Amsterdam University of Applied Sciences
Kennisvraag registratie en rapportage
Studentenreisgedrag in het openbaar vervoer Zuidas Amsterdam Kurk, Joris; Piersma, N.
Publication date 2016
Document Version Final published version
Link to publication
Citation for published version (APA):
Kurk, J., & Piersma, N. (2016). Kennisvraag registratie en rapportage: Studentenreisgedrag in het openbaar vervoer Zuidas Amsterdam. HVA Publicaties.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the library:
https://www.amsterdamuas.com/library/contact/questions, or send a letter to: University Library (Library of the University of Amsterdam and Amsterdam University of Applied Sciences), Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.
Download date:27 Nov 2021
Kennisvraag registratie en rapportage
23 maart 2016
Studentenreisgedrag in het Openbaar Vervoer Zuidas Amsterdam
Aanvrager: Joris Kurk, Green Business Club Betrokken onderzoekers: Nanda Piersma
Betrokken studenten: eerstejaars studenten opleiding Toegepaste Wiskunde Projectleider HvA: Nanda Piersma
Versie 1.0
1
Inhoudsopgave
1. Registratie ... 2
2. Onderzoeksvragen ... 4
3. Enquete studentenreisgedrag... 4
4. Resultaten ... 6
4.1 Reisgegevens studenten ... 6
4.2 Alternatieve reistijden ... 11
4.3 Alternatieve vervoersmodaliteiten ... 12
5. Conclusie ... 15
Bijlage 1 Enquete ... 16
Bijlage 2 Codeboek ... 18
2
1. Registratie
Aanvraag
Gemeente: Amsterdam
Afdeling / Programma:
Green Business Club Zuidas
Naam Aanvrager(s) Functie E-mail Telefoon
Joris van der Kurk Projectleider Mobiliteit joris@greenbusinessclub.nl Tel. 06 - 15645560
Datum aanvraag: December 2015 Gewenste einddatum: 1 maart 2016 Onderzoeksvraag: Wat is het reisgedrag van studenten in de ochtendspits (08.00-09.30 uur) op
de stations Amsterdam Zuid en Amstelstation en rondom de Boelelaan?
Is het mogelijk voor studenten, om te kiezen voor een alternatief vervoersmiddel of een ander reismoment?
Achtergrond / Context:
De Green Business Club heeft als doelstelling het verduurzamen van de Zuidas, onder andere door het stimuleren van OV voor de werknemers van de
bedrijven aan de Zuidas. De hypothese is dat er veel studenten in de ochtend gebruik maken van de trein, waarbij ze werknemers demotiveren om ook het ov te kiezen. De vraag is of studenten een alternatief hebben, hetzij met andere vervoersmogelijkheden of door na de spits te reizen.
Onderzoek
Startdatum 01-02-2016 Verwachte
einddatum
01-04-2016
HvA medewerkers** E-mail Telefoon Gesch.
uren
Best.
uren Projectleider
o Nanda Piersma n.piersma@hva.nl 06-22449921 4 4
Onderzoeker(s) o Nanda Piersma o Marjon Dorjee o Nathalie Gozems
n.piersma@hva.nl m.dorjee@hva.nl
Nathalie.gozems@hva.nl
06-22449921 06-21158523 nvt
20 20 8
30 15 8
3 Methode van onderzoek
Methode Er is een enquete opgesteld waarin studentreizigers wordt gevraagd naar hun reismotivatie en mogelijke alternatieven. De enquete wordt afgenomen tussen 12 en 18 februari,tussen 08.00 en 09.30 uur door studentgroepen uit het eerste studiejaar Toegepaste Wiskunde. De lokaties zijn Amstelstation, Station Zuid en de Boelelaan.
