• No results found

Boekbespreking Verdediging van belangen: het belang van de verdediging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Boekbespreking Verdediging van belangen: het belang van de verdediging"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boekbesprekingen

C.P.M. Cleiren*

Th. A. de Roos, Verdediging van belangen: het belang van de verdedi-ging, oratie RU Limburg, Gouda Quint BV, Arnhem 1991.

Reeds in 1897 koos Simons 'De verdediging in het strafproces' als thema van zijn intreerede. De nieuwe Maastrichtse hoogleraar pakt dit thema in zijn oratie weer op. Het onderwerp blijkt in elk tijdsge-wricht actueel. Het zal de lezer niet zijn ontgaan dat de rol van de verdediging ook de laatste jaren voortdurend voorwerp is van publie-ke discussie. Was het even stil aan het front na de discussies over de rol van de verdediging van leden van de Rote Armee Fraktion, inmid-dels is het thema wederom opgepakt en lijken de items verlegd. Zo speelden onlangs de volgende kwesties: bestaan er voor de verdedi-ging ethische of morele grenzen die zijn gerelateerd aan het belang van het slachtoffer ingeval het gaat om verdenking/veroordeling van zware seksuele misdrijven; welke zorgvuldigheidsnorm dient een raadsman aan te leggen ter voorkoming van honorering uit gelden door misdrijf verkregen; in hoeverre mag de verdediging zand in de procesrechtelijke machine gooien en in hoeverre mag een raadsman zich openlijk vergenoegzaam uitlaten over 'stommiteiten' door justi-tie?

Binnen de balie heeft de verdediging in het strafproces helaas nog steeds niet een hoge prioriteit. Aandacht van de wetenschap voor deze essentiële taak van de advocatuur is daarom van bijzondere be-tekenis voor een behoorlijk niveau van verdediging in strafzaken. Het verdient dan ook waardering dat De Roos de betekenis van rechtsbij-stand door rechtsgeleerde professionals in de strafrechtspleging uit-voerig aan de orde stelt. Daarbij onderkent hij dat de raadsman niet alleen het belang van de verdachte prominent moet dienen, maar eveneens, dat zijn rol onontbeerlijk is voor de rechtspleging in het algemeen.

(2)

o

g De rede verdient de naam intreerede om meerdere redenen. De inlei-Jf ding is prikkelend en schetst het probleem -door de verwijzing naar "o het proces tegen het echtpaar Ceausescu- pijnlijk transparant. Het & thema en de behandeling dragen de sporen van de jarenlang opgedane •o ervaring als advocaat in strafzaken en geven blijk van de loyaliteiten van de benoemde hoogleraar. Tegelijkertijd richt de rede de blik op de toekomst. Zij geeft zicht op de thema's waarmee De Roos de komende jaren wetenschappelijk van zich wil doen horen. De tekst roept voorts veel vragen op die in het korte bestek beslist niet beant-woord (kunnen) worden, maar gaat wel vergezeld van goed geselec-teerde informatie.

Het betoog lijkt op het eerste gezicht enigszins lichtvoetig. Zonder een zichtbare theoretisch verantwoorde opvatting over de rol van de verdediging laat De Roos diverse aspecten van het functione-ren van een raadsman de revue passefunctione-ren. Bij nadere lezing kan men een behandeling onderscheiden van taken/functies van de verdediging in relatie tot de 'zakelijke relaties' van de raadsman: bijstand, partij-digheid, alertheid, onafhankelijkheid, het vertegenwoordigen, het ne-men van verantwoordelijkheid voor de zaak, deskundigheid, bevorde-ren dat de cliënt zijn identiteit in het proces onbelemmerd kan tonen, procesbewaking, twijfel zaaien en verwarring stichten, in de tegenaan-val gaan en het aftasten van (potentiële) getuigen. Eveneens wordt zichtbaar welke rolopvatting van de verdediging volgens De Roos uit den boze is. Zo mag de raadsman niet meewerken aan het veiligstellen van onoirbare belangen, de waarheidsvinding niet tegenwerken, de rechter en het OM niet voorjokken en getuigen niet 'bewerken'. Het spanningsveld waarin de raadsman zich bij zijn taakuitoefening vaak bevindt komt door de bespreking helder, maar enigszins fragmenta-risch aan het licht.

De titel ' Verdediging van belangen: het belang van de verdediging' doet vermoeden dat beide aspecten onlosmakelijk en eenduidig met elkaar zijn verbonden. In de loop van het betoog blijkt echter dat beide aspecten en hun relatie tot talloze vragen aanleiding kunnen geven.

Het ligt natuurlijk in de rede aan te nemen dat het belang van de verdediging bestaat in verdediging van belangen. Maar, wat is het belang van de verdediging? De Roos doet een poging deze abstractie op te helderen. In twee los van elkaar staande paragrafen komt dit thema aan de orde.

