• No results found

In het lang en het breed: over het leren in Vlaanderen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "In het lang en het breed: over het leren in Vlaanderen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

In het lang en het breed:

over het leren in Vlaanderen

Bollens, J., Vanhoren, I. (eds.), (2003).

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

DIVA-samenwerkingsverband

De bevoegdheid voor het beleid van levenslang en levensbreed leren (LLBL) in Vlaanderen zit ver- spreid over verschillende beleidsdomeinen: On- derwijs en Vorming, Werkgelegenheid en Toeris- me, Cultuur en Economie. Om de coherentie en transparantie van een en ander te bevorderen, werd op 31 maart 2003 het DIVA-initiatief gelan- ceerd. DIVA staat voor Dienst Informatie Vorming en Afstemming en is een samenwerkingsverband tussen de vier betrokken beleidsdomeinen.

DIVA schreef een dubbele opdracht uit, waarbij enerzijds gevraagd werd een stand van zaken te ge- ven van de realisaties van het beleid inzake levens- lang en levensbreed leren, een soort van jaarboek, waarvan bovenvermelde publicatie de neerslag vormt. Anderzijds werd ook gevraagd om een mo-

nitoringsysteem te ontwikkelen dat moet toelaten het gevoerde be- leid in de toekomst op een meer systematische manier op te volgen.

We bespreken achtereenvolgens beide elementen.

Het LLBL-beleid:

een stand van zaken

Het overzicht met een beschrijving van de realisaties en uitdagingen op het vlak van het levenslang en levensbreed leren, is uiteindelijk uitgegroeid tot een boekwerk van bijna 400 pagi- na’s. Het bespreken van de inhoud hiervan of zelfs maar van de belangrijkste conclusies, is binnen het bestek van dit artikel onbegonnen werk.

Er kan alvast wel worden opgemerkt dat het rap- port bestaat uit twee delen. Het eerste deel inventa- riseert in een achttal hoofdstukken het beschikbare en meest recente cijfermateriaal met betrekking tot het levenslang en levensbreed leren. Hierbij ko- men achtereenvolgens de volgende ingangen aan bod:

– het initiële onderwijs als fundamentele sokkel van het LLBL;

– globale cijfers over de deelname aan het LLBL;

– de positie van Vlaanderen vanuit een internatio- naal perspectief;

– het LLBL binnen de sociaal-culturele sector;

– het aanbod van het departement Onderwijs;

110 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2004

De werkelijke toetssteen voor de geloofwaardigheid van het be- leid inzake levenslang en levensbreed leren, blijft het geheel van de gerealiseerde acties, de geboekte vooruitgang en de mate waarin we dichter naar het ideaal van ‘levenslang en levensbreed leren voor iedereen’ opschuiven. Om deze toets te kunnen maken is er uiteraard nood aan geschikte kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. In dit rapport wordt het beschikbaar materiaal sa- mengebundeld en kritisch besproken en wordt de basis gelegd voor de ontwikkeling van een meer permanent monitoringsys- teem.1

(2)

– de opleiding van werkenden in Vlaanderen;

– de opleiding voor werkzoekenden in Vlaande- ren.

In het tweede deel van de rapportage wordt een meer kwalitatieve evaluatie gemaakt aan de hand van de volgende capita selecta:

– het creëren van gelijke kansen;

– het investeren in leren;

– de creatie van een lerend klimaat;

– ICT als sleutelcompetentie en als educatief mid- del;

– de bevordering van levenslang en levensbreed leren vanuit de aanbodzijde;

– (levens)loopbaanbegeleiding;

– elders verworven competenties (EVC) en sleu- telcompetenties;

– de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Het geheel wordt afgesloten met een kritische na- beschouwing omtrent beleidsmonitoring en de di- verse spanningsvelden terzake.

Naar een monitoringsysteem

De tweede opdracht, het opstellen van een moni- toringsysteem voor het LLBL-beleid, wordt mo- menteel afgerond. Voor de ontwikkeling van dit monitoringsysteem werd vooreerst een inventaris gemaakt van de strategische beleidsdoelstellingen

die in diverse beleidsdocumenten kunnen worden teruggevonden. Vervolgens werden per doelstel- ling een of meer beleidsindicatoren afgezonderd, waarbij een beleidsindicator moet toelaten om na te gaan wat de evolutie is inzake de realisaties op het vlak van de geponeerde doelstelling. Een en ander moet het beleid in staat stellen om de vinger aan de pols te houden, waarbij de monitoring op termijn wellicht ook een ondersteuning zal zijn bij de beleidsvoorbereiding, -evaluatie en -bijsturing.

Op te merken valt dat de concrete monitoring aan de hand van het ontwikkelde instrument zal wor- den uitgevoerd door de administratie, onder de vorm van een jaarboek. Een eerste versie is voor- zien voor het najaar 2004.

Joost Bollens HIVA K.U. Leuven

Noot

1. De vermelde publicatie kan in papieren vorm gratis ver- kregen worden bij DIVA (tel. 02/553 96 41 of e-mail:

diva@vlaanderen.be) en kan in elektronische vorm ge- consulteerd worden via http://diva.vlaanderen.be/Pro- jecten/JaarboekLLL.html.

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 1-2/2004 111

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na een aantal jaren volgens het challengemodel (twee of meer jaren, mede afhankelijk van het onderwijs- type dat ze willen afsluiten) maken de leerlingen de keuze voor een

Ten slotte is het ook belangrijk om aandacht te vra- gen voor het vraagstuk van de digitale kloof (Van Dijck en Hacker 2003). Deze kloof bestaat niet meer zozeer in de mate

By way of summary, constitutional analysis should therefore have featured in different ways during successive stages of the Linvestment case: (a) in the first phase,

De meerwaarde van de studie van Hanus (die in de lijn ligt van een lange reeks stu- dies naar publieke schuld en renten in het ancien régime) is te vinden in diens zoek- tocht naar

Herman Baert en Christof Vanden Eynde dis- tilleren voor Over.Werk uit deze tekst acht kern- boodschappen met een bijzondere relevantie voor arbeidsmarktgerichte opleidingen en

Zeker wanneer we willen inspelen op de toene- mende risico’s van kwalificatieveroudering moet ruimte gemaakt worden voor meer omvangrijke opleidingen, die ook meer gericht zijn

De be- langrijke arbeidsreserves zoals die onder andere door de SER aangeduid zijn, worden gevormd door drie groepen: 50-plussers, deeltijders en

Note: To cite this publication please use the final published version