Datum Temperatuur
min
Temperatuur max
Regen
Vrijdag 12 februari 2016 -1 °C 6 °C 0 mm
Maandag 15 februari 2016 -2 °C 6 °C 0 mm
Dinsdag 16 februari 2016 -5 °C 6 °C 0 mm
Woensdag 17 februari 2016 -5 °C 3 °C 0 mm
Donderdag 18 februari 2016 -2 °C 3 °C 0 mm
Resultaten
Resultaten 1. In de ochtendspits reizen meer dan 80% van de studenten om naar college of les te gaan. De studenten kunnen niet na de spits reizen door schoolroosters.
2. Van de studenten in het OV woont 33% binnen fietsafstand (<10 km). Door gebruik van e-bike zou 81% van de studenten hun onderwijsinstelling zonder OV kunnen bereiken (<25 km).
3. De MBO en HBO studenten beginnen tussen de 08.30 en 09.30 uur, WO studenten rond 09.00 uur. De eerste activiteit op school is les of college (80- 90%).
4. Meer dan 75% van de studenten geeft aan niet na 09.30 uur te kunnen reizen en in de spits te moeten reizen.
5. Slechts 20% van de studenten reist ook met eigen vervoer, binnen een straal van 10km is dat 38% van de studenten. Zij gebruiken dan het meeste de fiets.
Studenten die verder weg wonen gebruiken opvallend vaak de auto als eigen vervoer.
6. Bijna 50% van de studenten die OV gebruiken zeggen ook met eigen vervoer te kunnen reizen, maar 74% is daartoe niet bereid. Van de studenten die op fietsafstand wonen is 45% ook echt bereid om met eigen vervoer te komen.
Resultaten
Resultaten akkoord
Projectleider HvA: Inh. Verantw. HvA: Aanvrager:
Naam: Nanda Piersma Nanda Piersma Joris Kurk
Datum: 22-3-2016 22-03-2016 23-03-2016
Handtekening
Spin-offs / vervolgonderzoek
Publicatie in de nieuwsbrief van de Green Business Club
Aanbevelingen in dit rapport worden gedeeld met het CvB van de Hogeschool van Amsterdam en de Vrije Universiteit
Dataset wordt gedeeld met het afstudeeratelier fietscorridor AAA
Dataset wordt opgenomen in het Urban Analytics DATALAB
4
2. Onderzoeksvragen
Wat is het reisgedrag van studenten in de ochtendspits (08.00-09.30 uur) op de stations Amsterdam Zuid en Amstelstation en rondom de Boelelaan?
Het reisgedrag wordt bevraagd via
1. hoe reizen studenten naar de bestemming,
2. hoe vaak per week reizen studenten in de ochtendspits in het OV, 3. waar komen ze vandaan,
4. wat is hun eerste activiteit na aankomst op bestemming?
In welke mate is het mogelijk voor studenten, om te kiezen voor een alternatief vervoersmiddel of een ander reismoment?
Hiervoor is gevraagd
1. hoe laat ze op bestemming moeten zijn, hoeveel tijdsmarge ze nemen en of ze later zouden kunnen reizen,
2. Welke eigen vervoersmiddelen gebruiken ze, en welke zouden ze kunnen gebruiken?
3. Enquete studentenreisgedrag
In overleg met de opdrachtgever Joris Kurk zijn er enquetevragen opgesteld door de studenten, waaruit een definitieve enquete is gemaakt door de begeleiders Nanda Piersma en Marjon Dorjee.
Er zijn drie studentengroepen verdeeld over de drie lokaties: 27 studenten op het Amstelstation, 29 studenten op de Boelelaan en 29 studenten op Station Zuid. Er zijn 6 groepen gemaakt per lokatie, waarbij vijf groepen de enquetes is gaan afnemen op de achtereenvolgende dagen (vrijdag 12 febr t/m donderdag 18 febr, met uitzondering van zaterdag en zondag) en de zesde groep de kwaliteitscontrole op de afname uitvoert.
De studenten waren herkenbaar door het dragen van Hoodies (vesten) met daarop het logo van de Hogeschool van Amsterdam. De NS is op de hoogte gesteld van het onderzoek en heeft medewerking toegezegd, maar geen vergunning voor afname enquetes afgegeven. Elke dag was er één lid van de controlegroep aanwezig om toe te zien op de juiste uitvoering van de enquetes.
