• No results found

Wijziging-voorstel-re-integratieverordening-Participatiewet-2015-1.pdf PDF, 75 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wijziging-voorstel-re-integratieverordening-Participatiewet-2015-1.pdf PDF, 75 kb"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente

\jroningen

Wijziging voorstel Re-integratieverordening Participatiewbt^Ol5, ter Onderwerp informatie

steiier R.J. Bakker

De leden van de raad van de gemeente Groningen te

GRONINGEN

Telefoon ( 0 5 0 ) 3 6 7 5 1 13 Bijlage(n) 1 2 DEC 2014 Uw brief van

Ons kenmerk 4 7 6 8 4 4 0 Uw kenmerk

Geachte heer, mevrouw,

In de raadscommissie Werk & Inkomen van 10 december j l . heeft u ons voorstel tot vaststeliing van drie verordeningen op grond van de

Participatiewet besproken. Bij de bespreking hiervan heeft wethouder Gijsbertsen toegezegd u over drie onderwerpen nader te informeren en de concept Re-integratieverordening aan te passen. Bij deze brief geven we op de drie onderwerpen een toelichting. Het betreffende raadsvoorstel wordt u als gewijzigd raadsvoorstel opnieuw aangeboden inclusief de nieuwe verordening re-integratieverordening participatiewet 2015 (wijzigingen zichtbaar aangegeven).

Overeenkomst Werkstage

In artikel 5 van de Re-integratieverordening is nu geregeld dat bij een

werkstage in een schriftelijke overeenkomst afspraken worden gemaakt over het doel van de stage en de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. Artikel 5 en de toelichting hierop zijn aangepast. De wijzigingen zijn geel gearceerd.

De verordening is hiermee in overeenstemming met de uitvoeringspraktijk gebracht.

Eenduidige terminologie

In de Re-integratieverordening wordt in artikel 9 de term 'Participatieplaats' gebruikt. Deze term sluit aan bij de wettelijke benaming. Aanpassing van de verordening is daarom niet nodig. Tot nu toe werken we in de uitvoering met de term Participatie/7aa/i. We zullen op een geschikt moment onze

communicatie hierop aanpassen.

Uitbetaling studietoeslag

In de verordening over de individuele studietoeslag is geregeld dat de toeslag per periode van zes maanden als een bedrag wordt uitbetaald. De reden om

(2)

Bladzijde

hiervoor te kiezen - in plaats van bepaiing per maand - heeft een fiscale achtergrond. In de belastingwetgeving is geregeld dat periodieke betalingen die het karakter hebben van inkomensondersteuning, wat bij de studietoeslag het geval is, fiscaal belast zijn. Wanneer we de studietoeslag per maand zouden uitbetalen, wordt deze dus aangemerkt als belaste uitkering en dat vinden wij ongewenst. Bij betaling per periode van zes maanden is de uitkering onbelast.

Wij hopen uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord.

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders van Groningen,

^ster, \ ^ (Ruud) Vreeman

de secr©taTrS7

rCp.J.L.M. (Peter) 'eesink

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om deze reden is geregeld dat een persoon slechts eenmaal binnen een periode van zes maanden in aanmerking kan komen voor een individuele studietoeslag. Studeert een persoon na

voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van de persoon,

Door personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet kan een verzoek om een individuele studietoeslag schriftelijk worden ingediend. Onder aanvraag

Om onduidelijkheid te voorkomen omtrent de wijze waarop het verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet moet worden ingediend, bepaalt artikel 1 van

Voor zover nodig worden aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot

Een verzoek om toekenning van een individuele inkomenstoeslag of individuele studietoeslag, zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid en artikel 36b, eerste lid van de

De individuele studietoeslag bedraagt 20% van de norm voor gehuwden zoals bedoeld in artikel 21 onderdeel b van de Participatiewet, of wanneer belanghebbende jonger is dan 21 jaar

Om onduidelijkheid te voorkomen omtrent de wijze waarop het verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet moet worden ingediend, bepaalt artikel 1 van