• No results found

EMANCIPATIE DER SLAVEN.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EMANCIPATIE DER SLAVEN. "

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

. !

I

EMANCIPATIE DER SLAVEN.

(2)

BIJllRAGE

'rOT EENIe NA.DEUl~ llmsOrrOUWINQ VAN DEN

TEGENWOORDIGEN TOESTAND

DIm

I{OLONIE SURINAME.

Dool' licht komt men tot Wfll1l'hchl, CIl

UO Wlllwheitl zal ons vrij ml1kcll.

A. ('iG;;;:~~,

.~ tt:J;f W .. lt.II

VOOR REKI~NING VAN miJN SOHlUJV:rnn..

'j'/o) CUWNINOEN, 1H,r

.T. 001\lKI~NS, .J.

1855.

(3)

" De heidenen zijn mede erfgenamen."

l'Aur.us. Efez. rIl: vs. Gll.

! ,

1

I

De belangstelling in de emancip~tie del' slaven in de Nederlanc1sche Overzeesche Bezittingen neemt nog steeds toe, ofschoon men dit, in aanmerking l1emende de be- langrijkheid der zaak, nog gering zoude kunnen noe- men. -~ De stemmen, dien aangaande in de Tweede Ka- mer gehoord, hehben ook weêrklank bniten die vergade- ring gevonden; veel heeft daartoe mede gewerkt het nit- muntende werk van Dr. W'. R. VAN HOëvELL, Slaven en vrijen, waarvan 11U een tweede en voor minder prijs te be- komene uitgaaf bestaat; ook het Maand blad, uitgege- ven van wege de N ederJall(lsche Maatschappij ter bevor- dering van de afschaffing der slavernij, waarvan nu drie Hommers het licht zien, alsmede eenige brochures: "De slavemij in Slwiname door den heel' J. WOLBERB en an-

dere, werken gunstig mede en vooral ook de geschriften van hen, die de slavernij willen verdedigen en llandha- ven; want, z\j mogen eenige bijzaken kunnen bestrijden t

de hoofdzaken 'en de bestaande feiten kunnen zij niet loochenen.

Het grootc publiek in Nederland heeft in de dagbla- den gelezen, dat, bij besluit van den nu afgetredellen Goltvel'l1cur vall Suriname t den eersten J anURl'ij dezes jaars de afschuwelijke premie vool'vanggeld van weg-

j

==========""""---_ .. ;.' ... J ~='"-======~~~~----'".~~~-,_.~---_._~

.. _.

(4)

geloopene slaven, of een afgehouwene hand I is atgcq schaft, een besluit, dat, op een gezegenden nieuwjaarsdag afgekondigd, den heer VAN SCIIMIDT AUF ALTENSTäDT tot een duurzame eer verstrekt. Deze wet, die de wegloo~

pers trof en door BELMONTE (in het op bI. 8 gellOem~

de werk bI. 131) "eene billijke, eene 'l'egtmatz{jfl' wet ge- noemd wordt, ~ is, ofschoon dan ook geheel in strijd met dit zonderlinge betoog, gelukkiglijk afgeschaft.

Onlangs heeft de heer MILLARD, zendeling te Jamaïca in Westinelië, te Amsterc1amtot driemalen toe in het openbaar en telkens ten amlhooren Van een talrijk publiek in het belang der afschaffing van de slavernij een goed woorcl gesproken, waaraan de heer '\VOLDERS te Heem- stede nog eene kleine bijdrage tot opwekicing toevoegde;

ook sprak laatst genoemde met goed gevolg in openbare vergaderingen te Leiden en te Haarlem, zoodat zich op onderscheidene plaatsen in Holland afcleelillgen van de NedeTlandsche J.11.aatsclwp.pij ter oevorrderingvande afsc7taf-

fi11.{f der 81avernij gevormd hebben, waarvan het hoófdbe-

stuur, 'onder voorzitting van den heer Mr. G. GROEN VAN PRlNSTERER, op den 25 April j. 1. zijneil tweede algemeeno vel'gadering hield, en waarvan het getal leeIenen belan:g- stellendeu in het afgeloopen jaar aanmerkelijk is ver- meerderd, niettegenstaande die Maatschappij nog in het tijeIper:k van hare wording is. (Zie haar verslag van Mei 1855).

Door dè zorg van de afdeeling Amsterdam is daal' ter stede ter onderteekening nedel'gelegd een adres aan de Tweede Kamer del' Staten-Generaal van den volgenden inhoud:

"De onclel'geteekenden, sedert jaren met vurig verlan- gen uitziende naar de geheele opheffing der slavernij in de Nederlandsche koloniën, als een toestand, dien zij on- bestaanbaal'achtenmet clen geest en de vool'schriften des Evangelies, een vlek op de nationale eer, een bron der verderfelijkste hartstogten en zedeloosheid, en eeneon- ovei.'komelijke hindernis voor het ligchameltjke en geeste- lijk welzijn van duizende natnUl'genooten, hebben met groote belangstelling en met levendige toejuiching de con- clusiëngadegeslagen, waartoe in de jongste maanden uwe

:.,

~: Jl

overweging dezer gewigt.ige zaak bij herhaling heeft ge- leid. Zij verheugen zich, dat de vertegenwoordigers van het Nederlatidsche volk met hen overtuigd zijn van de noodzakelijkheid, dat reeds dadelijk aan de verbetering van het lot del' slaven erllstig de hand worde geslagen, on- verminderd de krachtigste pogingen, om iu den kortsten tij el , die met voorzigtigl1eic1 en eene billijke behartiging del' verschillende belangen bestaanbáar is ,tot eene volle-:- dige emancipatie te geraken."

"Zonder zich eenig oordeel aan te matigen ovel' de wijze der uitvoering, die zij meenen veilig aan het gemeen over- leg del' regering eu vertegenwoordiging te kunnen over,,;

laten ,voelen zij zich gedrongen, openlijk hWllle instem- ming te betuigen met hetgeen door U in deze aanvanke- lijk is VOl'rigt, en U op te wekken om moedig en stand- vastig voort te gaan op den ingeslagen weg, overtuigd, dat ele goddelijke zegen op Uwe pogingen rusten en de toejuiching en dank van de kern en de overgroote meel'- elel'heid del' natio die bekroonen za!." Een gelijkluidend adres van adhaesie, door 180 voorname ingezetenen in de provincie Groningen geteekelld, is clen 4 J unij j.l. aan de Twoede Kamer der Staten-Generaal ingezonden.

Ook van wege de a,fdeeling Heemstede circuleert thans te Haarlem en omstreken een adres van gelijke strekking aan Zijne Majesteit den Koning en een ander aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die reeds van eeu menigte hanclteekeningen voorûen zijn, en elie wij hiel' achter als bijlagen sub LD. .. A. en B. laten volgen. - Mogt datvool'beeld ook elders navolging vinden.

;,Met den secretaris van de Anti-slav6'1'y-sociaty te Lou- (lan" (vervolgt onze geëel'cle berigtgevcl' bij brief van 9 Mei j.l.) "ben ik in correspondentie getreden, en heb van Z. E. belangrijke uittreksels van brieven uit Britsch- Guyana (Berbice, Demeral'y en Essequebo in Westindië) ontvangen, woUw van de tegenwoordige gunstige re- sultaten der zoo dikwijls in een slecht daglicht gestelde emancipatie aldaar getuigen."

"Al wat openbaar maal~t is licht." leert ons de bijbel, licbt ·lciclt tot klaarheid on tot waarheid an de waarheid zal 011S vrij maken; laat ons de waarheid dus liefhebben.

(5)

Intusschendoell er zich ook stemmen tegen de afschaf- fing der slavernij op, !'tls ook' tegen de beschuldiging van de harde· en onregtvaardige behandeling der slaven en personen, die wel1schen, dat de oude gebruiken en inst;llin- gen ten opzigte der slaven mogen blijven behouden.

De SUl'inaamsche advokaat de heer B. E. O. DELMON'.rE

heeft bijp. H. VAN DEN HEUVEL te Leiden in 1855 uit~

gegeven een werkje, getiteld: NeêlJ'landa We8t -l!ndiil in zijne belangen en Dr.

w.

n, VAN HOëVELL in ziin Slav6'Jz

.,

" " "

en v?'1)en.

