ACM/UIT/520075
M uz ens traat 4 1 www.ac m .nl 2511 W B Den Ha ag 070 722 20 00
Besluit
Besluit
Ons kenmerk : ACM/UIT/520075 Zaaknummer : ACM/18/034528
Datum :
Besluit van de Autoriteit Consument en Markt voor een vergunning als bedoeld in artikel 10, eerste lid,
van de Warmtewet, aan Eteck Warmte Firecrest B.V.
2 / 8
Inhoudsopgave
1 Aanvraag en procedure 3
2 Juridisch kader 3
3 Beoordeling 4
4 Besluit 6
3 / 8
1 Aanvraag en procedure
1. Bij brief van 26 november 2018, ontvangen op 28 november 2018,
1heeft Eteck Warmte Firecrest B.V. (hierna: aanvrager) een aanvraag voor een vergunning ingediend, als bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Warmtewet.
2. Op 4 december 2018 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de ontvangst van de aanvraag per brief aan aanvrager bevestigd.
2De aanvraag van aanvrager bevat de door artikel 9, tweede lid van het Warmtebesluit vereiste gegevens en bescheiden.
3. Tijdens de behandeling van de aanvraag heeft aanvrager op verzoek van de ACM tevens overige (aanvullende) gegevens verstrekt over zijn kwaliteiten zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Warmtewet.
4. Op 30 juli 2019, zijn alle vragen aangaande de organisatorische, technische en financiële kwaliteit en de verplichtingen zoals genoemd in artikel 10, eerste lid onder b Warmtewet afdoende
beantwoord door aanvrager.
2 Juridisch kader
5. In dit hoofdstuk beschrijft de ACM de bepalingen die gezamenlijk het wettelijk kader vormen voor dit besluit.
6. Op grond van artikel 9 van de Warmtewet is het verboden om zonder vergunning warmte te leveren aan verbruikers die warmte afnemen van een warmtenet en een aansluiting hebben van maximaal 100 kilowatt. Dit verbod geldt niet ten aanzien van een leverancier die warmte levert aan ten hoogste 10 verbruikers tegelijk, per jaar niet meer warmte levert dan 10.000 gigajoules of de verhuurder of eigenaar is van het gebouw, ten behoeve waarvan de warmte wordt geleverd.
7. De Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Minister) verleent op aanvraag een vergunning indien de aanvrager genoegzaam aantoont dat hij:
a. beschikt over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van zijn taak;
b. redelijkerwijs in staat kan worden geacht de verplichtingen als opgenomen in hoofdstuk 2 van de Warmtewet na te komen.
8. Bij ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging ACM’
3heeft de Minister mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de ACM tot onder andere het nemen van besluiten die verband houden met artikel 10, eerste lid van de Warmtewet.
9. In het Warmtebesluit zijn de criteria van artikel 10, eerste lid Warmtewet uitgewerkt en nadere regels gesteld met betrekking tot de inhoud van en de procedure voor de aanvraag van een vergunning.
1
Met kenmerk ACM: ACM/IN/424195.
2
Brief met kenmerk ACM: ACM/UIT/503189.
3
Besluit van 28 oktober 2015, stcrt, nr. 2015, 37883.
4 / 8 Criteria voor beoordeling van de aanvraag
10. In artikel 9 van het Warmtebesluit zijn de criteria van artikel 10, eerste lid, Warmtewet uitgewerkt.
In onderdeel 3 van het onderhavige besluit met de titel ‘Beoordeling’ wordt nader op deze criteria in gegaan.
Inhoud van en procedure voor de aanvraag
11. Een aanvraag dient op grond van artikel 9, eerste lid, van het Warmtebesluit te worden ingediend bij de ACM. In artikel 9 van het Warmtebesluit is bepaald welke gegevens de aanvraag ten minste dient te bevatten. Op grond van artikel 4:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan te allen tijde een aanvraag worden aangevuld met informatie, indien deze informatie benodigd is voor het beoordelen van de aanvraag.
