicht nolens volens te f i - gureren als beminde gade en gastvrouw. En n u w o r d t bovendien ook haar geliefde jongste k i n d M a u r i t s als instrument ingezet. O o k te-

(9)

Aquarel door Charles Rochussen (1814-1894) van het défilé op Het Loo door de deelnemers aan de wedstrijden aldaar in 1849 of 1851 (coll. Museum

Paleis Het Loo).

gen haar zin? Zij was bij de i n h u l d i g i n g i n A m s t e r d a m niet ongevoelig gebleken voor de volkse gevoelens van aanhankelijkheid die juist zijzelf en haar kinderen opriepen. A a n haar v r i e n d i n schrijft ze daarover: 'Toeri ilc al- leen binnenkwam met mijn twee jongens werd ik uitbundig toegejuiclit. Bij mijn vertrek kwamen er mensen van hun zitplaatsen naar mij toe, een oude man kuste de zoom van mijn japon en riep: 'O, u bent even mooi als goedl'Wat ik hier schrijf lijkt erg ijdel en dwaas, maar u weet hoe weinig demonstra- tief Nederlanders zijn, daarom betekent dit heel veel'^'^ I n dezelfde brief m e l d t ze dat ze over drie weken, begin j u n i 1849 dus, naar Het Loo vertrekt; zoals we weten vergezeld van haar kinderen W i l l e m jr. en Maurits, voor w i e het schuttersfeest een paar weken later misschien wel een spannende belevenis was.

Juist de tragische vroege d o o d van het jongste prinsje zal echter spoedig hierna een diepte- punt v o r m e n i n de slechte v e r h o u d i n g tussen de echtelieden.^** Maurits, toch al een z w a k jongetje, kreeg in het voorjaar van 1850 een i n - fectie die tot hersenvliesontsteking leidde. Het k i n d was zeker i n die dagen met zo'n aandoe- n i n g reddeloos. Maar Sophie meende dat de hofarts Everard onjuiste beslissingen h a d ge- nomen en w i l d e een arts van haar eigen keuze raadplegen. Terwijl de ouders aldus i n fel con- flict w a r e n over de artskeuze, stierf M a u r i t s op 4 juni 1850. Vier dagen later schrijft Sophie aan haar vriendin: 'Mijn kind is dood - zelf heb ik de oogjes dichtgedrukt - al wat me op deze aarde nog restte aan hoop en vreugde is voor altijd weg. ...Ik hoop dat ik gauw mag sterven. Bid voor mij.'-^'^ De k o n i n g i n maakte zichzelf en haar m a n hevige verwijten en ze is diep ellendig en treurig. De k o n i n g lijkt m i n d e r aangedaan, w a t de kloof tussen beiden alleen maar dieper maakt. Maar toch, op 18 juli schrijft de k o n i n g i n 'Mijn diep- ste wens is weer een kind te hebben'*^^; het w e r d

v o o r l o p i g een miskraam. Rond de jaarwisse- ling moet er een periode van toenadering tus- sen de echtelieden geweest zijn, want de ko- n i n g i n raakt weer zwanger en op 25 augustus 1851 w o r d t , te vroeg, prins Alexander gebo- ren. Het w e r d een zwakke vreemde jongen, die door de moeder als een godsgeschenk w e r d beschouwd, als vervanger voor de verlo- ren Maurits, maar die door zijn vader nooit is geaccepteerd. W i l l e m jr. was inmiddels op kostschool geplaatst maar zou zich ondanks of misschien w e l juist door dat niet alleen strenge maar ook liefdeloze regime ontwikkelen tot een niet zo plichtsgetrouwe kroonprins, die v o o r t d u r e n d i n conflict lag met zijn vader met name over zijn liefde voor de door deze niet geaccepteerde M a t h i l d e van L i m b u r g Stirum.

Na een bepaald niet ingetogen vrijgezellenbe- staan overleed hij i n 1879 onder verdachte om- standigheden i n Parijs. K o n i n g i n Sophie stierf twee jaar daarvoor vereerd door half intellec- tueel Europa maar volkomen vervreemd van haar m a n en het Nederlandse volk. Alexander ontwikkelde zich tot een eenzame zonderling en stierf eveneens o n g e h u w d i n 1884 i n zijn huis v o l herinneringen aan zijn geliefde moe- der en broers. W i l l e m I I I k w a m pas na veel aandringen voor zijn begrafenis over vanuit zijn vakantieadres. H i j was inmiddels sinds 1879 voor de tweede maal g e h u w d met de r u i m veertig jaar jongere Emma van Waldeck Pyrmont, die hem i n 1880 een dochter Wilhel- mina schonk. Tot zover deze i n d r u k van wat zich achter coulissen van het concours van 1849 en de i n de volgende jaren nog komende schutterlijke feesten afspeelde.