Slavernij. Emarl()ip~tie. - Kolonisàtie. Waftrop wij de

~andacht Van het pubhek wenschen te vestigen, gedach- tIg aan het spreekwoord. - "Hoort de weder partij I"

De heer B zegt, bI. 3: "De toestand der Negerbevol- ldllg in de Westindiën z's geene slavernij, oni dat zij dit niet is," - Ronduit gezegd, wij begrijpen deze O'eleerde wartaal niet, en wij komen dus onwillekeurig!:> tot de Yraa~,: wat ~~ z,ij dau? "Die toest~nd is eene redelijk _ zedeluke vrlJheld vanmenschen, dIe alleen door arbeid kunnen beschaafd worden; een arbeid, waartoe redelijk zedelijke dwangmiddelen (wetten) hen moeten nopen èn in hun eigen belang èn in dat der plaats van hnnn;

inwoning; een toestand, dien het overgroote deel dier be- volking niet wenscht te verwisselen met hetgeen de Phi- lantrophie dezer eeuw haal' als het ware opdringt; een toestand. die, wanneer men ze waarlijk kent en onbe- vooroordeeld beschouwt, beter, oneindig betel' is, dan het- geen de beschaafde Europesche maatschappijen clen men- schenvriend in zoo verschillende opzigten· ter beschou- wing aanbieden; een toestand, die vrijheid is, wanneer men die wel begrijpt, die niets met slavernij gemeen heeft, dan den llaam, en die alleen in staat is, het maat- scluippelijk en zedelijk welzijn dier bevolking te verzeke- ren." - BI, 5 zegt B. tegen de beschnldigingen van v. H.

wegens gepleegde wreedheden te moeten opkomen, als of de vrije bevolking van Suriname eene maatschappij van beulen was - "daal' tegen moet ik opkomen als menseh, als Nederlander, als bewoner van de Westindiën (ik heb el' . bijna al de jaren mijns levens doorgebragt) , om dat hot strijdt met de waarheid,"

Is deze redenering nu niet in lijnregten strijd met be- staande daac1zakel1 en regtells bewezen feiten? leven de slaven te Paramaribo en op de Sul'inaamsche plalltaadje niet in een beklagenswaardigel1 toestand vau ellendige 8la-

velJ'n~', mi8kenning en mt'sn.andek'ng'# genieten zij eenig

"redelijk - zedelijke" vrijheid? Welke dan? Is het in hun belang, dat ze met de zweep naar de akkers gedreven worden, dat ze niet mogen trouwen, dat men het jonge zuigende kind del' moeder ontneemt en aan een oude nege- rin ((Y)'eole mama) toevertl'onwt, dat zij geen schoenen mogen dragen I maar barrevoets moeten loopen? is dat in het belang des slaafs of in dat van den meester? Zouden zij "dien toestand niet wenschen te verwisselen?" Ei lieve, waarom keeren de vrije boschnegers dan niet naar de plan- taadjen terug, en waal'om zoeken, trots alle gevaren en ontberingen, zoo vele vlugtende sla.ven hunne vrijheid in de woeste bosschen van Guyana. ? " De kampen vau gevlugte negers in de bosschen verminderen ," zegt· B.

Ja, om dat de patrouilles de tuinen (kostgrondel1 genoemd) vernielen I de hutten verbranden en de gevlugte negers dood schieten. - Dat hUIl toestand niets met slavernij gemee·ns heeft, is toch eene al te bittere satyre op de werkelijkheid. Suriname is wel is waar geene "maat- schappij van beulen ," maar vele slavenhouders in West.

indiê zijn erger dan beulen, dat . kunnen wij als oogge- tnigen bevestigen; .de scherpregter straft schuldigen ,naar gel'egtelijk verhoor en naar een uitgesproken vonnis en het voorschrift der strafwet op regterlijk bevel, en zulks na bewijs eener misdaad en dan naar eell. be])aalcle straf, die hij niet overschrijden mag; doch ele meester of mees- teres in Suriname, Curaçao en elders - en wij spreken hiel' niet fando audi'l'e - straft naar luim of willekeur, wanneer hij dikwerf door drank of zij (1001' jalouzie verhit en op- gewonden is, schuldig of niet schuldig; zoo wel moeders als dochters, zoo wel kinderen als grijzen van beider kunne, alle zijn aan die willekeur onderworpen. Misschien dat de lange jaren, die de heer B. in Suriname doorbragt, hem verhard en gevoelloos gemaakt hebben, Maal' hoe dat 11U ook zijn moge, wij stemmen het den heel' BEL- 1I1ON'l'E toe, H het zonde niet eerlijk zijn, het Suriname

(6)

del' oude dl\gell gelijk te stellen met hetgeen het Sul'Î- name van heden op dat punt (de behandeling del' Ne- gers) . del' beschouwing aanbiedt" (bI. 46), Doch het Su- riname van heden levert dan ook nog) hehms I genoegzaam voorbeelden van gruwelen en wreedheden, die niet te ontkennen zijn, ell het door B, aangevoerde onregt, dat wel ter dege sommige armen in Europa wedervru'en, kan het onregt, dat de negerslaaf in Westindië moet lijden, nim- mer billijken. Dit weet de heel' B. wel betel'. Als tegen bewijs van mishandeling voert de heel' B. aan: " En - in waarheid - zoude men meer bewijs verlangen, dan dio welke opgesloten ligt in de belangrijke omstandig- heid, dat te middsneenel' bevolking, die aan vrijen, In- dianen, Boschnegel's en Negers in het geheel p, m.

5Q,000 zielen telt, dat dttár 40,000 zoogenaamde slaven (het zijn dus geene slaven) die gruwelen, mishandelingen en martelingen blijven vel'dnren van een zoo gering aan- tal blanken en vrijen, zonder zich daar tegen ooit te ver- zetten (?) niet alleen, maal.' zelfs niet het minste vertoon van verzet tegen die wreedeen onmellschelijke beulen aan den dag te leggen?"

Dieduurzameondel'geschiktheid en lijdzaamheid van slaven en inboorlingen tegen een handvol indringende blanken mag verwondering baren, het feit bestaat zoo wel in .Oost- als Westindië. - Op sommige afgelegene plantaadjen besturen één directeur en één of hoogstens twee blank officiereneene slavenrnagt van 2 U, 300 kop":

pen; dit bewijst echter niet, dat er geenegruwelen, mis- handelingen en martelingen zouden kunnen plaats hebben;

men denke aaIl FEGER, GERRITSEN, RöPERI:IOFF en vele aiIdel'e directeuren, feiten die ipso jure kunnen worden bewezen. - Wat zal een verspreide, niet gedisciplineer- de, naakte, ongewapende slaven magt tegen over de ge- wapende en goeclgeorganiseerde blanl~en beginnen? - Illtusschen zijn er voorbeelden genoeg van openbaar ver- zet, waal' aan dan ook de boschnegers aan de. boven .l'i- vieren nog hunne vrijheid hebben te danken; echter is hun verzet meest lijdelijk, zij zoeken het kwaad to ontwij- ken ,niet te bestrijden, en vIngten in cleboaschen.

De het:ll' DELMONTE beoordeeltdeboschnegel's en hunne

l

nijverheid veel te ollgunstig; zij hebben wet degelijk tuinen, met maïs, bannunen en aardvruchten, zoö als wij die zei ven aan de Sarakreek cn op Tabbetjes (eilandjes in de. rivier) geûen hebben, en voeren jaarlijks naar de be- neelen rivieren voor meer clan 1100,000 aan 6clelsoortig timmel'- ell meubelhout nam'Paramaribo en cle oneler- scheiclène plantaadjen in ruiling voor gereedschappen ,bij- len , jagt- en vischtuig, suilt er , melassie en dram uit.

Dat het verkeer van deboschnegers met de slaven lladeelig op de laatsten werkt (bI. 20) ,stemmen wij vol- komen toe. "lIij verderft den slaaf en boezemt hem vel';' keerde en heillooze begrippen in." ... Ja, die der 'Vrij ..

heid; ook ziet cIe slaaf in den gezonden glanzigen 'en wel gegroeiden eu gespierden boschneger een veel gezonder, schooner en sterker mensclt, dan in hem zelven en in zijne armo medeslaven •.

Of Uncle's Tom Cabin van Miss BEEOHER":STOWE vel'- dient een "schotschrift" (bI. .22) te worden genoemd, la- ten wij gaal'11e aan anderen, die dat werk van debegaaf- de Amel'ikaansche schrijfster gelezen hebben, tel' beslis- sing 'over; al is bet ook niet te 'ontkennen, dat die scllet·

sen Idan 'ook wat hoog geldeUl'dzijn, el' ls toch veel waarheid in ,dat ook waarheid VOOl' Suriname is; ell wij stemmen het nOILEAU toe, waru' hij zegt: "Het gebeurt somtijds, dat de waarheid niet waarschijnlijk is."

De heel'DELMONTE schijnt al een wonderlijk gevoel van l'egt en billijkheid te 11ebben en ook met 'de geschiedenis 011zer koloniën weinig bekend te zijn; doch bestaande feiten ,cliel'egtens bewezen zijn en waarvan nog de authen- tieke documenten bestaan, kunnen niet wordengelûgén~

straft. Op bI. 33 treedt B. zelf als een Vérdediger vanclen afschuwelijken slavenhandel en slavernij op; hij mag het ge- zegde van een Fransch sclirijver LA OASE, die de slaven- handelaars noemt: philantltropes sans Ze savoir, geestig noe- men, wij hebben "het geestige" van die uitdl'ukldng niet knnnen vinden en hebben haar beschouwd als eenen de menschheid onteel'enc1en ]~winks1ag. De handelaren in menschen hebben alleen dool' goudzucht gedreven alle menschelijkheid afgeschud.

