• No results found

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. 3 e + 4e Leerjaar VMBO. basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (D&P, HBR, MVI, PIE, ZW) SCHOOLJAAR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. 3 e + 4e Leerjaar VMBO. basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (D&P, HBR, MVI, PIE, ZW) SCHOOLJAAR"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

3e + 4e Leerjaar VMBO

basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (D&P, HBR, MVI, PIE, ZW)

SCHOOLJAAR 2020-2021

(Dit document is vanaf 1 oktober ook op de website www.vandermeijcollege.nl te vinden.)

(2)

2 Beste meisjes en jongens,

Hierbij ontvangen jullie het Programma van Toetsing en Afsluiting 2020-2021, kortweg het PTA.

Dit is simpel gezegd een overzicht van alles wat je dit jaar moet doen en aan welke regels jij je moet houden.

Het bestaat uit:

▪ Een algemeen gedeelte. Hierin staan de regels voor het schoolexamen en het centraal examen.

▪ Een vakinhoudelijk gedeelte. Daarin staat de stof voor de toetsen, opdrachten en handelingsdelen. Ook staat erin hoe zwaar een toets meetelt (weging). De in dit PTA genoemde toetsen, opdrachten en handelingsdelen tellen allemaal voor het schoolexamen en worden opgenomen in het examendossier.

Het is belangrijk om het algemene gedeelte goed te lezen. Het vakinhoudelijke deel is meer een naslagwerk van wat in de lessen aan de orde komt. De docenten zullen de werkwijze met jullie doornemen. Per vak zijn er opdrachten beschreven die in de loop van dit schooljaar uitgevoerd moeten worden.

Veel succes bij je studie.

(3)

3 Algemeen gedeelte

1. Algemene bepalingen Inhoud en doel van het PTA

Het Programma van Toetsing en Afsluiting bevat de algemene regels voor het schoolexamen en centraal examen en een overzicht per vak van het examenprogramma. Het bevat bovendien de regels voor de schoolexamentoetsen en hoe deze meewegen in het eindgemiddelde van het schoolexamen.

Het PTA en de wet

Het PTA moet voldoen aan het Inrichtingsbesluit WVO en het eindexamenbesluit. Beide liggen op school ter inzage bij de directeur.

2. Inrichting van het examen

De belangrijkste kenmerken van de inrichting van het VMBO eindexamen zijn:

- Alle leerwegen kennen centrale- en schoolexamens

▪ Centrale examens zijn door het CITO gemaakt en voor alle scholen in het land hetzelfde. Ze worden in het laatste schooljaar in de maanden mei en juni afgenomen.

▪ Schoolexamens worden door de docenten van het Van der Meij College gemaakt en alleen op deze school in het 3e en 4e jaar, het hele jaar door, afgenomen. De periode van het schoolexamen loopt van de start van het 3e leerjaar tot 2 lesweken voor aanvang van de examens in het 4e leerjaar. Dit verschilt dus bij de Beroepsgerichte en AVO vakken.

- Centraal Schriftelijke Praktijk Examens (CSPE)voor de beroepsgerichte vakken.

Centraal Schriftelijke Praktijk Examens zijn door het CITO gemaakt en voor alle scholen in het land hetzelfde. Ze worden in het laatste schooljaar in de maand april afgenomen.

- Resultaten van de schoolexamentoetsen worden opgenomen in het examendossier. Het examendossier is een overzicht van alle behaalde resultaten en gemaakte opdrachten. De schoolexamentoetsen (SE toetsen) strekken zich uit over het derde en het vierde leerjaar.

- Alle SE toetsen voor een vak leiden tot een eindcijfer voor het schoolexamen per vak.

- De resultaten van de opdrachten worden vastgesteld in het examendossier dat leerjaar drie en vier beslaat.

(4)

4 SCHOOLEXAMEN

Examendossier

1. Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Het woord "examendossier" heeft in dit verband twee betekenissen:

a) De eisen waaraan een kandidaat voor ieder vak moet voldoen en de weging die aan de behaalde cijfers worden toegekend.

b) De verzameling van alle toetsen en andere documenten die op het schoolexamen betrekking hebben. Dus behalve cijfers, ook verslagen van handelingsopdrachten, praktische opdrachten enz.

2. Het examendossier kent de volgende toetsvormen:

a) Schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen Dit zijn schriftelijke toetsen

Bij het toetsen met gesloten en/of open vragen gaat het in de eerste plaats om het toetsen van kennis en inzicht.

Mondelinge toetsen b) Praktische opdrachten (PO)

Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor, waarbij zowel het proces als het product wordt beoordeeld. Beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf aan de leerling bekend gemaakte criteria. Je weet dus van tevoren hoe je cijfer tot stand komt.

De leerling kan de praktische opdracht de vorm geven van een product of werkstuk of een presentatie. Deze moeten op de afgesproken tijd ingeleverd worden.

Bij de beroepsgerichte vakken zijn deze praktijkopdrachten vanzelfsprekend legio. Voorbeeld: het maken van een stoel bij bouwtechniek.

Andere voorbeelden zijn:

● afnemen van een interview bij een taal

● communiceren via e-mail

● opstellen van een enquête

c) Handelingsopdrachten (HO)

Het handelingsdeel in het examendossier bestaat uit (handelings)opdrachten waarvan per leerling door de examinator (docent) moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd.

Een HO is een handeling die je moet uitvoeren, bijvoorbeeld het bezoeken van een museum.

Je hoeft hier niets voor te kennen maar alleen maar iets doen!

De uitvoering van een opdracht die tot een handelingsdeel behoort, blijkt uit een notitie van de leerling waarin aandacht is besteed aan de ervaring met de opdracht.

Het handelingsdeel bestaat dus uit verschillende handelingsopdrachten bij verschillende vakken. Dit zijn praktische opdrachten (bv. het bezoeken van een bedrijf) waarbij per leerling door de examinator (docent) wordt vastgesteld of ze naar behoren zijn uitgevoerd. Er wordt geen cijfer gegeven, maar de kwalificatie voldoende of goed.

Deelname aan de activiteit met een korte reflectie (een schrijven waarin je even terugkomt op de activiteit) daarop is voldoende.

Met een handelingsopdracht kunnen leerstofonderdelen afgesloten worden die de docent niet met een cijfer kan of wil beoordelen.

Handelingsopdrachten kunnen bij alle vakken voorkomen. De docent bepaalt of activiteit en reflectie (het kleine werkstukje dat de leerling er van gemaakt heeft) naar tevredenheid, d.w.z. serieus zijn uitgevoerd. Zo niet, dan volgt een herhalingsopdracht. Het niet op tijd uitvoeren van een Handelingsopdracht kan ten koste gaan van een herkansing.

(5)

5 Het niet, niet voldoende of niet op tijd afsluiten van Handelingsopdrachten heeft als gevolg dat een leerling niet kan worden bevorderd of niet mag deelnemen aan het examen van een vak!!

N.B. Laatste mogelijkheid om het handelingsdeel klas 3 af te sluiten is 1 schoolweek voor de overgangsvergadering. De laatste mogelijkheid om het handelingsdeel in klas 4 af te sluiten is 2 schoolweken voor aanvang van de examens. Ook alle toetsen van dat leerjaar moeten op dat moment afgesloten zijn. Het is voor de leerlingen verplicht om aan de geplande toetsen deel te nemen.