Eerbetoon naar alle kanten

Keren w e terug naar T i l b u r g en de schutters van Sebastiaan. De vaderlijke toestemming voor het beschermheerschap van prins M a u - rits is kort voor het driejaarlijks koningschie- ten op 27 augustus 1849 (de maandag van de kermis) bij het Sint-Sebastiaansgilde binnen- gekomen en w o r d t dan aan de leden voorgele- zen. Het geeft aanleiding tot extra vreugde en weer talrijke toasten op het vorstenhuis, de prille beschermheer, de nieuwe schuttersko- ning P.H. van D u n en op al w i e zich maar bij het feest, dat d u u r d e 'tot i n den volgenden morgenstond', w i l aansluiten. O p 8 september 1849 besluit de directie o m op Maurits' ver- jaardag op 15 september de vlaggen aan het gildehuis, de herberg 'Het Z w a a r d ' , later ge- naamd 'De Z w a r t e Leeuw' aan de Markt, uit te steken en er 's avonds weer een feestje te vie- ren. O o k besluit men een verguld zilveren draagteken voor de prins te laten maken. Of het ooit zover gekomen is, weten we niet. Het rekeningboek van het gilde vermeldt dienaan- gaande geen uitgavenpost en i n de verzame-

(10)

82

Houten bord niet daarop de prijsmedadles die door de fa. M.C.N. Bressers en haar voorganger de fa. Wed. C.

Bressers in de tweede helft van de 19e eeuu' op de tentoonstellingen werden i'erworven. Daaronder die

voor de pijlen en hogen op de tentoonstellinfien op Het Loo (coll. Fam. Bressers in

hetRHCTillmrg).

lingen van het K o n i n k l i j k Huisarchief is iets dergelijks ook niet aangetroffen.•"

De wederzijdse pluimstrijkerijen waren daar- mee nog niet over. O p 11 november schrijft de heer A . van Leent uit A r n h e m dat er op 18 no- vember i n Utrecht een vergadering gehouden zal w o r d e n van alle handboogschutterijen i n - zake een voorstel o m W i l l e m 111 een gouden medaille aan te bieden als blijvend aandenken aan zijn opperbeschermheerschap. Er was na het concours namelijk een commissie ad hoe g e v o r m d , die bestond uit de heren A . van Leent, F. van G o r k u m en M . van Rijsewijk, al- len bestuurder van Soranus uit A r n h e m . Zij hadden zich, zoals we al weten, zeer ingespan- nen bij de organisatie van de wedstrijd. Van een overkoepelende bond of federatie was toen nog geen sprake. De u i t n o d i g i n g was kennelijk tot ongenoegen van de heren van Sebastiaan al eerder bij 'Honos' en een andere Tilburgse club 'Fijne Mast'-*- binnengekomen.

Maar Van Leent verontschuldigt zich: hij had de circulaire achtergehouden o m hem tegelijk te versturen met deze door onvoorziene o m - standigheden w a t late brief waarin hij dank betuigt voor de toegezonden diploma's van

het erelidmaatschap voor hemzelf en zijn me- deorganisatoren. Besloten w o r d t deken-schrij- ver Cox naar de vergadering 'in de zaal bij Wouters op het Vreeburg in de Comedie te Utrecht' af te vaardigen met op zak 10 gulden als bij- drage voor de medaille en 5 gulden voor te maken r e i s k o s t e n . C o x doet op 24 november m o n d e l i n g verslag van zijn missie en kondigt aan dat er nog een schriftelijk verslag uit Utrecht zal volgen. Dat k o m t inderdaad na zes weken. De vergadering had succes. Uiteinde- lijk leverden 58 handboogschutterijen een bij- drage. De verenigingen die ten minste tien gulden hadden betaald kregen een bronzen naslag. Voor een zilveren exemplaar moest tien gulden extra voldaan worden."^

De bedoeling was dat de gouden medaille op een al voorzien tweede concours op Het Loo op 20 juni 1850 aan de k o n i n g zou w o r d e n aangeboden. Het wedstrijdprogramma was al verzonden toen prins Maurits overleed. De wedstrijd w e r d afgelast, maar w e l volgde op 26 juni de aanbieding van de medaille aan de k o n i n g tijdens een ontvangst op Paleis N o o r d - einde i n Den Haag. O o k n u weer een m i n of meer feestelijke activiteit r u i m binnen de rouwperiode. Het is tekenend voor zijn karak- ter, dat W i l l e m I I I ook nu het zijn zoontje be- trof net als na de d o o d van zijn vader weer niet zodanig door de eigen droefheid noch die van zijn v r o u w geraakt leek te zijn, dat hij voor eni- ge tijd d i t soort activiteiten w i l d e staken. I n zijn a n t w o o r d op de aanbiedingstoespraak, die ook een condoleance bevatte, zegt hij w e l : 'Het verzacht den rouw, welke mijn gemoed nog vervult, de deelneming te ontzvaren, waarmede zoo vele vereenigingen uit onderscheiden oorden des rijks mijne droeflieid vergezellen, maar ik ontvang tevens met genoegen dit fraai zinnebeeld uiver ge- hechtheid en trouiv ...'•*^ Droefheid èn genoegen dus. Bij zijn gemalin was er, zoals w e al gezien hebben, op dat moment absoluut voor het laatste geen plaats meer.

