• No results found

voor Midden-Groningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "voor Midden-Groningen"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

voor Midden-Groningen

Goedgekeurd door het bestuur van het Nationaal Programma Groningen op 7 december 2020

Lokaal Programmaplan voor het

Nationaal Programma Groningen

(2)

2

het college

In maart 2019 sloten gemeenten, provincie en Rijk een

bestuursovereenkomst voor het Nationaal Programma Groningen (NPG). Het nationaal programma moet Groningen een nieuw structureel perspectief bieden op economie, energietransitie en leefbaarheid. Dit lokale programmaplan ‘ voor Midden-Groningen’

geeft daaraan invulling voor Midden-Groningen.

Voor Midden-Groningen is het nationaal programma perfect

getimed. We zijn net gestart als nieuwe gemeente en werken aan

onze gezamenlijke identiteit en ons nieuwe collectieve imago. Het

nationaal programma is voor ons een prima aanleiding om volop

in gesprek te blijven met onze inwoners en partners over de vraag

waar Midden-Groningen over tien jaar moet staan. Het NPG-proces

heeft ons geïnspireerd en verder geholpen bij het uitstippelen van

onze koers en het leggen van verbindingen.

(3)

We hebben ervaren hoe verknocht mensen zijn aan hun ‘stukje Groningen’. We zijn onder de indruk van vitale gemeenschappen en het innovatieve bedrijfsleven en ook van de rijkdom in termen van natuur en cultuurhistorisch erfgoed. Er is zoveel moois om een aantrekkelijke nieuwe gemeente mee te bouwen. Het nationaal programma benutten we om structureel te bouwen aan het brede welzijn van de inwoners en aan een gemeente die door inwoners én buitenstaanders wordt gezien als aantrekkelijk om in te wonen, te werken en te recreëren.

Tegelijkertijd kunnen we niet ontkennen dat Midden-Groningen grote en serieuze problemen heeft. Midden-Groningen scoort niet goed als het gaat om werkloosheid, gezondheid en armoede. Het aanzicht en de leefbaarheid van delen van de gemeente zijn onvoldoende. Op deze onderwerpen willen we met NPG-geld het verschil maken.

Midden-Groningen hecht veel waarde aan de samenwerking met inwoners, partners, buurgemeenten en provincie. We werken aan de versterkings- en schadehersteloperatie en zijn deelnemer in de regiodeal Oost-Groningen1. Enerzijds hebben we te maken met grote bezuinigingen, voortslepende dossiers op het gebied van schadeherstel en versterkingsopgave en

anderzijds kijken we met een positieve blik naar de toekomst, mede dankzij de regiodeal en het nationaal programma. Dit vraagt zorgvuldig balanceren.

Dit Programmaplan kwam tot stand in afstemming met vele belang- hebbenden, onze buurgemeenten en de provincie (die het thematisch programma voor haar rekening neemt). De basis voor het Programmaplan is in december 2019 door de gemeenteraad vastgelegd in het Strategisch Kader NPG. Een speciaal samengestelde raadswerkgroep was gedurende het hele proces betrokken.

Wij danken de inwoners, partners en initiatiefnemers voor hun plannen en voorstellen. In het bijzonder danken wij Ercan, Tara en Zein uit groep 7 en 8 voor hun mooie ideeën. Ook de inwoners die hebben gereageerd naar aanleiding van de ‘livestream’ danken we hartelijk; hun reacties hebben ons met beide benen op de grond gezet. Graag verwijzen we naar de beantwoording van de vragen ‘online’.

Tenslotte danken we de medewerkers van de gemeente Midden-Groningen die zich hebben inge-spannen om dit programmaplan tot stand te brengen.

Dit Programmaplan is met uiterste zorg samengesteld op basis van het Strategisch Kader (Gemeenteraad, december 2019). Het was niet mogelijk alle ideeën uit de samenleving mee te nemen. Sommige ideeën vielen af omdat ze nog niet waren uitgewerkt; andere ideeën hadden veel gelijkenis met plannen die wel zijn opgenomen en soms paste een plan niet binnen het Strategisch Kader. Tenslotte behoorden sommige ideeën tot het reguliere beleid van de gemeente. De projecten die nu in het Programmaplan zijn opgenomen zijn echter niet in beton gegoten. Er is ruimte voor evaluatie, bijstelling en stoppen van projecten. Dat biedt op termijn mogelijk weer ruimte voor nieuwe ideeën en initiatieven. Het college wil graag ruimte houden voor projecten op het terrein van ouderen, eenzaamheid, gezondheid en leefstijl.

Het college gaat de komende tijd op zoek naar concrete invulling voor deze thema’s; vooral ook in samenhang met provinciale- of andere gezamenlijke initiatieven.

Ten opzichte van het Programmaplan zoals dat door het Programmateam in concept is gepresenteerd, heeft het college twee projecten laten vallen, namelijk het project ‘Lokaal onderwijs en kansrijke sectoren’, waardoor jongeren meer geïnteresseerd moeten raken in het lokale bedrijfsleven.

(4)

4 Het college was van oordeel dat dit een verantwoordelijkheid is van

het bedrijfsleven. Daarnaast heeft het college ook het ‘fonds kansrijke ondernemingen en innovatie’ geschrapt, omdat er in Groningen al meer van dit soort fondsen zijn.

Het nationaal programma is geslaagd als het brede welzijn van inwoners substantieel is verbeterd en Groningers vertrouwen hebben in de toekomst. Midden-Groningen gaat deelnemen in het provincie-brede

monitoringprogramma van het brede welzijn. We zetten samen de schouders eronder. Met inwoners, overheden, kennisinstellingen, bedrijven en andere organisaties gaan we de brede welvaart van de Groningers en het imago structureel verbeteren!

Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Midden-Groningen

(5)

Het proces

Dit Programmaplan is ontwikkeld door het Programmateam NPG van Midden-Groningen. Het team sprak met inwoners, partners en

initiatiefnemers. In de conceptfase is het plan gepresenteerd en besproken met de partners en later via een livestream met de inwoners.

De opmerkingen en vragen zijn verwerkt in deze versie van het Programmaplan (zie ook de vragen & antwoorden online).

Op 5 oktober bood het college het ‘Lokaal Programmaplan NPG’ en het

‘Voorstel selectie projecten NPG’ aan de gemeenteraad aan.

Op 20 oktober vergaderde de raadscommissie over de twee documenten.

De gemeenteraad nam op 28 oktober kennis van beide documenten en heeft ermee ingestemd dat de beide documenten (geamendeerd) voor advies/

goedkeuring aan het NPG-bestuur worden voorgelegd.

Dit betekent dat de gemeenteraad begin 2021 definitief besluit over het Programmaplan.

Wat betekent een besluit over het Programmaplan?

Het Programmaplan is een uitwerking van de ambities en doelen uit het Strategisch Kader, rekening houdend met het gemeentelijk beleid.

De projecten in het Programmaplan zijn nog niet allemaal concreet uitgewerkt; soms betekent het opnemen van een project dan ook dat de gemeente daar geld voor wil reserveren. Ook de concretere projecten zijn nog niet allemaal in detail uitgewerkt. Dit wil zeggen:

1. Het Programmaplan is een samenhangend geheel van projecten, aansluitend op de ambities en doelen uit het Strategisch Kader2. De projecten zijn reële voorstellen maar zijn niet allemaal in een projectvoorstel uitgewerkt; dat kan ook niet. Het vaststellen van het Programmaplan betekent dus niet meer en niet minder dan dat de gemeenteraad uitspreekt dat dit - met de kennis van nu - de belangrijke plannen zijn voor de komende 10 jaar. Maar het betekent niet dat ieder project dat er nu in voorkomt, ook hard vastligt. Er is uiteraard ruimte voor evaluatie, aanpassingen en nieuwe ideeën, passend in de logica van het Programmaplan; het is niet de bedoeling het Programmaplan jaarlijks aan te passen.

