De invloed van wachttijden in de
curatieve sector op de duur van het ziekteverzuim
J.T. van Woldei
Summary
Waiting-periods in institutional medical care in Holland are known to contribute substantially to sickness absence. However, until now costs ofthis absence can only be roughly estimated.
Most estimations rely on data obtained in the 1970-1980 period and are thought not to be valid any more. Monitoring waiting- periods is also difficult because no instruments are readily availa- ble.
This study was performed to develop such an instrument and to get a first impression ofwaiting-periods in 1993. Results show that the financial impact of waiting-periods is much less than commonly estimated, although our results are probably biased by the nature ofthe population we investigated: health care-wor- kers.
lnleiding
De wachttijdenproblematiek is een complexe materie
waarin tal
van actoren met uiteenlopende belangenzijn
betrokken (Kroonen, 1992). De uerzeherde betaalt premie om verzekerd te zijn van(tijdige) zorgin
gevalvan
zlekte, maarblijkt in
depraktijk
vaak lang te moeten wachten op een medische behandeling. De ziehtehostenuerzeheraar draagt zorg voor (tijdige) hulpverlening ingeval van ziek- te.Deze zorgplicht is tegen betaling uitbesteedaanzoÍg-
verleners, waaronder de curatieve sector. De uituoerings- orgønen sociøle uerzeheringswetten dragen zorg voor deuitkering.
De arbo-d,iensúer¿ hebben een controlerende en begeleidendetaak in
geval van ziekte van een werkne- mer. De werhgever betaalt meer zw-premie dan zonderwachttijden
het geval zott zijn, Sedertl januari
1993wordt premiedifferentiatie
toegepast, de ziektewetpremie ishierbij
gekoppeld aan het ziekterisico. Ookdraait
de werkgever op voor loondoorbetalingin
geval van ziekte gedurende de eerste 2of6
weken. Het is dusin
het belang van de werkgever dat de wachttijden zokort mogelijk zijn.
De zorgaanbied,er verleent medische, maar als gevolg vanwachttijden, in
een aantal gevallen gééntijdige hulp in
geval van ziekte.Dehuisarts verwijst
vaak door zonder goed rekening te (kunnen) houden met regionale verschil- lenin
wachttijden. De specio.list is financieel gebaatbij
een'voorraadkamer wachtende patiénten'waaruit hij zijn
inkomsten kan putten. De ouerheid stelt regels voor deuitvoering
van het sociale verzekeringspakket en (particu-liere)
ziektekostenverzekering vast, waarmeezij
sturendkan
optredenin
de wachttijdenproblematiek.Kennis over de wachttijden en de daarmee samenhangen- de materiële en immateriële kosten is van belang voor de (onderhandelings)positie die de verschillende
partijen in
de gehele wachttijdenproblematiek innemen. Voor de evc
1. nvc, afdeling Onderzoek en Statistiek, Utrechtseweg 30-32, Postbus 276, 37OO oe Zeist, tel. 03404-49649.
Tijdschrift
voor toegepaste Arbowetenschap 7 (19941 nr 3is deze kennis van grote waarde
bij
het nemen van beslis- singen over de deelname aan en financiering van projec- ten en experimenten terverkorting
van wachttijden. De algemene veronderstelling die aan het onderzoek ten grondslagligt
is datwachttijden
een verlengend effect hebben op de duur van het ziekteverzuim. Hierdoorkeert
de bedrijfsvereniging meer
uit
dan zonder wachttijden het geval zou zijn. Deze extra uitgaven worden weer doorbere- kendin
de zw-premie waarvoor hoofdzakelijk de werkge- ver opdraait. Bovendien bestond het vermoeden dat lang- durig zieke zw-verzekerden door wachttijden een verhoog- de kans hebben omin
de wAo te belanden.In dit
kader zouden wachttijdenin
de gezondheidszorg ook kunnen worden beschouwd als een obstakelbij
de inspanningen om te komen tot beheersing van het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Door het ontbreken van actuele onderzoeksgegevens werdin
de discussies tussen de diverse betrokkenpartijen
over het ziekteverzuim stan- daard uitgegaan van 207o die zou worden veroorzaakt door wachttijdenin
de curatieve sector. Men baseerde zichhierbij
op een tweetal onderzoeken, t.w. een onder- zoek van Tordoir (c.s.) datin
1978 onder 862langdurig
zieke cAt<-verzekerdenin
de randstad werd uitgevoerd en een onderzoek van gelijkestrekking
datin
1983 door Soe- ters onder 213 ziekteverzuimers (waarvan 137 c¡x-verze- kerden, 35 van de zelfstandige bedrijfsverenigingen en 41 ambtenaren)in Limburg
werd gehouden (Soeters, 1983;Tordoir, 1978). Hoeveel geld met wachttijden vandaag de dag precies is gemoeid
bij
de bedrijfsvereniging(en), was echterniet
goed bekend. De schattingen voor de zw liepen uiteen van 200tot
40 miljoen gulden opjaarbasis. Een aantaÌ werkgeversorganisaties, uitvoeringsorganenen'de politiek'meenden
zelfs dat hetlandelijk
gezien nog wel meer zou z1jn.Zij
schatten de totale kosten op enkele 'honderdenmiljoenen'tot'een
paarmiljard'.