Vak op een hoger niveau

Een leerling kan gebruik maken van de mogelijkheid tot het afleggen van eindexamen in een vak op hoger niveau dan het niveau van de schoolsoort of leerweg van inschrijving.

Een basisleerling doet een of enkele vakken op kader niveau Een kaderleerling doet een of enkele vakken op tl niveau Hij dient hiervoor te voldoen aan de volgende eisen:

● Hij dient ten tijde van de pta vergadering voor het eerste rapport in klas 3 minimaal het cijfer 7,5 gemiddeld te staan

● Hij dient alle toetsen van het pta van het vak op een hoger niveau te maken / in te halen

● Hij dient een positieve aanbeveling van de vakdocent te krijgen Nb.: Het diploma blijft altijd van hetzelfde niveau als het niveau van inschrijving 3. Vulling van het examendossier

3.1. De resultaten die je behaalt in klas 3 en 4 vullen je examendossier

3.2 De kandidaat ontvangt van ieder vak een overzicht van de te toetsen leerstof, de wijze van toetsen en de periode waarin de toets plaatsvindt. De exacte datum en tijd van de toets wordt minimaal één week van tevoren opgegeven, net als de toegestane hulpmiddelen voor deze toets. Toetsen mogen niet met potlood geschreven worden, voor het maken van tekeningen en grafieken kan de docent een uitzondering maken.

4. Herkansing

Voor sommige vakken is een herkansing bij toetsen toegestaan.

De Leerling mag bij het schoolexamen herkansen.

● Aan het einde van het schooljaar mag een leerling het volgende herkansen:

o AVO vakken 1 herkansbare toets per vak

o Beroepsgericht 1 herkansbare toets van het profielvak o Beroepsgericht 1 herkansbare toets van de 2 keuzevakken

● Aan het eind van het examenjaar maar voor het afsluiten van het SE-dossier krijgt een leerling indien nodig de kans om maximaal één gemiste herkansing uit het examenjaar te maken. Het betreft een herkansing waarvoor de leerling zich wel had aangemeld, maar die door verhindering ( zie ook artikel 4.1.7) gemist is.

In het pta staat welke toetsen herkansbaar zijn, alleen deze toetsen komen hiervoor in aanmerking

5. Onregelmatigheden, fraudebepaling

Zie H2 en H 4.1.5 tot 4.1.9 van het examenreglement deze staan ook hieronder vermeld.

4.1.5. Te laat komen bij een SE- of CE-toets

● Een leerling die tot uiterlijk 30 minuten te laat is, wordt tot het lokaal toegelaten, maar de

eindtijd blijft gelijk.

(6)

6

● Een leerling die meer dan 30 minuten te laat is, meldt zich bij de directeur of verantwoordelijk teamleider die vervolgens beslist over toelating. Voor een leerling die alsnog wordt

toegelaten, blijft de eindtijd gelijk. Wordt de leerling niet meer toegelaten, dan wordt gehandeld volgens artikel 4.1.6.

● Een leerling die te laat komt bij een luistertoets, mag in afwijking van het voorgaande aan dat onderdeel niet meer deelnemen. Voor dat onderdeel geldt de maatregel genoemd onder afwezigheid 4.1.6. Bij de wisseling tussen het kijk- en luistergedeelte kan die leerling voor de resterende onderdelen wel worden toegelaten.

4.1.6. Afwezigheid bij een SE-toets

● Het is de verantwoordelijkheid van de leerling de verschillende roosters en afspraken m.b.t.

examentoetsen goed over te nemen en na te komen. Het is de verantwoordelijkheid van de directeur dat afspraken en roosters tijdig bekend worden gemaakt.

● De afwezigheid van een leerling bij enig examenonderdeel wordt zo snel mogelijk door de surveillant gemeld in het administratiesysteem en aan de verantwoordelijke teamleider en wordt in eerste instantie aangemerkt als een onregelmatigheid (zie artikel 2.1.).

● De teamleider hoort de ouders of voogden van de leerling, waarna de commissie van appèl beslist of er inderdaad sprake is van een onregelmatigheid. Daarbij moet het gaan om een van zijn wil onafhankelijke omstandigheid. Als er geen sprake is van een onregelmatigheid, maakt de teamleider in overleg met de vakdocent een afspraak voor een inhaalmoment. Dit gaat niet ten koste van een herkansing.

● Als een leerling tijdens de zitting van een schoolexamen zodanig ziek of onwel wordt dat het doen van de toets niet kan worden voortgezet, meldt hij dit bij de surveillant. Het opnieuw maken van de toets vindt vervolgens plaats tijdens de herkansing gelegenheid. De leerling verbruikt dan een herkansing.

4.1.7. Verhindering bij een SE-toets:

● Indien een schriftelijk en onderbouwd verzoek van de ouders van een leerling tot afwezigheid van de leerling bij enig examenonderdeel of tot het niet voor een vastgesteld tijdstip inleveren van examenwerk tijdig is gericht aan de commissie van appèl en deze schriftelijk daaraan haar goedkeuring heeft verleend, is er sprake van verhindering en heeft de leerling recht op een nieuwe, vervangende afspraak. Daarbij moet het gaan om een van zijn wil onafhankelijke omstandigheid.

● In geval van een plotseling ontstane situatie, zoals bij ziekte of een andere van de wil van de leerling onafhankelijke omstandigheid kan de commissie van appèl, na onderzoek en op basis van een schriftelijke en onderbouwde verklaring van de ouders, met terugwerkende kracht besluiten de afwezigheid van een leerling te beschouwen als een verhindering.

4.1.8. Onregelmatigheden bij een SE-toets:

Indien tijdens een examenonderdeel een onregelmatigheid (fraude, spieken of het gelegenheid geven tot spieken, overleg, niet toegestane hulpmiddelen, e.d.) wordt geconstateerd, stelt de surveillant de leerling hiervan direct op de hoogte. Hij neemt de antwoordbladen onmiddellijk in, wijzigt de situatie zodanig dat de onregelmatigheid niet kan voortduren en verstrekt een nieuw antwoordblad waarop de leerling verder kan werken. De surveillant doet hiervan in een notitie verslag (naam leerling, tijdstip, reden en

omstandigheden) aan de vakdocent. De vakdocent overlegt later met de teamleider over een

voorstel aan de commissie van appèl of een (gedeeltelijke) beoordeling mogelijk is en op

(7)

7

welke wijze. De leerling en zijn ouders of voogden worden hierover schriftelijk geïnformeerd door de examensecretaris.

4.1.9. Te laat of niet inleveren van (delen van) Praktische Opdrachten , Handelingsdelen, Leesdossiers e.d.:

● De leerling moet zich strikt houden aan vastgelegde data voor (voortgangs-)controle of voor het inleveren van verslagen, handelingsdelen, praktische opdrachten of het houden van presentaties.

● Indien een leerling zich niet houdt aan de vastgelegde inleverdata dan wordt dit gezien als onregelmatigheid. De directeur kan dan maatregelen treffen zoals beschreven in hoofdstuk 2.

Is er sprake van verhindering bij een van deze data dan is het geen onregelmatigheid en wordt met de leerling een nieuwe inleverdatum afgesproken.