Afnamelokaties:
De studenten op het Amstelstation op alle dagen (behalve de maandag) uit de stationshal gestuurd en hebben de enquete gehouden aan de achterzijde van het station voor de Leeuwenburg, bij de Doner kebab stand.
De studenten op de Boelelaan hebben op alle dagen voor de VU ingang gestaan.
De studenten op Station Zuid hebben op verschillende plekken rondom het station gestaan in een poging voldoende respons te krijgen.
De enquete is een zogenaamde kwantitatieve enquete waarbij de antwoorden kwantitatief, of in categorieen (nominaal of ordinaal) kunnen worden ingedeeld.
In de bijlagen is de enquete en de codering van de antwoorden gegeven.
5 De afnames hebben de volgende aantallen respondenten opgeleverd:
Dag Amstelstation Station Zuid Boelelaan Totaal
Maandag 40 18 29 87
Dinsdag 34 29 45 108
Woendag 25 16 50 91
Donderdag 54 10 46 110
Vrijdag 41 18 49 108
Totaal 194 91 219 504
Tabel 1: Aantal respondenten per dag per locatie.
De benaderde mensen is gevraagd of ze student zijn, en zo ja op welk niveau (MBO, HBO of WO).
Als de geinterviewde geen student is dan werd het interview beeindigd.
De studentenmix op elke lokatie bestond uit:
Niveau Amstelstation Station Zuid Boelelaan Totaal aantal
MBO 9% 16% 5% 44
HBO 79% 25% 13% 205
WO 11% 58% 82% 255
Totaal aantal
194 91 219 504
Tabel 2: Aantal respondenten per opleidingsniveau en locatie (in percentages).
Op alle lokaties was een MBO school in de buurt, maar de meeste studenten bij het Amstelstation zijn HBO-ers en bij de Boelelaan WO-ers zoals kan worden verwacht. Daarmee kan worden gesteld dat de enquete het meeste verteld over het reisgedrag van HBO-ers en WO-ers.
6
4. Resultaten
4.1 Reisgegevens studenten
4.1.1 Met welk type vervoersmiddel reizen studenten, in aantallen per vervoerstype?
Omdat we de interviews op de NS stations hebben afgenomen, waar treinen en metro’s langskomen, zijn de meeste studenten vanzelfsprekend met die vervoersmodaliteiten gekomen:
Grafiek 1: Het percentage studenten per vervoersmodaliteit per lokatie.
Grafiek 2: Het percentage studenten per vervoersmodaliteit per opleidingsniveau.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Trein Metro Tram Bus Eigen vervoer
Vervoersmodaliteit per lokatie
Amstelstation Station Zuid Boelelaan
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Trein Metro Tram Bus Eigen vervoer
Vervoersmodaliteit per opleidingsniveau
MBO HBO WO
7
Grafiek 3: Het percentage studenten per vervoersmodaliteit, lokatie en opleidingsniveau.
Op het Amstelstation komen de meeste MBO studenten met de trein aan en de HBO-ers het meeste met de metro. Opvallend is dat WO-ers het vaakst met eigen vervoer aankomen op het Amstelstation hoewel ook voor WO-ers de trein het meest gebruikt wordt. Dit geeft de suggestie, ondanks de kleine aantallen, dat WO-ers van buiten de stad komen met de trein en binnen de stad fietsen. Op de
Boelelaan komen de meeste MBO-ers met de bus, de meeste HBO-ers met de metro en de WO-ers met de trein.
4.1.2 Hoe vaak reizen studenten per week naar deze (OV) lokatie?
Grafiek 4: Het aantal keer per week dat een student naar de opleiding reist in percentages van de studentenpopulatie en per opleidingsniveau.