Door de commissie w e r d toegezegd dat er nog een d i p l o m a voor de opperbeschermheer zou volgen met v e r m e l d i n g van de namen van de 58 deelnemende verenigingen en ondertekend door h u n bestuursleden. Met het vervaardi- gen van d i t d i p l o m a was men i n mei 1850 gestart. Er ontstond echter al direct onenig- heid over de tekst. De bestuurders van St.- Sebastiaan uit A l k m a a r merkten op dat zij ge- aarzeld hadden o m te tekenen daar i n de tekst diverse taalkundige fouten stonden waardoor 'het geheel onhollandsch' aandeed. Voor Sint- Sebastiaan T i l b u r g tekenden P.L. Donders (hoofdman), C.P.G. Cox (deken-secretaris), P.H. van D u n (koning), C. Bressers (oudraad), H . Latour (oudraad), G. Teurlings (oudraad).

(11)

P.C. Verschuuren (oudraad), H.J. Dijkmans (deken), A . van Gils (cornet) en M . C . N . Bressers (alpheris). Alles bekrachtigd met het stempel van het gilde. Dat gebeurde op 29 juli i n de eigen gildevergadering. Het stuk is dus door het land rondgezonden. O o k 'Honos' had aan het geschenk bijgedragen; daarvoor tekenden J.A. Mutsaers (president), A.J. Ver- b u n t (vice-president), J.H.A. Diepen (secreta- ris), F. Suijs (thesaurier) en J.B. Bruggeman (koning). W o n d e r l i j k detail is, dat bij de h a n d - tekeningen van de bestuurderen van de U - trechtse schutterij A p o l l o , waar prins M a u r i t s eveneens beschermheer was geworden, ook diens naam staat. Maar het handschrift w a a r i n dat gebeurde lijkt w e l heel sterk op dat van de president Arendts. Achteraf gezien viel dus dit ongetwijfeld goed bedoelde gebaar een beetje w r a n g uit. Het geeft wel aan dat het d i - ploma vóór 4 juni moet zijn getekend. De uit- eindelijke aanbieding van d i t d i p l o m a , mét aangepaste tekst, gebeurde pas op 23 juni 1851 toen 29 handboogverenigingen naar Het Loo waren getogen o m deel te nemen aan het tweede koninklijke concours.

H e t K o n i n k l i j k C o n c o u r s v a n 1851 Maar inmiddels was Sint-Sebastiaan u i t T i l - b u r g wel zijn beschermheer kwijt. De gilde- broeders hebben aan de ouders uiteraard h u n deelneming betuigd. Tekenend voor de geplo- genheden aan het hof is dat er daarop twee be- dankbrieven terugkomen, één op 17 juni 1850 vanwege de k o n i n g en één twee dagen later namens de k o n i n g i n .

Het blijft n u even stil op Het Loo, althans met schuttersactiviteiten, en ook i n T i l b u r g gaat

H.M. baron Mollcrus (1812-1899) in het kostuum van kanwriicer des Konings. Hij was secretaris van de commissie heiast met de verordeningen der Koninklijke Wedstrijden.

men even over tot de orde van de dag."*' Maar op 31 maart 1851 w o r d t er ter vergadering weer een circulaire van de koninklijke com- missie voorgelezen. Deze behelst een invitatie voor een tweede koninklijk concours op Het Loo op 23 juni a.s. Het gilde blijkt i n deze maanden geteisterd te w o r d e n door opzeggin- gen van het lidmaatschap door prominente broeders. I n de vergadering van 5 mei 1851:

'Wordt ter kennis gebragt, dat de oudraad H.J.

Dijkmans, den deken L. Maaywee en den cornet A van Gils voor het lid maatschap der gilde hebben bedankt en de directie dientengevolge voorsteld om de teerdag welke op den 8' mei zoude plaatshebben, om het klein getal leden voor oitbepaald uit te stel- len en daarvoor op maandag den 12'' des avorids om negen uren gezamentlijk eene biefstuk te eten, zul- lende de biefstuk door de leden uit hun privé beurs betaald worden en er vanwege het gezelschap voor de man een halve flesch wijn bij worden gegeven en is overeenkomstig besloten.' Ondanks deze ma- laise, waarvan we de dieperliggende oorzaak niet kennen, besluit men i n dezelfde vergade- ring nog o m aan het tweede concours op Het Loo mee te doen. De problemen hebben wel tot gevolg dat men twee vergaderingen nodig heeft o m tot overeenstemming te komen over de financiering van de reis. M e n bereikt het kennelijk compromis, dat 'de liefhebbers voor het concours' 100 gulden u i t de kas zullen krij- gen onder de voorwaarde dat ze die som na een jaar met 5 % interest zullen terugbetalen.

O p 12 juni w o r d t besloten dat de afvaardiging zal bestaan u i t de heren: C.P.G. Cox als waar- nemend beschermheer (sic!), P. C. Verschuu- ren als waarnemend president, M . C . N . Bres- sers als standaarddrager en P.H. van D u n , J.G.

Marsé, L. Demouge en P. Marsé als schutters- viertal.''*' Pas op 4 augustus doen ze verslag van h u n wederwaardigheden omdat: 'de twee voorlaatste vergaderingen niet gehouden heb- ben k u n n e n w o r d e n wegens het niet opkomen der leden'. We volgen dat verslag weer i n sa- menvatting.

O p 21 juni o m 13.00 uur is men uit Tilburg af- gereisd i n gezelschap van een afvaardiging van de handboogschutterij 'Gloria Sorano' uit Dongen. Er w e r d doorgereden tot Nijmegen alwaar is overnacht. De dag erna, 22 juni, k w a m men o m 18.00 u u r aan in Apeldoorn.