Op bI. 58 villClt meil weder een nieuw vernuft, dat mis-

(7)

schien weder onder zijne gewone "K-I'ajt und Kernsprü- clte" behoort, met de huiselijke tucht in S1ll'illame zeer huiselijk zonder veel omslag" te noemen, wel wet~llde, dat el' ;och veel omgeslagen wordt tot zoo lang dat het 'raauwe lillende vleesch bloedende van een gereten is.

. "De agenten van politie beh oeven het in onze koloniën

III bescltaafde manieren, in zaclttheid en beleefdheid aan geen hunner ambtgenooten over de geheele wereld D'ewonnen te g.even ( zegt B. bI. 57. Dit gezegde deed ~ns over de zl~nsWIJZe Val~ den schrijver ten opzigte van beschaafd- held, zachtheId en beleefdheid geen gunstig denkbeeld opvatt~n (men vergelijke ook ten opzigte dier agenten den hl.er acht~rvolgenclen brief van Paramaribo d. d. 7 Maart Jo 1.). DIe agenten zijn even doof en gevoelloos voor het smeeken, kermen en gillen der gezweepte slaven, als de koord, waarmede het vleesch wordt openD'ereten. Zijnde dit, even als bij de spekslagers en vleeschh~uwers, een ge- volg der gewoonte, doch hij, die "slechts zes maanden of een jaar in de kolonie geweest is" (bI. 67) moet n

II d' " l"kh d , o g aan

~ e Ie IJse IJ e en gewennen; "daartoe is meer dan een Jaar noodig ," om die bal'baarschheden zonder huivering te kn~nen "hooren en zien, maar dat zulks op hem, die er

" bIjna ZIJn geheele leven heeft dool'D'ebragt" weinig ind' k

k t ' . d ti IU

maa , I S mlll er verwonderlijk; de gewoonte wordt een tweede natuur.

"Is de emancipatie zelve, in beginsel, langzaam, bera- den en bedaard, dan moeten de voorbereidende en ver- zelle~de maatregelen onbetwistbaar dat zelfde beginsel h~:cbgen. Overhaast~ng is hier c1oodelijk" - zegt B. en wIJ vragen: voor Wie, voor de tegenwoordige slavenhou- ders? Doch geen nood, wij kennen de 11eD'ers beter' zij zullen zich niet op de hen thans ol1derdrukl~ende bla;ken en Mulatten wreken, maar zij zullen feestvieren en al dan- s~nd~ van ~ankbaarheid in de handen klappen. Die vrees, dIe 111 Surlllame zoo algemeen heerschende is, kan men als een gevolg van zelfverwijt beschouwen, wijl zij zich zeer goed bewust zijn, hoe zij de neger- en kleurEnD' sla- Yen, die nu misschien vrij zullen worden, hebbCl~ be- handeld.

De heer B. vel'wonclert zieh(bJ. 67), dat het hU v. H.

"allen schoone, bevallige, jeugdige slavinnen zijn, die de types der beklagenswaardige slagtoffers van Surinaamsche wreedheid hebben geleverd/' - "Mijn geheele leven bijna heb ik in de Westindië doorgebragt , en ik moet het aan mijnen weinig ontwikkelden zin voor het schoone toe- schrijven, dat ik die types, op de plantagien, zeer schaars, zeel' weinig, bijna nooit heb mógen ontmoe- ten." - Dit is mogelijk en misschien een gevolg van den grooten afkeer, dien de heer B. van de negers en negerinnen schUnt te hebben; wij vonden de negerinnen echter veel schoonel' dan de vrouwelijke in boorlingen van Java, - doch:

de gustibuB non est disputandum! daar over dus niet getwist;

maar de schoonheid der jeugdige slavinnen verwekt bij de vrouw des huizes al ligtelijk naijver, die deverfoeije- lijkste verminking del' jonge neger-meid en de gruwelijk- ste mishandeling wel eens ten gevolge had. Ook zal een minder schoone zwarte wel even veel pijn en smart onder de zweep te verduren hebben, als een meer schoo- ne mollige negerin; - en de koewachter bij v. H. was

clan toeh ook waarlijk geen' voorbeeld van schoonheid.

Op bI. 81 over het aan de slaven verstrekte voedsel en de, Ideeding sprekende, - zegt B. "Ook op dit punt kan Suriname zich regtvaardigen." - Ret was echter niet alleen in het, dool' misgewas van de banannen, schaarsche jaar 1846, dat de negers gebrek aan de noodige voeding en kleeding hadden, maal' dit is ook ten opzigte der sla- ven nog heden het geval, zoo als ook in clen hier navol- genden brief, voor eenige dagen dool' ons uit Paramaribo ontvangen, bevestigd wordt; - doch met school1e woor- den en fraaije concept-reglementen (bI. 90) kan men de maag del' negers niet vullen en het ligchaam niet kleeden.

Wanneer een negerslaaf (bI. 85) ,,'s avonds na 6 uur na volbragtell, arbeid uit e:l'gene bewe!J~'ng nog 4-6 uren gaat wandelen, om op andere plalltaadjen zijne vrienden te gaan bezoeken ," dan is dit een bewijs, dat zij niet zoo ver- bazend lui en onverschillig zijn en alleen de vrijheid zul- len zoeken, om niet te werken en te kUllnen slapen. De negerslaaf gaat gewoonlijk op l1ablU'ige plantaadjen eene vrouw zoeken, om op de plantaadj e, op wellce hij te huis

(8)

behoort, geen oog en oorgetuige te zijn van het l'.wee- pen en gekerm zijner beminde.

Het moge tot nog toe niet bewezen zijn, of een advokaat al of niet kan blozen, het is stellig zeker, dat een neO'er niet kan blozen, en dua in het gezegde, dat de ne~er WI.~ST van den heel' YAN MEEnTEN blozende van gezond- hezd tot B. kwam, volslagen onzin. B. vraagt bI. 140:

"Zouden v66roordeelen een regtvaal'dige beoordeeling niet kunnen in den weg staan?" - Ja, maal' dat kan ook eene groote. ingenomenheid met aloude gebruiken en instellingen.

Sommlgen verwerpen all~s wat nieuw is, niet om dat het gebleken is niet goed te zijn, maar alleen om dat het nieuw ia; - zoo kan men ook menigeen zoo lang van spok;en vool'praten, dat hij er werkelijk aan gelooft, want dj;) lllvloed der verbe.elding is groot, _ maal' hier bestaan d~adzakl en, feiten, die regtens bewezen zijn, zoo als, om UIt ve e vQ.orbeelden slechts iets te noemen, het levend verbranden van drie jeugdige negers, of zijn dat alle romantische verhalen en verdichtselen, zoo als ook de verhalen . van de gruwelijke strafoefeningen op de plan- taadjell? Zijn dat schilderijen en fantaziën à la BEECHER- c8TOWE ,schilderijën met breede hoog gekleurde lijsten? _ De heel' B. zal de Surinamers el' waarlijk geene dienst mede bewijzen door zulks stout te ontkennen en dool' anderen nieuwe voorbeelden te doen aanhalen, die ipso facto kunnen worden aaugetoond of reeds aangetoond zijn.