De MBO-ers reizen het vaakst in de ochtendspits, voor HBO en WO is het aantal OV reizen in de ochtend diverser.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Vervoersmodaliteit per lokatie en Opleidingsniveau
trein metro tram bus eigen vervoer
0,00%
10,00%
20,00%
30,00%
40,00%
1 2 3 4 5
Aantal keer reizen
MBO HBO WO
8 4.1.3 Waar komen studenten vandaan?
De herkomst van de student bepaalt de afstand van de reis en daarmee de mogelijkheden van
alternatief vervoer. De herkomst is gevraagd op postcode of woonplaats. De herkomst is gecodeerd op postcode-2 gebied (de eerste twee cijfers).
Figuur 1: Kaart van de postcode nummers.
De herkomst is ingedeeld naar afstanden met mogelijke vervoersalternatieven: fiets, e-bike,
scooter/brommer. Boven de 30 km reisafstand wordt gezien als enkel met OV of met de auto te reizen.
Postcodecategorieën (straal in kilometer)
Postcodegebieden Aantal studenten in
Postcodecategorie
%
0-<10 km (fiets) 10/11 166 33%
10-<25 km (e-bike) 12/13/14/15/19/20/21/36 240 48%
25-<30 km (scooter/brommer) 22/23/24/37 31 6%
>30 km (OV/auto) Overig 64 13%
Totaal 501
Tabel 3: Tabel waarin postcode nummers onderverdeeld worden in reisafstand tot Amsterdam.
9
Figuur 2 Afstandsregio’s tot Amsterdam in km.
Een alternatief voor het OV is voor 87% van de studenten in principe mogelijk, 33% woont zelfs op fietsafstand. De timing van dit onderzoek in de winter, met temperaturen tussen de -5 en 6 graden Celsius, geven mogelijk een vertekend beeld van het vervoersmiddel van studenten, als het warmer is zullen misschien meer studenten in de binnenste ring met eigen vervoer komen.
10 4.1.4 Wat is de eerste activiteit na aankomst op school of universiteit?
Niveau les/
college
tentamen afspraak met docent
afspraak met medestudenten voor schoolwerk
Zelfstudie Sociaal
MBO 89% 0% 5% 2% 0% 2%
HBO 80% 1% 2% 6% 6% 4%
WO 80% 5% 4% 2% 5% 4%
Totaal aantal
409 14 16 20 25 20
Tabel 4: Tabel van het percentage studenten per activiteit en opleidingsniveau.
Grafiek 5: De eerste activiteit als studenten arriveren op bestemming (in %) per opleidingsniveau.
80% van de studenten komt dus vooral naar school/universiteit om college te volgen, 90% diverse verplichte schoolactiviteiten. Slecht 10% komt naar school voor zelfstudie of sociale activiteiten.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
MBO HBO WO
Doel van de reis in spits
sociaal zelfstudie afspraak student afspraak docent tentamen les/ college
11
4.2 Alternatieve reistijden
4.2.1 Aankomsttijd op bestemming
De aankomsttijd op bestemming is voor de opleidingsniveau’s verschillend. De WO studenten beginnen om 09.00 uur op een enkele uitzondering na. De MBO en HBO studenten beginnen tussen 08.30 en 09.30 uur.
Grafiek 6: Boxplot van de aankomsttijd op bestemming, per opleidingsniveau
Gemiddelde
Starttijd Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
MBO 9:14:27 8:54:00 8:30:00 8:45:00 8:57:30
HBO 9:08:29 9:07:50 8:57:43 9:06:02 9:02:08
WO 9:37:30 9:15:16 9:00:06 9:11:31 9:13:55
Tabel 5: Gemiddelde starttijd per opleidingsniveau en dag van de week.
Er is verschil tussen de dagen, op maandag en enigszins op vrijdag beginnen de schoolactiviteiten op de universiteit later. Op woensdag beginnen alle studenten eerder.
4.2.2 Hoeveel tijdsmarge neemt een student voor de aanvangstijd van de eerste activiteit?
Er is geen verschil tussen schooltype, gemiddeld nemen studenten 19 minuten tijdsmarge.
