• No results found

Samen sterker Terug Op pad.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samen sterker Terug Op pad."

Copied!
69
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Samen sterker Terug Op Pad

STOP-project Wim De Mey

Het STOP-programma, een vroege interventie voor jonge kinderen met

gedragsproblemen.

(3)

Overzicht presentatie

„ Het STOP-project

„ Ontwikkelingsverloop van antisociaal gedrag

„ Effectieve interventies

„ Het STOP-programma

„ Effecten van het STOP-programma

(4)

Het STOP-project

„ Steunpunt en Trainingscentrum Opvoeding

„ Support and Training Of Parenting

(5)

„

Gesubsidieerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

departement Gezin en Welzijn, afdeling bijzondere jeugdbijstand.

„

Telkens voor de periode van één jaar.

(6)

„ Een project binnen het VBJK,

Expertisecentrum Opvoeding en

Kinderopvang, onder leiding van Jan Peeters.

„ Gegroeid uit een onderzoeksproject aan de Universiteit Gent, Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie, vooral gesteund door Prof. Caroline Braet

(7)

Methodiekontwikkeling

„ Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten over de beïnvloedbare factoren in de

ontwikkeling van antisociaal gedrag

„ Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar effectieve interventies

„ Gebaseerd op onderzoeks- en klinisch werk van het Oregon Social Learning Center

(Gerald Patterson)

(8)

Methodiekontwikkeling: van onderzoek naar theorievorming naar praktijk naar onderzoek

(9)

Definitie antisociaal gedrag

„

Antisociaal gedrag is gedrag dat

verwijst naar overtredingen van sociale regels of gedrag dat gericht is tegen

anderen (Kazdin).

„

= disruptive behavior disorders (ODD +

CD + ADHD) DSM-IV

(10)

Ecologische of transactionele modellen

„

Auteurs: o.a. Bronfenbrenner, Belsky, Dishion, Sameroff

„

Beschouwt vier niveaus:

„ intra-individueel

„ interacties (ouder-kind) (micro)

„ settings (gezin, klas) (meso)

„ gemeenschap en culturele context (macro)

(11)

wim de mey stop

intrapersoon- lijke factoren

settingen

relaties

bredere context: gemeenschap

vrienden leerkrachten

ouders

broers en zussen familie

school en klas speelplaats

speel- plein of park

buurt thuis ontspanningsmogelijkheden

werk massamedia

economische omstandigheden

culturele waarden en normen

werkgelegenheid oorlog/vrede onderwijspolitiek

bevolkingsdichtheid

gezins-

ondersteunende diensten

behoren tot een ethnische minderheid

macroniveau

mesoniveau

microniveau

(12)

wim de mey stop

Ontwikkeling kind gedragsproblemen

Opvoedingsvaardigheden

disciplineren

monitoring

betrokken- heid

positief

bekrachtigen

probleem- oplossen

Contextuele factoren

psychopathologie

van de ouders buurt

stress

veranderingen in gezinssamenstelling

partner- relatie

socio-

economische situatie van het gezin opvoedings-

gedrag grootouders

(13)

De ecologische benadering houdt in dat:

„ een ontwikkeling steeds het resultaat is van een transactie of interactie tussen

biologische, psychologische en sociale factoren

„ er rekening gehouden wordt met ontwikkelingsgegevens

„ er ook adaptieve functies (ook van

probleemgedrag) en sterktes in rekening worden gebracht

(14)

De ecologische benadering houdt in dat:

„ de interventies bij voorkeur doorgaan in de natuurlijke omgeving en dat alle settings

betrokken worden die invloed hebben (multi- setting)

„ ze kost-effectief zijn

„ de focus ligt op preventie en vroege interventies

(15)

Verschil in prognose tussen

vroege en late starters

(16)

Schema Moffitt: vroege en late

starters

(17)

Vier-fasen-model

(Jos Peeters)

Moeilijk kind Temperament Fase 1

Basistraining Voorschoolse en Kleuterleeftijd Fase 2

Reactie van de omgeving

Lagere school

Zwakke ouderlijke Vaardigheden

Dwinggedrag Storend gedrag

Verworpen door leeftijdsgenoten Falen op school

Stressfactoren

Verstoring Ouderlijke Discipline

Gebrekkige discipline en toezicht

Laag zelfwaarde- gevoel en depressieve stemmingen

(18)