Ten slotte der beoordeeIing van het werk des l1eeren

VAN HOëVELL zegt B. op bI. 146: - "Wij zullen onze overtuiging blijven verdedigen: dat de tegenwoordige toe- stand der negerbevolking niet is slave7"nij, of daarmede ge- lijk staat." - Misschien zijn volgens de stelling van B. de negers gee1l.e zwarten, of kunnen daarmede niet gelijk WOl'.

den gesteld. "De Surinamers kochten geene slaven, maar den. arbeid in den persoon des Afrikaans" (bl.141); "de ste111l1g, waal'op Dr. v. H. hiel' zijn oordeel grondt, is dus eene valsche, die in hare gevo]gtrekkingen faalt." - Wel zeker! de Hollandsche boeren koopen geene Friesche lw ei- jen, maal.' slechts hure melk en nemen het mell.:O'evellde

'"

beest Ol) den koop toe. De zoogenaamde melkkoeijen zijn

I

1 \'

geene koeijen , wat zijn het clan? het z~n melkbe~stell, die men niet behoeft te kleedoll, en als men dIt vee niet goed voedt, geeft hot ook geen melk; en als men den neger niet goed voedt kan hij ook niet werken, en de Philanthropen mogen zeggen wat zij willen, magere of niet goed verzorgde koeijen en naakte niet goed gevoede slaven zijn er niet. "Een koe (-.lOO als dat beest ver- keerdelijk genoemd wordt) heeft het in Nederland veel beter, dan de vrouw van den zoogenaamden vrij en- of lossen- arbeider ; men kan de koeijen wel· naar des veehouders verkiezing hier of elders in de weide brengen, haar ver- ruilen, verpanden of ver huren; men kan wel is waar zijn vee, jong of .oud, al of niet dragtig, aan wio het slechts begeert verkoopen of weder inruilen of inkoopell, maar dat behoort zoo tot den veehandel, en ook ten opzigte van den slavenhandel bestaat daal.' in niets ongerijmds of mis- dadigs; geen ongelukkiger schepsel dan een hond die vele meesters beeft, krijgende meel' Bchoppen dan eten, zoo is het ook ongelukkig voor den werkman, die vele meesters heeft. Eensjaaf, dio ,één meestel' heeft, heeft het veel beter dan de vrije neger. - Zoo als dit ook met uw rundvee het geval zou ztjn, want de boer voorziet het nu van een warme woning of stal, spijs en drank, zoo als zij dat behoevende .is ,als zijnde gezond, voedzaam en voor het vee zeer voldoende, voor het kalf heeft de moe~

derkoeniet te zorgen I zij behoeft het niet te reinigen, tE}

voe<len, of op te passen, en wordt de moeder of haar jong ziek, wel nu men geeft het ten koste des meesters, bij w:atmeerstroo .en wat zachtere ligging Ide benoodigde medicijnen ;.env:oor alle die zorg en weldaden geeft de koe ,slechts hare me ZIe , zoo alsook do negerslaaf voor alle zorg, voeding, ldeeding, huisvesting, geneeskundige hulp aan hem verstrekt slechts. den a1'beid geeft."

"Enhoe moetue zoogenaamdevrije daglooner in Eu- ropa niet sloven en zwoegen ter bekoming van een sobere voeding, Ideeding I Hgging ,verwarming, woning of een onderdak koming 'yoorzich en de zijnen, en hoe bekomt hij in ziekte geneeskundige hulp on medicijnen ? - N een 1 wat gij negel'vl'ienden ,ook zeggen moogi:, hot is oe1l0 on- tege'uzeggelijke waarheid, datbU u d(~ InolkboORtoll op de

(9)

stallen der boeren het veel beter en veel minder ZOl'ge~

lijk hebben, dan de boel'en·arbeiders eu zoo vele arme sjouwerlieden in de steden. Deze hebben het veel erger dan bij ons de slaven" (zoo redeneren de planters in de tropische gewesten', eu met deze voor zel{er ook de heer nFJLMONTFJ).

"Zoudet gij het ook voor wenschelijk houden, dat men het vee den geheelen vrijen teugel liet, en even als in den natuurstaat voor zich zelf liet zorgen? Welk een toestand van verwarring en ellende zoude dat VOor de maatschappU en voor' het vee zelf iu den barren winter niet veroorzaken? en is dit waarheid ten' opzigte van het vee, het is ook waarheid ten opzigte del' negers, zij zou- den ons als dan geen vool'deel hoegenaamd opleveren, en ook voor hen zelven zoude die vrijheid zeel' ongelukkig zijn."

"En wat gij van voeding spreekt, geeft de koeUen hooi, stroo, graan en lijnkoek, dat is voor haal' even goed, smakelijk en voedzaam, als de bananl1en, tom-tom, yams en zoute visch voor de negers; verwissel dat toch in 's hemelsnaam niet met uw zulte-spek, steurkuit of Rus- sische kaviaar, Stl'aatsburger pastijën van vette ganzen- levers (pate's de foiesgras) of met de Indische vogelnes- tjes, want van alle die nesterijen houden de koeijen en de negers niet, die eigenlijk ook geene kleeding behoe- vende zijn; alle die dwaze ldagten over de voeding en kleeding der slaven behooren tot de dwaze idée's der Phi- lanthropen."

Zoo, of in dien smaak hoorden wij meermalen adminis- trateurs van plal1taacIjen en anderen in Surinamo zeel' wijsgeerig redeneren. Het komt er nu maar op aan, of men de negers, die men in de koloniën dikwerf "dat zwarte vee" - "dat ondankbare beestegoecll" hoort noemen, zoo geheel en al met ons vee en onze lastdieren kan gelijk stellen. Neen I het zijn menschen, die men geheel eigen- magtig van hunne vrijheid beràofd heeft, en die de vrijheid boven alles liefhebben.- Het mag bij, velen' een stelre- gel zijn: "Prijs de meestgegoede , zoo gij er slechts voor- deel van hebt, al zijn het dan ook wreede egOïstische el-

lendelingen ," wij kunnen dat middel, hoe voordeelig het

..

in den regel ook zijn mag, niet aanwenden, en als het met de waarheid en het regt overeenkomt, strijden wij lie-

ver voor de arme drommels, die door die invloedrijke hee- ren verdrukt worden, dan voor de !aatsten in hunne we- der reO'telijke handelingen.

Intu:schen is het de grootste onzin en dwaasheid, wan- neer B. beweert, in Suriname zijn geene slaven en nog veelmillder is er slavernij.W aartoe dient dan al dat ge- haspel in de Tweede Kamer over de emancipatie der slaven; el' zijn immers geene slaven, er bestaat geo~e slavernij; hoe kunt gij dan iets willen afschaffen, wat met bestaat: wat gij slavernij noemt is niets anders: " dan eene dienstbaa7'heid, die, wat oordeel ook de toekomst over de negerbevolking mag uitspreken, in het belang der negers in het belang der kolonie altijd , in beginsel zal moe-1 . ten w07'den gehandltaafd 1" Dat wil B. ~ er is· ( us mets anders te doen, dan het kind een anderen naam te geven en slavemij dienstbac~rheid te noemen en dwangarbeid V61'-

pligte dienstbaarheid. Men koopt en verkoopt den cwbeid, niet den a1'beider. Begrijpt l,twe 'tnu nog niet? -Neenl- Wel nu, wij ook niet. - "Philanthl'o~en no~men haar slave7'nij ," zegt B. bI. 149. Maal' dat IS het met j geluk- kig echter, dat de heel' B. ten slotte van alle die contra-

dictiën en onzin afstapt.

Beter dan al het voorgaande toch. bevielen ons zijne beschouwingen over de emancipatie bI. 148, en volgende, ;vaa~

de schrijvor zich "opentlijk verklaart vo67' de eman()~pat~e der nege7's in de Nederlandsclte Westindische Bezittingert' te zijn, (dus ook voor de bosch .. en. schuiler J].egers on niet

V001' de kleurling slaven)? Wij zouden voor het woord" ne- gers" liever slaven hebben gebezigd; niet alle neger.s toch zijn slaven en niet alle slaven zijn negers. - B. mI, dat de vrijheicl voor allen zonder onderscheid van jaren, op hetzelfde tijdstip, gelijkelijk aanvange, - goed! als men dit tijdstip Illaar niet te ver van het tijdstip van heden mo-

ge verschuiven. . " . .

"De regering nu (bI. 172) WIl emanCIpatie; daar dOOl zal het regt op den arbeid ophouden te bestaan. De m~at­

regel der regering grijpt, dus in den eigendom van part~k7t­

lieren. De noodzakelijlilieid, het algemeen nut dwmgt 2

(10)

daartoe." (Dus wordt het,algemeene nut hiervan door den heel.', B. erkend). "Derhalve is het' eene onteigening; en daar waar de grondwet van den Staat de zekerheid van den eigendom heeft gewaarborgd, kan geene onteigening;

van welken aard ook, plaats vinden, dan tegen behoor- lijke ~ tegen regt vaardige vergoeding. Dus geene eman- cipatie, dan tegen vergoeding, tegen schadeloosstelling ," _ goed I. ook wij ~llen eene billijke schadeloosstelling, maar dat dIe vergoedmg " vooraf ga" - en betaald zoude moe- ten worden v6ór dat de negers vrij verklaard werden geeft niet weinig wantronwen omtrent 'onze regering

e~

onze schatkist te kennen. - "Eerst betalen en elan brood ," zoo als zekere bakker aan een dienstmGid zei- de, :-, is juist geen zeer aannemelijk voorstel van den verkooper. Het I'chijnt, dat B. onze regering hier à la Dl'. F. W. HOST~IANN de wet wil stellen. De regering zoude de gekochte negers nu volgens het voorstel van B.

aan ele tegenwoordige slavenhouders ve1'lmren, van af het tijdstip, waarop zij de slaven had overgenomen, tot op dat, waarop de vrij verklaring in geheele werking zonde tl'eden. "De arbeid moet voor den neger verpligtend zijn;

hij moet het onderwerp nitmaken van den interimairen toestand, waarin zij zich bevinden 1 en het verpligtendè, waarop ik doelde, de 'Voorbereiding zijn tot. de .vrijheid, die hun is toegezegd, en waartoe zij later zullen gera- ken."