Daar w e r d w e d e r o m gelogeerd i n het loge- ment van A . Rouwenhorst. M e n w e r d ontvan- gen in de 'Sociëteit W i l l e m I I I ' door de burge- meester van A p e l d o o r n , de heer D. Bas Backer.

Deze o n t v i n g u i t handen van C.P.G. Cox, waarnemend beschermheer, het insigne als erelid.

Bij de wedstrijd op 23 juni w e r d de deputatie herhaaldelijk 'minzaam aangesproken' door ko- ning W i l l e m I I I . O o k w e r d men hartelijk be-

(12)

groet d o o r de i n 1849 gecreëerde ereleden.

Burgemeester Bas Backer trakteerde op w i j n . Bij het doelschieten moest Sint-Sebastiaan voor de tweede rozenprijs kampen met enige andere gezelschappen. Uiteindelijk ging de prijs toch naar Tilburg. Het zilveren ereteken, geschonken door k o n i n g i n Sophie, w e r d door Hare Majesteit uitgereikt aan Cox. Vervolgens schoot men naar de vogel, waarbij k o n i n g W i l l e m 111 zijn eigen handboog aanbood aan P.H. van D u n voor het lossen van een schot.

De vorst uitte zijn b e w o n d e r i n g voor de goede schoten van het Tilburgse viertal, echter de vo- gels werden er niet door de Tilburgers af ge- schoten. N a afloop van de wedstrijd volgde de feestdis, waaraan ook door de koning, zijn broer prins H e n d r i k en h u n gevolg w e r d deel- genomen. Er volgden weer vele toasten. Daar- bij bood C.P.G. Cox het erelidmaatschap aan aan de heren jhr. H . M . Mollerus, kamerheer van de k o n i n g en secretaris van de koninklijke commissie voor de regeling van de wedstrij- den op Het Loo, jhr. L. van Bronkhorst, de nieuwe intendant van het paleis en d o m e i n Het Loo, en mr. J. van Lennep, hofdichter en president van de feestdis.**^ Tevens aan de he- ren F. van G o r k u m , N . van Rijsewijk, beiden commissaris van de commissie van handboog- schutterijen, en D. Arendts, president van de handboogschutterij A p o l l o u i t Utrecht. Zij aanvaardden dat en de drie eersten kregen meteen het bijbehorende insigne overhandigd.

Na afloop van het feestmaal, dat 'regt k o n i n k - lijk' was verlopen, ging men (op maandag- avond) terug naar het logeeradres o m zich te verkleden en v i n g dadelijk de terugreis aan.

M e n trok naar A r n h e m , waar afscheid w e r d genomen van de heer Van A l p h e n , de notaris uit Dongen. O p woensdagmorgen 25 juni arri- veerde het schuttersgezelschap weer i n T i l -

De verguld zilveren ereprijs die de gildebroeders van Sint-Sebastiaan in 1851 op Het Loo uit handen

van koningin Sophie mochten ontvangen (coll.

Sint-Sehastiaansgüde Tilburg).

b u r g , zeer voldaan en met een aangename her- innering.

De vergadering besluit na d i t verslag o m in plaats v a n d e / 1 0 0 , - waartoe de deelnemers zich verbonden hebben, slechts ƒ 75, - te laten restitueren.''"

Het prachtige v e r g u l d zilveren ereteken van k o n i n g i n Sophie, de tweede prijs voor de vier- tallen i n de wedstrijd o m de meeste rozen, w o r d t nog steeds bij de gildeschatten be- w a a r d . Er hadden 29 schuttersgezelschappen naar de prijzen meegedongen. Sint-Sebastiaan was de enige Tilburgse deelnemer. 'Honos' h a d het o m w a t voor reden dan ook af laten weten. Een interessante nevenactiviteit bij het concours was een tentoonstelling van de pro- ducten van bogen- en pijlenfabrikanten. Ook daar was een wedstrijd aan verbonden en ook hier was er een Tilburgs succes. De firma W e d . C. Bressers en Z o o n (dat was M . C . N . Bressers) mocht een zilveren medaille voor haar pijlen mee naar huis nemen.^"'

De tocht naar A p e l d o o r n krijgt n o g een ver- volg, als Sint-Sebastiaan ingaat op de u i t n o d i - ging van de Utrechtse schutterij ' A p o l l o ' o m daar op 23 en 24 augustus aan een toernooi mee te doen. M e n w i n t daar echter geen corps- prijs, maar de beide broers Marsé k u n n e n voor h u n i n d i v i d u e l e prestaties w e l een kristallen 'suikervaas' met zilveren voet en een bronzen thermometer i n ontvangst nemen. Deken Cox krijgt er het erelidmaatschap van de Konin- klijke Handboogschutterij W i l l e m 111 u i t A r n - h e m aangeboden.