2. Op basis van het Programmaplan moet vervolgens voor ieder project eerst een NPG-projectformat3 worden ingediend bij het NPG-bureau.

Dit format biedt voor het NPG de essentiële informatie om de financiële aanvraag te beoordelen. Het college handelt deze aanvragen af in samenspraak met het NPG-bureau.

3. Vervolgens maakt de gemeente voor ieder goedgekeurd project met belanghebbenden en partners het inhoudelijke en gedetailleerde projectplan, dat vervolgens in samenwerking met de betrokkenen wordt uitgevoerd.

(6)

6 Wat is eind 2020 en begin 2021 aan de orde?

Na besluitvorming door het NPG-bestuur (met betrekking tot de

goedkeuring), zijn beide documenten via het college aan de raad voorgelegd voor finale besluitvorming; namelijk formele vaststelling van beide

documenten.

De betrokkenheid van de gemeenteraad in de besluitvorming rond de projecten is verankerd in het budgetrecht van de gemeenteraad. Voor bijvoorbeeld herstructureringen ligt dit duidelijk vast in de wet en in o.a. de P&C-cyclus van de gemeente. Voor andere projecten zal steeds per project maatwerk worden geleverd. Het college regelt de betrokkenheid van de gemeenteraad bij de belangrijke beslismomenten rond projecten; ook tijdens bijvoorbeeld de uitvoering (start en belangrijke projectfasen) en bij de evaluatie.

Aandachtspunten voor de toekomst

In dit Programmaplan worden veel infrastructurele verbeteringen

voorgesteld. Deze zijn in de meeste gevallen nog niet volledig uitgewerkt. In de plannen zal nadrukkelijk een paragraaf opgenomen moeten worden voor het vervolg. Wie beheert, welke budgetten zijn daarvoor beschikbaar etc.? Dat geldt overigens ook voor de andere projecten; ook daarbij zal steeds moeten worden ingegaan op de consolidatie van het resultaat en het op een goede wijze borgen van de resultaten.

Op meerdere plekken in dit Programmaplan wordt aandacht gevraagd voor het zogenaamde ‘zwaluw-staarten’. Hiermee wordt bedoeld dat Midden-Groningen zeer goed de eigen projecten afstemt op de kansen die voortkomen uit bijvoorbeeld Toukomst-projecten (nu 59 mogelijke projecten), of provinciale projecten, of de projecten van de buren. Ook andersom zal Midden-Groningen projecten van anderen naar de eigen gemeente proberen te halen. De vraag is steeds: hoe kunnen we slim combineren? Dat vraagt permanente aandacht. Tegelijkertijd wil Midden-Groningen niet steeds wachten op anderen. Waar nodig wil Midden-Groningen de trend zetten.

Ook gaat Midden-Groningen elders op zoek naar geld en financiering om de ambities te realiseren.

(7)

Voorwoord van het college

Status en betekenis van dit Programmaplan Het proces

Wat betekent een besluit over het Programmaplan?

Wat is eind 2020 en begin 2021 aan de orde?

Aandachtspunten voor de toekomst

1. Midden-Groningen in perspectief 1.1. Rijk zonder het te beseffen 1.2. Bepalende problemen

2. Midden-Groningen ‘op de kloet’n’

2.1. Weerbarstige context 2.2. Onze aanpak

2.3. De meetlat

2.4. Door en voor iedereen 2.5. Timing en hefboomeffect 2.6. Project Toukomst

2.7. Samenwerking binnen het nationaal programma

3. Lang en gelukkig leven waar je ligt (maatschappelijke leefomgeving)

3.1. Inleiding 3.2. Concreet

3.3. Investeringen Lang en gelukkig leven waar je ligt (maatschappelijke omgeving)

3.4. Verantwoording

3

5 5 5 6 6

9 10 10

13 14 15 16 17 18 18 19

20

20 22 30

31

4. Lang en gelukkig leven waar je ligt (gebouwde leefomgeving)

4.1. Inleiding 4.2. Concreet

4.3. Investeringen Lang en gelukkig leven waar je ligt (gebouwde omgeving)

4.4. Verantwoording

5. Open je voor Midden-Groningen 5.1. Inleiding

5.2. Concreet

5.3. Investeringen Open je voor Midden-Groningen 5.4. Verantwoording

6. Voor de jeugd 6.1. Inleiding 6.2. Concreet

6.3. Investeringen voor de jeugd 6.4. Verantwoording

7. voor Werk 7.1. Inleiding 7.2. Concreet

7.3. Investeringen voor werk 7.4. Verantwoording

32

32 34 40

41

42 42 44 48 48

49 49

51 60 60

61 61 62 70 70

(8)

8 8. Het Programmaplan Midden-Groningen met een ‘plus’

8.1. Verbeteren veiligheid

8.2. Regie op de samenhang in de uitvoering/

Programma-organisatie 8.3. Bereikbaarheid

8.4. Landbouw

8.5. Ruimte voor initiatieven vanuit de samenleving

9. Financiële raming Programmaplan Midden-Groningen

10. Vervolg

10.1. Vervolgproces 10.2. Participatie

Bijlagen

Bijlage 1: Toelichting op de kaders

Bijlage 2: Het Nationaal Programma Groningen Bijlage 3: Strategisch kader ‘ voor Midden-Groningen’

Bijlage 4: Verantwoording NPG-proces lokaal programma

71 72 74

74 75 75

76

81 82 82

83 84 86 87 88

(9)

Groningen in perspectief

Op basis van het Strategisch Kader hebben we ruim 130 gesprekken gevoerd. Op basis daarvan schetsen we in dit

hoofdstuk een aangescherpt beeld van de ‘staat’ van de gemeente Midden-Groningen. Enerzijds een enorme rijkdom aan betrokken inwoners, fijne dorpen en kernen, bedrijvigheid, natuur en

cultureel erfgoed. Aan de andere kant de problemen die niet alleen

een grote doorwerking hebben op het brede welzijn, maar in het

verleden behoorlijk weerbarstig zijn gebleken.

(10)

10 1.1. Rijk zonder het te beseffen

De nieuwe gemeente Midden-Groningen4 heeft ruim 60.000 inwoners en is hiermee de derde gemeente in Groningen. De gemeente telt zo’n 25 wijken/buurten/dorpen en 37 buurtschappen en gehuchten. Met veel van deze kernen en wijken gaat het goed; er is daar sprake van een goede

samenhang, eigenheid en ‘noaberschap’. Met name de dorpen vormen hechte gemeenschappen waarin men naar elkaar omziet. De leefomgeving is over het algemeen groen en ruim. Midden-Groningen kent een rijk palet aan identiteiten en culturen.

Midden-Groningen heeft een rijke historie die is terug te vinden in de natuur, het landschap en de bebouwing. Het Schildmeer, ‘t Roegwold,

De Baggerputten en het Zuidlaardermeer zijn natuurgebieden van hoge kwaliteit, met nog grotendeels onontgonnen mogelijkheden op het gebied van recreatie en toerisme. Midden-Groningen heeft het grootste wateroppervlak in de provincie en is daarmee erg interessant voor het toenemende toerisme in eigen land.

Het Veenkoloniale verleden heeft een ‘landschap’ gevormd van lintbebouwing, kanalen en ontgravingen. Een deel is door dempingen alweer verdwenen, maar een deel van de lintbebouwing is uniek in de wereld en verdient bescherming en waardering. Daarnaast is ook het rijke agrarische verleden goed zichtbaar; prachtige boerderijen en dorpen verrijken het palet van Midden-Groningen. Ook de vele kerken met bijzonder fraaie orgels zijn uniek in Nederland. Onder andere de Fraeylemaborg, de Geertsemaheerd en de Borg Welgelegen zijn plekken die bijdragen aan de identiteit en het bewustzijn van inwoners en zijn van onschatbare waarde voor heel Nederland.

