• No results found

Toenemend alleenstaand ouderschap: Vlaanderen vergeleken met de EU15

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Toenemend alleenstaand ouderschap: Vlaanderen vergeleken met de EU15"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D/2016/3241/310

SVR-st@ts

2016/16

Toenemend alleenstaand ouderschap:

Vlaanderen vergeleken met de EU15

Gezinnen zijn sedert enkele decennia aan fundamentele transfor- maties onderhevig. Het aandeel alleenwonenden neemt toe, terwijl het aandeel gezinnen met kinderen afneemt. Ook binnen de groep gezinnen met kinderen worden belangrijke verschuivingen waargeno- men. Het aandeel eenoudergezinnen binnen deze groep neemt toe, in hoofdzaak als gevolg van een scheiding van de oorspronkelijke part- ners. We schetsen de ontwikkelingen van het voorbije decennium bij gezinnen met kinderen. Het Vlaamse Gewest wordt vergeleken met België en de andere EU15-landen.

We starten met een algemeen beeld van de rela- tieve verdeling van de 4 belangrijkste gezinstypes in Vlaanderen en de EU15 in 2006 en 2015/2016. We maken abstractie van de types “onbekend” of “ander type”. Nadien zoomen we verder in op evoluties bin- nen de groep van gezinnen met kinderen.

Koppels zonder kinderen nog steeds het dominante gezinstype

Koppels zonder kinderen zijn nog steeds het meest dominante gezinstype, zowel in het Vlaamse Gewest als in de EU15. Hun aandeel daalde evenwel

Gezinstypes

Relatieve verdeling van 4 gezinstypes, Vlaams Gewest en EU15, 2006 en 2015/2016a, in %

Vlaams Gewest 2006 Vlaams Gewest 2016 EU15 2006 EU15 2015

0 10 5 20 15 30 25 35 40

%

Koppels (gehuwd of ongehuwd) zonder kinderen Alleenwonenden

Koppels (gehuwd of ongehuwd) met minstens 1 inwonend kind < 25 jaar Eenoudergezinnen met minstens 1 inwonend kind < 25 jaar

a Vlaams Gewest: 2016.

Bronnen: SVR-Kubus Private Huishoudens; Eurostat Labour Force Survey, eigen berekeningen.

(2)

lichtjes in het voorbije decennium, iets sterker in de EU15 dan in het Vlaamse Gewest. Ook het aandeel koppels met kinderen nam lichtjes af, opnieuw iets sterker in de EU15 dan in het Vlaamse Gewest. De sterkste beweging is waar te nemen bij de alleen- wonenden: hun aandeel nam toe, sterker nog in de EU15 dan in het Vlaamse Gewest. Het aandeel eenoudergezinnen nam beperkt toe, zowel in het Vlaamse Gewest als in de EU15.

Gezinnen met kinderen

Aandeel gezinnen met inwonende kinderen (<25 jaar) in alle gezinnen in het Vlaamse Gewest en de EU15-lan- den, in %, 2015/2016 (links), en toename/afname in aandeel gezinnen met kinderen (<25 jaar) tussen 2006 en 2015/2016a, in procentpunten (rechts), Europese vergelijkingb

0 10 20 30 40 50 60 -5 -4 -3 -2 -1 0 1 2

EU15 Ierland Portugal Spanje Luxemburg België Vlaams Gewest Frankrijk Verenigd Koninkrijk Italië Denemarken Nederland Griekenland Oostenrijk Finland Duitsland Zweden

Luxemburg Denemarken Ierland

EU15

België

Verenigd Koninkrijk Spanje

Zweden Frankrijk Vlaams Gewest Nederland Italië Duitsland Finland Griekenland Oostenrijk Portugal

% PROCENTPUNTEN (PPT.)

a Vlaams Gewest: 2016.

b Het referentiejaar voor Zweden is 2009, het referentiejaar voor Denemarken 2010 in plaats van 2006.

Bronnen: SVR-Kubus Private Huishoudens; Eurostat Labour Force Survey, eigen berekeningen.

Dalend aandeel gezinnen met kinderen

De volgende figuur (links) toont het aandeel gezin- nen met inwonende kinderen (jonger dan 25 jaar) in het Vlaamse Gewest (2016) en de EU15-landen (2015).

Het gaat hier zowel om koppels met kinderen als om eenoudergezinnen. De figuur rechts toont de evolu- tie van het aandeel gezinnen met kinderen tussen 2006 en 2015/2016; de landen zijn gerangschikt naar grootte van de toename of afname in procentpunten.

De evolutie gaat in nagenoeg alle landen in dezelfde richting: het aandeel gezinnen met kinderen in het totaal aantal gezinnen is dalend. Uitzonderingen zijn Luxemburg, Denemarken en Ierland. In Portugal, Oostenrijk, Griekenland, Finland, Duitsland en Zwe- den zijn gezinnen met kinderen niet alleen in rela- tieve maar ook in absolute aantallen afgenomen. In het Vlaamse Gewest is 1 op de 3 gezinnen een gezin met minstens 1 inwonend kind jonger dan 25 jaar.

Het relatieve aandeel gezinnen met kinderen daalde er lichtjes. Het is echter zo dat het absoluut aantal gezinnen met kinderen in het Vlaamse Gewest toe- nam van goed 854.000 in 2006 tot 890.000 in 2016.

Stijgend aandeel eenoudergezinnen

De figuur op de volgende bladzijde zoomt in op de groep eenoudergezinnen binnen de gezinnen met kinderen.