6. Niet eens met de gang van zaken tijdens het schoolexamen

6.1. Als een kandidaat een klacht heeft over de gang van zaken in relatie tot of tijdens een toets, tekent hij/zij binnen drie lesdagen na afname van de toets, maar in ieder geval voordat het cijfer van de toets bekend is gemaakt, eerst schriftelijk bezwaar aan bij de betreffende examinator. Als de reactie van de examinator voor de kandidaat niet bevredigend is, kan binnen vijf lesdagen de teamleider gevraagd worden een beslissing te nemen. De teamleider neemt deze beslissing binnen vijf lesdagen na een verzoek hiertoe.

6.2. Als bovenstaande niet tot een oplossing leidt, kan de kandidaat in tweede termijn, binnen vijf lesdagen na kennisneming van de beslissing van de teamleider, tegen de beslissing schriftelijk in beroep gaan bij de directeur. De directeur vraagt na ontvangst van het beroep eerst advies aan de commissie van appèl. Het beroep dient schriftelijk en met redenen omkleed te geschieden.

6.3. De commissie van appèl bestaat uit een examensecretaris en twee docenten, niet zijnde de docent die de beoordeling heeft gegeven van het betreffende (of een verwant) vak. De commissie hoort de betrokken docent en de kandidaat, en kan, wanneer zij dat nodig of gewenst acht, informatie inwinnen bij anderen, in of buiten de school. De commissie van appèl brengt een advies uit aan de directeur.

6.4. Binnen twintig lesdagen na ontvangst van het beroepschrift doet de directeur uitspraak, na advies van de commissie van appèl. Deze uitspraak is bindend. De directeur deelt zijn beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is.

(8)

8 7. Ziekte

Als ziekte optreedt op een moment dat schriftelijke melding vooraf niet meer mogelijk is, dient de kandidaat of een ouder/verzorger van de kandidaat de melding telefonisch te doen en zo spoedig mogelijk schriftelijk te bevestigen aan de teamleider.

Een kandidaat is geoorloofd absent als hij / zij voor 08.30 op de betreffende dag is afgemeld door de ouders/verzorgers en er sprake is van een geldige reden. Geoorloofde absentie geeft recht op een herkansing.

Bij ongeoorloofde absentie (ook bij het afgesproken inhaalmoment) wordt het cijfer 1 toegekend of de kwalificatie onvoldoende.

Dit geldt ook bij het niet of te laat inleveren van praktische opdrachten of het uitvoeren van handelingsopdrachten.

8. Doubleren in VMBO 3 of 4

Bij de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg krijgt

een kandidaat acht eindcijfers: voor Nederlands, Engels, rekenen, twee sectorvakken, een beroepsgericht cijfer voor het keuzevak, een beroepsgericht cijfer voor het profielvak en maatschappijleer.

Een leerling wordt bevorderd naar klas 4 bij;

● Alles voldoende

● 1 x 5, rest voldoende

● 2 x 5, rest voldoende

● 1 x 4, rest voldoende

● 3 x 5, 1 x 7 of hoger, rest voldoende

● 1 x 4, 1 x 5, 1 x 7 of hoger, rest voldoende

● Het profielvak wordt aangemerkt als het eindcijfer van één vak.

● Het gemiddelde van de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken wordt aangemerkt als het eindcijfer van één vak.

● Niet lager dan het cijfer 4 is gehaald voor een of meerdere van de keuzevakken.

● Niet lager dan het cijfer 5 is gehaald voor het vak Nederlands

● Maatschappijleer is één van de examenvakken. Dit vak wordt in klas 3 afgesloten.

● l.o. en kunstvakken 1 (CKV) voldoende of goed

● Het handelingsdeel van het examen voldoende of goed is afgerond voor wat betreft het gedeelte dat in klas 3 wordt aangeboden

NB. Indien een leerling niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet wordt hij/zij automatisch een bespreekgeval op de overgangsvergadering. Hierbij wordt gekeken of:

● Er verzachtende omstandigheden zijn waardoor een leerling niet in staat is geweest aan bovenstaande voorwaarden te voldoen.

● Of de verwachting is dat een leerling beter zal presteren bij doubleren

● Of de leerling een opdracht/taak krijgt die hij/zij voor aanvang van de revisievergadering positief moet afsluiten om alsnog te worden bevorderd.

● Tijdens de laatste PTA vergadering wordt besloten of er een opdracht wordt verstrekt aan een leerling om een overgang naar leerjaar 4 mogelijk te maken.

● Per toets en per praktische opdracht wordt de beoordeling uitgedrukt in een getal op één decimaal nauwkeurig van 1 tot en met 10. Voor vakken die geheel uit een handelingsdeel bestaan, zoals Lichamelijke Opvoeding (Lo) en Kunstvakken 1 (CKV), wordt de beoordeling eveneens uitgedrukt in een cijfer op één decimaal nauwkeurig van 1 tot en met 10. Daarna dient deze beoordeling te worden omgezet in: onvoldoende (5,4 of lager), voldoende (5,5 tot en met 7,4) of goed (7,5 en hoger). Voor de overige

(9)

9 handelingsdelen wordt de beoordeling uitgedrukt in «onvoldoende» «voldoende» of

«goed».

Bij doubleren in klas 3 vervallen de resultaten van het examendossier met uitzondering van de keuzedelen behorende bij het beroepsgerichte vak het examendossier bevat dan in totaal 6 keuze vakken.

Bij doubleren in klas 4 vervallen de resultaten van het examendossier met uitzondering van de keuzedelen behorende bij het beroepsgerichte vak, kunstvakken 1 en maatschappijleer en de rekentoets 2F.

9. Het Centraal Examen

Alle vakken hebben een CE, behalve de beschermde vakken:

Maatschappijleer Kunstvakken 1 (CKV) Lichamelijke opvoeding 1 Kunstvakken 1 (CKV)

Binnen het gemeenschappelijk deel van de leerwegen is kunstvakken 1 een verplicht examenonderdeel.

Kunstvakken 1 kent alleen een schoolexamen, geen centraal examen. Leerlingen krijgen voor kunstvakken 1 geen cijfer op hun cijferlijst, maar de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’.

Kunstvakken 1 wordt in klas 3 afgerond.

Maatschappijleer

Ook dit vak kent geen centraal examen, alleen een schoolexamen.

Leerlingen krijgen voor maatschappijleer een cijfer dat als een volwaardig cijfer meetelt voor de zak/slaagregeling. Een onvoldoende eindcijfer voor maatschappijleer betekent vanzelfsprekend een onvoldoende op de eindlijst.

Een leerling die als eindresultaat voor het schoolexamen maatschappijleer een onvoldoende heeft, mag altijd een door de school te bepalen onderdeel herkansen.

Maatschappijleer wordt in klas 3 afgerond.

(10)

10 Beroepsgericht vak

Het beroepsgericht vak bestaat uit 2 delen met ieder een eigen cijfer

1. Het keuzevak, bestaande uit het gemiddelde van 4 keuzevakken. Dit cijfer gaat rechtstreeks naar de cijferlijst bij het diploma en kent dus geen Centraal Examen

2. Het profielvak, bestaande uit het gemiddelde cijfer van het gemidprofieldeelcijfer en het CSPE

Lichamelijke opvoeding

Evenals de overige twee beschermde vakken kent lichamelijke opvoeding geen centraal examen maar alleen een schoolexamen. Leerlingen krijgen voor lichamelijke opvoeding geen cijfer op hun cijferlijst, maar de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’. Aan het eind van het derde leerjaar moet de leerling de beoordeling 'voldoende' of 'goed' op zijn eindrapport hebben om te worden bevorderd naar klas 4. Als het vak in klas 4 niet ‘voldoende’ of ‘goed’ is afgerond mag de leerling geen vmbo-diploma ontvangen. Uiterste datum voor het afronden van het vak LO in klas 3 is 1 schoolweek voor de overgangsvergadering.