Vier-fasen-model (vervolg)

Fase 2 (vervolg)

Fase 3

Evolutie naar delinquentie Adolescentie Fase 4

Antisociale loopbaan als volwassene

Gedragsproblemen en zwakke schoolse en sociale vaardigheden Betrokken bij andere probleemjongeren, delinquentie,

druggebruik

Antisociaal gedrag op werk, in relaties en in contacten met

autoriteiten

Verdere depressieve ontwikkeling

Weinig toezicht op straattijd

(19)

Het dwingproces (coercive process)

Gebaseerd op ontsnappingsleren

Een ouder gedraagt zich op een voor het kind negatieve wijze naar een kind (geeft een opdracht, weigert,…)

Het kind reageert op een voor de ouder negatieve wijze (wenen, roepen, een driftbui,…)

De ouder stopt met de negatieve respons (negatieve bekrachtiging)

Het kind stopt zijn negatieve reactie (negatieve bekrachtiging)

(20)

Dwingproces (voorbeeld)

Moeder en kind in een supermarkt

Kind vraagt om een snoepje

Moeder gaat niet in op de vraag

Kind roept of huilt voor het snoepje

Moeder geeft nog steeds niet toe Kind krijgt een driftbui

Moeder geeft toe Kind wordt rustig

De moeder leert haar kind om dwingende strategiëen te gebruiken

(21)

Moeder weigert het snoepje te geven Kind begint te schreeuwen Moeder geeft nog steeds niet toe

Kind krijgt een driftbui Moeder geeft toe

Kind wordt rustig

Het kind leert zijn moeder toe te geven in dwingende interacties

(22)

Risicofactoren

1. Kindfactoren

„ genetische kwetsbaarheid en biologische factoren

„ intelligentie

„ geslacht

„ temperament

„ perinatale risico’s

„ cognitieve en schoolse ( vooral taal) vaardigheden

(23)

2. Gezinsfactoren

- ouderlijke (opvoedings)vaardigheden - hechting

- conflicten tussen partners 3. Omgevingsfactoren

-Aanwezigheid van andere risico-jongeren

-socio-economische status van het gezin en de gemeenschap

- graad van criminaliteit en geweld in de buurt

(24)

Een vroege start is de belangrijkste

voorspeller voor delinquentie op adolescente leeftijd

(25)

Protectieve factoren

1. Kindfactoren

„ intelligentie

„ temperament

„ competentie: schoolse competentie,

probleem oplossingsvaardigheden, sociale vaardigheden

„ ongewone of uitzonderlijke talenten

„ positief zelfwaardegevoel

(26)

2. Gezinsfactoren

- een hoge gezinscohesie

- een goede relatie met tenminste één volwassene (ouder)

- opvoedingsvaardigheden - hechting

3. Omgevingsfactoren - sociale steun

- lid zijn van een beweging of organisatie

met duidelijke regels en normen

(27)

Opvoedingsvaardigheden (Patterson)

1. Positieve betrokkenheid

2. Positieve bekrachtiging

3. Interpersoonlijke probleemoplossing

4. Disciplineren

5. Monitoring of toezicht houden

(28)

Opvoedingsvaardigheden

„ Positieve betrokkenheid

door samen aangename aktiviteiten te doen, door gemeende interesse te tonen in de

hobby’s, interesses en leefwereld van je kind

„ Positief bekrachtigen

door het positieve, gewenste gedrag te belonen

door complimenten te geven

(29)

„ Interpersoonlijke probleemoplossing

door samen te zoeken naar oplossingen voor gezinsproblemen

„ disciplineren

door duidelijke regels af te spreken; door grenzen te stellen, te sanctioneren bij

regelovertredingen of bij storend gedrag; door het rustig gebruik van time-out; door licht

storend gedrag te negeren

„ overzicht houden

door toezicht te houden op de

buitenhuisaktiviteiten van je kind/jongere

(30)

Opvoedingsvaardigheden

„ De vaardigheden

POSITIEVE BETROKKENHEID, POSITIEVE BEKRACHTIGING en SAMEN PROBLEMEN OPLOSSEN zijn belangrijk voor het aanleren van vaardigheden en voor een positieve

ontwikkeling

(31)

„ De vaardigheden

DISCIPLINERING en

TOEZICHT HOUDEN (MONITORING)

zijn belangrijk in verband met het afbouwen van probleemgedrag

(32)

Effectieve programma’s:

ecologische programma’s

„ De meest effectieve programma’s zijn multi- modale en ecologische programma’s

„ Voorbeelden: Multisysteemtherapie

(Henggeler), LIFT (Patterson), FAST Track (Lochman e.a.), PARTNERS (Webster-

Stratton), Minder Boos en Opstandig (Vande Wiele & Matthijs), (Samen sterker Terug Op Pad).