E e n vader volgt z i j n zoon op

Belangrijker effect van de deelname aan het tweede concours op H e t Loo is de w e l w i l l e n d - heid waarmee W i l l e m I I I een verzoek van het gilde aan hem gericht op 26 september beant- w o o r d t . O p 16 oktober ontvangt men i n Til- b u r g met een brief van jhr. Mollerus een ko- ninklijk besluit met de volgende i n h o u d : 'Aan de Bestuurderen van liet Koninklijk Handboog- schuttersgilde St Sebastiaan van Willem lU te Til- burg. Wij beivilligen bij deze het bij Uw adres van 26 september jl gedaan verzoek, en nemen diensvol- gens aan: het Beschermheerschap over het door U bestuurd ivordend Handboogschutters Gilde; waar- door het krachtens ons rescript van den 3n Julij jl ook aan Iho Gilde vergund zal zijn den titel van Koninklijk Handboogschutters Gdde te i'oeren. 's Gravenhage, de 16n October 1851, Willem'. " Het rescript van 3 juli 1851, waarnaar verwezen w o r d t , behelsde het besluit dat de k o n i n g aan alle s c h u t t e r i j e n w a a r v a n h i j ' b i j z o n d e r be- s c h e r m h e e r ' was, d u s naast zijn o p p e r b e - schermheerschap van alle schuttersgezelschap- pen, het predikaat 'koninklijk' had verleend.

(13)

Het is duidelijk dat d i t k o n i n k l i j k schrijven grote geestdrift teweegbrengt. M e n besluit een feest te organiseren en alle ereleden en de schutterijen i n T i l b u r g per circulaire van het heugelijk feit op de hoogte te stellen. N o c h die circulaire noch een afschrift van de ook ver- zonden dankbetuiging aan de k o n i n g zijn i n het gildearchief aangetroffen, maar ze zullen ongetwijfeld i n de gebruikelijke gloedvolle be- w o o r d i n g e n gesteld zijn geweest. Sebastiaan had bovendien gevoel voor public relations.

H e t feestje w o r d t op 1 december gevierd met een 'biefstukpartij' en een halve fles w i j n de m a n , die daarvoor zestig cent te betalen krij- gen. H e t deficit w o r d t u i t de 'maandelijksche boeten' betaald. N o g steeds is het bij Sint-Se- bastiaan gewoonte o m u i t die pot, w a a r i n de boeten bij niet of te laat o p k o m e n w o r d e n ge- stort, extra activiteiten te subsidiëren.

De k o n i n g bekrachtigt zijn beschermheer- schap op 21 november met de aanbieding van een grote litho van zijn statieportret naar een schilderij van Nicolaas Pieneman. De gilde- broeders laten er een vergulde lijst o m maken, die h u n de lieve som van 10 gulden kost.

Gildebroeder F. H u t t e n zal daarvoor zorgen, het is niet duidelijk of hij ook de kosten op zich neemt.

K o n i n g W i l l e m I I I bleef w e l belangstelling houden voor de Nederlandse handboogschut- terijen, maar tot een volgend concours op het Loo is het niet meer gekomen. Daar was een merkwaardige directe reden voor: de k o n i n g had geldgebrek. Maar daarover hierna meer.

In de N i e u w e Rotterdamsche Courant ver- scheen op 18 oktober 1851 een bericht w a a r i n

De zilveren ereprijs die bescliikbaar werd gesteld door koning Willem III om in 1852 tijdens onderlinge

wedstrijden bij de sclnitterijen thuis verschoten te worden (coll.

Sint-Sebastiaansgilde Tilburg).

m e l d i n g w e r d gemaakt van grote toebereidse- len voor het concours van 1852. De koninklijke commissie voor regeling van de wedstrijden op Het Loo zou zelfs voor elke handboog- schutterij een oranje zijden vaandel hebben la- ten vervaardigen, voorzien van het wapen van de stad of gemeente waar het gezelschap was gevestigd. Het bericht bleek een canard! De- zelfde krant meldde op 17 januari 1852: 'een in omloop zijnd gerucht wil dat dit jaar geen concours van handboogschutterijen op Het Loo zal plaats- vinden.' En dat bleek maar al te waar. Ove- rigens al op 18 november 1851 had jhr. M o l - lerus, secretaris van bovengenoemde commis- sie, aan de intendant van Paleis Het Loo laten weten dat men de schietdoelen wel kon oprui- men aangezien er i n 1852 o m financiële rede- nen geen wedstrijd op Het Loo zou plaatsvin- den. Toch w e r d door de k o n i n g gezocht naar een alternatief, en i n maart 1852 verscheen dan ook een circulaire w a a r i n Mollerus berichtte dat Zijne Majesteit aan elke vereniging een zil- veren medaille zou verstrekken als persoonlij- ke prijs voor de schutter die i n 32 schoten het hoogste aantal punten of vogels schoot. Dit zo- genoemde koningschieten moest bij elke schut- terij afzonderlijk plaatsvinden en voor 1 juli van dat jaar zijn afgerond. Elke vereniging diende een voorgeschreven model schietdoel of vogelfiguur te hanteren. De gelukkige w i n - naar kreeg de medaille i n persoonlijk bezit. Of dat i n groten getale is gebeurd? In totaal zijn 133 stuks van de medaille i n omloop gebracht.

U i t de verslaglijst blijkt dat 159 handboogver- eniging zich hadden aangemeld, echter 26 wa- ren buitengesloten omdat zij te laat hadden i n - geschreven. Van de 133 wedstrijden die aldus

(14)

plaatsvonden, w a r e n er slechts twaalf waarbij geschoten w e r d naar de 'vogel of gaai'.