(3)

is geschaad. Deze objectivering vindt -zo stelt de Roos -plaats aan de w hand van normatieve gezichtspunten, die worden ontleend aan de idee gL van een goede procesorde. 'In zijn verdediging geschaad' is volgens n hem een verkorte aanduiding van: geschaad in zijn oirbare en legitie-me belangen, voor zover die bestaan in het onbelemlegitie-merd en volledig uitoefenen van de rechten die het strafprocesrecht hem toekent om zijn verdediging te voeren. De objectivering in de rechtspraak waarop B

de Roos doelt, kan ertoe leiden dat de rechter vanuit zijn optiek -geen belang meer ziet in het toestaan van een bepaald verzoek (bij-voorbeeld tot het horen van een getuige), terwijl de verdachte vanuit zijn subjectieve beleving wel een belang ervaart of stelt. De objective-ring beperkt derhalve de mogelijkheden tot verwezenlijking van de belangen van de verdediging. Op pagina 31 blijkt heel duidelijk dat De Roos zo'n gang van zaken afwijst, waar hij stelt: '. . . of een ver-zoek of andere proceshandeling in het belang van de verdediging is, maakt die verdediging zelf uit. ... Pas als de verdachte door zijn gedragingen zou verhinderen dat het doel van de procedure zou kun-nen worden bereikt kan er sprake zijn van rechterlijk restrictief optre-den, gezien de hem toegewezen taak.'

(4)

o

g de verdediging, maar van een verhuld doch subjectief gebruik van de ja eigen bevoegdheid van de rechter. De raadsman heeft op dit punt dan •« ook een belangrijke taak. Hij dient in deze gevallen het belang van g- zijn cliënt door erop te staan dat de rechter motiveert welke strekking hij aan het betreffende recht van de verdachte toekent, waarop hij die interpretatie baseert en waarom dit recht in concreto niet zou mogen worden gerealiseerd. Voldoet de rechter aan dit vereiste dan is het vonnis/of arrest op dit punt in appel of in cassatie in ieder geval be-hoorlijk toetsbaar. Dit advies aan de verdediging is helaas tot misluk-ken gedoemd zolang in appel en cassatie genoegen wordt genomen met de kale motivering 'niet in zijn belang geschaad'. Ook daar is voor de verdediging dus een belangrijke taak weggelegd.

In de paragraaf Het belang van de verdediging werkt De Roos uit wat zijn inziens onder het belang van de verdediging moet worden begrepen. Het gaat daarbij -zo stelt hij -om het belang van de verdach-te. Dat belang is prominent. De in de titel gelegde relatie tussen verdediging van belangen en het belang van de verdediging moet hier-op worden teruggevoerd. Het voorhier-opstellen van verdediging van de belangen van de verdachte brengt met zich mee dat de raadsman volstrekt partijdig is, maar ook dat hij zowel raadsman als verdediger is van zijn cliënt. Aan de hand van zowel nationale als internationale rechtspraak laat De Roos zien dat het belang van de verdachte bij verdediging ook een in rechte erkend belang is.

Daarenboven stipt De Roos aan dat niet alleen de verdachte belang heeft bij verdediging, maar ook de rechtspleging. Verdediging in strafzaken dient tevens een algemeen belang. De relatie tussen verdediging en belangenbehartiging is wellicht toch wat minder een-duidig dan op het eerste gezicht werd verondersteld. Een uitwerking van het algemene belang voor de rechtspleging laat De Roos helaas achterwege. Hij stelt slechts dat de erkenning daarvan ook ten grond-slag ligt aan artikel 6 EVRM: namelijk dat de burger moet kunnen beschikken over tijd en faciliteiten ten behoeve van zijn verdediging en het recht op een gekozen en zo nodig door de staat betaalde raads-man.

(5)

worden behandeld ontbreekt echter. Vanuit een theoretisch gefun- öd deerde opvatting over de betekenis van belangen, rechten en be- g. voegdheden van de verdachte en diens raadsman zouden de normatie- «T ve kaders wellicht meer systematisch kunnen worden onderzocht. Dat T3 zou een consistente benadering van de keuzes waarvoor de raadsman E dagelijks staat mogelijk maken. Na luisteren en lezen rest bij mij dus o| vooral een behoefte aan een meer algemeen-theoretische uitwerking q

van de rol en het belang van de verdediging in strafzaken.

Het betoog zelf bevat wel enkele korte opmerkingen die mijns inziens een belangrijke ingang kunnen vormen voor een meer theore-tische verantwoording. Zo biedt bijvoorbeeld het belang van verdedi-ging voor de rechtspleverdedi-ging als geheel vele aanknopingspunten voor een mogelijke onderbouwing van de positie en proceshouding van de raadsman. De strafrechtspleging als geheel heeft onder meer belang bij een behoorlijk functionerende verdediging ter legitimatie van het gevoerde proces en de daaruit voortvloeiende beslissingen. Daarnaast kan men denken aan de rol die de verdediging speelt in het proces als ritueel of als retorisch 'spel'. Beziet men bijvoorbeeld de structuur van het Nederlandse strafgeding zoals neergelegd in de artikelen 348 en 350 Sv, dan bespeurt men een grote overeenkomst met de status-leer uit de klassieke retorica. De rol van de verdediging is vanuit die optiek mede onmisbaar om het juridisch probleem behandelbaar te maken. Het verweer is bepalend met het oog op de beslispunten voor de rechter en voor de kwestie of zijn vraagstelling een feitelijk of waarderend karakter heeft.

