• No results found

LEGAL UPDATE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "LEGAL UPDATE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze Legal Update is onderdeel van ons kosteloze serviceconcept vanDienst LEGAL UPDATE

Resultaatgericht indiceren op grond van de Wmo 2015 onder omstandigheden toegestaan.

Datum: 6 maart 2018

Op 9 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland een uitspraak gedaan over de vraag of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal (hierna: ‘het college’) een individuele beschikking voldoende heeft geobjectiveerd en geconcretiseerd door resultaatgericht te indiceren. De feiten en omstandigheden die in deze uitspraak centraal staan zijn de volgende.

Betrokkene ontving 5,5 uur per week huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wmo 2015. Bij een herbeoordeling is aan betrokkene huishoudelijke ondersteuning toegekend, met als resultaat een schoon en leefbaar huis en het beschikken over schone kleding. De huishoudelijke hulp is niet toegekend in tijdseenheden maar kan naar het oordeel van het college ook worden toegekend op basis van resultaat, mits voldoende concreet wordt gemaakt hoeveel zorg moet worden verleend. Dat kan naar het oordeel van het college ook door concreet te maken welke activiteiten moeten worden verricht, in welke frequentie, om het resultaat te behalen.

Betrokkene is tevreden over de ontvangen huishoudelijke ondersteuning, maar is van mening dat de beschikking onvoldoende waarborgen voor de toekomst biedt. Zij stelt dat het onderzoek op basis waarvan het college de beschikking heeft gebaseerd niet correct is uitgevoerd en dat de toegekende huishoudelijk ondersteuning onvoldoende concreet is. Verder stelt zij dat het college onduidelijk is geweest met betrekking tot de eigen bijdrage door slechts een maximumbedrag te noemen.

In beroep oordeelt de rechtbank dat het verrichte onderzoek voorafgaand aan de toekenning van de huishoudelijke ondersteuning voldoet aan de eisen van artikel 2.3.2 lid 4 en artikel 2.3.5 lid 3 Wmo 2015, omdat alle terreinen in het onderzoek aan bod zijn gekomen en terug te vinden zijn in de rapportage.

Over de wijze waarop huishoudelijke ondersteuning is toegekend overweegt de rechtbank onder verwijzing naar de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (hierna: ‘CRvB’) dat voor toekenning van huishoudelijke hulp in resultaatsgebieden een duidelijke maatstaf mist. De rechtbank oordeelt dat het college zich in het onderhavige geval niet beperkt tot het noemen van de resultaatsgebieden, maar ook nader heeft gespecificeerd welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, in welke ruimtes en met welke frequentie. Het college heeft zich hierbij gebaseerd op de Wmo-gerelateerde regelgeving van de gemeente. Anders dan in de hiervoor genoemde uitspraak van de CRvB heeft het college in deze regelgeving op concrete wijze invulling gegeven aan de vraag wanneer sprake is van het resultaat ‘een schoon en leefbaar huis en het kunnen beschikken over schone kleding’. Het beroep van betrokkene is naar het oordeel van de rechtbank derhalve ongegrond.

Wat betreft het gebruik van een maximumbedrag in het betreffende besluit als indicatie voor de eigen bijdrage oordeelt de rechtbank, in lijn met de jurisprudentie van de CRvB, dat het college niet gehouden is de exacte eigen bijdrage in het besluit op te nemen, maar daarin wel de grens van de maximaal verschuldigde bijdrage dient te benoemen. Het vaststellen van de exacte hoogte van de eigen bijdrage is niet vereist, aangezien deze wordt bepaald door het CAK en het college hier geen besluit over kan nemen.

De in deze Legal Update besproken uitspraak is relevant voor de rechtspraktijk omdat de rechtbank het betoog van betrokkene dat het indiceren in tijd meer zekerheid biedt dan het benoemen van een activiteit en frequentie door de rechtbank niet wordt gevolgd. Het resultaatgericht indiceren is naar het oordeel

(2)

Deze Legal Update is onderdeel van ons kosteloze serviceconcept vanDienst

van de rechtbank toegestaan, indien het college specificeert welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, in welke ruimtes en met welke frequentie. Deze invulling van de resultaatsgebieden dient dan ook te zijn gebaseerd op de Wmo-gerelateerde regelgeving van de gemeente. De Rechtbank Rotterdam heeft op 19 februari 2018 een soortgelijke uitspraak gedaan.

Het is de vraag of de CRvB deze uitleg van de rechtbanken ten aanzien van het resultaatgericht indiceren volgt.

Dit is een Legal Update van Bastiaan Wallage en Wouter Koelewijn.

Voor meer informatie:

Bastiaan Wallage Wouter Koelewijn

+31 30 259 5553 +31 30 259 5553

bastiaanwallage@vbk.nl wouterkoelewijn@vbk.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe ziet de nieuwe tariefregulering onder de Warmtewet 2 eruit en wat zijn de gevolgen daarvan voor verbruikers.. Wij gaan in deze reeks uit van het wetsvoorstel zoals dat

Het kabinet heeft aangekondigd soepel om te gaan met aanvragen voor bijzonder uitstel van betaling voor belastingschulden die (zijn) ontstaan voor 1 januari 2021.. Aanvragen

Het windpark betoogt onder andere dat NABU Naturschutzstation Niederrhein (hierna: NABU) alleen feitelijke werkzaamheden verricht in het oostelijke deel van het Natura

Nu de Wet Compensatie Transitievergoeding pas per 1 april 2020 in werking treedt, leidt het arrest van de Hoge Raad mogelijk tot problemen rondom voorfinanciering, nu

Zo worden iedere twee jaar door de Europese Commissie nieuwe drempelbedragen voor Europese aanbestedingen gepubliceerd.. De nieuwe drempelbedragen zijn gepubliceerd in

• Door inzage kan worden voorkomen dat eisers onnodig een procedure opstarten ter vernietiging van het laatste testament, terwijl zij geen erfgenamen blijken te zijn in de

Het Europees Hof benadrukt dat het verstrekken van opdrachten binnen een dergelijke samenwerking buiten het bereik van het aanbestedingsrecht valt indien met die

Dan heeft uw werknemer pas vanaf de einddatum van de arbeidsovereenkomst recht op een WW-uitkering." Als geen tussentijds opzegbeding is overeengekomen, zal