10. Uitleg cijferbepaling:

Weging:

Per toets en per praktische opdracht wordt de beoordeling uitgedrukt in cijfers op één decimaal nauwkeurig (voorbeeld: 6,3 ). Voor de vakken die geheel uit een handelingsdeel bestaan, wordt de beoordeling uitgedrukt in ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, of ‘goed’. In het vakspecifieke gedeelte van dit PTA wordt bij alle vakken de weging per toets en per praktische opdracht aangegeven.

Hoe komen de eindresultaten op het diploma tot stand:

Schoolexamen (SE) = alle mondelinge en schriftelijke toetsen, praktische opdrachten, handelingsopdrachten en oriëntatie op leren en werken

Het centraal examen ( CE )

Het centraal examen kan bestaan uit:

- een centraal schriftelijk examen / digitaal examen (CSE) voor de Algemene vakken - een centraal schriftelijk praktijk examen (CSPE) → voor de beroepsgerichte vakken - een centraal schriftelijk examen(CSE)

Het gaat om een digitale toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten, met behulp van informatie- en communicatietechnologie, beantwoorden.

. - een centraal schriftelijk praktijk examen (CSPE)

Dit is een combinatie van het centraal schriftelijk examen en het praktijkexamen. De leerling krijgt aan de hand van een praktijkopdracht ook enkele theoretische vragen over dit praktijkgedeelte.

Eindcijfer:

Basisberoepsgerichte leerweg en Kaderberoepsgerichte leerweg:

Eindresultaat = CS(P)E + SE 2 Cijfer

Het eindresultaat op de cijferlijst van het diploma wordt afgerond op hele getallen.

(11)

11 Voor de afronding wordt dus gekeken naar het eerste cijfer achter de komma.

Voorbeeld: 6,49 → 6,4 = eindcijfer 6 Wanneer is een leerling geslaagd in 2021

Slaag / zakregeling

Bij de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg krijgt een kandidaat zeven eindcijfers: voor Nederlands, Engels, twee sectorvakken, een

beroepsgericht cijfer voor het keuzevak, een beroepsgericht cijfer voor het profielvak en maatschappijleer.

Een leerling is geslaagd met;

∗ 1 x 5, rest voldoende

∗ 1 x 4, 1 x 7 of hoger, rest voldoende

∗ 2 x 5, 1 x 7 of hoger, rest voldoende Waarbij:

∗ Het beroepsgericht vak bestaat uit 2 delen met ieder een eigen cijfer

3. Het keuzevak, bestaande uit het gemiddelde van 4 keuzevakken. Dit cijfer gaat rechtstreeks naar de cijferlijst bij het diploma

4. niet lager dan het cijfer 4 is gehaald voor een of meerdere van de keuzevakken

5. Het profielvak, bestaande uit het gemiddelde cijfer van het gemiddelde profieldeelcijfer en het CSPE

∗ maatschappijleer meetelt met de examenvakken

∗ l.o. en kunstvakken 1 (CKV) voldoende of goed zijn afgesloten

∗ het handelingsdeel voldoende of goed is afgerond

∗ Het gemiddelde van alle onafgeronde, op het centraal examen (CE/CSPE) behaalde cijfers minimaal 5,5 is

∗ Voor het vak Nederlands minimaal het cijfer 5 is behaald

∗ Leerlingen zonder Wiskunde in het vakkenpakket hebben een rekentoets op niveau 2F afgelegd.

(12)

12 Herkansing

Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE)

Een leerling mag één keer het CSPE of een gedeelte daarvan herkansen.

Echter indien een leerling meerdere onderdelen herkanst, tellen al deze onderdelen mee in de nieuwe totaalscore van het CSPE. De hoogste totaalscore telt.

Centraal Schriftelijk Examen (CSE)

Een leerling mag één vak van het CSE herkansen. Het hoogste cijfer telt.

Vak op hoger niveau

Als een leerling gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot het afleggen van eindexamen in een vak op hoger niveau dan het niveau van de schoolsoort of leerweg van inschrijving (basis of kader), stelt de directeur de leerlingen de gelegenheid in dat vak alsnog het eindexamen af te leggen op het eigen niveau.

Dit kan onder de volgende voorwaarden:

1. De directeur heeft bepaald dat de voorlopige score in het eerste tijdvak dusdanig laag is dat het raadzaam is om het vak op het eigen niveau opnieuw te maken in het eerste tijdvak

2. De definitieve uitslag van het eerste tijdvak heeft als gevolg dat een leerling gezakt zou zijn als hij het vak op het hogere niveau zou handhaven. Hij krijgt dan de mogelijkheid dit vak in het tweede tijdvak te herkansen op het eigen niveau.

Het eindcijfer komt dan als volgt tot stand:

Voor basisleerlingen: SE (schoolexamen) KB +CE (centraal examen) BB =eindcijfer BB 2

Voor kaderleerlingen: SE (schoolexamen) TL +CE (centraal examen) KB =eindcijfer KB 2

VMBO BB leerwerktraject:

Een leerling is geslaagd als hij/zij:

∗ Voor het vak Nederlands een 6 of hoger heeft behaald

∗ Voor het gemiddelde van alle beroepsgerichte keuzevakken een 6 of meer heeft behaald

∗ Niet lager dan het cijfer 4 is gehaald voor een of meerdere van de keuzevakken.

∗ Voor het profielvak een 6 of meer heeft behaald

∗ Leerlingen hebben een rekentoets op niveau 2F afgelegd

(13)

13 Herkansing

Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE)

Een leerling mag één keer het CSPE of een gedeelte daarvan herkansen.

Echter indien een leerling meerdere onderdelen herkanst, tellen al deze onderdelen mee in de nieuwe totaalscore van het CSPE. De hoogste totaalscore telt.

Centraal Schriftelijk Examen (CSE)

Een leerling mag één vak van het CSE herkansen. Het hoogste cijfer telt.

11.Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet neemt de directeur in overleg met het betreffende teamleider en /of examensecretaris een beslissing.

N.B.

In dit PTA staan slechts de hoofdlijnen van de regelgeving vermeld. Voor de uitgebreide regelgeving verwijzen wij naar het Examenreglement wat ter inzage ligt bij de directie, administratie en het examensecretariaat en daarnaast is terug te vinden op: www.vandermeijcollege.nl

(14)

PTA Economie Kader Leerjaar 4 2021

Periode Code Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen? Toetsvorm, -

duur en code Herkansb ja/nee? aar

Weging

1

EC/K/1 EC/K/2 EC/K/3 EC/K/4A EC/K/4B

Exameneenheid

Oriëntatie op leren en werken Basisvaardigheden

Consumptie

Consumptie en consumentenorganisaties.

Hoofdstuk 1: Hoe consumeer jij?

Hoofdstuk 2: Geld moet rollen!