Later ontwikkelden zich de strokarton en de scheepsbouw. Scheepsbouw verbreedde zich uiteindelijk tot metaalindustrie. De geschiedenis van de scheepsbouw in Midden-Groningen is interessant en is te zien bij de ‘dwarse te waterlatingen’. Ook de gaswinning en de bijbehorende activiteiten zijn zichtbaar in het landschap. Ook industrie en tuinbouw hebben hun stempel gedrukt op Midden-Groningen.

Het bedrijfsleven in Midden-Groningen is volop in beweging. De ligging ten opzichte van de Stad, de A7/N33 en de Eemshaven biedt kansen. Niet alleen is Groningen koploper op het gebied van metaalindustrie en energietransitie, ook worden hoogwaardige (streek)producten geproduceerd, waarbij het midden- en kleinbedrijf (MKB) een belangrijke drijfveer is. De ondernemers hebben innovatiekracht en een internationale oriëntatie.

1.2. Bepalende problemen

De aardbevingen hebben enorme schade aangericht. Veel mensen ervaren ontwrichtende stress als gevolg van de onzekerheid over de veiligheid van hun woning, het eventuele herstel en al ‘het gedoe’ er omheen.

De aardbevingsstress als gevolg van gaswinning wordt opgevolgd door gevoelens van onmacht en onvrede rond zoutwinning en het ontwikkelen van windparken. Dit alles bij elkaar geeft een gevoel van ‘wingewest’.

Ook monumenten en openbare gebouwen zijn zo zwaar beschadigd, dat herstel slechts met veel inspanning mogelijk is.

4 Per 1-1-2018

(11)

Midden-Groningen heeft ten opzichte van het landelijke beeld een ongunstige leeftijdsopbouw. De gemeente heeft te maken met vergrijzing en enige ontgroening. Daarnaast is de gemiddelde gezondheid van de bevolking slechter dan elders in Nederland. Dat blijkt onder meer uit de lagere levensverwachting en het grotere aantal inwoners met chronische aandoeningen als obesitas, longproblemen, diabetes2 en hart- en

vaatziekten. Uit onderzoek blijkt dat deze aandoeningen correleren met een lage SES5 en deels het gevolg zijn van stress en slechte leefgewoonten zoals roken, drinken, weinig bewegen en verkeerde voeding. Inwoners van Midden- Groningen doen een flink beroep op jeugdzorg; een groot deel van onze jeugd dreigt zo vanuit een achterstandspositie te starten.

Ook armoede is een belangrijke stressfactor die de levensverwachting drukt.

Het gemiddeld jaarinkomen in Midden-Groningen is ongeveer €22.600.

Gorecht-Noord staat met een gemiddeld inkomen van €17.100 hoog in de landelijke armoedelijst. Van alle huishoudens zit 8,2% op of rond het sociaal minimum. Het aantal actieven in Midden-Groningen (56%) is lager dan het landelijk gemiddelde (60%). De gemeente Midden-Groningen kende6 voor de coronamaatregelen in een aantal wijken een bijstandsdichtheid van meer dan 7%, landelijk was dit 3%. In Midden-Groningen hebben 5.000 inwoners een totale schuld uitstaan van 50 miljoen euro. Van de ruim 26.000 huishoudens hebben meer dan 7.000 huishoudens geldzorgen en van de 470 gezinnen die in Midden-Groningen gebruik maken van de Voedselbank heeft 60% een bewindvoeringstraject. Van de jongvolwassenen heeft 11%

een laag inkomen, landelijk is dat 6,7%. Eén derde van de moeders van deze jongvolwassenen moet ook rondkomen van een laag inkomen. De armoede wordt van generatie op generatie doorgegeven. De verwachting is dat dit beeld door corona nog ongunstiger wordt; met name jongeren zonder vaste contracten vallen buiten de boot.

Midden-Groningen heeft relatief veel inwoners met een laag opleidingsniveau7. Mede hierdoor groeien bovengemiddeld veel jongeren binnen onze

gemeente op in armoede. Midden-Groningen heeft daarmee een grote groep jongeren, die minder kans heeft zich goed te ontwikkelen. Het risico op onderwijsachterstanden bij peuters en basisschoolleerlingen is in Midden-Groningen hoger dan het landelijk gemiddelde. Het definitieve schooladvies na het basisonderwijs is lager dan het landelijk schooladvies8. Qua voortijdige schoolverlaters zitten we op het landelijk gemiddelde. In de praktijk betekent dit, dat er per jaar in Midden-Groningen ongeveer 100 kwetsbare leerlingen uitvallen. Een deel behaalt geen startkwalificatie.

Het schoolaanbod in Midden-Groningen is niet meer zodanig ingericht dat het mogelijk is om in goede samenwerking met het bedrijfsleven talent te ontwikkelen en naar werk te begeleiden.

De werkgelegenheid zit van oudsher in de maakindustrie, die nog steeds sterk vertegenwoordigd is. De ontwikkelingen van de afgelopen decennia richting globalisering en digitalisering hebben deze werkgelegenheid kwetsbaar gemaakt. Nieuwe impulsen zijn van belang.

De geschetste problemen zijn ook zichtbaar in de gebouwde omgeving.

Bijzonder kenmerkend voor de stedelijke kernen van Midden-Groningen is de verwevenheid van industriële bedrijvigheid en wonen. Een aantal wijken ondervindt hinder van de industrie en sommige bedrijven kunnen niet uitbreiden op de huidige locatie.

7 (168 inwoners t.o.v. landelijk 142 per 1.000 inwoners). Dat is een opleiding op het niveau van basisonderwijs, het VMBO, de eerste 3 leerjaren HAVO/ VWO of een MBO 1 opleiding.

8 Voor een havo/vwo advies zit Midden-Groningen 7% onder het landelijk gemiddelde. Daarnaast krijgen

(12)

12 Een deel van de woningvoorraad is gedateerd en is onvoldoende duurzaam.

De openbare ruimte is in oudere wijken en buurten vaak sleets. De inrichting sluit onvoldoende aan bij de behoeften van de bewoners. Voor oudere bewoners en bewoners met een fysieke beperking is de woonomgeving minder toegankelijk. De inrichting van de openbare ruimte is niet klimaat- robuust. Op verschillende plekken in de gemeente komen percelen braak te liggen (bijvoorbeeld door sloop van scholen). Deze plekken vragen om een nieuwe invulling. In de gemeente staan daarnaast ongeveer 130 verpauperde panden, sommige op in het oog springende plekken. In meerdere opzichten zijn die een probleem voor de omgeving. Het aanzicht van de buurt

verslechtert en er ontstaat op sommige plekken overlast en verkeerd gebruik (criminaliteit). Het draagvlak voor allerlei voorzieningen in de kernen staat onder druk. Tegelijkertijd is het niet mogelijk om voorzieningen te concentreren, omdat de (openbaar vervoer) verbindingen binnen de gemeente daarvoor onvoldoende zijn.

(13)

Groningen “op de kloet’n”

In de gesprekken met partners en belanghebbenden spraken we

vaak over de vraag hoe we Midden-Groningen het best en het

snelst vooruit zouden kunnen helpen. In dit hoofdstuk schetsen

we hoe we dat op basis van die gesprekken zien.

(14)

14 2.1. Weerbarstige context

De gemeenten in het aardbevingsgebied hebben eigenlijk, ten opzichte van de rest van het land, veelal achterstanden op sociaaleconomisch terrein.