(33)

Effectieve behandelingen voor antisociaal gedrag

„ Parent management training (oudertraining op sociaal-leertheoretische basis: Patterson en Webster-Stratton)

„ Training in (sociaal-cognitieve)

probleemoplossingsvaardigheden op gedragstherapeutische basis

(34)

Het STOP-programma

Samen sterker Terug Op Pad

Ecologisch (samen) en positief (sterker terug op pad)

Een vroeg interventie- of preventie- programma:

kindtraining

oudertraining en huisbezoeken

leerkrachttraining en schoolbezoeken

(35)

Opnamecriteria

- kinderen tussen vier en zeven jaar oud;

- een klinische score op de Gedragsvragenlijst voor kinderen, versie ouders (CBCL) of versie leerkracht (TRF) wat betreft externaliserende klachten

- ADHD of een lichte vorm van autisme

spectrum stoornis lijken geen tegenindicatie

(36)

Het ‘STOP’ programma

„ Een totaalconcept: ouder én kind én school

„ Groepsprogramma met individuele aanvulling op maat

„ Laagdrempelig: gratis, deels aan huis,

vervoer en kinderopvang kunnen geregeld worden

(37)

Hulpverleningsduur

„ Intensieve training gedurende twee à drie maanden

„ Nazorg gedurende zes maanden

„ We pleiten voor een geregeld nazicht (tandartsmodel) door diensten die

langerdurend kinderen kunnen volgen (zoals CLB’s)

(38)

ABC- schema : l eertheorie als basis

A

situatie - vooraf

B gedrag

C gevolg omgeving

aanpassen:

(meer duidelijk- heid en voor- spelbaarheid), eenvoudiger, minder eisen, …

aanleren van vaardigheden (gedragsinstruc- ties, …)

oefenen

bekrachtigen van gewenst gedrag negeren of

bestraffen van ongewenst

gedrag

(39)

Oudertraining

Tien bijeenkomsten/twee uur per bijeenkomst Opvoedingsvaardigheden:

„ observeren en opvolgen van gedrag

„ positieve bekrachtiging: geven van complimenten

„ positieve bekrachtiging: werken met een token economy

„ gebruik van time-out

„ disciplineren: grenzen trekken, huisregels, gebruik van negatieve consequenties

„ probleemoplossing

„ controleren van negatieve gevoelens

„ luisteren naar en praten met kinderen

„ stimuleren van schoolwerk

(40)

Kindtraining

- maximum tien kinderen

- tien weken, een volle dag per week - een zeer gestructureerd dagverloop

- veel complimenten voor kleine prestaties

- vaardigheden die kinderen nodig hebben in sociale contacten en bij schoolwerk (o.a.

probleemoplossingsvaardigheden)

(41)

Kindtraining (vervolg)

ingeoefende vaardigheden:

gehoorzamen

omgaan met gevoelens

probleemoplossing

zelf controle

delen van materiaal

op de beurt wachten

luisteren

samenwerken en -spelen

(42)

Begeleidershouding

„ Minstens zo belangrijk als de inhoud van de training.

„ Erg gericht op bekrachtiging: veel complimenten.

„ Belang van duidelijkheid en

voorspelbaarheid: stevige structuur en

weinig, maar consequent gehanteerde regels.

(43)

Leerkrachttraining

Drie of vier sessies (drie uur)

„ theoretische introductie

„ een stimulerend basisklimaat: structuur én aanmoediging

„ positieve bekrachtiging: werken met een token economy

„ gebruik van time-out

„ disciplineren

„ het kindprogramma

„ stimuleren van contact ouder-leerkracht

(44)

Meerwaarde van een ecologische interventie

„ Vermijden om ouders te beschuldigen

„ Leren door observatie en door te doen

„ Belang van bekrachtiging in de natuurlijke context

„ Invloed van de vriendenkring is erg belangrijk

„ Verandering bij kinderen maakt het ouders makkelijker om op te voeden

(45)