Schriftelijke toets 40 min

Eck41

Ja 2

1

EC/K/1 EC/K/2 EC/K/3 EC/K/5A EC/K/5B

Exameneenheid

Oriëntatie op leren en werken Arbeid en productie

Arbeid en bedrijfsleven

Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst.

Hoofdstuk 4: Aan het werk! Schriftelijke toets

40 min Eck42

Ja 2

2 EC/K/1 EC/K/2 EC/K/3 EC/K/7

Exameneenheid

Oriëntatie op leren en werken Basisvaardigheden

Internationale ontwikkelingen

Hoofdstuk 5: Nederland handelsland!

Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd? Schriftelijke toets 40 min

Eck43

Ja 2

2 EC/K/1 EC/K/2 EC/K/3

Exameneenheid

Oriëntatie op leren en werken Basisvaardigheden

Consumptie

Arbeid en productie.

Internationale ontwikkelingen

Hoofdstuk 1: Hoe consumeer jij?

Hoofdstuk 2: Geld moet rollen!

Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst.

Hoofdstuk 4: Aan het werk!

Hoofdstuk 5: Nederland handelsland!

Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd?

Schriftelijke toets 40 min

Eck44

Ja 2

2 EC/K/1 EC/K/2 EC/K/3 EC/K/6

Exameneenheid

Oriëntatie op leren en werken Basisvaardigheden

Leervaardigheden in het vak economie Overheid en bestuur

Eigen onderzoek en bevindingen overheid en bestuur.

Beoordelingsschema krijg je bij uitdelen van de opdracht.

HO

100 minuten Eck45

Ja o/v/g

(15)

Berekening cijfer schoolexamen:

(Eck41 * 2 + Eck42 * 2 + Eck43 * 2 + Eck44 * 2) / 8 = cijfer SE vak Pta is onder voorbehoud van wijzigingen in de sylabus.

Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

(16)

PTA Engels BB en KB 2020 klas 4

Periode Code Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm , -duur en

code

Herkansing

ja/nee? Weging

1

MVT

K2/K3/K4 /K5

De leerling kan de Nederlandse of Engelse vertaling van woorden uit het hoofdstuk geven in een context. Tevens kan de leerling de expressions van de unit in het Engels weergeven en gebruiken in een context daarnaast kan de leerling de grammatica van het hoofdstuk op een juiste manier in een context toepassen.

Bij ieder hoofdstuk wordt daarnaast de vaardigheid die dat hoofdstuk centraal stelt getoetst.

Unit test 1/2: woorden, zinnen, grammatica en lees- en

luistervaardigheid

Schriftelijk, 50 min EN301

Ja* 2

1

MVT

K1/K5

De leerling kan kijken en luisteren naar een Engelstalig programma gelieerd aan de eigen sector van de leerling. De leerling beantwoordt meerkeuze/open vragen over het programma

Module listening: kijk-en luistertoets,

gelieerd aan de eigen sector Schriftelijk, 100 min EN302

Nee 2

2 MVT

K1/K5/K7

De leerling kijkt een film gelieerd aan de eigen sector na aanleiding van de film maakt de leerling een werkstuk en schrijft een brief aan een van de

hoofdpersonen.

Module writing: brief en report n.a.v. film, gelieerd aan de eigen sector

Schriftelijk, 100 min EN401

Nee 2

2 MVT

K2/K3/K4 /K5

De leerling kan de Nederlandse of Engelse vertaling van woorden uit het hoofdstuk geven in een context. Tevens kan de leerling de expressions van de unit in het Engels weergeven en gebruiken in een context daarnaast kan de leerling de grammatica van het hoofdstuk op een juiste manier in een context toepassen.

Bij ieder hoofdstuk wordt daarnaast de vaardigheid die dat hoofdstuk centraal stelt getoetst.

Unit 3 test: woorden, zinnen,

grammatica en leesvaardigheid Schriftelijk, 50 min EN403

Ja *

2

2 MVT

K1/K6/K7

De leerling maakt een vakoverstijgende opdracht niet gelieerd aan de sector en

presenteert deze door middel van een powerpointpresentatie in het Engels. Module speaking: vakoverstijgende

opdracht & presentatie schriftelijk&

mondeling 100 min EN404

Nee 2

Berekening cijfer schoolexamen:

(EN301 * 2) + (EN302 * 2) + (EN401* 2) + (EN403 * 2) + (EN404 * 2) + (EN405 * 2) / 10 = cijfer SE vak

(17)

ja* Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

verklaring eindtermen:

K1 - oriëntatie op leren en werken K2 -basisvaardigheden

K3 - leervaardigheden in de moderne vreemde talen K4 - leesvaardigheid

K5 - luister- en kijkvaardigheid K6 - gespreksvaardigheid

K 7 - schrijfvaardigheid

(18)
(19)

PTA EN TL 4 2020

Periode Code Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen? Toetsvorm, -duur

en code Herkansing

ja/nee? Weging

1

MVTK2/K3/

K4/K5

De leerling kan de Nederlandse of Engelse vertaling van woorden uit het hoofdstuk geven in een context. Tevens kan de leerling de expressions van de unit in het Engels weergeven en gebruiken in een context daarnaast kan de leerling de grammatica van het hoofdstuk op een juiste manier in een context toepassen.

Bij ieder hoofdstuk wordt daarnaast de vaardigheid die dat hoofdstuk centraal stelt getoetst.

Unit test 1/2: woorden, zinnen, grammatica en lees- en

luistervaardigheid

Schriftelijk 50 min.

EN301

ja* 2

1

MVTK1/K5/

K7

De leerling kan kijken en luisteren naar een Engelstalig programma gelieerd aan de eigen sector van de leerling. De leerling beantwoordt meerkeuze/open vragen over het programma.

Module listening: kijk-en luistertoets,

gelieerd aan de eigen sector Schriftelijk 100 min.

EN302

nee 2

1

MVTK1/K5/

K7

De leerling kijkt een film gelieerd aan de eigen sector na aanleiding van de film maakt de leerling een werkstuk en schrijft een brief aan een van de

hoofdpersonen.

Module writing: brief en report n.a.v. film, gelieerd aan de eigen sector

Schriftelijk 100 min.

EN401

nee 2

2

MVTK2/K3 /K4/K5

De leerling kan de Nederlandse of Engelse vertaling van woorden uit het hoofdstuk geven in een context. Tevens kan de leerling de expressions van de unit in het Engels weergeven en gebruiken in een context daarnaast kan de leerling de grammatica van het hoofdstuk op een juiste manier in een context toepassen.

Bij ieder hoofdstuk wordt daarnaast de vaardigheid die dat hoofdstuk centraal stelt getoetst.

Unit 3 test: woorden, zinnen, grammatica en leesvaardigheid

Schriftelijk 50 min.

EN403

ja* 2

2

MVTK4/K6/

K7

De leerling leest een Engelstalig boek naar eigen keuze uit de boekenlijst van de staatsexamens en maakt hierover een werkstuk en presenteert deze door middel van een Power Point/Prezi in het Engels

Module speaking: vakoverstijgende opdracht & presentatie

Schriftelijk &

mondeling 15 min.