De heer B. ziet in het middel der verllu'I'tng, wanneer deze doelmatig plaats vindt, vele voordeelen: (bI. 190).

,,10 • De negers kunnen aan den arbeid gehouden worden.

20 • Zij kunnen blijven op de plaats, waal' zij zich be- vinden i de negermagten bij elkander, de familien worden niet gescheiden; do kinderen blijven bij hunne ouders.

30. De stand van zaken blijft dezelfde" (dat zoude toch niet goed, niet wenschelijk zijn, no body is/ree from e1'~'O'l'S) "geen schok, geene omkeering; de emancipatie is niet convulsief (stuipachtig); inte- gen deel , matig, bedaard, n01' is tltere any distttr- bance ~'n tlte habits qf society (HENRY CLAY).

40. De belangen van den eigenaar blijven behouden; de

emancipatie, die men apoplectisch (d. i. als aan beroerten onderhevig) vreesde, wordt een langza- me bedaarde overgang van den eenen toestand tot den anderen, - (goed als het in werking komen maar niet al te langzaam gaat).

50, De neger wordt reeds dadelijk tot beschaving, tot gevoel van eigen waarde gehragt j hij leert vrij te zijn; want

a. hij begrijpt reeds, gedurende den tijd der ver- huring, voor hem het voorbereidings-tijdperk, het voordeel van den arbeid, die hem tot Vl'ij- heid leidt;

h. hij wordt overtuigd, dat zijn arbeid strekt tot en voorziet in de behoeften van zijne kinderen;

zijne nabestaanden, die bij, met en om hem blijven.

Nog andere voordeelen noemt B.

6°. De verhuring, geschiedende door de regering, on- der het oog der wet, waarborgt clen neger tegen willekeur, die het gevolg was of kon zijn VUIl eenen vroegeren stand van zaken; - (Helaas ja, die willekeur bestaat thans nog maar al te zeer).

7°. De verhuring voorziet in de behoefte 6n vernie- tigt de thans bestaande materiele krachten van den landbouw op geelle enkele wijze j - en

8°. de verhuring wijst den weg aan, waarop de moge- lijkheid ontstaat, dat zoo niet geheel, dan toch voor het grootste deel het bedrag der betaalde ver- goeding of schadeloosstelling tot de baten der scltat- kist terug keere!'

Men vergeve ons, wij stellen ons van die batfm niet veel voor, immers, men heeft die uit Suriname te wachten! - cn .... GOETHE zegt: "Blasen ist nick floten, iltr milsst die Finge?' bewegen. Nu willen wij niet beweren, dat men aldaar de vingers niet krommen en bewegen kan, maar elie moeten ook op c1e l'egte en niet op de verkeerde plaats komen, - (vergelijk den hiel' achtervolgendel1 brief).

Op bI. 207 deelt de heer :BELMONTE mede een: " Ont- werp van wettelijke bepalingen betreffende de emcmcipatz'e der slaven in Neê1'lands rVe8t-Indiii."

(11)

!) Art, 1.

Art. 2.

Art. 3.

De slaven in Neêr1ands West-Indië zijn vrij (el' zijn dan toch slaven). Er worden van het oogenblik der afkondiging dezor wet geene slaven in Neêrlands West-Indië meel' geboren.

De slaven treden in het genot hunner vrijheid vijf (aaM) jaren na de afkoncliging der we~,

namelijk al de tegenwoordige slaven, die op dat tijdstip als nog in de West-Indië aanwezig mogten zijn, met alle hun11e als dan bestaande afstammelingen.

De wet verzekert den eigenaar regtmatige en behoorlijke schadeloosstelling of vergoeding voor den aldus vrij verklaarclen slaaf. Het be- drag dier schadevergoeding wordt den eigenaar dadelijk uitbetaald. De wet gaat uit van het beginsel, dat op het oogenblik del' afkondiging van de onderwerpelijke wet die schadeloos- stelling aan belallghebbenclen voldaan moet zijn.

Art. 4. De regering beschikt over den interimait'on toe- stand van den vrij-verlclaa'1'den slnaf tot op het

?ogellblik waarop hij zijne vrijheidvorkl'ijgt, mgevolge door de wet vast te stellen verorde- ningen.

Art. 5. De wet wil, dat de afkondiging der wetsbepalin- gen, die de vrij-verklaring der negers bevat- ten; verzelcl. zal gaan van de afkondiging der verordeningen, in het vorige artikel bedoeld, Art. 6. De bevoegdll0id der regering tot beschikkinG' over clen vrij-verklaarden slaaf gedurende het bedoelde tijdvak wordt door de wet geoordeeld te bestaan in eene verhuring van den voor- lllaligen slaaf.

Art. 7. Het in huur nemen van dezen wordt den voöl'maligen eigenaar van pluntageslavell voor zoo veel noodig, als eene voorwaarde der do,- de.lijk6 uitbetaling van de schadevergoeding, op- gelegd.

8. Deze verhul'ing geschiedt, bij behool'1ljko over- eenkomst tusschen de regering en den huur-

l I

del', welke overeenkomst, onder behoorlijke waarborgen ten behoeve der regering, voor ovel'dl'agt vatbaar is.

Art. 9. De wet voorziet in het toezigt op de behoor- lijke naleving van de met de regering goslotenc overeenkomst, en in al hetgeen de stoffe- lijke en zedelijke behandelU1g van den vrij- verklaardel1 slaaf bet~'eft: het al bij afzonderlij- ke verordeningen.

Art. 10. De· verordeningen, bedoeld bij art. 9, worden naar aanleiding van en in gelijken geest, als het bepaalde bij art. 5, te gelijk met en op hetzelfcle tijdstip als de vrij-verklaring der ne- gers, afgekondigd.

Art. 11. De bepalingen, vervat in de voormelde m·tilce- len, even als de inhoud del' verordeningen, bedoeld bij art. 10, worden, met den inhoud der overeenkomst betreffende de vel'hming, op oane behoorlijke en doeltreffende wijze tel' ken- nisse clel' betrokkene negerbevolking gebl'agt t

(waarom ook niet van de kleurling slaven)?

Art. 12. In het verslag, bedoeld bij het late lid van art.

60 del' grondwet, wordt jaarlijks van den stand der zaken in de kolonie, opzigtens den toe- stand del' negerbevolking, opgave gedaan/' Wij ontveinzen l1iet, dat wij 011S met vele hier in voor- komende denkbeelden wel zouden kunnen vereenigen ; wil men werkelijks iets goeds tot stand brengen, dan moet men van weerszijden iets kunnen toegeven, - wie alles wil - wil niets.

Ten slotte spreekt de heel' B. over kolonisatie en emigt·a,.

tie,

en acht het wenschelijk , dat men den stroom van land- verhuizers naar Suriname leide. - Ook wij beschouwen dit in het belang aener vruchtbare en schaal'S bevollde kolonie als Suriname zeer wenschelijk ; of Noord-Amerika I Zuid- Afrika of Australië voor cIe landverhuizers zelven meel' . aan- lokkelijks zoude hebben, is eene andere vraag. Wij vreezen , dat het koloniaal bestuur van uit Paramaribo te veel zoude willen regeren, wam' het eigenlijk niet te regeren had, en dat men den kolonisten in het belang del' ambtenaren

(12)

drukkende lasten en verpligtingen zoude opleggen, welke men elders niet kent. - Doch genoeg; wie VAN ITOëVELL

leest, leze ook BELMONTE en oordeele onpartijdig. - Au- diatur et altera par8.

Uit een ons gezondenen brief van Paramaribo van 7 Maart j. 1. deelen wij ten slotte den hoofdinhoud mede, waaruit genoegzaam blijkt, dat "het Suriname van heden"

ook nog veel te wenschen overlaat.

" Wel Edele Heer!

Daar wij met genoegen zien, dat UEd. het belang van den onderdrukten voorstaat en U bij voortduring toewijdt aan het ongelukkig lot der slaven en aan het openbaar- maken van mishandelingen en knoeijel'ijen, die sommige leden der koloniale regering zoo gaarne geheim zouden wil- den houden, om onder schijn van regt en billijkheid mid- delen van afpersing en knevelarij te vinden, zoo is het;

dat wij UEd. deze regelen uit Suriname cloen toekomen, waar wij U gekend hebben, en ons in vele opzigten met uwe gevoelens hebben kunnen vereenigen. - De hier ook vroeger plaats gehad hebbende knoeijerijen zul- len U nog niet vergeten zijn en deze duren nog steeds voort, en het is aan deze ontduiking van wet en orde, regt en billijkheid, dat de ondergang del' kolonie moet worden geweten. Het kwaad schuilt niCilt alleen in willekeur en mishandeling, in slechte voeding en kleeding der slaven, maar ook onder sommige ambtenaren en het slechto be- heer der koloniale kas.