I n T i l b u r g w e r d besloten o m deze wedstrijd samen met ' H o n o s ' te organiseren. O p geza- menlijke kosten w o r d t de voorgeschreven v o - gel gemaakt. Eind m e i w o r d t de prijs o n t v a n - gen: 'een sierlijk gedreven verguld zilveren ster, benevens een blauw zijden met zilveren strepen doorweefd lint om dezelve te dragen'. Bepaald w o r d t dat het kleinood door de w i n n a a r bij het eventueel verlaten v a n het gilde of bij zijn overlijden gelaten zal w o r d e n aan het gilde, waarna het aan de standaard zal w o r d e n ge- hecht.5^ O p 21 j u n i heeft de wedstrijd plaats.

Eerst schiet ' H o n o s ' o m haar prijs, daarna Sint- Sebastiaan. Winnaar w e r d C.P.G. Cox H i j raakte de vogel achtmaal en kreeg behalve de zilveren ster ook n o g een d i p l o m a . V a n het verloop v a n de wedstrijd w o r d t een proces- verbaal opgemaakt, dat naar jhr. M o l l e r u s w o r d t gezonden. Uiteraard w o r d t er die a v o n d weer feest gevierd.''^

O p Het Loo w e r d i n 1852 toch n o g één activi- teit gehouden, namelijk het beoordelen v a n het door bogen- en pijlenfabrikanten ingezon- den schietmateriaal. En daar h a d de firma Bressers u i t T i l b u r g net als een jaar tevoren weer succes mee. Haar i n z e n d i n g w e r d be- k r o o n d met een zilveren medaille voor de bes- te handboog, alsmede één voor de beste pijlen.

De bekroonde v o o r w e r p e n w e r d e n i n de loop v a n j u l i ook tentoongesteld op de expositie v a n Nationale Nijverheid i n Musis Sacrum i n A r n h e m .

H o e w e l er geen concours was i n het jaar 1853, k o n d e n de bogen- en pijlenfabrikanten toen ook w e l weer h u n schietgerei naar Het Loo zenden. I n september v a n dat jaar verzocht de koninklijke commissie overigens n o g o m 'alvo-

rens een oordeel te vellen' bekend te w o r d e n ge- maakt met de prijsstelling én of er een lagere prijs d a n voorheen mogelijk was! En ook n u o n t v i n g de fa. Bressers weer een zilveren me- daille voor haar handboog.-^^

H a d de firma deze successen voorvoeld? I n mei 1850 loopt m e n er immers al op v o o r u i t en heeft m e n de m o e d o m bij de k o n i n g het predi- kaat hofleverancier aan te vragen. Nadat die aanvraag, ondersteund door de burgemeester van Tilburg, w a t op en neer gestuiterd is tus- sen een aantal adviserende hofdignitarissen is zij helaas voor Bressers niet gehonoreerd.*"

K o n i n k l i j k e b e z u i n i g i n g e n

Keren w e even terug naar 's konings geldge- brek. Daar zit ook nog een klein Tilburgs kant- je aan, w a n t dat h a d alles te maken met het feit dat zijn vader na zijn overlijden een negatieve erfenis bleek te hebben achtergelaten. Het fail- liet v a n W i l l e m I I zal w e l niet alleen gelegen hebben aan de gemaakte kosten voor zijn hof- h o u d i n g of zijn b o u w w e r k e n hier i n Tilburg.

Die w a r e n opmerkelijk sober. Maar iedereen die daar belang bij had, wist w e l dat hij i n Tilburg, zonder beschermende hofentourage, gemakkelijk benaderbaar was voor allerlei lie- den die v a n zijn vrijgevigheid w i l d e n profite- ren, h e m w i l d e n chanteren met al dan niet be- gane zonden of h e m soms niet al te waarde- volle k u n s t w e r k e n voor zijn verzameling w i l - den verkopen.*' En als hij d a n gestorven is schrijft zijn w e d u w e A n n a Paulowna n o g vóór de begrafenis op 31 maart 1849 vanuit haar lo- geeradres, de pastorie v a n Zwijsen, aan haar 'Beminde broer' tsaar Nicolaas I : '\k heb reden om diep geroerd te zijn door de sentimenten van toewijding en belangstelling die me van alle zijden zijn betoond en die me een zoete troost schenken bij mijn onherstelbaar verlies. Maar nu staan ons ver- dere droeve en kwellende zaken te wachten, name-

Bronzen naslag van de gouden medaille die in 1850 door de gezamenlijke

handboogschutterijen aan hun opperbeschermheer koning Willem til werd

aangeboden (coll. Sint- Sebastiaansgilde Tilburg).