Dat maakt het nieuwe perspectief voor de hele regio broodnodig. Maar, mooie vergezichten zijn niet voldoende. De basis moet op orde zijn om de vergezichten voldoende voedingsbodem te geven.

De gemeente is zich bewust van de weerbarstigheid van de problemen in Midden-Groningen. Veel initiatieven en plannen die ooit een ‘duw’ moesten geven aan het gebied, zijn verwaterd of gestopt (zoals het experiment om de basisschool Westerbroek open te houden). Het is logisch dat inwoners, bedrijven en instellingen het geloof in een succesvolle aanpak een beetje verloren hebben; daar breek je niet doorheen met een enthousiast plan, of met een aansprekend project. Bovendien: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Er is wezenlijk meer nodig dan een programma; dit bleek ook duidelijk uit de gesprekken die we met de partners voerden. De gemeente wil daarom meer regie op de samenhang in de uitvoering.

De gemeente wil en kan dit programma niet alleen tot een succes maken en heeft het draagvlak onder de inwoners en het commitment van alle partners in de gemeente nodig. Dat vraagt van alle partners dus meer. Zo’n omvangrijk programma vraagt een goede organisatiegraad van de partners zelf en regie op de samenhang in de uitvoering tussen alle partners. Ook Midden-Groningen staat als jonge gemeente voor een grote extra nieuwe opgave en zal een flinke stap extra moeten doen om hier invulling aan te geven. We zullen er bovendien rekening mee moeten houden dat onze partners (bijvoorbeeld woningbouwcorporaties en zorgaanbieders) ook bij de andere gemeenten gevraagd zullen worden een extra inspanning te leveren.

Reden temeer om als gemeente het initiatief te nemen en partners ook te

helpen bij de samenhangende uitvoering. Naast de samenwerking binnen de gemeente zet de gemeente in op de samenwerking met de buurgemeenten en de provincie. Dat is volledig in lijn met het Strategisch Kader. Een aantal thema’s uit het Programmaplan wil Midden-Groningen samen met de provincie, de buurgemeenten en de stad uitwerken en aanpakken.

(15)

2.2. Onze aanpak

Midden-Groningen beseft dat het aangaan van een commitment voor tenminste 10 jaar voor alle partners een spannende aangelegenheid is;

door het stellen van gezamenlijke doelen, wordt een deel van de eigen keuzeruimte ingeperkt. Dat geldt overigens ook voor de gemeente; door dit commitment aan te gaan, krijgen de hoofdlijnen gestalte en zullen komende gemeenteraden meer volgend zijn. Ook het NPG-bestuur zal Midden-

Groningen houden aan de afspraken die zijn vastgelegd in dit programma (en v.v.). Onze aanpak zal bestaan uit de volgende elementen:

1. Midden-Groningen gaat de samenwerking rond de ambities, doelstellingen en projecten goed organiseren.

2. Midden-Groningen gaat NPG-middelen investeren in projecten die aansluiten op de aanwezige kwaliteiten (bijvoorbeeld natuur). Als nieuwe gemeente willen we deze kwaliteiten beter laten zien. We willen ze versterken en meer tot hun recht laten komen. We pakken belemmeringen en knelpunten aan en willen de nieuwe gemeente ‘smoel’

geven: een duidelijke identiteit en een positief en aantrekkelijk imago voor iedereen.

3. Midden-Groningen pakt met de NPG-projecten de problemen gericht aan en zet in op structurele oplossingen. Hiermee brengen we Midden- Groningen als geheel weer "op de kloet’n". Hiermee doorbreken we het patroon en worden andere succesvolle onderdelen van de samenleving niet naar beneden getrokken.

4. We stapelen, waar mogelijk de projecten en de middelen om tot

meerwaarde te komen. We kijken of er ruimte is om aan te sluiten bij de projecten van buurgemeenten, vanuit Toukomst en vanuit de provincie.

5. Waar we projecten kunnen samenbrengen en versterken doen we dat, maar we laten niet ‘alles-op-alles’ wachten.

6. Uit gesprekken weten we dat het, naast het investeren in stenen, vooral gaat om investeren in mensen: in hun ontwikkeling en welzijn, in hun zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, in onderwijs, in de route naar een betekenisvolle invulling van ieders leven. Dat is geen eenmalige actie maar het starten en op gang brengen van een structureel proces.

Dat er ook in stenen wordt geïnvesteerd, is vanzelfsprekend en van groot belang, maar het drijvende motief daarachter is te allen tijde het brede welzijn van de mensen die deze stenen gebruiken.

Ons lokale programma benoemt de aandachtsgebieden die beter gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Daarbij helpt het, dat bijdragen vanuit nationaal programma ‘stapelbaar’ zijn en gericht op koppelkansen en cofinanciering.

(16)

16 2.3. De meetlat

Met de ambities uit het Strategisch Kader kan Midden-Groningen zonder problemen ‘vijf keer het NPG-budget uitgeven’. Dat gaat niet en dus zullen we op zoek moeten naar andere financiële bronnen.

Criteria

d Projecten dienen bij te dragen aan meerdere doelen en ambities van het Lokaal Programma NPG Midden-Groningen.

d We doen projecten die een proportionele impact hebben. Dit gaat niet over groot of klein maar om het te verwachten maatschappelijke effect op basis van de investering.

d Projecten moeten inzichtelijk maken op welke generaties en doelgroepen de projecten invloed hebben en in welke dorpen/wijken deze invloed merkbaar is (‘wie heeft er profijt van?’).

d Projecten moeten realiseerbaar zijn.

d Projecten moeten een structureel perspectief in zich dragen en

toekomstbestendig zijn. Projecten moeten een doorlopend effect hebben en zelfstandig kunnen voortbestaan na afloop van de financiering uit het nationaal programma.

We gaan uit van Wederkerigheid. Het is van belang dat degenen die projecten voor ondersteuning bij het nationaal programma aandragen, zich in alle opzichten ook eigenaar van dat project tonen en daarmee medeverantwoordelijkheid dragen voor het project. De gemeente als bondgenoot werkt samen met partijen en bekijkt per project welke rol passend is.

d Projecten moeten breed gedragen zijn. Participatie aan de voorkant door initiatiefnemers moet geborgd zijn en projecten moeten een maatschappelijk belang dienen.

Financieel

d Cofinanciering (in welke vorm dan ook) kan een extra plus zijn om in aanmerking te komen voor financiering. Voor de thematische programma’s en projecten geldt een cofinancieringseis van vijftig procent van de totale begroting. Dat mag ook een bijdrage in natura zijn, bijvoorbeeld door de inbreng van eigen uren. Cofinanciering kan bestaan uit een bijdrage vanuit Europa, Rijk, provincie en/of gemeenten, maar ook van private partijen. Voor lokale programma’s is cofinanciering geen harde voorwaarde, maar wel een pré. Wel moeten projectaanvragen die deel uitmaken van de lokale plannen, laten zien welke partijen een bijdrage leveren.

d Het nationaal programma is in beginsel niet ter compensatie van getroffen rijksmaatregelen die instellingen minder armslag geven. Bijv.

de verhuurdersheffing bij corporaties.

(17)

d Het nationaal programma mag niet leiden tot ‘subsidieluiheid’. Dit betekent dat eerst andere financieringsmogelijkheden onderzocht moeten worden. Van organisaties mag je verwachten dat die dit zelf kunnen nagaan, individuen dienen hierin gefaciliteerd te worden.

d De middelen van het nationaal programma vormen een

investeringsbudget, dat ontwikkelingen in de goede richting mogelijk maakt en aanjaagt. Het geld moet zoveel mogelijk werken als hefboom voor vervolginvesteringen. Bij de beoordeling van projectaanvragen speelt ook mee hoe de gevraagde bijdrage zich verhoudt tot de beoogde resultaten en effecten. Een project moet maximaal gebruikmaken van de

‘hefboomfunctie’.