Per reisafstand: studenten die uit de postcodegebieden komen op maximaal 25 km nemen gemiddeld 17 minuten tijdsmarge voor de eerste activiteit, de studenten van verder gemiddeld 23 minuten tijdsmarge.
7:12 8:38 10:04 11:31 12:57 14:24 15:50 17:16
MBO HBO WO
Q1 Min Median Max Q3
12 4.2.3 Aankomst na 09.30 uur mogelijk?
Tabel 6: Het percentage studenten dat later dan half tien kan arriveren, onderverdeeld in dagen.
Uit tabel 6 wordt duidelijk dat voor ongeveer 25% van de studenten de mogelijkheid bestaat om later te arriveren op school. 75% van de studenten ervaart dit niet als een mogelijkheid. De percentages
verschillen ook hier dag, op maandag en vrijdag kunnen meer studenten later aankomen dan op woensdag. Dit heeft een relatie met de latere starttijd op maandag voor met name WO en MBO studenten.
4.3 Alternatieve vervoersmodaliteiten
De geinterviewde studenten reizen nu met het OV, er is de vraag is of zij ook met eigen vervoer of zouden kunnen reizen. Merk op dat de interviews plaatsvonden in februari, met een gemiddelde
temperatuur van 2 graden Celsius. Door de koude temperatuur zijn nu mogelijk meer studenten met het OV gereisd dan op warmere dagen.
4.3.1 Voor studenten die ook met eigen vervoer reizen
Er zijn 110 studenten die aangeven ook met eigen vervoer naar school reizen (20% van de geinterviewden).
Hoe vaak reist een student met eigen vervoer?
Hoe vaak EV per reisafstand
0<10km (Fiets)
10<25km (E-bike)
25<30km (Brommer/Scooter)
>30km (OV)
Totaal
0 keer per week 63% 86% 94% 88% 79%
1 keer per week 9% 5% 0% 2% 5%
2 keer per week 9% 2% 0% 3% 4%
3 keer per week 8% 3% 3% 1% 4%
4 keer per week 10% 2% 0% 4% 5%
5 keer per week 2% 2% 3% 2% 2%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
Tabel 7: Het percentage studenten dat meerdere keren per week met eigen vervoer reist. Gecategoriseerd per reisafstand.
Aankomst later per dagtype
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Totaal
Ja 36% 29% 10% 20% 30% 25%
Nee 64% 71% 90% 80% 70% 75%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100%
13 Welk vervoersmiddel wordt als alternatief gebruikt?
Tabel 8: Het aantal en percentage studenten dat alternatieven heeft voor OV, onderverdeeld in reisafstand.
Van alle studenten die aangeven ook met eigen vervoer te reizen geven de meesten aan de fiets te gebruiken (65%). Er is een verschil tussen de opleidingsniveau’s: MBO-ers reizen vaker met de scooter, WO reist vaker met de fiets en HBO iets vaker met de auto/motor.
Grafiek 7: Het percentage genoemde eigen vervoersmiddelen per opleidingsniveau.
Verder is opvallend dat veel studenten (20%) de auto gebruikt die schonere alternatieven hebben (fiets of e-bike).
4.3.2 Voor studenten die nu nooit met eigen vervoer reizen
Er zijn 395 studenten die zeggen nooit met eigen vervoer te reizen. Daarvan geeft bijna 50% aan dat dit wel mogelijk is.
Zou je ook met eigen vervoer kunnen reizen?
0 20 40 60
Fiets Scooter Motor Auto
MBO HBO WO
Mogelijkheden voor EV
0<10Km 10<25km 25<30km >30km Totaal
Fiets 49
(77%)
9 (41%)
2 (100%)
12 (55%)
72 (65%)
Scooter/Brommer 6
(9%)
7
(32%) 0%
2 (9%)
15 (14%) Motor
0% 0% 0%
1 (5%)
1 (1%)
Auto 9
(14%)
6
(27%) 0%
7 (32%)
21 (20%)
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
Mogelijkheid tot reizen met EV
Totaal
Ja 49,6%
Nee 50,4%
Totaal 100%
Tabel 9: Percentage studenten dat zelf zegt met EV te kunnen reizen.