In de figuur links zijn de landen gerangschikt vol- gens het aandeel eenoudergezinnen binnen alle gezinnen met kinderen.

Het hoogste aandeel eenoudergezinnen in het totaal aantal gezinnen met kinderen wordt opge- tekend in Denemarken (31%), gevolgd door Zweden (27%), het Verenigd Koninkrijk (23%) en Frankrijk (20%). Het Vlaamse Gewest komt op de 5de plaats met een aandeel van 19% in 2016.

De figuur rechts toont de evolutie in aandelen een- oudergezinnen tussen 2006 en 2015/2016. In nage- noeg alle landen stijgt het relatieve aandeel eenou- dergezinnen. Zweden is koploper met een toename van 7 procentpunten, gevolgd door Spanje en Por- tugal, beide met een toename van 5 procentpunten in een tijdspanne van bijna 10 jaar. In het Vlaamse

(3)

Meer info

Christine Van Peer

Studiedienst Vlaamse Regering Departement Kanselarij en Bestuur 02 553 35 68

christine.vanpeer@kb.vlaanderen.be Hoe gemeten?

Voor het Vlaamse Gewest werd gebruik gemaakt van de SVR-Kubus Private Huishoudens, waarin alle inwonende kinderen - ongeacht hun finan- ciële afhankelijkheid - worden opgenomen. Voor de Europese vergelijking werd gebruik gemaakt van de data over bevolking en huishoudens uit de Labour Force Survey (LFS) van Eurostat. De Labour Force Survey is een grote representatieve steekproef van personen van 15 jaar en ouder in private huishoudens die gehouden wordt in alle EU-landen. We hanteren een indeling in 4 gezinstypes: koppels (gehuwd of ongehuwd) met kinderen (minstens 1 inwonend kind < 25 jaar), eenoudergezinnen (minstens 1 inwonend kind < 25

jaar), koppels (gehuwd of ongehuwd) zonder kin- deren en alleenstaanden zonder kinderen (alleen- wonenden). Een gezin met kinderen verwijst naar een gehuwd of ongehuwd koppel of een alleen- staande met minstens één inwonend kind jonger dan 25 jaar. Eurostat toetst de financiële afhan- kelijkheid van het kind onder 25 jaar: kinderen die niet meer financieel afhankelijk zijn van hun ouders worden niet gezien als inwonende kinde- ren maar als inwonende volwassenen.

Door de verschillen in methodologie en popula- tiebereik kunnen resultaten uit surveys verschil- len van registratiedata.

Eenoudergezinnen

Aandeel eenoudergezinnen met inwonende kinderen (<25 jaar) in alle gezinnen met inwonende kinderen (<25 jaar) in het Vlaamse Gewest en de EU15-landen, in %, 2015/2016a (links), en toename/afname in aandeel eenoudergezinnen tussen 2006 en 2015/2016, in procentpunten (rechts), Europese vergelijkingb

0 10 20 30 40 -2 -1 0 1 2 3 4 5 6 7 8

EU15 Finland Griekenland Italië Spanje Luxemburg Oostenrijk Portugal Nederland Ierland België Duitsland Vlaams Gewest Frankrijk Verenigd koninkrijk Zweden Denemarken

België Oostenrijk Verenigd koninkrijk EU15

Zweden Spanje Portugal Frankrijk Denemarken Italië Vlaams Gewest Griekenland Ierland Duitsland Nederland Luxemburg Finland

% PROCENTPUNTEN (PPT.)

a Vlaams Gewest: 2016.

b Het referentiejaar voor Zweden is 2009, het referentiejaar voor Denemarken 2010 in plaats van 2006.

Bronnen: SVR-Kubus Private Huishoudens; Eurostat Labour Force Survey, eigen berekeningen.

Gewest groeide het aandeel met 2 procentpunten in 10 jaar tijd: van 16,3% in 2006 naar 18,6% in 2016. Een stijgend relatief aandeel betekent niet noodzakelijk

een toename in aantallen. In Duitsland, Oostenrijk en Finland is het absolute aantal eenoudergezinnen gedaald. Het gaat hierbij om erg lichte dalingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Landen België Duitsland Frankrijk Griekenland Italië Nederland Noorwegen Oostenrijk Spanje. Verenigd

Landen België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland IJsland Italië Kroatië Letland Litouwen Luxemburg. Malta Nederland

Duitsland, Zweden, Nederland en Frankrijk zijn ook de landen waar het gebruik van uitzendkrachten het hoogst is.. Denemarken, België, het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg maken

D en ema rk en Nederland Zweden Oostenrijk VK Cyprus Finland Duitsland Estland Ierland Letland Portugal Sloveniδ Vlaams Gew es t Tsjechiδ Spanje EU-27 Litouwen Frankrijk

Slowakije Letland Litouwen Frankrijk Polen Portugal Spanje Tsjechië Italië Griekenland Roemenië Estland Cyprus Ierland Duitsland Nederland Luxemburg België Hongarije Verenigd

Met deze brief maken wij u erop attent dat vandaag het gezamenlijke rapport van de rekenkamers van Duitsland, Estland, Finland, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje door

(Beschikbaar in Duitsland, België, Finland, Noorwegen, Zweden, Frankrijk, VK, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Portugal, Polen, Nederland, Luxemburg, Oekraïne, Denemarken,

Nederland, Wit-Rusland, Cyprus, Spanje, Luxemburg, Finland, België, Oekraïne, Grieken- land, Portugal, Hongarije, Denemarken, Frankrijk, Rusland, Macedonië, Italië, Estland,