2.4. Door en voor iedereen

Het bieden van perspectief geldt voor de gehele gemeente en dus ook voor de delen die geen directe gevolgen van de bevingen ondervinden. Streven naar nieuw perspectief maken we concreet door te kijken naar brede welvaart voor verschillende doelgroepen. De raadswerkgroep heeft hiervoor het Denkraam 2030 opgesteld. Dat wordt gebruikt om per project inzichtelijk te maken op welke generaties en doelgroepen het project invloed heeft en in welke dorpen/wijken deze invloed merkbaar is. Investeringsprogramma’s en projecten zijn toekomstbestendig en dragen daarom bij aan trends zoals verduurzaming en digitalisering.

Dit inzicht kan leiden tot bijsturing van het programma.

Generaties Doelgroepen Dorpen/wijken

Lang en gelukkig

leven waar je ligt Alle generaties Lagere inkomens- categorieën

Dorpen én stedelijke wijken

Open je voor MG

Alle generaties met een accent op jongeren

Nieuwe doelgroepen;

hogere inkomens- categorieën

Nieuwe impulsen

voor de Jeugd Jongeren

(Kwetsbare) jongeren en hun ouders/

opvoeders

Alle dorpen en wijken

voor Werk

Alle generaties met een accent op jongeren

Bedrijven en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt

Alle dorpen en wijken

Om het NPG ook van iedereen te laten zijn, wordt 5% van het budget

gereserveerd voor burger-initiatieven die bijdragen aan de brede welvaart van onze inwoners. Inwoners kunnen op deze wijze een actieve inbreng hebben en plannen indienen. De inwoners hebben daarbij onder andere actief toegang tot het digitaal platform, zoals al geïnitieerd door de raad (burgerparticipatie- en communicatie). Er wordt verder uitgewerkt hoe de raad en het college deze plannen wegen voordat ze ter beoordeling gaan naar het NPG-bestuur.

Door en voor iedereen

(18)

18 2.5. Timing en hefboomeffect

Het nationaal programma biedt ‘een startkapitaal voor een periode van 10 jaar’ en moet worden ingezet om een omslag te realiseren. Dat is de insteek van alle projecten van Midden-Groningen. Zo’n impuls kan langjarig nodig zijn. Bijvoorbeeld: om te voorkomen dat iemand na het oplossen van problematische schulden snel weer in de schulden belandt, is het noodzakelijk om te helpen bij het vinden van een duurzame levensstijl.

Dat zijn langdurige trajecten. Bovendien kunnen niet alle mensen met problematische schulden tegelijk geholpen worden. Dat vraagt dus een impuls, maar wel eentje die bijvoorbeeld 10 jaar duurt. Pas dan zijn structurele effecten te verwachten en is de populatie met problematische schulden voldoende afgebouwd om weer ‘gewoon’ met de bestaande dienstverlening uit te kunnen. Zoiets geldt ook voor veiligheid. Het duurt meerdere jaren voordat een overheid in staat is het verdienmodel van illegale praktijken onderuit te halen. Toch is dit essentieel voor het realiseren van andere initiatieven.

Midden-Groningen wil inzetten op de ‘grote omslagen’. Dat is immers ook waar het nationaal programma voor bedoeld is. Het is aan de andere kant belangrijk om een aantal korte-termijn-successen te boeken, die direct bijdragen aan een verbetering van het imago en het aanzien van de gemeente.

We denken daarbij vooral aan herstructurering van enkele verslechterde wijken en het verbeteren van een aantal verpauperde panden. Dat vraagt om

‘het pakken van kansen’. Daar wil de gemeente met behulp van NPG-geld ruimte voor creëren, zonder zich op voorhand vast te leggen.

Midden-Groningen beseft heel goed dat soms andere partijen een leidende rol spelen in een project; herstructureringen van buurten en wijken zijn vaak onmogelijk zonder het initiatief van de woningbouwcorporaties.

Voor andere onderwerpen geldt dat de gemeente niet bij machte is om alles tegelijk op te pakken. Een goede planning van alle projecten is daarom essentieel.

2.6. Project Toukomst

Door het bestuur van het Nationaal Programma is het project Toukomst opgestart. Dit project moet op basis van een brede inventarisatie van ideeën uit de samenleving van de gehele provincie Groningen (niet alleen het aardbevingsgebied) resulteren in enkele beeldbepalende en krachtige projecten. Deze projecten moeten bijdragen aan het nieuwe perspectief. Uit alle binnengekomen ideeën en voorstellen zijn 59 projecten opgesteld. Door de samenleving wordt een keuze gemaakt uit deze 59 projecten. Waar deze projecten een directe relatie hebben met Midden-Groningen, gaan we daarop aansluiten. Denkbare thema’s zijn landschapsontwikkeling, bevordering toerisme en recreatie, innovaties, cultuur en educatie.

(19)

2.7. Samenwerking binnen het nationaal programma

Binnen NPG-verband werkt de gemeente Midden-Groningen samen met de gemeenten Het Hogeland, Oldambt, de nieuwe gemeente Eemsdelta (Appingedam. Delfzijl, Loppersum), Groningen en de provincie Groningen en sinds kort Westerkwartier. Deze gemeenten en de provincie werken elk vanuit hun eigen opgaven aan het nieuwe perspectief. Daarin zit vanzelfsprekend een aantal overeenkomsten en parallellen. Deze zijn samengebracht.

De volgende gezamenlijke projecten zijn hiervoor nu in beeld:

Thema Project Trekker

Rijkdom Groninger

Landschap Opstellen landschapsvisie Provincie

Campus/Aansluiting Werk-Onderwijs

Samenbrengen van alle initiatieven op dit terrein: voorstel voor oprichten Campus

Programmabureau nationaal programma

Jeugd/onderwijs Extra Talenttijd/Verlengde schooldag Programmabureau nationaal programma

Toekomstbestendig MKB

Opbouw infrastructuur ondernemers MKB draagt bij aan aantrekkelijkheid kleine kernen

Programmabureau nationaal programma Gemeente Eemsdelta

Gezondheid

Invulling rol van het nationaal programma voor gezondheid voor bevordering samenwerking

Rijk

Relatie fysiek/sociaal Opgave aanscherpen in te organiseren bijeenkomst

Gemeente Groningen i.s.m. gemeente Midden- Groningen

Toerisme als kans

Proces provinciale kadernota Toerisme verbinden met het proces van het nationaal programma

Provincie Groningen

In het verlengde hiervan gaan de gemeenten Groningen en Midden-Groningen samenwerken aan een aantal gemeenschappelijke opgaven, bijvoorbeeld:

d Het project Groeningen: beide gemeenten zien een gemeenschappelijk belang in het versneld opstarten van een haalbaarheidsstudie naar de gewenste vaarverbindingen in dit gebied.

d De A7-zone: beide gemeenten zien een gemeenschappelijk belang in het opstellen van een integrale structuurschets voor de A7-zone voor het gedeelte stad-Zuidbroek/N33, om de landschappelijke en economische potenties in samenhang met elkaar in beeld te brengen.

d Beide gemeenten trekken samen op in de omvangrijke

herstructureringsopgaven en delen daarin kennis en ervaringen, en sluiten aan op programma’s van het Rijk.

Gemeente Midden-Groningen werkt samen met de gemeenten Oldambt en Veendam en de provincie aan een overkoepelende visie op de gehele A7-zone binnen de provincie aan de oostzijde van de stad.

