Lesmateriaal
VOOR LEERLINGEN
Introductie
In het ene land wordt besloten dat het volk in quarantaine moet om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Het leger wordt ingezet om toe te zien dat dit
gebeurt. De economie ligt plat.
In het andere land wordt besloten dat iedereen gewoon kan blijven doen wat hij deed. Zo draait de economie door, en in de tussentijd verhogen ze de capaciteit van de ziekenhuizen.
Hoe kunnen er zulke verschillen in beleid bestaan?
Dat komt mede omdat elke regering een andere redenering heeft. De ene regering weegt bepaalde voor- en nadelen anders af dan een andere. De ene regering denkt ook dat bepaalde oorzaken andere gevolgen heeft dan de andere regering.
Om zelf een mening te kunnen vormen over welk beleid nu ‘goed’ is, moet je eerst zo’n oorzaak-gevolg redenering kunnen volgen. Hoe zit de redenering in elkaar?
Dit lesmateriaal is gemaakt om zo’n redenering uit te kunnen pluizen. Dit gaan we doen door redeneringen uit te tekenen (te ‘visualiseren’).
Instructie voor thuiswerkers
De lessen zijn allemaal thuis individueel te maken. Het handigste is om ze ‘old school’
te maken; met pen, potlood, gum en papier. Zorg ook voor kladpapier.
Trainingsmateriaal
Soms wordt er in een les verwezen naar het Trainingsmateriaal. Dit is dus het bestand ‘Visualiseren – Lesmateriaal – Trainingsmateriaal.pdf
Nakijken
In het bestand ‘Visualiseren – Lesmateriaal – Correctiemodellen en rubrics.pdf’ staan de antwoorden op de lessen. Bekijk die pas als je moet nakijken.
Score berekenen
Via de rubrics kun je jouw score berekenen. Als je bijvoorbeeld het antwoord op een opdracht via items 1 en 2 van de rubric moet nakijken, zoek je eerst de rubrics op, achterin ‘Visualiseren – Lesmateriaal – Correctiemodellen en rubrics.pdf’. Vervolgens kijk je bij item 1 ‘Oorzaak gevolg herkennen’ of je antwoord 1, 2 of 3 punten waard is.
Dat doe je ook voor item 2 ‘Oorzaak gevolg verbanden beschrijven’.
Voor die opdracht kun je dus minimaal 2 en maximaal 6 punten halen.
Inleveren
Lever je werk in. Het makkelijkst is om je blaadjes te fotograferen en te uploaden. Je mag het ook meer fancy doen … door schema’s digitaal te tekenen.
SUCCES!
Les Ryans dilemma
Niveau Vaardigheden: basis (uit te breiden met gevorderd) Context: binnen belevingswereld leerling Lesdoelen Basis: Leren een causaal schema te tekenen
Gevorderd: Herkennen van mechanismen (interveniërende variabelen).
Herkennen van beïnvloedende factoren Lesduur 45 minuten | 50 minuten
Nodig het boekje ‘Trainingsmateriaal’, het boekje ‘Correctiemodellen en rubrics’, potlood en gum en een paar lege A4tjes
Vorm individueel
Bron 1 Het dilemma van Ryan
Ryan staat slecht voor wiskunde. Vroeger was zijn cijfer hoger, maar toen besteedde hij thuis ook veel meer tijd aan wiskunde.
Maar hij vindt het steeds moeilijker om zich ertoe te zetten. Het zit namelijk zo:
hoe meer tijd hij thuis steekt in wiskunde, hoe minder tijd hij heeft om te doen wat hij echt leuk vindt; sporten!
Instructie
Lees bron 1
Je gaat een oorzaak-gevolg schema tekenen. Het gevolg in bron 1 is ‘de hoogte van het wiskundecijfer van Ryan’.
Lees uit het Trainingsmateriaal 1.basisvaardigheden Stap 1.
1. Zoek de oorzaak gevolg redenering in bron 1 die de hoogte van Ryans wiskundecijfer verklaart en schrijf die op (met woorden dus).
Lees uit het Trainingsmateriaal 1.basisvaardigheden Stap 2.
2. Teken, van de redenering die je hebt gevonden bij de vorige vraag, de oorzaak, het gevolg en het verband zoals beschreven in Stap 2.
Lees uit het Trainingsmateriaal 1.basisvaardigheden Stap 3, 4 en 5.
3. Noteer bij de redenering uit de bron, wie er redeneert, welke richting het verband gaat, en of die positief of negatief is.
- Gebruik afkorting ‘RY voor Ryan.