Ook de wel aangestipte kwestie van de verdachte als 'partij' biedt mijns inziens aanknopingspunten voor een kader voor de positie van de verdediging. Een opvatting over de status van rechten en be-voegdheden van de verdachte in ons strafrecht lijkt mij daarvoor on-ontbeerlijk. Op één punt moet mij daarbij iets van het hart. De Roos schrijft in verband met die kwestie' ... omdat moet worden bedacht dat de verdachte niet alleen 'verdachte' maar ook steeds lid is van de rechtsgemeenschap.' (p. 28). De juridische kwaliteit van 'verdachte' vormt-hoe beroerd die status voor de betrokkenen veelal ook is-naar mijn mening juist een volledige erkenning van het feit dat iemand lid is van de rechtsgemeenschap. Het vormt een aanduiding van een 'geoormerkte' vorm van rechtssubjectiviteit waaraan bevoegdheden voor de overheid zijn gekoppeld, maar tevens-en dat is

essentieel-rechten en bevoegdheden voor dat rechtssubject.

(6)

S leent voor nadere bestudering schier eindeloos is. Wij wachten vol

.% spanning af.

.a

ë /.A. Nijboer* BQ

Cyrille Fijnaut, Hans Moerland en Jolande uit Beijerse, Een

winkel-boulevard in problemen. Samenleving en Criminaliteit m Twee Rotter-damse Buurten. Gouda Quint BV, Arnhem 1991, 193 p.

De rapportage van de commissie Roethof en de daaropvolgende jus-titiële beleidsplannen hebben geleid tot de start van een groot aantal bestuurlijke preventieprojecten. Het was uitdrukkelijk de bedoeling dat die projecten goed geëvalueerd zouden worden, om de ermee opgedane ervaring ook in breder verband te kunnen gebruiken. Fij-naut c.s. hebben het op zich genomen om in het kader van

'Samenle-ving en Criminaliteit' een evaluatiestudie uit te voeren, waarin het

project Boulevard Zuid centraal stond. Bij dat project ging het om maatregelen die de criminaliteit en de overlast binnen een omvangrij-ke woningconcentratie moesten verminderen. De haomvangrij-ken en ogen van zo'n evaluatiestudie hebben ze al eerder' beschreven. Het is niet ge-bleven bij het vaststellen van problemen, maar gaandeweg is de aan-dacht verlegd naar de achtergronden, verschijningsvormen en belevin-gen van criminaliteit en overlast, niet alleen in die winkelconcentratie, maar ook in de omringende buurten. De studie is daarmee verschoven van de evaluatie van een bestuurlijk preventieproject naar een onder-zoek in de traditie van de Chicago School.

Het project ging vooral om organisatorische, mechanische, elektroni-sche en sociale maatregelen. Zoals gebruikelijk was er sprake van een trage start, aangezien de neuzen in het begin (en ook later) niet alle-maal in dezelfde richting wezen. Sommige winkeliers waren wat scep-tisch en het overleg tussen gemeente en departement kostte tijd, on-der anon-dere omdat niet was voorzien in wetenschappelijke begeleiding. Toen dan de zaak uiteindelijk op de rails stond, bleek dat de belangen van projectleider en onderzoekster niet spoorden, een probleem dat gedurende de gehele looptijd van het project bleef bestaan.

* UHD Criminologie RU Groningen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een tweede punt dat door sommigen als nadeel van de huidige verstekregeling is genoemd is dat het met het oog op de kwaliteit van de rechterlijke beslissing van belang kan zijn om

We leven in hel tijdperk van de revolutionaire hervorming van de wereld. De macht en het gezag van het land van de Grote Oktoberrevolutie en van het

‘effectief minder goede gesprekken’ doel ik op pastorale gesprekken waarbij de pastor zich niet helemaal op de gesprekspartner en zijn of haar verhaal kan concentreren.. In

De maximale rang van een elliptisch Delsarte-oppervlak is 68 In zijn proefschrift maakte Heijne voor het eerst een classificatie van alle elliptische Delsarte-oppervlakken..

Maar het mooiste resultaat in haar proefschrift vindt ze het werk aan de natuurlijke uitbreiding voor α -Rosen-kettingbreuken, en dan vooral de nieuwe, meetkundige techniek die

Voor een belangrijk deel van alle knopen heeft hij de correctheid van deze relatie wiskundig bewezen: aan iedere knoop kan een aantal ringen worden toegevoegd zodat het

Ik wil overigens geenszins suggereren dat een van beide takken van wiskunde al jarenlang geen aansprekende resultaten meer geboekt zou hebben en alleen maar beoefend zou worden

Omdat bijna alle getallen in een niet-gehele basis overaftelbaar veel verschillende ontwikkelingen hebben en er veel verschillende trans- formaties zijn die de ontwikkelingen maken,