(20)

20

gelukkig leven waar je ligt

(maatschappelijk leefomgeving)

3.1. Inleiding

Midden-Groningen streeft naar een lang, gezond en gelukkig leven

in een aantrekkelijke sociale-, leef- en woonomgeving, nu en in de

toekomst. Deze ambitie richt zich op de nu aanwezige mensen die

hier wonen en werken en hoe het voor hen te verbeteren.

(21)

Midden-Groningen wil over de gehele linie investeren in haar inwoners.

De groepen aan de rand van de samenleving verdienen echter extra ondersteuning. Het gaat om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, een slechte gezondheid, schulden en onvoldoende mogelijkheden om hun leven zelf op orde te brengen. Vooral de kinderen die opgroeien in deze - soms uitzichtloze - situaties hebben recht op een beter perspectief en een mogelijkheid om zich te ontworstelen aan de overerfbaarheid van een lage SES. Het huidige - bij de gemeente en instellingen beschikbare - gereedschap is verkokerd en heeft tot nu toe niet het gewenste resultaat opgeleverd.

Inwoners verdienen een aanbod op maat dat past bij hun vaak

samengestelde problemen. De gemeente gaat de synergie in de aanpak en methodologie verbeteren. Ook gaat de gemeente meer naar de mensen in (probleem)wijken. Zo kunnen productieve en duurzame samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld met inwoners en partners.

De voorstellen in dit programma zijn gebaseerd op de in 2019 vastgestelde

‘Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk’.

1. De gemeente wil de levensverwachting verhogen en de veerkracht en weerbaarheid versterken.

2. In het kader van het nationaal programma zet Midden-Groningen in op het doorbreken van de overdracht van armoede tussen de generaties.

3. Daarnaast gaat de gemeente de stress-gevende schulden voorkómen en aanpakken.

4. De gemeente zet in op het realiseren en borgen van een breed vangnet rond inwoners met problemen.

5. De gemeente werkt aan vitale ouderen die zelf de regie voeren.

6. Tenslotte bevordert de gemeente een gezonde leefstijl (bewegen en gezond eten).

Op deze laatste twee punten heeft Midden-Groningen de wens om tot een uitbreiding van het Programmaplan te komen. Afhankelijk van de resterende ruimte in het Programmaplan en de initiatieven, wil Midden-Groningen de aanpak van de ouderenproblematiek en de ongezonde levensstijl versterken.

(22)

22 3.2. Concreet

De volgende projecten worden in het kader van het nationaal programma opgevoerd:

1. Ervaringsdeskundigen als hulp en voorbeeld

Niets is zo krachtig als de hulp van een ervaringsdeskundige! De gemeente wil mensen die in de problemen hebben gezeten en eruit zijn gekomen, inzetten om rechtstreeks te helpen en om een voorbeeld te zijn. Dat vergt echter de nodige ondersteuning en opleiding. Hiervoor is over een periode van 10 jaar een investering vanuit het nationaal programma noodzakelijk.

Het project draait met succes in de stad Groningen; er hoeft niet te worden geëxperimenteerd. De gemeente vraagt een bijdrage en over 5 jaar (na evaluatie) de tweede bijdrage.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Ervaringsdeskundigen als hulp en voorbeeld

1 Aanvraag NPG-budget € 1.000.000 2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen Alle inwoners op en rond de armoedegrens

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team BWRI/Kredietbank/sociale teams

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Midden

11 Trekkend partner -

12 Verwachte looptijd 5+5 jaar

13 Beoogde resultaten

1. Het aantal gezinnen met problematische schulden is binnen 10 jaar tot vrijwel nul teruggebracht. Doel is een bredere welvaart en een beter gemiddeld besteedbaar inkomen. Geen/minder schulden draagt naar verwachting bij aan een beter ervaren gezondheid en een betere levensverwachting.

(23)

3. Project IJsberg

De gemeente Midden-Groningen kent een forse schuldenproblematiek.

Zeker 5.000 inwoners hebben een totale schuld van 50 miljoen euro. Ruim een kwart van de inwoners heeft te maken met min of meer problematische schulden. De schuldhulpverlening is volgens onze gesprekspartners versnipperd, er zijn meer dan 40 aanbieders bewindvoering. Daarnaast is het lastig om mensen die in de schulden dreigen te komen te helpen. Daar is project IJsberg op gericht; opspeuren en helpen, zodat problemen en stress worden voorkomen. Dit project heeft zich elders bewezen.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Project IJsberg

(voorkomen problematische schulden) 1 Aanvraag NPG-budget € 2.000.000

2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen Alle inwoners op en rond de armoedegrens met dreigende schulden

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk

9 Trekkend team Sociale teams/kredietbank/BWRI/ sociale uitvoeringbackoffice/gebiedsregie

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Hoog

11 Trekkend partner Kredietbank/sociale teams 12 Verwachte looptijd 10 jaar

13 Beoogde resultaten

1. Het aantal gezinnen met problematische schulden is binnen 10 jaar tot vrijwel nul teruggebracht. Doel is een bredere welvaart en een beter gemiddeld besteedbaar inkomen. Geen/minder schulden draagt hopelijk bij aan een beter ervaren gezondheid en een betere levensverwachting.

4. Aanpak jongvolwassenen met schulden

Midden-Groningen heeft ongeveer 900 jongvolwassenen met schulden of betalingsachterstanden. We gaan met een jongerenkrediet voorkomen dat schulden van jongvolwassenen verder oplopen. Hierdoor kunnen jongvolwassenen weer werken aan hun perspectief. Ook is het belangrijk dat jongvolwassenen niet weer in zo’n situatie terecht komen. Daarom worden zij ondersteund om weer zelf hun financiën te beheren.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Aanpak jongvolwassenen met schulden

1 Aanvraag NPG-budget € 1.800.000 2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Jongvolwassenen (<27)

4 Doelgroepen Jongvolwassenen (<27) op en rond de armoedegrens met dreigende schulden

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk

9 Trekkend team Sociale teams/kredietbank/BWRI/ sociale uitvoeringbackoffice

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Hoog

11 Trekkend partner Kredietbank/BWRI/sociale teams 12 Verwachte looptijd 10 jaar

13 Beoogde resultaten

1. Het aantal jongeren en startende gezinnen met problematische schulden is binnen 10 jaar tot vrijwel nul teruggebracht. Doel is een bredere welvaart en een beter gemiddeld besteedbaar inkomen. Geen/

minder schulden draagt hopelijk bij aan een beter ervaren gezondheid en een betere levensverwachting.

(24)

24 5. Bevordering sociale veerkracht/Mobility Mentoring

De Strategische visie sociale veerkracht is in juni 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze visie beoogt om met acht opgaven te komen tot minder zorg en ondersteuning en meer sociale veerkracht. Dit betekent dat we een beweging moeten maken van traditionele hulpverlening naar vormen van ondersteuning, die aansluiten bij de leefwereld en context van mensen. In de strategische visie gaat het om sociale veerkracht, om het bevorderen van eigenaarschap van mensen zelf, het versterken van hun zeggenschap (juist in situaties waarin die zeggenschap geen vanzelfsprekendheid meer is) en de kring om mensen heen groter maken.

In de achtste opgave van de visie zijn daarom de sociale teams – als laagdrempelige toegang tot zorg en ondersteuning, dichtbij mensen in de buurt – als wegbereiders van de transformatie opgenomen.

In de praktijk zijn hiervan al mooie voorbeelden te zien, maar lukt het nog niet om dit breder, meer fundamenteel neer te zetten. Om de beweging echt te kunnen maken, deze kritisch te volgen en te onderzoeken is een aanjager nodig die het vuur laat branden, die dit extra opstookt, zodat wezenlijk ander gedrag in de hulpverlening tot stand kan komen. Daar hoort ook actiegericht onderzoek bij: kijken naar wat een andere werkwijze/andere aanpak/ander gedrag op dat moment oplevert; niet een onderzoek naar vooraf verwachte resultaten, maar onderzoek dat meekijkt naar hoe dingen anders kunnen gaan, wat dat oplevert en wat mensen – professionals en inwoners – ervan kunnen leren.