(15)

Brief van 25 augustus 1849 waarin de directeur van het

Kabinet des Konings A.G.

van Rappard meedeelt dat koning Willem Uier in toestemt dat zijn zoontje Maurits beschermheer van het Tilburgse Sebestiaansgilde wordt (coll. Sint-Sebastiaansgilde

Tilburg).

lijk de verdeling van de nalatenschap onder inijn kinderen. We weten nu al dat de uitslag ongunstig zal zijn.' En dan v e r w o o r d t ze haar angst, dat met name haar jongere kinderen erbij i n zullen schieten. W i l l e m , de nieuwe koning, is verze- kerd van een staatstoelage, maar H e n d r i k en Sophie zullen van h u n vader niets erven, zeker niet als nog allerlei o n v e r k w i k k e l i j k e zaken moeten w o r d e n toegedekt met afkoopsom- men. D a a r o m w e n d t ze zich r o n d u i t als een bedelares tot haar broer o m ' de familie-eer' vei- lig te stellen.*^ Nicolaas zal dat doen. H i j w o r d t preferent schuldeiser van de boedel en p i k t daaruit als tegenprestatie de beste schil- derijen u i t de koninklijke collectie, die n u nog de kern van de verzameling Hollandse mees- ters i n de Heremitage i n Petersburg v o r m e n . Pas na twee jaar k o n door een speciale ver- trouwenscommissie het totale bedrag aan schulden w o r d e n vastgesteld.

Heel veel roerend en onroerend goed w o r d t dan verkocht, onder andere dat i n Tilburg, waar de hoeven en landerijen onder de hamer gaan en voornamelijk i n het bezit van de rijke textielfabrikanten komen. Alleen het paleisje w o r d t onder voorwaarde dat er een Rijks Hogere Burgerschool i n zal w o r d e n gesticht aan de gemeente geschonken. Uiteindelijk le-

veren alle verkopen tegenover de schulden toch nog een batig saldo op, maar het was geen vetpot. Tot overmaat van ramp w e r d 's konings toelage uit de schatkist wegens bezui- nigingen teruggebracht van één miljoen naar zes ton.*^

Dat alles had tot gevolg dat er beknibbeld moest w o r d e n op de uitgaven. Ook op Het Loo. Z o k w a m daar bijvoorbeeld in 1852 een einde aan de activiteiten van de beroemde vooral door de overleden prins Alexander be- gunstigde Royal H a w k i n g Club, met als doel de jacht met de valk op reigers, het enige ver- tier aldaar waaraan koningin Sophie altijd van harte had meegedaan. De Valkenswaardse val- keniers kregen er h u n congé.*'' Het koninklijk concours voor schutters stond i n 1851 nog voor bijna 7000 g u l d e n op de rekening maar i n 1852 w e r d er zo goed als niets meer voor op de begroting g e z e t . V a n d a a r waarschijnlijk dus de noodgreep met de plaatselijke wedstrijden, waarvoor alleen de prijzen ter beschikking hoef- den te w o r d e n gesteld.

In T i l b u r g blijven de gildebroeders voorlopig feestvieren. Bij gelegenheid van de verjaardag van k o n i n g i n Sophie op 17 juni, de dag waar- op tevens die van de koning-beschermheer (ei- genlijk 19 februari) w e r d gevierd, w o r d t het gildehuis versierd met de nationale vlag en de vaandels v a n het gilde en 'is door de Gilde geïl- lumineerd het levensgroot portret van Hoogstde- zelve geschilderd door den heer D. Struijs alhier naar het portret door Hoogstdezelve aan de Gilde geschotiken, hetwelk een overheerlijk effect deed' Een jaar later w o r d t netjes een felicitatiebrief gestuurd bij gelegenheid v a n het huwelijk van prins Hendrik, de broer van de koning. Er k o m t natuurlijk even netjes een bedankje te- rug.*'' We moeten n u weer bijna een jaar wach- ten voordat de gildebroeders weer iets van ko- ninklijke zijde vernemen. Maar dan w o r d t het ook even erg d r u k voor ze.

Sint-Sebastiaan op z i j n ponteneur I n de gildevergadering van 24 april 1854 w o r d t aan de orde gesteld een circulaire d.d.

20 april, ontvangen van de koninklijke com- missie voor het h o u d e n van een wedstrijd waarbij namens Zijne Majesteit een prijs w o r d t beschikbaar gesteld voor zilverwerk ter waar- de van ƒ 500, -, heel wat minder dus dan de ƒ 7000, - die het concours van 1849 had gekost.

De organisatie was n u ook veel minder be- zwaarlijk voor de koninklijke kas. De commis- sie laat het namelijk aan de Noord-Brabantse handboogschutterijen over o m zelf plaats en tijdstip voor de koninklijke wedstrijd te bepa- len. Ze zal verder geen bemoeienissen hebben met de organisatie.

(16)

^ c $ ^ - ^ .

Koning Willem III deelt op 16 oktober 1851 aan de bestuurders van het Koninklijk Handboog-

schuttersgilde St- Sebastiaan van Willem III

te Tilburg mee, dat hij bewilligt in hun verzoek om het beschermheerschap van

het gilde aan te nemen.

Daarom mogen ze voortaan het predikaat 'koninklijk'

voeren (coll. Sint- Sebastiaansgilde Tilburg).