Vermijden om ouders te beschuldigen

„ Ouders worden vaak als schuldige van de problemen aangewezen door hun omgeving

„ Door de manier waarop onze hulpverlening georganiseerd is, dragen we hier soms

onbedoeld toe bij

„ We vertrekken van het kind: dit kind vraagt een meer specifieke aanpak, maar heeft ook baat bij het aanleren van sociale en

probleemoplossingsvaardigheden

(46)

Leren door observatie en door te doen

„ Een kindgroep geeft ouders en leerkrachten de kans om hun kinderen te observeren in interactie met de trainers

„ Deze groep levert ook de mogelijkheid aan ouders om hun vaardigheden in een veilige en stimulerende omgeving te oefenen

(47)

Belang van bekrachtiging in de natuurlijke context

Kinderen zullen in een bepaalde context het (nieuw) geleerde of versterkte gedrag laten zien, als het in die context bekrachtiging

oplevert.

Zoniet, zullen zij (net als volwassenen) snel hervallen in hun oude patronen, die tot nu toe, regelmatig werden bekrachtigd.

Daarom is het erg belangrijk de school te betrekken (speelplaats).

(48)

Invloed van de vriendenkring

„ Belang van prosociale vaardigheden om aan te sluiten bij een prosociale vriendenkring

„ Belang van de school én het gezin om prosociaal gedrag te stimuleren en

bekrachtigen

„ Belang van monitoring door ouders én

leerkrachten zodat antisociaal gedrag niet beloond wordt door peers

(49)

Opvoeden is een interactioneel proces

„ Veranderingen bij kinderen leiden tot veranderingen bij ouders

„ Veranderingen bij ouders leiden tot verandering bij kinderen

„ Door meerdere actoren te betrekken in de hulpverlening is de kans groter dat de

veranderingen in positieve richting van

blijvende aard zijn: verworven vaardigheden

(50)

Methodiekontwikkeling

„ Uitschrijven basisprogramma gebaseerd op het LIFT-programma (OSLC) en op het

concept van Marlboro House in Swindon (2000)

„ Uitvoeren eerste groep met video-opnames

„ Evaluatie onder supervisie van Pauline Mayes (Swindon)

„ Evaluatie met de ouders

(51)

Methodiekontwikkeling

„ Bijsturing basisprogramma en vooral trainershouding

„ Uitvoering volgende groepen en bijsturing na evaluatie: toevoeging leerkrachttraining,

spreiding van de oudersessies en aanpassing activiteiten kindgroep (2001-2004)

„ Definitieve versie uitgeschreven in een

manual en uitgegeven bij SWP (begin 2005)

(52)

Therapietrouw

„ Effectiviteit hangt ook samen met het getrouw uitvoeren van de beschreven behandeling.

„ Aangeven van de essentiële doelen,

activiteiten en houdingen van het programma.

„ Zelf-evaluatieschaal, video-opnames,

observatie door programma-ontwikkelaar of onafhankelijke observator.

(53)

Onderzoek

„ Om effectiviteit aan te tonen.

„ Als bron van evaluatie: bij wie werkt het wel, bij wie onvoldoende, bij wie niet.

„ Multi-method, multi-agent.

„ Doelgedrag en belangrijke mediërende en modererende factoren.

(54)

Onderzoek

„ Doelgedrag: ongewenst en gewenst gedrag kinderen

„ Mediërende factoren:

opvoedingsvaardigheden, kennis en self- efficacy ouders en

probleemoplossingsvaardigheden kinderen.

„ Modererende factoren: leeftijd, geslacht, SES, belastende gebeurtenissen,

gezinssamenstelling, opleidingsniveau en leeftijd ouders.

(55)

Verdeling jongens – meisjes (N=162)

Meisje

Jongen

(56)

Leeftijdsverdeling

ouderdom in jaren

7jaar 6jaar

5jaar 4jaar

-4jaar

Percent

50

40

30

20

10

0

(57)

Leeftijd start gedragsproblemen

Leeftijd waarop eerste gedragsstoornissen

meer d an 8

4 73-8

4 maa nd 61-7

2 maa nd 49-6

0 maa nd 37-4

8 maa nd 25-3

6 maa nd 13-2

4 maa nd 7-12 m

aand 0-6 m

aand

Percent

30

20

10

0

(58)