EN 405

nee 2

ja* Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

(20)

Berekening cijfer schoolexamen:

(toetsnaam * weging) + (toetsnaam * weging) + (toetsnaam * weging) / weging totaal = cijfer SE vak (toets1 * 1)+(toets 2 * 2) +toets 3 * 4) / 7 = eindcijfer

Pta is onder voorbehoud van wijzigingen in de syllabus als deze niet is vastgesteld.

verklaring eindtermen:

K1 - oriëntatie op leren en werken K2 -basisvaardigheden

K3 - leervaardigheden in de moderne vreemde talen K4 - leesvaardigheid

K5 - luister- en kijkvaardigheid K6 - gespreksvaardigheid

K 7 - schrijfvaardigheid

(21)

PTA - Lichamelijke Opvoeding – Periode 1 + 2 – Leerjaar 3 2020

Periode Code* Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm , -duur en

code

Herkansing

ja/nee? Weging

1

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/4

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

(bal)spel, atletiek, doel- en

trefbalspelen LO/PO3-1 Nee 1

1

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/4 LO1/K/5

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

(net)spel, turnen LO/PO3-2 Ja 1

2

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Bewegen op muziek, atletiek,

zelfverdediging LO/PO3-3 Nee 1

2 LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/4 LO1/K/7

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Atletiek, (bal)spel LO/PO3-4 Nee 1

Berekening cijfer schoolexamen:

(K1 * 1) + (K2 * 1) + (K3 * 1) + (K4 * 1) / 4 = cijfer SE vak Pta is onder voorbehoud van wijzigingen in de sylabus.

Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

(22)

PTA - Lichamelijke Opvoeding – Periode 1 + 2 – Leerjaar 4 2020

Periode Code* Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm , -duur en

code

Herkansing

ja/nee? Weging

1

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/4

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Atletiek, spel (doelspelen) LO/PO4-1 Nee 1

1

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/4 LO1/K/5 LO1/K/7

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Turnen, atletiek, spel (doelspelen) LO/PO4-2 Ja 1

2

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/8

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Zelfverdediging LO/PO4-3 Nee 1

2

LO1/K/1 LO1/K/2 LO1/K/3 LO1/K/9

Competentie zelfstandig werken Competentie samenwerken

Competentie omgaan met winst en verlies

Competentie hulpvaardig en actief meedoen in de les

Alle competenties worden in overleg met de leerling beoordeeld op O/M/V/G.

Organiseren LO/PO4-4 Nee 1

Berekening cijfer schoolexamen:

(K5 * 1) + (K6 * 1) + (K7 * 1) + (K8 * 1) / 3 = cijfer SE vak Pta is onder voorbehoud van wijzigingen in de sylabus.

Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

(23)

*Hierbij de betekenis van de codes, afkomstig van: https://www.examenblad.nl/examenstof/lichamelijke-opvoeding-vmbo-2/2021/f=/lichamelijke_oefening1.pdf LO1/K/1 Oriëntatie op leren en werken

LO1/K/2 Basisvaardigheden

LO1/K/3 Leervaardigheden in het vak lichamelijke opvoeding LO1/K/4 Spel

LO1/K/5 Turnen

LO1/K/6 Bewegen op muziek LO1/K/7 Atletiek

LO1/K/8 Zelfverdediging

LO1/K/9 Actuele bewegingsactiviteiten

(24)

pta Nederlands – 4

e

klas basis en kader 2020-2021

Periode Naam/code Eindtermen/deeltaken

Wat moet je kennen/kunnen? Inhoud onderwijsprogramma: wat ga je

hiervoor doen? Toetsvorm,

duur, code Herkansbaar

ja/nee* Weging

3 Woordenschat

K/2 K/3**

-de betekenis van de woorden van de woordenlijst

Schooltaalwoorden kennen en herkennen

-de betekenis van de woorden van de verklarende

woordenlijst examentermen uit de Theoriebundel kennen en herkennen

-oefeningen maken

-de woorden en hun betekenis leren

-schriftelijk, digitaal -50 minuten

NE4BK01

Ja* 1

3 Theorietoets

K/2 K/3 K/4 K/5 K/6 K/7**

-de theorie voor het vak

Nederlands kennen, herkennen en omschrijven (begrijpend lezen, schrijven, spelling, kijk- en luistervaardigheid)

-de theorie uit de Theoriebundel Nederlands leren

-de theorie toepassen bij de diverse onderdelen (begrijpend lezen, kijken en luisteren, spelling)

-schriftelijk, digitaal -50 minuten

NE4BK02

Ja* 1

3 Bloktoets

begrijpend lezen + schrijven

-begrijpend lezen:

*hoofd- en bijzaken

*tekstdelen en deelonderwerpen

-teksten lezen

-vragen beantwoorden -begrippen leren

-schriftelijk, digitaal -70 minuten

Ja* 3

(25)

K/2 K/3 K/6**

K/1 K/2 K/7**

-schrijven:

*zakelijke e-mail

-theorie leren

-schrijfopdrachten maken -nabespreken

-diverse verwerkingsopdrachten (o.a.

spellen)

NE4BK03

(26)

4 Fictie

K/2 K/3 K/5 K/8**

-begrippenlijst

-keuzeopdracht maken -poëzieopdracht maken

-fictie lezen

-spreken over fictie -verwerkingsopdrachten

-dossier (schriftelijk) -duur: het gehele leerjaar -het

beoordelingsfo rmulier wordt meegegeven met de opdracht NE4BK04

Ja* 1

4 Gespreksvaardigheid K/1 K/2 K/3 K/5**

-intakegesprek voeren -gespreksvaardigheidsopdrachten -mondeling -15 minuten NE4BK05

nee 1

**verklaring eindtermen:

K1 - oriëntatie op leren en werken K2 -basisvaardigheden

K3 - leervaardigheden voor het vak Nederlands K4 - luister- en kijkvaardigheid

K5 - spreek- en gespreksvaardigheid K6 - leesvaardigheid

K7 - schrijfvaardigheid K8 - fictie

De complete syllabus is te vinden op: https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2020-nederlands-vmbo

* Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

Berekening cijfer schoolexamen:

(NE4BK01 * 1) + (NE4BK02 * 1) + (NE4BK03 * 3) + (NE4BK04 * 1) + (NE4BK05 * 1) / 7 = cijfer SE vak

Versie 22-09-2020

(27)

PTA Rekenen Klas 4 Basis en Kader

Periode Code Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm, -duur en

code

Herkansing

ja/nee? Weging 1

Domein3 Meten en meetkunde Lesstof boek startrekenen deel B

Hoofdstuk 10 tot en met 15 S, 40 min,

RE3B01 ja

1

1

Domein 4 Verbanden Lesstof boek startrekenen deel B

Hoofdstuk 16 tot en met 18 S, 40 min,

RE3B02 ja

1

1/2

Domein

1,2,3,4 Rekenen in relatie tot beroepsvak Lesstof stencils rekenen in beroepsgerichte vak.

Afsluiten met praktijkopdracht rekenen in beroepsgerichte vak

P, Variabel

RE4B03 ja

1

2 Domein

1,2,3,4 Eindtoets rekenen 2F Lesstof Alle lesstof met betrekking

tot rekenen S, 40 min,

RE3B04 ja 1

1 /2 Domein

1,2,3,4 Beter Rekenen Opdrachten maken van

www.beterrekenen.nl

2 keer schermafbeelding inleveren met met per afbeelding 20 dagen met minimaal 25% score per dag

Variabel, HO, RE405

Ja O/V/G

Berekening cijfer schoolexamen:

(RE3B01 * 1)+(RE3B02 * 1) + (RE3B03 * 1)+ (RE3B04 * 1) / 4 = eindcijfer Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

(28)
(29)

PTA Wiskunde 4 Kader 2020-2021

Periode Code Eindtermen / deeltaken:

wat moet je kennen en kunnen? Inhoud onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen? Toetsvorm, -duur en

code

Herkan sing ja/nee?