De gildevergadering besluit de i n Noord-Bra- bant gevestigde handboogschutterijen per cir- culaire aan te schrijven, waarbij T i l b u r g als plaats van samenkomst voor de voorbereiden- de vergadering w o r d t aangeprezen 'omdat dezelve i n het m i d d e n p u n t der provincie is ge- legen en dus de geschiktste plaats is'. Voor- l o p i g nog een redelijk objectief argument. M e n w o r d t verzocht o m vóór 5 mei mededeling te doen of men daarmee instemt.*^ O p 4 mei 1854 volgt dan een vergadering van de h o o f d m a n en secretaris van Sint-Sebastiaan met de presi- denten en secretarissen van alle in T i l b u r g ge- vestigde handboogschutterijen. Naar aanlei- d i n g van de circulaire van 26 april u i t T i l b u r g zijn 26 antwoorden ontvangen, waarvan er acht tégen T i l b u r g als vergaderplaats waren.

De overige gezelschappen wachten een op- roep voor een vergadering i n T i l b u r g af. Be- sloten w o r d t o m op 5 mei een schrijven te zen- den aan jhr. Mollerus, nog steeds secretaris van de koninklijke commissie. I n deze brief meldt Sint-Sebastiaan, dat zij de enige Bra-

n i n g bijzonder beschermheer is. O p g r o n d hiervan meent zij het initiatief te mogen ne- m e n tot het oproepen v a n de handboogschut- terijen i n Noord-Brabant voor het houden van een vergadering o m daarmee uitvoering te ge- ven aan het verzoek v a n de koninklijke com- missie voor het organiseren v a n de koninklijke wedstrijd van 1854. De Unie u i t 's-Hertogen- bosch heeft zich echter ook tot de handboog- gezelschappen gewend en reeds een vergade- r i n g uitgeschreven voor 7 mei i n 's-Hertogen- bosch. De handboogschutterijen i n Breda heb- ben hierover h u n groot ongenoegen geuit. De Tilburgse handboogschutterijen zullen zich bij dit Bredase protest aansluiten. I n de brief aan Mollerus w o r d t n u verzocht o m Zijne Maje- steit te laten bepalen waar de bedoelde bijeen- komst zal moeten plaatsvinden. K o r t o m , Bra- bant verviel weer eens i n de verdeeldheid van vóór 1796!

De koninklijke commissie laat dan bij brief van 8 mei weten zich achter het Tilburgs initiatief te scharen. Ze zendt daarop een (ongedateer- de) circulaire aan de Brabantse handboogver- enigingen waarbij bepaald w o r d t dat Sint- Sebastiaan T i l b u r g 'staande onder het bijzonder beschermheerschap van Z.M. den Koning' ge- machtigd w o r d t o m de bedoelde vergadering uit te schrijven.*' O p 13 mei 1854 volgt dan een gezamenlijke vergadering van de Tilburgse handboogschutterijen, waarbij de circulaire voor de oproeping v a n de vergadering van de Brabantse handboogschutterijen w o r d t vast- gesteld. Deze vergadering zal gehouden wor- den op 21 mei 1854 i n T i l b u r g . Er is een regle- ment van orde samengesteld, dat ter goedkeu- r i n g gezonden w o r d t aan M o l l e r u s c.s.^" O p 18 m e i w o r d t een brief d . d . 17 mei ontvangen van de koninklijke commissie vergezeld v a n een protest van vijf handboogschutterijen u i t Eind- hoven. Deze vijf verzoeken de vergadering met minstens acht dagen u i t te stellen, waardoor zij gelegenheid krijgen o m zich door een andere schutterij te laten vertegenwoordigen. Zij w i j - zen op het kostenaspect van onder andere de mandaten. De commissie verzoekt d i t haars inziens reële protest te bespreken. Besloten w o r d t o m de d a t u m te handhaven en medede- ling daarvan te doen aan de Eindhovense ge- zelschappen. Het reglement van orde is door de koninklijke commissie goedgekeurd.

D i t reglement van orde w o r d t dan op 21 mei ter kennis gebracht aan de vergadering van Brabantse handboogschutterijen i n T i l b u r g onder voorzitterschap van C.P.G. Cox. Er zijn 29 gezelschappen vertegenwoordigd. Daar- naast hebben negen handboogclubs verklaard zich te conformeren aan de te nemen beslui-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 11 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop

Spelregel 2 er vanuit gaat dat initiatiefnemers verantwoording afleggen over op welke wijze belanghebbenden zijn betrokken.

- dat teksten over nieuw te realiseren wensen niet thuishoren in een raadsvoorstel dat gaat over vaststelling van de jaarstukken 2012 en dat derhalve gaat over goedkeuring van

- Wat de opbrengsten zijn van het toepassen van het profijtbeginsel, het meer in rekening brengen van de kosten bij de mensen die daar profijt van hebben, bijv. huur sportvelden

de handleiding van de KNVB te gebruiken en in overleg te gaan met de sportverenigingen en uiterlijk juli 2020 met analyse te komen of een privatisering onder welke voorwaarden wel

De middenberm tussen het Julianaplein en de Olmenlaan zodanig wordt ingericht dat er een bredere stoep ontstaat en meer ruimte voor alle verkeersdeelnemers;.. De bomenrij en

het verbod om rechtsaf te slaan (vanaf Nieuwe ’s-Gravenlandseweg/spoorwegovergang naar de Vlietlaan ) te schrappen uit het definitieve ontwerp van de herinrichting van de

Het wegprofiel zodanig te optimaliseren dat er meer ruimte ontstaat voor de breedte van de parkeervakken aan de spoorzijde, waarmee in- en uitstappen veiliger wordt;. En gaat over