Om meerduidelijkheid
tekrijgen in
dezesituatie
is de nvc begin 1993 aangevangen met het wachttijdenonderzoek. Doel van dat onderzoek was meerinzicht
en recent cijfermate-37
riaal
over de wachttijdenproblematiek te verkrijgen en een onderzoeksmethode te ontwikkelen waarmee wacht-tijden
meer betrouwbaar dan voorheen het geval was, kunnen worden gemeten.Methode
Een uitgebreide
literatuurstudie,
overleg met(wachttijd)onderzoekers van diverse onderzoeksinstitu- ten, deelname aan symposia, een'pilot-onderzoek wacht-
tijden'waren
onderdeel van het ontwikkelingsprocestot
de inmiddels
landelijk
uitgevoerde methode voor het meten van wachttijden. Uitgangspuntbij
dat ontwikke- lingsproces was zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande(bedrijfs)infrastructuur
en informatiesystemen.In dit
kader isin
eersteinstantie
gezocht naar informatie- bronnenwaaruit
de benodigde wachttijdgegevens konden worden afgeleid.Uit
deze informatiebronnen-analyse bleek al spoedig dat betrouwbare wachttijdgegevens en technieken om wachttijden te meten een schaarsprodukt
was en dat het belangrijkste deel van de vereiste wacht- tijdgegevens het best door middel van een'eigenwachttij-
denpeiling' via verzekeringsgeneeskundigen onderhun
cliënten kon worden verkregen. Na een testfasein
Amsterdam is de methodelandelijk
vanstart
gegaan.Via
een netwerk van rayonmanagers en rayonverzekeringsge- neeskundigen is dewachttijdenpeiling bij
17 rayonkanto- ren van de bedrijfsvereniging (die verspreid over Neder- landzijn
gesitueerd) voorbereid.De meting zelf werd uitgevoerd door 77 verzekeringsge- neeskundigen die enige maanden de gegevens met betrek-
king tot
de wachttijden vanhun
cliënten bijhielden.In
hettotaal zijn
1026 aanmeldingen tweedelijn
verdeeld over 518 patiëntenin kaart
gebracht.Met
behulp van die gegevenszijn
de gemiddelde wachttijden naar type spe- cialisme, cliagnosegroep, regio, soortinstelling
en type doorverwijzing berekend. Ook is een raming gemaakt van de extra uitgaven-zw die metwachttijden
zijn gemoeid.De verzekeringsgeneeskundigen werden verzocht:
- In
een vooraf aangegeven periode op een door hemof
haar zelf aselect te kiezen dag, per verzekerde bezoeker die alin
contact is gekomen met de tweedelijn,
een 'enquêteformulier wachttijdenonderzoek'in
te vullen.-
Aan het eind van deze dag eenaantal
algemene gege- vens m.b.t. de wachttijden, op een bijgevoegd'verzamel-formulier'te
vermelden en alletot
clan toe ingevulde formulierenin
de bijgevoegde retourenvelop aan de onderzoeksafdelin g te retourneren.-
De resterende enquêteformulierenin
de daaropvolgen- de dagen op te gebruiken door per verzekerde cliënten die voor de eerste keerin
contact komt met de tweedeIijn,
een enquêteformulierin
tevullen
enin
het medisch dossierbij
te voegen.Bij
elk vervolgbezoek opdit formulier
de nieuwe gegevens te vermelden.- Bij
herstel ofbeëindiging van ziekte gevolgd door werk-hervatting
ofbij
instroom wAo,dit
enquêteformulier per post aan de onderzoeksafdeling van de uitvoerendeinstelling
te retourneren.Uit
de op deze manier verzamelde gegevens werden de wachttijdenvanuit
de optiek van de bedrijfsvereniging geanalyseerd.Het
zijn wachttijden waaraan de verzeker- denpopulatie (bij ziekte ofongeval, opniet
medische gron- den) onderhevig is, en als gevolg hiervan is onttrokken aan het arbeidsproces. De verkregen cijfers geven dus géénlandelijk
representatiefbeeld van de wachttijden waaraan de Nederlandse bevolking onderhevig is.Diagram 1: Weergave van de gemiddelde