Deze aanjaagfunctie met actiegericht onderzoek is in eerste instantie voor een periode van 3 jaar nodig; in deze periode horen de gekozen projecten voor de 1e tranche goed op gang te zijn gekomen. Onderdeel van deze aanpak is de methodiek Mobility Mentoring, waarbij het uitgangspunt is

dat de schuldenaar door schulden en stress niet meer rationeel handelt;

de schuldenaar wordt met deze methodiek geholpen naar zelfstandigheid en rationeel denken en handelen. Deze methodiek is ontwikkeld door de Hogeschool Utrecht in samenwerking met het NVVK en Divosa. Het project voorziet in een scholing van de medewerkers van de gemeente om zo de juiste ondersteuning kunnen bieden. Dit project wordt ook genoemd in de strategische visie9 en is één van de opgaven10.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking bevordering sociale veerkracht/

Mobility mentoring 1 Aanvraag NPG-budget → € 700.000 2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen Inwoners op en rond de armoedegrens met dreigende schulden

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team BWRI/Kredietbank/sociale teams

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Hoog

11 Trekkend partner

12 Verwachte looptijd 1-2 jaar

13 Beoogde resultaten

1. De medewerkers van de gemeente M-G hebben aandacht voor de stressfactoren en een soms irrationeel handelen die schulden met zich meebrengen. Doel is een bredere welvaart een betere arbeidsparticipatie, een hoger besteedbaar inkomen en een betere levensverwachting. Hopelijk draagt het bij aan een betere SES en vermindert ook het aantal voortijdig schoolverlaters.

9 Strategische visie sociaal domein Midden-Groningen, sociale veerkracht in de praktijk (vastgesteld medio 2019) 10 Opgave 1, armoede en schulden

(25)

6. Voorzieningenwijzer

De voorzieningenwijzer is een methodiek (deels digitaal) die door gemeenten en woning-bouwcorporaties wordt ontwikkeld en gebruikt bij het helpen van hun klanten. Het voorkomt bijvoorbeeld huurachterstanden. Het gaat om een bekend en bewezen instrument. Deelname vanuit de gemeente kan direct worden aangevraagd. Het gaat hier om een samenwerking met Lefier, Groninger Huis en Kwartier Zorg en Welzijn.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Deelname voorzieningenwijzer

1 Aanvraag NPG-budget € 250.000 2 Mogelijke cofinanciering Lefier en Kwartier

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen Inwoners op en rond de armoedegrens met dreigende schulden

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team BWRI/sociale uitvoering backoffice/ I&A/sociaal beleid

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Hoog

11 Trekkend partner -

12 Verwachte looptijd 2-3 jaar (daarna een ‘staande’ voorziening)

13 Beoogde resultaten

1. Het aantal inwoners met problematische schulden is binnen 10 jaar tot vrijwel nul teruggebracht. Doel is een bredere welvaart en een beter gemiddeld besteedbaar inkomen. Geen/minder schulden draagt hopelijk bij aan een beter ervaren gezondheid en een betere levensverwachting.

(26)

26 Nr. Aandachtspunt Uitwerking Mad Pride oefenhuis

1 Aanvraag NPG-budget → € 2.000.000 2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen Inwoners met een psychische of sociale beperking

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team Sociaal beleid/sociale teams

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Hoog

11 Trekkend partner BWRI/sociale teams/sociale uitvoering backoffice/sociaal beleid

12 Verwachte looptijd 3-4 jaar (daarna reguliere uitvoering)

13 Beoogde resultaten

1. Inwoners met een psychische of sociale beperking zijn in kaart gebracht.

2. Zeker 50% van de inwoners met een psychische of sociale beperking komen regelmatig naar een Made Pride oefenhuis.

3. Zeker 20% van de ‘klanten’ groeit door naar ‘vrijwilliger’.

4. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, een hogere SES en hopelijk deelname aan opleidingen. Daarnaast is dit project gericht op een betere ervaring van het eigen leven (o.a. gezondheid en eigen regie).

7. Mad Pride oefenhuis

Een deel van de inwoners van Midden-Groningen valt tussen wal en schip in het huidige aanbod van de reguliere hulpverlening. Midden-Groningen wil beter kunnen inspelen op hun specifieke wensen, noden en behoeften.

De gemeente wil ‘plekken’ inrichten waar inwoners met een psychische of sociale beperking directe hulp krijgen en onder begeleiding doorgroeien van deelnemer naar vrijwilliger. Er wordt gebruik gemaakt van ieders potentieel.

Dit project vraagt continuïteit in begeleiding.

(27)

8. Jouw Ingebrachte Mentor (JIM)

Zeer kwetsbare jongeren hebben vaak het meeste baat bij ondersteuning en advies van iemand die ze vertrouwen en die ‘nabij’ is. Ze kiezen een mentor om hen te begeleiden uit hun problematische situatie. Het betreft jongeren met probleemgedrag (of niet begrepen gedrag) in gezinnen en/of onderwijs, waardoor ze buiten de boot dreigen te vallen (uithuisplaatsing en thuiszitters). De gemeente wil de JIM wel begeleiding en ondersteuning kunnen bieden. Ook dit is een bekende werkzame methodiek.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Jouw Ingebrachte Mentor (JIM) 1 Aanvraag NPG-budget € 250.000

2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Jongeren

4 Doelgroepen Jongeren met problemen/beperkingen

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team Sociale teams/sociaal beleid/BWRI

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Midden

11 Trekkend partner -

12 Verwachte looptijd Maximaal 10 jaar

13 Beoogde resultaten

1. Jongeren met een psychische of sociale beperking zijn in kaart gebracht.

2. Zeker 50% van de jongeren met een psychische of sociale beperking heeft een JIM.

3. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, een hogere SES en hopelijk deelname aan opleidingen. Daarnaast is dit project gericht op een betere ervaring van het eigen leven (o.a. gezondheid en eigen regie).

9. Edu-actief centrum

Het centrum wordt ontwikkeld voor kwetsbare mensen in een sociaal isolement die graag actiever willen deelnemen. Tot deze doelgroep behoren statushouders, maar ook nieuwkomers die het inburgeringstraject al doorlopen hebben. Het centrum biedt een veilige omgeving en er kan gewerkt worden aan een individuele (talent)ontwikkeling.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Edu-actief centrum 1 Aanvraag NPG-budget € 1.000.000

2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Alle generaties (voor jongeren zijn andere opties)

4 Doelgroepen Mensen in sociaal isolement (incl. nieuwkomers/

oudkomers)

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen)

6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk

9 Trekkend team BWRI/sociaal beleid

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Onbekend

11 Trekkend partner -

12 Verwachte looptijd 10 jaar

13 Beoogde resultaten

1. Mensen in isolement zijn in kaart.

2. 50% heeft binnen 10 jaar de aansluiting bij de maatschappij weer gevonden.

3. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, een hogere SES en hopelijk deelname aan opleidingen. Daarnaast is dit project gericht op een betere ervaring van het eigen leven (o.a. gezondheid en minder eenzaamheid).