14
Grafiek 8: Staafdiagram van het percentage studenten (reist nu niet met EV) die aangeeft te kunnen te reizen met EV, per reisafstandcategorie.
Studenten die verder weg wonen (meer dan 25 kilometer) zien minder mogelijkheid voor eigen vervoer (30%). Bij studenten die dichterbij wonen geeft de meerderheid aan wel
een mogelijkheid te hebben tot eigen vervoer.
Welk vervoersmiddel zou een alternatief kunnen zijn?
Binnen de straal van 10 km is de fiets de meest genoemde optie. Voor de studenten die verder van hun studie vandaan wonen geeft een duidelijke meerderheid aan alleen de auto als alternatief te zien.
Er is hierbij opnieuw geen verschil tussen de opleidingsniveau’s.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Ziet EV als mogelijkheid Ziet EV niet als mogelijkheid Gaat nu nooit met EV
Mogelijkheid tot EV
0<10km 10<25km 25<30km
>30km
Alternatief vervoersmiddel
0<10km 10<25km 25<30km >30km Totaal
Fiets 74% 10% 8% 8% 31%
Brommer/Scooter 7% 7% 0% 4% 6%
Motor 0% 1% 0% 0% 1%
Auto 19% 82% 92% 88% 62%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
Tabel 10: Het percentage studenten( dat nu niet met het EV gaat) maar wel een alternatief heeft op OV.
15 Overwegen studenten de alternatieven ook als reële optie?
Bereidheid tot reizen met EV
0<10Km 10<25km 25<30km >30km Totaal
Wel bereid 45% 12% 15% 21% 26%
Niet bereid 55% 88% 85% 79% 74%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
Uit de enquête wordt duidelijk dat ongeveer 74% dit niet met eigen vervoer wil reizen. Wanneer de studenten onderverdeeld worden op reisafstand, wordt duidelijk dat bij een reisafstand van meer dan tien kilometer veruit de meerderheid van de studenten niet bereid is met eigen vervoer te reizen. Voor een reisafstand van nul tot tien kilometer is 45% wel bereid met eigen vervoer te gaan.
5. Conclusie
De enquetes geven een goed beeld hoe studenten naar hun opleidingslokaties reizen en wat zij zelf zien als alternatieven voor hun huidige reisgedrag. De beperking in de representativiteit van de enquete wordt gegeven door de weersomstandigheden, in de week van de enquetes was het behoorlijk koud ten opzichte van de gemiddelde wintertemperatuur in 2016. Daarom kunnen er extra studenten van OV gebruik hebben gemaakt. Het voordeel daarvan is wel dat daardoor ook meer studenten zijn
geinterviewd die ook eigen vervoer gebruiken naar school.
1. In de ochtendspits reizen meer dan 80% van de studenten met als doel om naar college of les te gaan. De studenten kunnen niet na de spits reizen door schoolroosters.
2. Van de studenten in het OV woont 33% binnen fietsafstand (<10 km), 81% woont binnen een straal van 25 km. Een e-bike zou een mogelijk groen alternatief zijn voor de scooter, motor of auto, of voor het OV. Door gebruik van e-bike zou 81% van de studenten hun onderwijsinstelling zonder OV kunnen bereiken.
3. De MBO en HBO studenten beginnen tussen de 08.30 en 09.30 uur, WO studenten rond 09.00 uur. De eerste activiteit op school is les of college (80-90%). Opvallend is dat de lesactiviteiten op maandag en vrijdag later beginnen dan op woensdag.
