• No results found

Factsheet over verdeelaspecten van de decentralisatie Wmo en Jeugdhulp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Factsheet over verdeelaspecten van de decentralisatie Wmo en Jeugdhulp"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Factsheet over verdeelaspecten van de decentralisatie Wmo en Jeugdhulp

In 2015 krijgen gemeenten nieuwe taken op het gebied van Wmo en Jeugd. De gemeenten worden niet alleen inhoudelijk verantwoordelijk voor de zorg, maar ook financieel. Deze factsheet gaat vooral over de financiële kant van Wmo en Jeugdhulp. Hoe groot zijn beide budgetten voor alle gemeenten gezamenlijk?

Hoe wordt het geld verdeeld? Hoe verloopt de overgang van de oude naar de nieuwe verdeling? En vooral ook: hoe verloopt de besluitvorming rond de financiën? Wat is de betrokkenheid van VNG en gemeenten in dit traject? We kijken eerste naar beide trajecten afzonderlijk en vervolgens naar de gemeenschappelijke aspecten.

Wmo

In 2015 wordt voor de Wmo 3,6 miljard euro naar het gemeentefonds overgeheveld. Het bedrag wordt opgenomen in de integratie-uitkering Sociaal Domein. Het geld is bedoeld voor nieuwe taken. Het budget voor bestaande Wmo-taken (hulp bij het huishouden, sinds 2007) zit hier niet in. Van de 3,6 miljard euro wordt ruim 2,1 miljard euro verdeeld over alle gemeenten voor begeleiding en bijna 1,4 miljard euro over 43 centrumgemeenten voor begeleid wonen. Voor beide onderdelen bestaat een apart verdeelmodel.

Voor begeleiding worden de middelen in 2015 verdeeld aan de hand van het zorggebruik in 2013. Met ingang van 2016 wordt begonnen met een overgang naar een objectief verdeelmodel, met inschakeling van een ingroeitraject. De VNG heeft op 19 november jl. schriftelijk advies uitgebracht over het verdeelmodel, nadat het model is besproken in onze commissies Gezondheid en Welzijn en Financiën. In diverse bijeen- komsten in het land is met gemeenten gesproken over de werking van het objectieve verdeelmodel. De reacties waren gemengd, maar in het algemeen tamelijk positief. Ook de Raad voor de financiële verhou- dingen heeft een gematigd positief advies uitgebracht, met enkele kanttekeningen. Er zijn wel veel vragen naar de herkomst van de historische cijfers, met behulp waarvan in 2015 wordt verdeeld. De precieze sa- menstelling van de cijfers, gebaseerd op het zorggebruik in 2013, is de individuele gemeenten niet bekend.

December

2014

(2)

De VNG schrijft in haar advies dat het objectieve verdeelmodel kan worden ingevoerd, met toepassing van een passend overgangstraject. Daarbij denken wij aan kleine stapjes in de eerste jaren, bijvoorbeeld 10% per jaar en grotere stappen na een paar jaar, nadat het verdeelmodel is getoetst aan de gemeentelijke cijfers in de eerste jaren. Dat zou betekenen dat de verdeling 2016 in dit voorbeeld voor 90% gebeurt op basis van de historische verdeling 2015 en voor 10% op basis van het objectieve verdeelmodel. In 2017 wordt de verhouding dan 80%- 20% en zo verder. Na toetsing van het verdeelmodel aan de werkelijke gemeentelijke uitgaven kan het model worden aangepast. In bijv. 2020 (wellicht 2019) zou het overgangstraject kunnen worden versneld, in stappen van bijvoorbeeld 20% of 30% per jaar. De tussentijdse toets zorgt er voor dat de historische verdeling op basis van cijfers 2013 niet onnodig lang wordt meegenomen in de verdeling.

Voor beschermd wonen blijft voorlopig een historisch verdeelmodel gelden. Het verdeelmodel voor de Wmo 2007 (hulp bij het huishouden) blijft op hoofdlijnen ongewijzigd.