Onderzoeksinstrumenten

„ Via ouders: CBCL (probleemgedrag kind), SOG (opvoedingsgedrag ouders), PSOC (self-efficacy als ouder), kennistest (kennis van leerprincipes), demografische gegevens, lijst belastende gebeurtenissen

„ Via de leerkracht: TRF (probleemgedrag kind), MESSY (antisociaal en prosociaal gedrag)

(59)

Onderzoeksinstrumenten

„ Via het kind: Wally (probleemoplossings- vaardigheden)

„ CBCL: child behavior check list

„ TRF: teacher report form

„ SOG: schaal voor opvoedingsgedrag

„ PSOC: parental scale of competence

„ MESSY: Matson Evaluation Scale for Social skills of Youngsters

(60)

Onderzoeksresultaten

„ op de CBCL is er een significante

verandering zowel op agressief gedrag,

externaliserende klachten en de totaalscore

„ Op de TRF is er een significante verbetering te zien voor agressief gedrag en

externaliserende problemen en de totaalscore

„ Op de Wally (probleemoplossing) is er een significante verbetering te zien voor

prosociale antwoorden en categorieën en % prosociale antwoorden

(61)

Onderzoeksresultaten

„ SOG (opvoedingsvaardigheden): significant minder inconsequent straffen en significant meer positief ouderlijk gedrag

„ PSOC: significant meer competent en voldoening, evenals totaal

„ Kennistest: significant meer kennis

(62)

Resultaten - CBCL (n=60)

55 60 65 70

Pre Post

Totaal Externaliserend

(63)

Resultaten CBCL (N=60)

62 64 66 68 70 72 74

pre post

agressie

(64)

Resultaten TRF (N=85)

59 60 61 62 63 64 65 66 67 68

pre post

totaal extern

(65)

Onderzoeksresultaten:

effectgrootte

„ Groot (0.80): SOG inconsequent disciplineren

„ Moderaat (0.50): CBCL agressie en

externaliseren + SOG positief ouderlijk

gedrag + kennis + Wally aantal, categorieën en procent prosociale antwoorden

(66)

Tevredenheid ouders

zeer tevreden tevreden

redelijk ontevreden

Percent

70

60

50

40

30

20

10

0

(67)

Ultiem onderzoeksdesign: met controlegroep

„ Premeting – postmeting –follow-up

„ Experimentele groep en controlegroep (=

wachtlijst)

„ Bevragen van ouders, leerkrachten en kinderen + eigen observaties

„ Gedrag van de kinderen zowel ongewenst als gewenst als gedrag van de ouders

(68)

Conclusies

„ Resultaten zijn goed voor een klinische praktijksituatie

„ Veel stressfactoren in een gezin drukken de resultaten

„ Hoe meer ouders en leerkrachten iets doen met het geleerde (of dit reeds deden), hoe beter het resultaat

„ ¾ geen verdere hulp of lichte nazorg

„ ¼ verdere hulp; problemen met samenwerking en drempels

(69)

Dank voor uw aandacht

STOP Raas Van Gaverestraat 67a 9000 Gent 09 232 47 35 stop@vbjk.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn geen maatregelen specifiek gericht op personen met migratieachtergrond maar ze komen soms wel in aanmerking voor andere tewerkstellingsmaatregelen zoals de jongerenkorting

Als bijvoorbeeld in een regio het aantal positieve testen ernstig is en het aantal ziekenhuisopnames zorgelijk, dan geldt het risiconiveau ‘Ernstig’. Wanneer geldt

In Passie voor het vak spreekt Audit Magazine met mensen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van het vak internal auditing.. Deze keer Bob van Kuijck,

Hart voor de GGZ van Remke van Staveren kun je lezen als een voorstel voor een eerste- ordeverandering: binnen de bestaande GGZ zoeken naar een frisse aanpak en een an- dere

Pledgehouders 'Alles is Gezondheid...' konden in 2016 een aanvraag indienen voor kennisvouchers voor het (door)ontwikkelen van tools en werkvormen m.b.t. Hun aanvraag kwam tot stand

Omdat Positieve Gezondheid niet nóg iets erbij moet zijn, is het belangrijk voldoende tijd uit te trekken om het te implementeren in de organisatie.. Dit vraagt om rust in

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

In bijlage III zijn de scores van de apps op basis van het Persuasive System Design model te vinden. Tabel 3.4 geeft een beknopt overzicht van de scores van alle apps op