4. Meer dan 75% van de studenten geeft aan niet na 09.30 uur te kunnen reizen en in de spits te moeten reizen.
5. Slechts 20% van de studenten reist ook met eigen vervoer, binnen een straal van 10 km is dat 38% van de studenten. Zij gebruiken dan het meeste de fiets. Studenten die verder weg wonen gebruiken opvallend vaak de auto als eigen vervoer.
6. Bijna 50% van de studenten die OV gebruiken zeggen ook met eigen vervoer te kunnen reizen, maar 74% is daartoe niet bereid. Van de studenten die op fietsafstand wonen is 45% wel echt bereid om met eigen vervoer te komen.
Tabel 11: Percentage studenten dat nu met OV reist, maar wel of niet bereid is om met EV te reizen.
16
Bijlage 1 Enquete
=====================================================================================
ENQUETE
=====================================================================================
Enqueteur:
Plaats:
Tijdstip: (afname tijdstip interview)
REISGEGEVENS
1. Ga je nu naar school?,Is dat MBO/ HBO of WO?
MBO
HBO
WO
STOPPEN ALS ER EEN ANDER ANTWOORD WORDT GEGEVEN 2. Wat is het laatste vervoersmiddel dat je vandaag hebt gebruikt?
Trein
Metro
Tram
Bus
Eigen vervoer
3. Waar kom je nu vandaan, mag ik de postcode? _________
3a. Indien onbekend : plaatsnaam _________
4. Hoe vaak per week ga je met het OV naar school met aankomst voor half 10?
1
2
3
4
5
REDEN VAN DE REIS
5. Hoe laat is je eerste verplichting op school of universiteit?
__:__ (uur:minuut)
6. Hoeveel tijd neem je normaal gesproken tussen de aankomsttijd hier en de start op school/uni?
__ minuten
7. Wat is de eerste activiteit zo meteen?
Les/college
Tentamen
Afspraak met docent
Afspraak met medestudent voor schoolwerk
Zelfstudie
Sociaal
17 ALTERNATIEVEN
8. Zou je vandaag na 09.30 uur hier kunnen aankomen?
Ja
Nee
9. Hoe vaak per week ga je met eigen vervoer naar school in de ochtendspits?
0
1
2
3
4
5
Indien 1 of meer keer per week 10. Welk vervoersmiddel?
Fiets
Scooter/brommer
Motor
Auto
Indien geantwoord 0 keer per week:
11. Zou je met eigen vervoer kunnen reizen?
Ja
Nee 12. Welk vervoersmiddel?
Fiets
Scooter/brommer
Motor
Auto 13. Zou je dat ook echt doen?
Ja
Nee
Zou je mee willen doen aan een vervolgonderzoek?
Naam : ____________________________
E-mail adres: _______________________
Telefoonnummer: ___________________
=====================================================================================
18
Bijlage 2 Codeboek
Afname gegevens
a Voornaam student
achternaam student
klas =>>
codenummer
B 1=amstelstation 2=Amsterdam zuid
3=VU 4=HvA lokatiecode
(1,2)
c uu:mm
D 1=ja vervolg onderzoek
2= nee
e 1=Maandag 2=Dinsdag 3=Woensdag 4=Donderdag 5=Vrijdag 6=TWK
Tabel 12: Codering van de data.
Vraag
Codering
1 1= MBO 2=HBO 3=WO
2 1= trein 2= metro 3= tram 4=bus 5= eigen
vervoer
3a Postcode
3b Plaatsnaam
4 1=1 2=2 3=3 4=4 5=5
5 uu:mm
6 mm
7 1= les/ college 2= tentamen 3= afspraak met docent
4 = afspraak met medestudenten voor schoolwerk
5= zelfstudie 6 = sociaal
8 1= ja 2=nee
9 1=0 2=1 3=2 4=3 5=4 6=5
10 1=fiets 2=scooter/brommer 3= motor 4=auto
11 1= ja 2= nee
12 1=fiets 2=scooter/brommer 3= motor 4=auto
13 1 = ja 2= nee
Tabel 13: Codering van data.