Weging

1

WI/K/

2 WI/K/

4 WI/K/

6

Grafieken en vergelijkingen en Vlakke

meetkunde Hoofdstuk 1 en 2 Schriftelijk

50 min W4K1

ja 2

1

WI/K/

2 WI/K/

4 WI/K/

5

Machtsverbanden en Rekenen Hoofdstuk 4 en 5 Schriftelijk

50 min W4K2

ja 2

2 WI/K/

2 WI/K/

4 WI/K/

6

Goniometrie en Exponentiële

formules Hoofdstuk 6 en 7 Schriftelijk

50 min W4K3

ja 2

2 WI/K/

3 WI/K/

4 WI/K/

5 WI/K/

6

Syllabus Proefexamen Schriftelijk

digitaal 120 min W4K4

nee 1

(30)

2 WI/K/

2 WI/K/

6 WI/K/

7

Ruimtemeetkunde en

Informatieverwerking Hoofdstuk 8 en 3 Schriftelijk

50 min W4K5

nee 2

2 WI/K/

1 WI/K/

2 WI/K/

3 WI/K/

8

Leervaardigheden in het vak

wiskunde Beoordelingscijfer Schriftelijk,

mondeling of praktisch aan de hand van een rubric W4K6

nee 2

Berekening cijfer schoolexamen:

((W4K1 * 2) + (W4K2 * 2) + (W4K3 * 2) + (W4K4 * 1) + (W4K5 * 2) + (W4K6 *2)) / 11 = cijfer SE wiskunde klas 4 Aan het eind van elk schooljaar mag er 1 herkansbare toets herkanst worden.

Pta is onder voorbehoud van wijzigingen in de syllabus.

(31)

PTA HBR profiel: De Bakkerij KB 2019-2021

Periode Code Eindtermen: wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm Herkansing

ja/nee? Weging

Leerjaar 3+4

3e leerjaar

Schoolexamen de bakkerij bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Stage

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Stage

Theorie

Theorie

Praktijk

Handelings- opdracht

Nee

Nee

Nee

Ja

1

1

2

O/V/G

Leerjaar 3+4

4e leerjaar

Schoolexamen de bakkerij bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Stage

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Stage

Theorie

Theorie

Praktijk

Handelings- opdracht

Nee

Nee

Nee

Ja

1

1

2

O/V/G

(32)

Woorden P/HBR/2.1 t/m

P/HBR/2.2.7

Theorie:

K/HBR/2.1

K/HBR/2.1.1

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan het beheer van bakkerijproducten.

De kandidaat kan:

1. Trends en ontwikkelingen volgen en toepassen

2. Assortiment beheren

3. Productie van bakkerijproducten plannen en organiseren

4. Grondstoffen, ingrediënten en tussenproducten beheren 5. Wet- en regelgeving toepassen

Deeltaak:

Trends en ontwikkelingen volgen en toepassen.

De kandidaat kan:

1. Bronnen noemen waarin informatie gegeven wordt over trends en ontwikkelingen binnen de bakkerij

2. De informatie herkennen en verwerken 3. Omzetten naar voorstellen van het

assortiment

4. Factoren herkennen en benoemen, die een gast/klant doen besluiten een bedrijf te kiezen waar hij zijn product koopt

(33)

K/HBR/2.1.2

K/HBR/2.1.3

K/HBR/2.1.4

Praktijk:

Deeltaak:

Assortiment beheren.

De kandidaat kan:

1. Assortiment herkennen en benoemen 2. Algemene kenmerken en eisen (voor

specifieke bedrijven en bedrijfstakken).

Deeltaak:

Productie van bakkerijproducten plannen en organiseren.

De kandidaat kan:

1. De kenmerken van een goede planning en organisatie omschrijven

2. De receptuur van meerdere bakkerijproducten omzetten naar een werkplanning

Deeltaak:

Grondstoffen, ingrediënten en tussenproducten beheren

De kandidaat kan:

1. Kenmerken en eigenschappen van de gangbare grondstoffen en tussenproducten herkennen en benoemen en de kwaliteit beoordelen.

2. Voorraadbeheer benoemen en uitvoeren

Deeltaken:

Een bijdrage leveren aan het vervaardigen van

(34)

K/HBR/2.2 bakkerijproducten De kandidaat kan:

1. Receptuur hanteren voor het vervaardigen van bakkerijproducten

2. Apparatuur, gereedschappen en machines gebruiken en onderhouden

3. Schoonmaken en (voor)bewerken van grondstoffen, ingrediënten en

tussenproducten

4. Vervaardigen en verwerken van bakkerijproducten

5. Bakkerijproducten afwerken, decoreren en presenteren

6. Economisch en duurzaam omgaan met grondstoffen, gas, water en elektra

(35)

PTA HBR profieldeel De Keuken: KB 2019-2021

Periode Code Eindtermen: wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm Herkansing

ja/nee? Weging

Leerjaar 3+4

3e leerjaar

Schoolexamen de keuken bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

Leerjaar 3+4

4e leerjaar

Schoolexamen de keuken bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

(36)

Woorden P/HBR/3.1 t/m

P/HBR/3.2.7

Theorie:

K/HBR/3.1

K/HBR/3.1.1

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan het beheer van horecaproducten.

De kandidaat kan:

1. Trends en ontwikkelingen volgen en toepassen

2. Assortiment beheren

3. Productie van bakkerijproducten plannen en organiseren

4. Grondstoffen, ingrediënten en tussenproducten beheren

Deeltaak:

Trends en ontwikkelingen volgen en toepassen.

De kandidaat kan:

1. Bronnen noemen waarin informatie gegeven wordt over trends en ontwikkelingen binnen de horeca

2. De informatie over trends en ontwikkelingen binnen de Horeca herkennen

3. De informatie over trends en ontwikkelingen binnen de Horeca herkennen en verwerken 4. De informatie over trends en ontwikkelingen

(37)

K/HBR/3.1.2

K/HBR/3.1.3

binnen de Horecaomzetten naar voorstellen voor het doen van aanpassingen van het assortiment

5. factoren herkennen en benoemen, die een gast doen besluiten een bedrijf te kiezen waar hij zijn product koopt. het gaat hier om:

-uitstraling bedrijf, personeel - duurzaamheidsconcept

- prijs/bereikbaarheid/uitstraling, - aanbieding/gemak

Deeltaak:

Assortiment beheren.

De kandidaat kan:

1. Assortiment herkennen en benoemen 2. Algemene kenmerken en eisen (voor

specifieke bedrijven en bedrijfstakken).

Deeltaak:

Productie van horecaproducten plannen en organiseren.