wachttijd
per specialisme, weerg€gevenbij
lO waarnemingeno*r*uo,n*o-
Resultaten
Van alle personen die
bij
de verzekeringsartsen op bezoek kwamen (gemiddeld vierdeweeks ziekmeldingen) lnad 2IVo te maken metwachttijd
zoals die door de bedrijfsvereni- gingwordt
opgevat. De gemeten wachttijden onder de Bvc-verzekerde werknemers blekenin
veel gevallen kor-ter
danaanvankelijk
werd gedacht. De gemiddelde wacht-tijd
over alle werknemers die -bij
ziekte of een ongeval - een beroep doen op een behandelingin
de curatieve sec- tor, bedroeg 22 kalenderdagen.In
diagram 1zijn
de gemiddelde wachttijden per specialismein
beeld gebracht.Opgemerkt moet worden dat de betrouwbaarheid van de gemeten waarden sterk kan worden beïnvloed door het aantal waarnemingen per groep. Hoe minder waarnemin- gen des te groter
zijn
de betrouwbaarheidsmarges ofwel de matewaarin
toeval een rol kan spelen.Een overwegend grote standaard deviatie geeft aan dat de
individuele
scores (wachttijden)in
hoge mate van elkaar binnen dezelfde groep (specialisme) verschillen en afwij- ken van de gemiddelde gtoepswaarde (diagram 2).Hier-
door kan pasbij
een grote hoeveelheid waarnemingen de gemiddeldewachttijd
met een hoge mate van nauwkeu-righeid
worden vastgesteld. Alleen de groepen orthopedie en neurologie bleken significant (\Vo signífr.cantieniveau) van elkaar te verschillen (F = 1,91, p = 0,021). Op grond van deze analyseresultaten kon de veronderstelling dat dewachttijden
tussen de diverse specialismen onderling sig-nificant
verschillen, maar ten dele worden bevestigd. Ver- der werd geconstateerd dat meer dan 437o van alle wacht-tijd
ontstondbij
de specialismen orthopedie en neurologie.Diagram 2:
Wachttijdcijfers
per specialismeelism€ wãchttijd in daqen
Gen SEd D€v N som g
neurologie orthopedie overt9 chirurgi€
int€!ne geneeskunde psychiatEie gynaêcologie kno-heeI kunde caEdiol.ogie oogheelkunde reumatologie dermatologie utologi.e radlologie Ionq2iekte plastisch€ chlrurgie
99
r8,633,1 2AtAt6,1 16,922t5
251 A
22,7 6,8 3?,0 18,425tg t2,5L2t8 37,01,O
11 t7 50,025,0
24 t3 19, 5 20t1L9t2
10,02tt5
18,9 13,8 16, 5
2rt 4t 22t01 13,5S
?,38
?, 0s
l,3s8,0s 3,5t L,2*,1q 3,lr1,5t 1,5t,lt
,5S,1ß ,48
toteal qeniddeLd 21-4 453 t00,0s
(E=1,91, p=0.021) S
p E c I a
I I
c m e
Tijdschrift
voor toegepaste Arbowetenschap 7 (19941 nr. 3oveng 6,9%
revelidalìecenhrm
Diagram 3: Verdeling van
wachttijd
naarsoort instelling
Op dezelfde manier zijn wachttijden naar de aard van de aandoening (diagnosegroep), regio, soort
instelling
en type doorverwijzingin kaart
gebracht. Van allewachttijd trad
83Vo op
bij
aanmeldingen voor behandelingin
ziekenhui- zen (diagram 3),\OVo voor het stellen van diagnoses (dia- gram 4) en 47Vobij
aandoeningen van het bewegingsstel- sel.Er
konden overigens geen signiflcante verschillen tussen de diverse diagnosegroepen, soorteninstelling
en de regio waar men werd behandeld worden aangetoond.In
hettotaal
werd l4Vo van de ziekteduur van de onder- zochte verzekerden diein
behandeling warenbij
een of meer specialisten veroorzaakt doorwachttijd. Hieruit blijkt
dat wachttijdenin
de curatieve sector inderdaad een verzuimverlengend effect hebben. Op het totale ziek- teverzuim van de nvc-populatie bedraagtdit
effect echter nog geenBVo.Een globale raming van de extra uitkeringskosten die door
wachttijden
onder Bvc-verzekerden worden veroor- zaakt, bedraagt 31 miljoen opjaarbasis. Extrapoleren we de bevindingen naar eenlandelijk
cijfer dan komen weuit
op een bedrag van circa 300 miljoen gulden.