Jeugdhulp

In 2015 wordt voor de Jeugdhulp 3,9 miljard euro naar het gemeentefonds overgeheveld. Ook dit bedrag wordt opgenomen in de integratie uitkering Sociaal Domein. Het grootste deel van het macrobudget (ca. 3,4 miljard euro) kan met ingang van 2016 worden verdeeld op basis van objectieve kenmerken, voorzien van een ingroeitra- ject. Een kleiner deel (ca. 0,5 miljard euro) kan worden verdeeld op historische basis. Het gaat hierbij o.a. om zorg voor jeugdigen ondervoogdij, waarvoor een afwijkend woonplaatsbeginsel geldt. De kosten hiervoor zijn lastig in te passen in een objectief verdeelmodel.

Voor de Jeugdhulp worden de middelen in 2015 verdeeld aan de hand van het zorggebruik 2012 (GGZ 2011). De verdeling over de gemeenten is gepubliceerd in de meicirculaire gemeentefonds 20141. Net als bij de Wmo stelt het Rijk voor om in 2016 te beginnen met een overgang naar een objectief verdeelmodel, met behulp van een ingroeitraject. De VNG heeft nog geen advies uitgebracht over het verdeelmodel. Wel heeft een eerste oriënte- rende bespreking plaatsgevonden in de commissie Gezondheid en Welzijn en Financiën. Op dinsdag 16 december jl. is het verdeelmodel met de gemeenten besproken in twee goedbezochte bijeenkomsten in Utrecht. Het advies van de VNG komt in het vroege voorjaar 2015. Ook voor dit dossier geldt dat de reacties tot nu toe gemengd zijn, met name veroorzaakt door beperkingen in de beschikbare data waarop zowel het historische als voorgestelde objectieve model gebaseerd zijn. Wel lijkt er waardering voor de gekozen oplossing voor jeugdigen waarop een bijzonder woonplaatsbeginsel van toepassing is (jeugdigen onder voogdij of 18-plus). Lange tijd leek een goede oplossing voor deze categorie niet mogelijk.

Ook bij de Jeugdhulp leven veel vragen over de opbouw van de historische cijfers, met behulp waarvan in 2015 wordt verdeeld. De precieze samenstelling van de cijfers, gebaseerd op het zorggebruik in 2012 (GGZ 2011), is de individuele gemeenten niet bekend.

De VNG denkt aan een ingroeipad dat vergelijkbaar is aan het ingroeipad van de Wmo. Dat wil zeggen kleine stapjes in de eerste jaren (te denken valt aan 10% per jaar) en na een toets op de kwaliteit van het verdeelmodel (met mogelijke aanpassingen) grotere stappen in de latere jaren (20% of 30% per jaar). De tussentijdse toets zorgt er voor dat de historische verdeling op basis van cijfers 2012 (GGZ 2011) niet onnodig lang wordt meegeno- men in de verdeling.

Samenloop ingroei verdeling Wmo en Jeugdhulp en vervolgstappen in het proces

De VNG heeft andermaal uitgesproken dat de herverdeeleffecten van de Wmo en Jeugdhulp in samenhang moe- ten worden bekeken. We zien immers dat voor veel gemeenten de voor- en nadelen (deels) tegen elkaar kunnen

1 Dat budget 2015 wordt nog wel aangepast naar aanleiding van het kabinetsbesluit dat Wlz-geindiceerden direct onder de Wlz komen te vallen.

Ook zal de uitwerking van de oktoberafspraken

(zie http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2014Z18587&did=2014D37731) VerenigingVan nederlandse gemeenten

(3)

worden weggestreept. Voor het overige ligt het sterk voor de hand om zo mogelijk beide trajecten gelijk op te laten lopen. Of dat kan, moet nog bezien worden.

Zoals hiervoor al beschreven denkt de VNG wel aan een ingroeipad met kleine stapjes in de eerste jaren en gro- tere stappen na een paar jaar, nadat het verdeelmodel is getoetst aan de gemeentelijke cijfers in de eerste jaren.

De tussentijdse toets zorgt er voor dat de historische verdeling op basis van cijfers 2012 of 2013 niet onnodig lang wordt meegenomen in de verdeling.

