• No results found

Wet versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wet versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wet versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II

Conceptwetsvoorstel tot vaststelling van de Wet confiscatie criminele goederen en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking aanpak

ondermijnende criminaliteit II)

Beantwoording IAK-vragen

Wat is de aanleiding?

Dit wetsvoorstel vormt onderdeel van de uitgebreide wetgevingsagenda ondermijning, bestaande uit meerdere wetsvoorstellen die onderling gemeen hebben dat zij geheel of mede tot doel hebben de aanpak van ondermijning te versterken.

2. Wie zijn er betrokken?

Bij de totstandkoming van dit wetsvoorstel zijn verschillende partijen betrokken, onder andere het openbaar ministerie (OM), de politie, de Financiële inlichtingen en opsporingsdienst (FIOD), de advocatuur (Nederlandse Orde van Advocaten), de rechterlijke macht (Raad voor de rechtspraak), de Financiële inlichtingeneenheid (FIE) en de Nederlandse vereniging van banken.

De doelgroepen die door de regeling worden geraakt betreffen rechters, Openbaar Ministerie, opsporingsdiensten, advocatuur, verdachten, belanghebbenden van goederen die afkomstig zijn van misdrijven en rekeninghouders.

3. Wat is het probleem?

Plegers van georganiseerde ondermijnende criminaliteit maken gebruik van dezelfde legale structuren en voorzieningen als gewone burgers, zoals financiële en juridische dienstverlening.

Deze verwevenheid met de legale wereld heeft vergaande consequenties. Omvangrijke criminele vermogens worden geïnvesteerd in de legale economie waardoor criminele netwerken een steeds meer invloed in het maatschappelijk leven verwerven. Tegelijkertijd verhardt de ondermijnende criminaliteit zonder dat daar in alle gevallen een passende sanctie tegenover staat. Dit leidt tot aantasting van het rechtsgevoel en van de rechtsstaat en zijn instituties.

4. Wat is het doel?

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de mogelijkheden te vergroten voor partijen in de strafrechtsketen om effectief op te treden tegen verschillende verschijningsvormen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.

Het conceptwetsvoorstel strekt tot het tot stand brengen van een nieuwe wet en tot aanpassing van de bestaande wetgeving, ter versterking van de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit.

De nieuwe Wet confiscatie criminele goederen zal de confiscatie mogelijk maken van goederen die afkomstig zijn van enig strafbaar feit, zonder dat sprake is van een voorafgaande veroordeling van een persoon voor een strafbaar feit. De wettelijke regeling is gebaseerd op de

verzoekschriftprocedure van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een onherroepelijke rechterlijke beslissing tot confiscatie heeft tot gevolg dat de eigendom van het goed vervalt aan de staat, zodat het corrumperen van het maatschappelijk verkeer door crimineel geld beter kan worden bestreden.

De aanpassing van de bestaande wetgeving ter versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit heeft betrekking op:

- De verruiming van de mogelijkheid tot hoofdelijke oplegging van de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, zodat de betalingsverplichting voor deze maatregel ook hoofdelijk kan worden opgelegd als de maatregel is opgelegd op grond van artikel 36e, derde lid,

(2)

van het Wetboek van Strafrecht.

- Uitbreiding van de bestraffingsmogelijkheden voor bepaalde delicten. Dit betreft de uitbreiding van de mogelijkheid tot ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2°, 4° en 5°, van het Wetboek van Strafrecht vermelde rechten voor enkele strafbare gedragingen, als deelname aan drugscriminaliteit, het dumpen van drugsafval, mensensmokkel of het onder druk zetten van ambtenaren. Dit betreft tevens de verhoging van de boetecategorie en de uitbreiding van de bijkomende straf voor gekwalificeerde diefstal en voor softdrugsdelicten.

- Wijziging van de wrakingsregelingen in het Wetboek van Strafvordering, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit betreft (i) een versnelde behandeling door de wrakingsrechter van wrakingsverzoeken die kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn, en (ii) een wettelijke mogelijkheid voor de rechter die is gewraakt om na een op de terechtzitting ingediend wrakingsverzoek nog beslissingen te kunnen nemen die geen uitstel dulden.

- Wijziging van de regeling van de relatieve competentie in het Wetboek van Strafvordering. Dit betreft (i) verruiming van de regeling van de relatieve competentie door de voorrangsregeling bij deelnemingszaken te schrappen en door de zittingsrechter de mogelijkheid te geven om

omvangrijke (ondermijnings)zaken na aanvang van het onderzoek op de terechtzitting te verwijzen naar een ander gerecht, wanneer pas na die aanvang is gebleken dat de zaak samenhangt met een andere zaak die al elders ter berechting is aangebracht en (ii) de actualisering van de wettelijke bepaling over de strafbare feiten met de vervolging waarvan officieren van justitie bij het functioneel parket zijn belast.

- Het op verzoek van de FIU-Nederland tijdelijk aanhouden van de uitvoering van een financiële transactie door een bank, om te voorkomen crimineel geld wordt weggesluisd voordat er beslag kan worden gelegd in het belang van de strafvordering. Deze bevoegdheid is aanvullend op de reeds bestaande bevoegdheid van de inbeslagneming van vermogensbestanddelen op

strafvorderlijke titel.

5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Overheidsinterventie is gerechtvaardigd omdat het huidige instrumentarium onvoldoende mogelijkheden biedt om op te treden tegen ondermijnende criminaliteit.

6. Wat is het beste instrument?

Wetgeving.

7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?

De overheid heeft meer instrumenten in handen om tegen ondermijnende criminaliteit op te treden. De effecten van deze vorm van criminaliteit op andere burgers en bedrijven nemen hierdoor af. De consultatieperiode zal ook worden gebruikt om een beter beeld te krijgen van de kosten en uitvoeringseffecten die met dit wetsvoorstel zijn gemoeid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(preadviezen NJV), Deventer: Wolters Kluwer 2017, p. Kooijmans, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2018, hoofdstuk XVIII.4.. en juridisch nauw samenhangen met

In het eerste lid wordt “artikel 6:6:10” vervangen door “de artikelen 6:6:11 en 6:6:12” en komt de tweede volzin te luiden: Voor de beslissingen als bedoeld in artikel 6:6:10 of bij

Op grond van artikel 27, eerste lid, is een externe accountant een accountant ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is opgenomen als bedoeld in artikel

Overheidsinterventie is gerechtvaardigd omdat de huidige strafbaarstelling van seksuele (en seksueel getinte) misdrijven niet meer aansluit bij de maatschappelijke realiteit.. Wat

In het tweede lid van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht wordt ‘met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie’.. Wet aanpassing

Vennoten van een vennootschap die niet is ingeschreven in het handelsregister die op een voor derden duidelijke kenbare wijze onder een door haar gevoerde naam aan het

Dit geldt ook indien de vennootschap of vennoten jegens derden op een andere wijze aansprakelijk zijn, bijvoorbeeld omdat met derden bij overeenkomst is afgesproken dat één van

Voorgesteld wordt dat de elektronisch ondertekende aangifte langs elektronische weg kan worden overgedragen met behulp van een bij of krachtens algemene maatregel van