Duidelijk
is geworden dat de extra uitgaven zw die ontstaan doorwachttijden
aanmerkelijk lagerzijn
dan veelalwordt
voorgesteld.Discussie
Door toepassing van
deze'wachttijdenmonitor'is
het nu mogelijk om, op basis van actuele wachttijdcijfers, een'kostenplaatje'te
schetsen en die kosten blijvend te vol- gen. Voor de BVGlevert
dat eeninstrument
op dat kanbij-
dragen aan een evenwichtig beleid met betrekkingtot
de deelname aan projecten en experimenten terverkorting
Diagram 4: Verdeling vanwachttijd
naartype
doorverwij- zingvan de wachttijden. Het is een methode die - met kleine aanpassingen - ook
bij
andere uitvoeringsorganen, lande-lijk
kan worden toegepast. Voordeel van de ontwikkelde methode is dat op pragmatische wijze en met geringe kos- ten de wachttijden via het netwerk van verzekeringsart- sen of de arbo-diensten retrospectief kunnen worden gemeten.Er zijn
echter ook enkele beperkingen\{aarvan
men zich rekenschap moet geven. Een eerste beperking is hettijdstip
van de meting en de manier vanhet
meten. Zo vond dehier
beschreven wachttijdenpeiling voor een groot deel plaatsin
de maandenjuni
enjuli.
Het is bekend datjuist in
deze (vakantie-)periode het ziekteverzuim verhou- dingsgewijs lager is dan de rest van hetjaar.
Het vermoe- den is dat de wachttijdcijfers door deze seizoensinvloeden, maar ook door de wijze vanwachttijdmeting
onder alleen die verzekerde werknemers die zonder medische nood- zaak warenonttrokken
aan het arbeidsproces, enigszins naar beneden toe zijn beinvloed. Ook bestaat het vermoe- dendatjuist
svc-verzekerdenin
veel gevallen lange wachttijden voor behandeling weten te omzeilen. Men weet nu eenmaal vaak beter de wegin'het
land van de gezondheidszorg'dan vele anderen. Het is dan ook moge-lijk
dat dehier
gemeten wachttijden lagerzijn
dan de lan- delijke cijfers.Landelijk
geïnteg"eerd wachttij denonder- zoek zolt hierover meerinzicht
kunnen bieden. Daarente- gen is het onduidelijkin
hoeverre de gemeten wachttijdenvermijdbaar zijn
enin
welke matebij verkorting
van dewachttijd
vervroegdewerkhervatting plaatsvindt.
Experi- menteel onderzoek met een controlegroep en een voor-na- meting,kan
hierover meerinzicht
verschaffen. De oplos- sing van het wachttijdenprobleem isniet
(alleen)vanuit
derichting
van de sociale verzekeringswereld te verwach- ten. Na invoering van detzl[rbo
maatregelen, is het wachttijdenprobleem tevens een probleem van de werkge- ver geworden omdat deze daardoor direct opdraait voor een deel van de kosten van het aandeelwachttijd in
het ziekteverzuim. Maar ook de belangen van bijvoorbeeld de ziektekostenverzekeraars, de specialisten, de huisartsen, de overheid enniet
op de laatste plaats de patiënten, spe- lenin
de gehele wachttijdenproblematiek een belangrijkerol. Bestrijding
van de wachttijden vereist een gecombi- neerde aanpakvanuit
alle betrokkenpartijen
omtot
goe- deresultaten
te komen. Het is een zeer complex proceswaarin
departijen
met ieder hun eigen, soms zelfs tegen- gestelde belangen, zijn betrokken.Naschrift
Meer
informatie
over de opzet,uitvoering
en bevindingen van het onderzoek is beschrevenin
hetrapport'Wachttij-
d,en gezien door de
bril
uan de bed,rijfsuereniging'. Te bestellenbij
de nvc, afdeling Onderzoek& Statistiek,
tele- foonnummer : 03404- 4917 4.Literatuur
- Appel, N.P., H. Bussemakers; Opnameplanning zorg voor over- zicht. In: Ziekenhuis, jaaryang 23, r:r. 22, 1993 (pp. 1077-1081).
- Bakker, M.P. de; Een arts voor arbeid en gezondheid. Stichting voor Sociale gezondheidszorg, Utrecht 1992.
- Beleidsnotitie rev: Bijlage xr, behorende bij de agenda voor de
bijeenkomst van de
cw,
14 april 1993.- Beleidsnotitie rev: Bijlage r, behorende bij de agenda voor de bij- eenkomst vân de cvv, 1 december 1993.
- tvc-jaarverslag, t992.
- Epker, W.H.; Vg en curatieve sector; contacten tussen verzeke- ringsgeneeskundigen van de bedrijfsverenigingen en de curatieve sector. FBv-rapport nr. 86-01. Gemeenschappelijk Administratie- kantoor, Amsterdam 1986.
- Kroonen, A.P.M.G., J.W. Blom, E.S.M. Goosen, E.W. Roscam Abbing; Wachtlijsten in de ziekenhuizen fase rr; Systematische analyse m.b.v. checklist en indicatoren. r<u Nijmegen 1992.
- Kroonen, A.P.M.G., E.W. Roscam Abbing; Wachtlijsten en