Voeding der slaven. De resolutie van clen gouverneUl' in dato 14 Dec. 1853, na. 1755, die men hier als een gevolg beschouwt van uwe adressen aan de Tweede Kamer en uw schrijven in (le eonranten over het onvoldoende kost- geld van 70 centen per week voor ieder volwassen slaaf, is bij die resolutie bepaald op

f

1-10 per week.

Nu zoude men denken, dat hier door het lot van den slaaf te Paramaribo verbetercl is geworden, doeh geenszins I ,"Vie met de geheime intl'igues der ambtenaren in Suriname bekend is, zal ons toestemmen, dat zoodra een pont onder opzigt van cen bastiaan van een koffijplantaadje of kost-

~

I

gl'ond met banannen aan de stad komt, de bastiaan eerst naar den eigenaar of administrateur der plantaadje gaat, om den prijs l)er bos te bepalen. - Zijnde gemiddeld 80 cents, ~ somtijds 64, doch somtijds ook één gulden per bos. - De verkoop geschiedt onder opzigt van een schout (agent van policie), die eerst de vrij-lieden toelaat, terwijl zijne vrienden en vriendinnen er de beste bossen het eerst tegen den bepaalden prijs uitzoeken; ook koopell zij wel eens den geheelen voorraad, om er bij de slaven eenen schandelijken woekerhandel mede te drijven met 20 à 25 pCt. winst, en de aan handen gesneden bossen (trossen, die gedeelten van een bos uitmaken) worden den armen slaaf nu duur in de maag gedrukt. - Zoodra even ge- noemde resolutie in werking kwam, gaven de bestuurders van de plantaaqjen in last, de bossen banannen 25 cent in prijs te verhoogen; het voordeel van verhoogd kostgeld kwam dus niet aan den consumerenden slaaf en vrijman, maar aan den prollucent , en zoo deden ook de vettewa- riers en andere winkeliers, die gezouten visch en vleesch verkoopen. - Anderen verhoogen het kostgeld niet en zeggen zelven in de voeding hunner slaven te voorzien, door de spijs in natura te leveren, en hoe schraal het hun toegediende is blijkt daar uit, dat de slaven liever één dag in de week vrij - en ter hunner beschikking willen hebben, om zich met hetgeen zij dan kunnen verbouwen of verdienen gedurende een geheele week in spijs en drank te verzorgen, dan de portiën, clie men hun uitdeelt, te ont- vangen; doch dat wordt hun gewoonlijk geweigerd, als vermeenende , dat dit hij hen de zucht naar vrijheid doet vermeerderen, -- en wat zullen de slaven daar tegen doen? Klaagt een slaaf of slavin over zijn meester bij de politie, dan wordt hij op het piket wegens oneerbiedig- heid jegens zijnen wettigen meestor of meesteresse afge- straft. - Is de meeslel' een arme blanke of kleurling, clie wel wil laten straffen maar geen geld heeft, dan werpt men den afgestraften slaaf, voor welken te geeselen men geen geld bekomen heeft, in de gevangenis van het binnell- fort, en nu loopen de kosten nog hooger, als: a. voor al'l'est 4\n ontslag aan den Procurel1~'~Generaal

J

l~OO, b.

sluiten on ontsluiten voor den cipier 11.-50, G. voeding

f

,,-25

(13)

per dag l (doch ook daar wordt den gevangene uit een vui- ge winzucht een onvoldoende portie banamlen met een k~ein stukje bakkelj aauw verstl'ekt en gewoonl~k spijs, die Ult het water gegeten wordt, zonder vet, spek of vleesch, zoodat de v?eding niet meer dan 8 centen per dag kost, en de overIge centen onder de stille winsten der politie behooren), - d. voor het transporteren naar de gevange- nis en van daar naar zijn meester telkens 50 centen (ten behoeve van den schout). - Bij niet betaling blijft de slaaf zoo als wij boven zeiden gevangen en werkt des daags met keisteen voor de wegen te verbrijzelen, waarvan de vool'deelen door de heeren ambtenaren worden opgesto- ken. Voeding, kl eeding , medicijnen, enz. worden den meester duur in rekening gebragt en dikwerf worden de sterkste negers in de vochtige gaten van het binnenfort ziek. Er zijn voorbeelden, dat slaven op deze wijze, niet om eenig misdrijf, mnal' als een gevolg van de onmagt of den onwil van den meester gevangen gehouden en tot dwangarbeid gebrnikt worden, en in de gevangenis stier- ven. - Bij dergelijk ongehoorde· kunstgrepen trekken de ambtenaren vau politie nog allel'lei soort Van emolumenten.

"Met de lcleeding is het nog slechter gesteld, dan met de voeding, en het is een naakten slaaf niet mogelijk, den lui- tenant van politie (sedert jaren een Jood) ()f den regter wijs te maken, dat llij, ofschoon geen draad aan zijn lijf hebbende, niet goed gekleeel is; de meester heeft slechts het tegendeel te beweren 6n dan heeft de meeater zeer natuurlijk gelijk; een slaaf liegt altijd en mag, het zij hij meerder of minderjarig is, geen woordvoerder hebbcm en nog veel minder getuigen doen hooren. - Hij liegt I

"Voor eenigen tijd is hier het besluit van Z. M. clen Koning in de SUl'inaal11sche Couranten medegedeeld, bij welk besluit van clen 17 December 1853, nO• 93, bepaald wordt, dat cle uitdeeling der Ideedingstukken aan de p1an- tandje alaven dool' de bnrgerkapiteins iu de divisiën zul- len gesurveilleerd worden en gemagtigd zijn, om, wanneer de eigenaren of administrateuren daarin in O'ebreke mogei!

blijven, hij voor reh:.el1Îng van de plantaadje

~leze ldeeding~

sLl1kken kan laten aanschaffen en aan de slaven uit- deelen."

Deze burgerkapiteins zijn meest allen directeurs van plan- taadjen ; huurlingen, wien dool' den eigenaar of administra- teur ieder en dag hun ontslag kan worden gegeven, zul- len zij hunne patronen nu over het al of niet behoorlijke van de voeding en kleeding der slaven inlichten en tevens zich zelven surveilleeren. Wij kennen directeuren, die 011 uitbreiding van kostgronden of op meerdere uitdeeling van ldeeclingstukken ten behoeve der slaven bescheidenlijk heb- ben aandrongen en clie thans broodeloos in cle stad Para- maribo roncUoopen; en deze zullen ,zoo als ook gij zelf weet, nooit weeler bij eenigen eigenaar of administrateur in aanmerking komen 0111 op eene plalltaa(~e geplaatst te worden. - Wie het waagt, in de kolonie iets in het belang der slavenmagt te apreken , is met phiIantrópisehe denkbeel- den besmet en moet dadelijk verwijderd worden, even eens als een gevaarlijke ketter uit ele kerk moet worden ver- wijderd."

"De nieuwe ingevoerde wetten hebben wel de kleur, als of men den toestand der slaven wil verbeteren en mishandelingen weren, doch clie wetten worden niet ge- hall(lhaafd, - hoe toch zullen die zoo afhankelijke inferi- euren hunne superieuren tot" htU1 pligt kunnen brengen?"

" Men leest wel eens in de koloniale dagbladen de aan- besteding van benoocügde kleeclingstukken voor zoo veel slaven op de plantaadje N. N.; b. v. 2500 ellen Osnabrugsch linnen, 2000 ellen Friesclibont - 80 duffelsche jassen, enz. enz. ~ Maar de leveranciers en de administrateuren verstaan elkander, en in Holland klinkt zulke eene adver- tentie zeer mooi. - Intusschen ziet men deze hoeveelhe- den op de plantaaclJell niet of slecbts op sommige arri- veren. Bij anderen heet het, dat er monsters eu eene lijst van benoodighec1en van onderscheidene plalltaadj en, .be- nevens eene lijst van inschrijving ten kantore van clen heer Q. N., administrateur elll'i., voorhanden liggen, of' dat de inschrijving met gesloten briefjes geschieden moet."

Dit goslotene is een echt Surinaamsche kunstgreep;-- tap- po yOt~ moj)'o (hond je monel) zeggen de slaven. "IC wanti- teit ell kwaliteit blijft nlzoo geheim, en dikwerf heeft er in het geheel geeno of zeer geringe levering van klee- dingstukkell plaats."