(28)

28 10. Project Mien Stee

Dit project in samenwerking met woningbouwvereniging Groninger Huis en stichting Terwille11, voorziet in het beschikbaar stellen van een woonvorm voor de OGGZ doelgroep12. Met deze ondersteuning krijgt de doelgroep ruimte om verantwoordelijkheden te leren en zo een hersteltraject aan te gaan. Bij dit project ligt ook een integraal verband met leefomgeving en de aanpak van verpauperde panden. Het gaat om een bewezen aanpak.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Mien Stee 1 Aanvraag NPG-budget € 1.100.000

2 Mogelijke cofinanciering Groninger Huis en Terwille

3 Generaties Alle generaties

4 Doelgroepen OGGZ-doelgroep

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen 6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team Omgevingskwaliteit/sociaal beleid/sociale teams

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Midden

11 Trekkend partner Evt. Groninger Huis en Terwille 12 Verwachte looptijd 10 jaar

13 Beoogde resultaten

1. OGGZ-doelgroep in kaart.

2. 50% heeft binnen 10 jaar de aansluiting bij de maatschappij weer gevonden.

3. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, een hogere SES en hopelijk deelname aan opleidingen. Daarnaast is dit project gericht op een betere ervaring van het eigen leven (o.a. gezondheid en minder eenzaamheid).

11 www.terwille.nl

12 Openbare geestelijke gezondheidszorg, richt zich op sociaal kwetsbare burgers die niet direct om hulp vragen maar die hulp wel nodig hebben

11. Vitale ouderen

Een trainer/begeleider biedt ouderen een programma om onder begeleiding gezond te bewegen. Hier worden sociale netwerken ontwikkeld en er kunnen problemen van ouderen worden opgelost. Bijvoorbeeld wandelen is een bewezen - en soms vergoed - concept.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Vitale ouderen 1 Aanvraag NPG-budget € 260.000

2 Mogelijke cofinanciering -

3 Generaties Ouderen

4 Doelgroepen -

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen 6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid, eenzaamheid

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team Sociaal beleid/sport en bewegen

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Nihil

11 Trekkend partner Private partij (vraagt overigens (€ 400.000) 12 Verwachte looptijd 2-3 jaar (daarna zelfvoorzienend)

13 Beoogde resultaten

1. Ouderen met bewegingsarmoede zijn in beeld.

2. 50% daarvan is weer fysiek actief.

3. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, Daarnaast is dit project gericht op een betere ervaring van het eigen leven (o.a.

gezondheid en minder eenzaamheid).

(29)

12. Bewonersbedrijven

De gemeente wil bewonersbedrijven stimuleren en ondersteunen. Dergelijke bedrijven kunnen zich op verschillende concrete maatschappelijke doelen richten, maar hebben altijd effect voor de sociale samenhang, het signaleren van problemen, arbeidstoeleiding en het doorbreken van isolement.

Rond bewonersbedrijven kunnen de voorgaande projecten geïntegreerd aangeboden worden. Dit is een bewezen concept waaraan ook andere partijen bijdragen. De gemeente helpt uitsluitend bij de opstart; een bewonersbedrijf kan daarna de ‘eigen broek ophouden’.

Nr. Aandachtspunt Uitwerking Bewonersbedrijven 1 Aanvraag NPG-budget → € 1.250.000

2 Mogelijke cofinanciering KNHM

3 Generaties Alle

4 Doelgroepen -

5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen 6 Effect direct/lange termijn Lange termijn

7 Bijdrage aan andere ambities/projecten

Gezondheid, leefbaarheid, armoede, schulden, sociale problemen, werk, veiligheid, eenzaamheid, werk, leren, stages

8 Gemeentelijk beleid m.n. Strategische visie sociale veerkracht in de praktijk 9 Trekkend team Omgevingskwaliteit/RO

10 Druk op gemeentelijke

organisatie Midden

11 Trekkend partner Bewoners zelf, ondersteund door bijv. KNHM 12 Verwachte looptijd In principe alleen startgeld, daarna zelfvoorzienend

13 Beoogde resultaten

1. Vijf zelfvoorzienende bewonersbedrijven.

2. Alle bewonersbedrijven ondersteunen de wijkontwikkeling.

3. Doel is een bredere welvaart, een betere participatie in de samenleving, (leer/werk)plekken en nieuwe banen. Bewonersbedrijven dragen bij aan de leefbaarheid van een wijk. Sommige bewonersbedrijven (energiecoöperaties) zullen bijdragen aan de vermindering van CO2 uitstoot of aan het verminderen van hittestress of wateroverlast (coöperatie beheer leefomgeving).

(30)

30 3.3. Investeringen Lang en gelukkig leven waar je ligt

(maatschappelijke omgeving)

Voor deze ambitie kan voor ca. 13 miljoen aan NPG-aanvragen worden ingediend. Hiervan kan een deel op kortere termijn worden aangevraagd.

Een ander deel zal eerst verder moeten worden uitgewerkt. Deze keuze wordt in een separaat document uitgewerkt.

Nr. Ambities Speerpunten Doelen Projecten Mogelijk op

korte termijn

Mogelijk op lange termijn

Totaal mogelijke NPG aanvragen 1 Lang en gelukkig leven waar je hart ligt

Levensverwachting Veerkracht en weerbaarheid

Gezondheid en veerkracht Financiële zelfredzaamheid Eigen regie ouderen

1.1 Project Ervaringsdeskundigen 500.000 € 500.000 1.000.000

1.2 Project Gezinscoaching (nader te bepalen) 1.000.000 1.000.000

1.4 Project IJsberg 2.000.000 2.000.000

Start van verminderen schulden jongeren 1.800.000 1.800.000

1.5 Project bevorderen sociale veerkracht /Mobility Mentoring 700.000 700.000

1.6 Project VoorzieningenWijzer 250.000 € 250.000

1.7 Project Mad Pride oefenhuis 2.000.000 2.000.000

1.8 Project JIM 250.000 250.000

1.9 Project Edu-actief centrum (nader te bepalen) 1.000.000 1.000.000

1.10 Project Vitale ouderen 260.000 260.000

1.11 Mien Stee 1.100.000 1.100.000

1.12 Bewonersbedrijven 1.250.000 1.250.000

Sub-totaal Lang en gelukkig leven waar je hart ligt (maatschappelijke omgeving) 9.410.000 € 3.200.000 € 12.610.000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

4 Doelgroepen Inwoners op en rond de armoedegrens met dreigende schulden 5 Dorpen/wijken Alle wijken en dorpen (accent op de meer stedelijke omgevingen) 6 Effect

Uit de literatuur is bekend dat personen die tijdens de zwangerschap een zwangerschapsmasker (chloasma gravidarum) hebben gehad een groter risico lopen op het ontwikkelen van

Uit de steekproef is een deelgroep afgebakend van werknemers met de volgende kenmerken: (1) sta- tuut van arbeider (tijdens de eerste dip ging het nog uitsluitend om werknemers

besluitvorming Reden van wijziging Van der Maat Mobiliteit Uitvoering/voortgang Statenmededeling Voortgangsrapportage Fiets in de Versnelling indicatief gepland Van der Maat

3e kw 16 2015-170 B&amp;V Voorfinanciering zonnepanelen Rode Haan voorstel Gijsbertsen afhankelijk van Provincie (LTA-overleg maart 2016) 3e kw 16 2016-64 B&amp;V Aanpak rotonde

Ten tweede bleek uit de resultaten van deelvraag 2 ‘Wat is de samenhang tussen welbevinden, PTSS klachten, zelfcompassie en posttraumatische groei op de meetmomenten T0, T1, T2 en

jaarlijks conform afspraken cie. Verbonden Partijen okt. Keulen toegevoegd LTA-overleg nov. Paterswoldsewegtunnel) de Rook collegebrief 28-8-15. 3e kw 16 2015-228 B&amp;V PvA

M om enteel w orden binnen de studie naar het lange term ijn gedrag van de W esterschelde een onderzoek uitgevoerd naar een aantal soortgelijke estuaria. Hierbij