De kandidaat kan:

1. De kenmerken van een goede planning en organisatie omschrijven

- de eisen die aan een planning gesteld worden - de eisen die aan een goede routing gesteld worden

2. De receptuur van meerdere gerechten

(38)

K/HBR/3.1.4

omzetten naar een werkplanning

- op basis van gegeven receptuur (en. op basis van beheersing van de benodigde bereidingstechnieken) - op basis van de informatie over tijdstip van

bereiding en tijdstip van serveren

- bij het maken van de planning rekening houden met de eisen van systematisch en economisch werken (efficiënte productievoortgang)

Deeltaak:

Grondstoffen, ingrediënten en tussenproducten beheren

De kandidaat kan:

1. Kenmerken en eigenschappen van de gangbare grondstoffen en tussenproducten herkennen en benoemen en de kwaliteit beoordelen.

2. Voorraadbeheer benoemen en uitvoeren - aan welke eisen een levering van grondstoffen en producten moet voldoen

- aan welke eisen de opslag van geopende verpakkingen moet voldoen

- aan welke eisen de opslag van overgebleven grondstoffen en producten moet voldoen

- in welke gevallen een product niet meer verwerkt of verkocht mag worden

- hoe volgens de HACCP- richtlijnen gewerkt moet worden bij het voorraad beheer

3. voorraadbeheer uitvoeren, het gaat hier om:

- een levering van grondstoffen en producten controleren

- een levering van grondstoffen en producten opslaan

- signaleren welke opgeslagen grondstoffen en

(39)

Praktijk:

K/HBR/3.2

producten weggegooid moeten worden en dit administratief verwerken

Deeltaken:

Een bijdrage leveren aan het vervaardigen in een horecagelegenheid

De kandidaat kan:

1. Receptuur hanteren voor het vervaardigen van horecaproducten

2. Apparatuur, gereedschappen en machines gebruiken en onderhouden, volgens de voorgeschreven procedures

3. Schoonmaken en (voor)bewerken van grondstoffen, ingrediënten en

tussenproducten

4. Bereiden en verwerken van tussenproducten en gerechten

5. Doorgeven, afwerken, garneren / presenteren van gerechten

6. Economisch en duurzaam omgaan met grondstoffen, gas, water en elektra

(40)

PTA HBR profiel: Gastheerschap KB 2019-2021

Periode Code Eindtermen: wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm Herkansing

ja/nee? Weging

Leerjaar 3+4

3e leerjaar

Schoolexamen gastheerschap bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

Leerjaar 3+4

4e leerjaar

Schoolexamen gastheerschap bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

(41)

Woorden P/HBR/1.1 t/m P/HBR/1.4.

4 Theorie P/HBR/1.1

P/HBR/1.2

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan de bedrijfsvoering in een Horeca-, Bakkerij- en Recreatieomgeving

De kandidaat kan:

2. bedrijfsdoelstellingen en bedrijfsformules vormgeven en realiseren

4. bedrijfstypen en bedrijfsformules benoemen 5. administratieve handelingen,

frontofficehandelingen en

betalingswerkzaamheden uitvoeren

6. de prijs bepalen van de te leveren diensten en producten

7. offertes vergelijken en opstellen

9. promotionele activiteiten opzetten en uitvoeren 10. de marketingmix gebruiken, de

marketinginstrumenten toepassen

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan een aangenaam verblijf en de verzorging van gasten

De kandidaat kan:

4. anticiperen en inspelen op vragen, opmerkingen en problemen van gasten

5. een gastenverblijf inrichten, rekening houdend met het concept/formule van het bedrijf

6. een menu en drankenkaart maken en bijhouden

(42)

P/HBR/1.4

Praktijk P/HBR/1.1

P/HBR/1.2

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan het serveren van kleine gerechten en dranken

De kandidaat kan:

3. sociale hygiëne signaleren en melden

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan de bedrijfsvoering in een Horeca-, Bakkerij- en Recreatieomgeving

De kandidaat kan:

2. bedrijfsdoelstellingen en bedrijfsformules vormgeven en realiseren

5. administratieve handelingen, frontofficehandelingen en

betalingswerkzaamheden uitvoeren

9. promotionele activiteiten opzetten en uitvoeren

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan een aangenaam verblijf en de verzorging van gasten

(43)

P/HBR/1.3

P/HBR/1.4

De kandidaat kan:

1. gasten ontvangen 2. gasten plaatsen

3. vertrek van gasten begeleiden

4. anticiperen en inspelen op vragen, opmerkingen en problemen van gasten

7. bestelling opnemen

8. draag- en serveermethoden uitvoeren 9. debarrasseren

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan het uitvoeren van dagelijkse facilitaire werkzaamheden

De kandidaat kan:

1. apparatuur, gereedschappen en machines in de accommodatie(s) schoonmaken en onderhouden 2. mastiek maken, service gereed maken van de

gastenruimtes binnen en buiten Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan het serveren van kleine gerechten en dranken

De kandidaat kan:

1. het bedrijfsconcept/formule van een gastenverblijf en eetgelegenheid uitdragen 2. dranken, enkelvoudige gerechten en snacks

serveren

3. sociale hygiëne signaleren en melden

Voor het uitvoeren van de taak beheerst de kandidaat de onderliggende voorwaardelijke kennis en

vaardigheden.

(44)
(45)

PTA HBR profiel: Recreatie KB 2019-2021

Periode Code Eindtermen: wat moet je kennen en kunnen? Inhoud

onderwijsprogramma;

wat ga je hiervoor doen?

Toetsvorm Herkansing

ja/nee? Weging

Leerjaar 3+4

3e leerjaar

Schoolexamen Recreatie bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

Leerjaar 3+4

4e leerjaar

Schoolexamen Recreatie bestaat uit:

Woorden en begrippen toets

Theorie

Praktijk

Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een SO (telt 1x mee) Cijfer SO

De behandelde theorie Dit cijfer is opgebouwd uit 1x een toets (telt 2x mee) Cijfer proefwerk

Dit cijfer is opgebouwd uit 2 praktijkbeoordelingen waarbij wordt beoordeeld op: hygiëne, planning, veiligheid, inzet en techniek. Cijfer (P1+P2):2

Theorie

Theorie

Praktijk

Nee

Nee

Nee

1

1

2

(46)

Woorden P/HBR/4.1 t/m P/HBR/4.1.

9

Theorie en Praktijk P/HBR/4.1 t/m P/HBR/4.1.

9

Deeltaak:

Een bijdrage leveren aan de uitvoering van recreatieve activiteiten

De kandidaat kan:

1. Op (specifieke) belangstelling voor recreatie en ontspanningsmogelijkheden voor gasten

inspelen.

2. Assisteren bij promotionele activiteiten en deze mee helpen ontwikkelen

3. Recreatiemogelijkheden voor gasten organiseren, regelen en begeleiden 4. Assisteren bij het inschakelen van

organisatiebureaus, entertainmentbureaus en vervoerders

5. Assisteren bij inschrijvingen en bij het betalingsverkeer van activiteiten

6. Assisteren bij de catering voor en rondom activiteiten

7. Sociale hygiëne signaleren en melden

(47)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In voorgaande jaren is gebleken dat scholen vragen hebben over wat ten aanzien van woordenboekgebruik mogelijk en toegestaan is. Bij de moderne vreemde talen is een woordenboek

2.3 Het schoolexamen vindt plaats door middel van één of meer van de volgende toetsen: schriftelijke toetsen, mondelinge toetsen, spreekbeurten, luistertoetsen, praktische

In het programma van leerjaar 3 en 4 zijn toetsen en opdrachten opgenomen die meetellen voor het eindexamen; deze onderdelen vormen samen het schoolexamen (SE).. Het gemiddelde