Het blijkt dat er bij gemeenten onvrede bestaat over het gebrek aan inzicht in de historische verdeling in de beide trajecten. Wat is opbouw van de cijfers? Waarom wijken de cijfers soms af van de informatie die gemeen- ten van zorgverleners ontvangen? Het ministerie van VWS is om allerlei redenen niet bereid of –op onderde- len- niet in staat om de enorme cijferreeksen over de gemeenten uit te storten. Wel is het ministerie bereid om, met inschakeling van de van het ondersteuningsteam decentralisaties (OTD), individuele gemeente toelichting te geven op de cijfers van individuele gemeenten (zie otd@vng.nl). Het blijkt dat de gemeenten nog weinig van deze faciliteit gebruik maken. Verder is het goed dat de VNG en de gemeenten met VWS in gesprek blijven om meer helderheid te krijgen in de historische cijfers. Aan dat gesprek zou ook inhoud kunnen worden gegeven in de bijeenkomst (of bijeenkomsten) die de VNG wil organiseren in eind januari/begin februari volgend jaar. Niet alleen kan worden gesproken over de opbouw van de historische kosten, maar over tal van andere aspecten. Hoe loopt de besluitvorming in beide trajecten, wat is de betrokkenheid van de VNG-commissies en de gemeenten?

Hoe verloopt de communicatie? De bijeenkomst(en) zijn vooral ook bedoeld om een verdieping in de discussie te krijgen. De bijeenkomst(en) staan ook genoemd in de onderstaande tabellen, waarin de stand van zaken c.q. het verloop van de processen in beide trajecten op hoofdlijnen is aangeven, voor Wmo en Jeugdhulp apart. U kunt waarnemen dat het proces voor de Wmo verder is gevorderd dan voor de Jeugdhulp.

Tabel 1, Wmo, stand van zaken en proces

Actie Tijdstip of periode

Voorlopige historische verdeling 2015 Internetbericht, januari 2014

Definitieve historische verdeling 2015 Meicirculaire 2014

Vier bijeenkomsten met gemeenten in het land (BZK) Augustus 2014 Oriënterend gesprek in commissie Financiën VNG September 2014

Voorlopige objectieve verdeling m.i.v. 2016 Septembercirculaire 2014 Twee bijeenkomsten in Utrecht met gemeenten (VNG) 3 November 2014

Voorbereiding VNG-advies in VNG-commissies 13 november

Vaststellen VNG-advies door Bestuur VNG 13 November 2014

Verdiepende bijeenkomst(en) Januari/februari 2015

Tabel 2, Jeugdhulp, stand van zaken en proces

Actie Tijdstip of periode

Voorlopige historische verdeling 2015, met 95% garantie Decembercirculaire 2013

Definitieve historische verdeling 2015 Meicirculaire 2015

Adviesaanvraag aan VNG over objectief verdeelmodel (exclusief budgetten) 3 december 2014 Oriënterend gesprek in commissie Financiën en subcommissie jeugd VNG 11 december 2014 Twee bijeenkomsten in Utrecht met gemeenten (VNG) 16 december 2014

Verdiepende bijeenkomst(en) Januari/februari 2015

Voorbereiding VNG-advies in commissie Financiën en subcommissie jeugd VNG 12 februari

Vaststellen VNG-advies door Bestuur VNG Zo snel mogelijk na 12 februari, afhankelijk van adviezen uit commissies

VerenigingVan nederlandse gemeenten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In onderstaande grafiek is de verdeling van de totaal geleverde zorg en ondersteuning aan cliënten in Nijmegen opgenomen: 77% van de productie wordt door de Combinatie geleverd,

Geoptimaliseerde doorrekening transitie-effecten voor gemeenten op basis van schapsbegrotingen 2016 Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend.. Eindversie Totaalbeeld

Vraag 8a Contact met BAR-dichtbij na start zorgverlener 0% Ja Vraag 8c Geholpen door begeleiding BAR-dichtbij n.v.t Vraag 8 d Inhoud informatie

Let op: dit product staat op Zvw/Wlz omdat de zittende groep vanuit deze code leegstroomt.. Nieuwe instroom kan niet meer op deze

7 De basis kwaliteitseisen in dit document geven nadere invulling aan kwaliteit voor Beschermd Wonen binnen de Wmo.. Kwaliteit van Beschermd Wonen

In deze zaken vindt - zo staat in de handreiking Raad voor de Kinderbescherming – gemeenten - voor afsluiting van het onderzoek overleg plaats tussen de Raad voor de

 Budgetaandeel per gemeente is totaal budget over alle huishoudens gedeeld door totaal over alle gemeenten... Welke kenmerken zitten in

Het principe van de Deense compensatieregeling is vergelijkbaar met de Neder- landse planschaderegeling (zie paragraaf 4.3), namelijk dat omwonenden waar- van de waarde van hun