3 Beoordeling
Introductie
12. De ACM beoordeelt in het hierna volgende of aanvrager, conform artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet jo. artikel 9 van het Warmtebesluit, genoegzaam heeft aangetoond te beschikken over de vereiste organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van zijn taak en redelijkerwijs in staat kan worden geacht de verplichtingen uit hoofdstuk 2 van de Warmtewet na te komen. Bij de vergunningsaanvraag ging de aanvrager ervan uit dat een aantal warmtenetten niet onder de warmtewet vielen en daarom niet onder deze vergunning zouden moeten vallen. Het ging om warmtebronnetten waarvan de aanvrager aangaf dat de temperatuur niet hoog genoeg is om van warmte te spreken (de minimale temperatuur van het bronwater is 10 graden en maximaal 18 graden). De levering van bronwarmte valt echter ook onder de Warmtewet en om die reden vallen deze netten eveneens onder de Warmtewet.
4Organisatorische, financiële en technische kwaliteiten
13. In artikel 9, vierde lid, onderdeel a tot en met d, van het Warmtebesluit is bepaald wanneer de aanvrager beschikt over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van zijn taak.
Administratieve organisatie en controle
14. Op grond van artikel 9, vierde lid, onderdeel a, van het Warmtebesluit is vereist dat de aanvrager beschikt over een goede administratieve organisatie, met inbegrip van de financiële administratie, en over een goede interne of externe controle hierop. Op basis van de verstrekte gegevens en bescheiden is de ACM van oordeel dat aanvrager genoegzaam heeft aangetoond aan dit vereiste te voldoen.
Non-faillissement / geen surseance van betaling
15. Op grond van artikel 9, vierde lid, onderdeel b en c, van het Warmtebesluit is vereist dat de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert en hem geen surseance van betaling is verleend.
Aanvrager heeft in dit verband een verklaring van de Rechtbank Den Haag overlegd van 15
4
Zie: Rb. Rotterdam 5 juli 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:5194 en CBb. 22 februari 2016 ECLI:NL:CBB:2016:30.
5 / 8 november 2018
5op basis van de registers, bedoeld in artikel 19 en 222a van de
Faillissementswet. Op basis van de gegevens en bescheiden is de ACM van oordeel dat aanvrager genoegzaam heeft aangetoond aan voornoemd vereiste te voldoen.
Doeltreffend systeem voor beheersing van de kwaliteit van zijn te leveren goederen en diensten 16. Op grond van artikel 9, vierde lid , onderdeel d, van het Warmtebesluit is vereist dat de aanvrager
beschikt over een doeltreffend systeem voor de beheersing van de kwaliteit van zijn te leveren goederen en diensten. Op basis van de verstrekte gegevens en bescheiden is de ACM van oordeel dat aanvrager genoegzaam heeft aangetoond aan dit vereiste te voldoen.
Financiële kwaliteit
17. Aanvrager heeft bij de aanvraag een prognose gedaan over de ontwikkeling van zijn financiële positie. Hiervan heeft aanvrager ook bewijzen in de vorm van documentatie en overeenkomsten aangeleverd. De ACM stelt vast dat de aanvrager beschikt over voldoende financiële kwaliteit voor een goede uitvoering van zijn taak.
Betrouwbare levering
18. In artikel 2, eerste lid, van de Warmtewet is bepaald dat een warmteleverancier zorg draagt voor een betrouwbare levering. Uit de door aanvrager overgelegde prognose van de warmtevraag van de verbruikers en de beschrijving van de wijze waarop aan deze vraag tegemoet wordt gekomen, concludeert de ACM dat aanvrager in staat is om zorg te dragen voor een betrouwbare levering van warmte.
Redelijke voorwaarden
Overeenkomst
19. In artikel 2, eerste lid van de Warmtewet is bepaald dat een warmteleverancier redelijke voorwaarden hanteert. In artikel 3 van de Warmtewet is bepaald dat de warmteleverancier een overeenkomst tot levering van warmte op stelt. In dit artikel is tevens aangegeven welke gegevens deze overeenkomst minimaal dient te bevatten. Op basis van de verstrekte gegevens en
bescheiden is de ACM van oordeel dat aanvrager overeenkomsten hanteert die de gegevens bevatten welke zijn opgenomen in artikel 3, eerste lid, onder a, b en c van de Warmtewet.
5