(14)

"Men heeft ook den schijn aangenomen, dat men thans minder willekeurig over den slaaf beschikken kan; dan vroeM ger. Bij resolutie van den gouverneur van den 13 Fe- bruarij 1854, Gouvernemel1ts blad nO. 19, is bepaald, dat voortaan geene slaven van de eene 111al1taadje naar de anM dere zonder toestemming van het kolol1iaalbestuur mogen worden ovel'tgebragt t - doch ook daarop had men reeds vroeger eene kunstgreep uitgevonden, die oogluil,snd door de regering wordt toegelaten t zoodat er nimmer eenig on- derzoek in het werk gesteld wordt. Bij onderzoek zoude evenwel blijken, dat van eenige katoel1plantaadjen 20, 30 en meel' mannelijke slaven aan de suikerplantaadjen ver- ltuurd worden, die dan, zoo als het heet, slechts tijdelijk van vrouwen kinderen worden gescheiden; somtijds ech- ter blijven zij in die huur 5 à 6 jaren, maar meerendeels levenslang en zien llllll geboorte plantaadje en nabe- staanden nimmer of hoogst zelden weder."

"Geen heemraad of burgerkapitein , wanneer die mede- pligtig zijn en in de winsten deelen, zullen hier tegen in verzet komen, eu dezen ûjn de eigenlijke gezaghebbers 9n hoofden van politie in de divisiëll, zoo als de gouver- neur in 'de stad; en het hoofdbestutu' te Paramaribo bew moeit zich er niet mede, ofschoon 11et llU en dan rap- porten van de heemraden ontvangt; niemand houdt daal' (voor zoo ver 011S bekend is) contröle, of men de wetten opvolgt of' niet, zulks is in Westindië niet de vraag, maal' of die bepalingen naar buiten een gunstig ell geruststellend aanzien hebben, dat is genoeg, want dat men de wetten en reglementen aldaar dikwerf ol1tduikt en krachteloos maakt is aan de orde vau den dag."

"Is in Nederland reeds voor lange jaren de pijnbank afgeschaft, om een beschuldigde tot bekentenis te bren~

gen, iu Suriname bezigt men nog ele uitrekking tusschen twee palen op het piket en dan zweep en bullepees. In de buurt van het piket is men het klappen van de zweep en het gekerm der slaven en slavinnen t zwarten en kleurM lingen zoo gewoon, dat men er geen notitie meer van neemt; ook weet men niet of het oene afstraffing op ver- zoek van den meester of een -dwangmiddel der politie is, om clcu beschuldigde tot confessie te brengon." - (Wie

hiel' b. v. naast een wever, smid of molen woont, is dat geklap, gehamer en gesnor zoo gewoon, dat hij het naau- welijks meel' hoort; zoo wordt ook daar het zweepgeklap en het gegil del' slaven naauwelijks meer opgemerkt). -

"De luitenant van politie en zijn adsistenten zijn nog als vroeger allen Joden, wordende door het koloniaalbestuttr wegens hunne wreedheid en ingewol'telden haat tegen de zwarten voor die betrekking het meest gescl1ikt geacht.

Het hoofd van dat kommissariaat is dan ook in 1853 in de Indiêr wegens het mishandelen vaneen slavin op het bureau Van politie nader bekend gemaakt." - (Verder weidt de briefschrijver uit over de groote knoeijerijen, die aldaar in het final1tiewezen plaats hebben. Men schrijft ons dien aangaande): "Toen de geachte en werkzame gou- vernem' VAN RADERS het bestuur der kolonie Suriname op 1 Maart 1852 aan den Procureur-Generaal PH. DE KANTER

overgaf, zeide hij: !t ik heb de kolonie in een beteren staat overgegeven dan ik die in 1845 van den aftredenden gou- verneur ELIAS ontving. - In 1845 was in de koloniale kas een te kort van

f

190,000 en nu bedraagt het batig saldo f 80,000 makende een verschil vanf 270,000."

"Bovendien had hij 'slands gebouwen; bruggen, kanalen en wegen aanmerkelijk doen verbeteren (zie het Buri- naamselI Algemeen Nieuws- en Advertentie blad van woens- dag den 3 Maart 1852 ,no. 27, gedrukt en uitgegeven bij

J. H. G. MULLER. te Paramaribo, en wel onder het rubriek Nieuwatijdingen). Dit is, wel is waal', niet het officieele gedeelte dier eonrant, maal' dat blad staat onder censunr van den Procureur-Generaal, lid van den raad en opvol- gend bestuurder van den afgetreden gouverneur, die de plaatsing zoude hebben moeten schrappen, zoo dat berigt onwaarheid behelsde, als hebbende zelf de redevoering van den heer VAN RADERS, waarin dit voorkwam, gehoord.

Intusschen vindt men in de publikatie van 1 Maart, Waal'- bij de gouvernour VAN R.ADER8 het bestuur nederlegt , en voorkomende in dezelfde courant t van die becijfel'ing geen woord. - De administrateur van finantiën noell een eler andere raadsleden sprakell dit nieuws tegen, en de burgers geloofden dus dat het waarheid was. VAN RA- DERS bleef nog tot 3 April in de kolonie en overal werd

(15)

met grooten lof over zijne administratie gesproken, den roem nalatende van de eenigste gonverneur te zijn geweest, die de kolonie in een zoo goeden finantieelen staat had nagelaten."

"Toen men echter in het laatst van Maart te Parama- ribo vernam, dat DE KANTER niet tot effectieven gouver- neur zoude worden benoemd - maal' dat de heer VAN SOBMlDT AUI!' ALTERS'l'äDT binnen eenige d,,'tgen te ver- wachten was ,~- was op 'slands kantoren alles tot laat in clen nacht in drukke beweging om de boeken bij te wer- ken en in orde te brengen."

IJ Den 24 April 1852 stierf zeel' subiet aan eene beroer- te de heor

c.

LEERS, administrateur van finantien; men vond hem dood in zijn becl en zijne kas deerlijk in de wal'; de kleine magere man stierf dooel arm."

"De longtering, waaraan de heer DE KAlilTER, een lang en een egO'istisch man, leed, nam nu ook meel' in hevig- heid toe, moetencle hij het bestuur wegens afnemende krach- ten aan den heer C. BARENDS , als oudste lid van den raad, overgeven. Den 14 Junij 1852 stierf DE KANTER, als een zeel' rijk man, welk aanzienlijk vermogen hij in een korten tijd had weten te verwerven. Herhaalde malen had hij op zijn sterfbed den wensch geuit, zoo lang te mogen leven, dat hij slechts den nieuw benoemden gouverneur al was het maal' een paar minuten kOllde spreken, daal' hij hem veel te openbaren had. Dat mogt echter niet ge- lnlcken; eerst den 18 Junij kwam de cortgene met VAN SOE:M:IDT AUF AI,TENST!LDT op de rivier Suriname, en den 22 nam hij het bestuur over."

n Al spoedig verspreidde zich nu het gerucht, dat de nieuwe gouverneur van die 80,000 niets vinden kondo, maar integendeel, dat er achulde en in de kas van den heel' J. HELD, vroeger koloniaal ontvanger en betaalmees- ter ou die nu clen overlec1enen LEERS als administratour

van iinantiën opgevolgd was,

f

11,000 te kort was. Do heel' HELD bekwam 'zijn ontslag en de heel' DE l\UN werd als administrateur van nnantiën van Nedol'1and naar Suriname gezonden. Later had (zoo als hiel' verzekerd wordt) de gouverneur van dat zoo haastig aangevraagd ontslag berouw, wijl 11ij ontwaarde, dat de schuld moor

bij den overleden LEERS, dan bij den heel' BELB lag,

?fschoOll .. de heel', HELB zich gewaagd had, op goedblief- Jes van zIJn superIeur LEERS gelden uit te betalen. _ Het

te kort zoude nu dool' den genoemden ambtenaar die het

. . ,

lllet WIst te verantwoorden, uit zijn private beurs betaald worden, doch dit was slechts een dreigen voor het publiek, ell men bragt het na eanige overlegging weder te boek als een te kort in de koloniale kas, en als naar gewoonte ten laste der burgers. Het geld was nu toch een maal te zoek en alles met een floers van geheimhouding be- dekt, en het geheim met de hoofdpersonen· grafwaarts ge- dragen ."

"Intusschen liet LEERsvan zijn traktement ad

I

8OQO

's jaars niets, en DE KAliI'TER aan zijne weduwe en8 kin- deren ieder meer dan één ton gouds, dus bijna een millioen guldens, na, zoo als men ons althans uit goede bronnen heeft verzekerd." - "Het is vóór mijn tUd gehellrd en dat gaat mij niet aan," - zeggen de opvolgende gouver- neurs en administrateurs - en de ingezetenen moeten den IMt dragen." Toen

wU

dit lazen dachten wij onwillekeurig aan het lieclje: .

"Ja, ja, wij willen het weten, Waar of het gelc1 gebleven is; - Ja, ja, wij willen het weten, Hoe of het daar meê zit (bis)."

Maal' ja wel! fluiten I de vogel zit op den boom. Zingt maar, arme burgers van Suriname , niemand zal U dat raadsel oplossen, veel minder het te kort. terug ge- ven

=

en: betalen is weder de boodschap I

" Eerst weigerde de nieuwe gouverneur hij zijn arrivement iu de kolol1ie, om bij den heer J; AE. LISMAliI' , provisionee- len Procureur-Generaal, te komen souperen; hij wilde hem ondanks de beleefdste uitnoodigingen niet eens zien - zoo stonden de zaleen nog in het begin van Julij, - doell plotselil1g draait de wind en LISMAN werd door den Gou- vernem: tot Procureur-Generaal voorgedragen, die den 12 Augustus 1852 door den Koning als zoodanig benoemd en te-

(16)

vens tot ridder van den Nederl. leeuw verheven werd.

Van waar die spoedige veranderingen? enz. enz."

1) Wij durven dezen brief niet regtstreeks aan DEd. adres zenden, aangezien uw naam hier in de kolonie te veel bekend is, en het Postkantoor. is hier (zoo als de brief- schrijvers vel'meenen) niet zeker, maar zeel' onveilig."

I ) Wij zijn met alle achting UwEd. D.

W.

Dienaren on

Vrienden A-Z."

Wat el' ook van de herhaalde klagten over het bestuur in de Westindische koloniën en del'zelver meerdere of mindere gegrondheid zijn mag I het is niet te ontkennen, dat el' veel te wenschen overblijft, en met ware belangstelling zien wij dan ook voor die koloniën voor "v'l'ijen en slaven" een beteren toestand van zaken te gemoet. Belangrijke ver·

anderingen zijn althans voor die schoone bezittingen van Nederland te wachten.

De Staats commissie - in November 1853 door Z. M.

den Koning ingesteld, ten einde te onderzoeken, welke maatregelen, met het oog op den tegenwoordigen toestand der slaven-bevolking in de koloniën en bezittingen van liet Rijk in andere wel'elddeelen, door de regering kuunen en bchool'en te worden genomen; . met opdragt aan die Staats commissie, om van hare bevinding verslag te doen, on- der bijvoeging van de voorstellen, waartoe dat onderzoek mogt aanleiding geven, - heeft thans volgens de Amster- damsche courant van 21 Mei j. 1. hare werkzaamheden geëindigd: "De minister van koloniën is reeds met de inzigten van die commissie bekend en men meent weldra een wetsontwerp omtrent deze belangrijke aangelegenheid te gemoet te zien. Het beginsel van emancipatie schijnt vast te staan, maar evenzeer dat van schadeloosstelling."

Tot die commissie waren benoemd: tot voorzitter de heel'

J. C. BAUD, tot leden, de heeren: J. C. RIJK (sedert deze benoeming overleden) Mr. G. GROEN VAN PRINSTERER

(hebbende later voor dat zijn lidmaatschap bedankt), MI'.

J. HEEMSKERK BZN.; R. F. barou Y AN BADERS; R. H. E,S- SERj P. FIERS SMEDING; Mr. A. nnUGMANS en G. o. nOSOH REITZ.

Ook beeft Z. M. bij besluit VaU clen 28 April 1850 aan

Jhr. J. J. RAMl'tfELMAN ELSEVIER Jr., gouverneur van Cu- raçao en ollc1erhoorigheden, uit gemelde deze zijne betrek- Icing eervol ontslag verleencl, en tot zijn opvolger be- noemd den heer R. F. VAN LANSBERGE , thans Consul- Generaal der Nederlanden te Venezuëla. ~ en

Bij Kon. besluit van 3 Mei jo 1. is aan Jhr. J. G. Q. S. VAN SCHMIDT AUF ALTERSTäDT op het daartoe door hem ge- daan verzoek mede eervol ontslag verleend als gouverneur der kolonie Suriname en als zoo danig benoemd de Ge- neraal-Majoor titulair, bij het leger in Oostindië,

c.

P.

SCHIMF.

Bij deze belangrijke besluiten des Konings en het be- noemen yan nieuwe bestuurders der Westindische bezi t- tingen heril1nere men zich tevens, dat de Tweede Kamer del' Staten-Generaal in de maand Maart j. 1. hare sym- pathie voor de vrij-verklaring del' slaven heeft betoond,

dat misschien niet zOl1der een gewenscht gevolg zal blij- ven, althans dan niet, wanneer de Nederlandsche natie door adressen van adhaesie de emancipage mogt onder- steunen. Daar toe, doe ieder het zijne; niemand ontrek- ke zich daar aan.

"Eend'1'agt maakt magt" was onzer vaderen leus. Zeg lliet: )I wat kan ik er aan doen; mijne stem is niet meer dan een drup water in den Oceaan," - Goed, maal' vele druppels kunnen den grond vruchtbaar maken en goecle vruchten doen geven, en wij zeggen met den heer c. S.

ADAMA VANScHELTEMA :

"Hoe, als eens elke regendrup Met moedeloosheid sprak:

Wat baat· mijn vocht der dorstende aard?

Ik toef aaU 't hemeldak.

Hoe, als eens elke zonnestraal Zijn vuur onttrok aan de aard, Om dat zijn lichtglans op zich zelf

Geen vollen middag baart.

(17)

Draagt dan niet elke druppel bij Tot koelte en vruchtbaarheid,

En wordt, als straal bij straal zich voegt, Niet warmte en geur vel"spreid

r

Zoo geeft ook eendragt .menschen magt I Waar broederliefde woont,

Wordt elke strijd, dool' broedertrouw, Met zege in 't eind bekroond,"

.. Bijlage A.

COPIE van het acl?'es, in Mei 1855 aan Z. M.

den ](oning ingezonden door ingezetenen van Fleemstecle· en Omstt'eken.

SIRE I

Geven eerbiedig te kennen, de ondergeteekenden, inge- zetenen der gemeenten Heemstede, Bennebroek en Ber-r kenrode , Lisse en Sassenheim, dat zij dankbaar erkennen de belangrijkheid der instelling eener Staats Commissie bij een Koninklijk besluit, dato 29 November 1853, in het leven geroepen, aan wie de pligt opgedragen is, de noo- dige inlichtingen betreffimde de slavernij en emancipatie in te winnen , Uwer regering deswegens voor te lichten, terwijl zij dan ook met blijdschap gelezen hebben, de door den heer Voorzitter der commissie (den heer BAUD) in de zitting van 3 Maart 1. 1. van de Tweede Kamer der Statell- Generaal, medegedeeld in het bijblad der Staats-Courant, nO. 46 I uitgedrukte hoop, dat de regering spoedig zonde worden in staat gesteld, om afdoende voorstelleu omtrent het gewigtig onderwerp (de emancipatie der slaven) aan de vertegenwoordigers te kunnen doen.

De belangrijkheid dier commissie volkomen en dankbaar erkennende en zich verblijdende in de gunstige toezeggin- gen van den heel' Voorzitter, zoo gevoelen de onderge- teekenden zich echter verpligt, gedrongen door den nood en de ellende der arme slaven, welke nog steeds voort- duren, gelijk nu weder op nieuw door het adres van den heer M. D. TEENSTRA en de belangrijke discussiën deswe- gens in de Tweede Kamer gevoerd, gebleken is en de eer van hun land, om reeds nu eerbiedig, doch tevens ern- stig bij uwe Majesteit aan te dringen, dat uwer Majesteits regering gepaste maatregelen berame om de slavernij in de koloniën van den Staat, zij het ook met geldelijke opoffe- ringen ten behoeve van hen, wier eigendomsregt een- maal erkend is I af te schaffen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zijn wonden tonen ’t gans heelal, wat Hij voor ’t mensdom deed!. De eng’len om Gods troon, all’ overheid

Mensen steken zich in schulden en worden ver- volgens gedwongen te werken voor hun

Of hij daarmee de twee Tony’s bedoelt (hij stelt hen eerder in de recensie juist aan elkaar gelijk) of ook andere personages is niet duidelijk, maar toch lijkt zijn lezing

Het leeren van een ambacht valt echter niet mee. In de eerste plaats worden de jongens door den nood in de gezinnen veelal gedwongen zoo vroeg mogelijk geld te gaan verdienen, in

» alvorens tot verkoop van de kavel aan de Augustuslaan over te gaan eerst de inwoners een serieuze kans te geven en te overleggen met deze inwoners over een mogelijke bestemming

W.R. van Hoëvell, Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet.. genheid het geweten der natie tracht wakker te schudden en haar wijst op de groote zonde der slavernij, nog altoos

Europa telt naar schatting 880.000 slaven, zo blijkt uit cijfers van het Europees Parlement.. Een derde van hen wordt

Onder de Javaanse contractanten was de sterfte tijdens de reis van Java naar Suriname niet veel hoger dan onder de contractanten uit India.. Stierven er toch