Lees uit het Trainingsmateriaal 1.basisvaardigheden Stap 6, 7 en 8.
Volgens Ryan heeft de oorzaak voor de hoogte van zijn wiskundecijfer meerdere gevolgen.
4. Zoek de tweede oorzaak-gevolg relatie, en zet beide oorzaak-gevolg relaties in één schema, maak een legenda en verzin een titel.
Nakijken:
- Kijk je antwoorden van vraag 1 tot en met 4 na via het correctiemodel
- Check je niveau in de rubric, op items 1,2, 3 en 7. Mijn score: … / 12
Bron 2 Ryans oplossing
Omdat Ryans wiskundecijfer dramatische diepten bereikt neemt hij zich voor om elke dag 45 minuten aan zijn wiskunde te zitten. Tot zijn grote verbazing helpt het niet, zijn volgende toets is weer slecht!
Ryan vraagt zijn wiskundedocent om raad. Zij zegt dat het erg veel uitmaakt wat hij in die tijd doet. Leren heeft geen zin, zegt ze. “Hou op met leren besteedt die tijd aan het oefenen van de sommen!”.
Twee weken later haalt Ryan dankzij de raad van zijn docent zijn hoogste cijfer voor wiskunde ooit: een 8!
Lees bron 2
Het lukt Ryan zijn wiskundecijfer te verhogen! Maar, klopt de eerder gevonden oorzaak-gevolg relatie nog wel?
Lees uit het Trainingsmateriaal 2. Vaardigheden voor gevorderden: Hoe teken ik een mechanisme?
De eerder gevonden ‘oorzaak’ voor het wiskundecijfer van Ryan blijkt niet een directe oorzaak te zijn. Er lijkt sprake van een mechanisme ‘achter’ het verband.
5. Teken het mechanisme
- Neem eerst je oorzaak gevolg schema van de vorige opdracht over - Teken het mechanisme door de interveniërende variabele te tekenen.
6. Schrijf in eigen woorden op hoe het mechanisme werkt.
Bron 3 Zo efficiënt mogelijk werken
Aangemoedigd door het succes van het handiger ‘leren’ van wiskunde doet Ryan een aantal experimenten. Hij verandert elke periode iets in hoe hij leert, en kijkt naar het effect op zijn wiskundecijfer.
Het grootste effect blijkt zij mobieltje te hebben. Heeft hij die niet binnen handbereik bij het oefenen van zijn wiskundesommen dan is zijn wiskundecijfer op de toets veel hoger dan als hij heeft geoefend met zijn mobieltje in de buurt.
Lees bron 3 en uit het Trainingsmateriaal 2. Vaardigheden voor gevorderden: Hoe teken ik beïnvloedende factoren?
7. Teken de invloed van Ryans mobieltje op zijn wiskundecijfer.
- Neem eerst de oorzaak-gevolg schema van de vorige opdracht over.
- Bedenk zelf of het mobieltje een interveniërende of een modererende factor is.
8. Leg in eigen woorden uit, of de aanwezigheid van zijn mobieltje een interveniërende of een modererende factor is.
Nakijken:
- Kijk je antwoorden na via het correctiemodel
- Check je niveau in de rubric, op items 5,6, 8 en 9 Mijn score: … / 12 9. Noteer je totaalscore en leg in een aantal zinnen uit hoe je vond dat deze les ging.
Totaalscore: … / 24
Les Bakfietseigenaren stemmen GroenLinks Niveau Vaardigheden: vanaf gevorderd
Context: gegeven
Lesdoelen Beginner: Leren een causaal schema te tekenen Verwoorden van verbanden
Gevorderd: Herkennen van mechanismen (interveniërende variabelen).
Tekenen van meerdere redeneringen in één schema Lesduur 40 minuten
Nodig het boekje ‘Trainingsmateriaal’, het boekje ‘Correctiemodellen en rubrics’, potlood en gum en een paar lege A4tjes
Vorm individueel
Bron 1 ‘Bakfietseigenaren stemmen GroenLinksʼ
Klopt dit wel? Electoraal geograaf Josse de Voogd legde het verband tussen de bakfiets en stemkeuze al bijna tien jaar geleden. ‘Het viel mij erg op dat in
sommige Nijmeegse wijken veel bakfietsen verschenen en in andere nietʼ, vertelt De Voogd. ‘Vooral in GroenLinks-wijken stonden veel bakfietsen en in de PVV- wijken, verder weg van het centrum, zag ik meer rolluiken en scooters.ʼ (…) Zijn conclusies zijn echter niet gebaseerd op harde getallen, maar op algemene observaties op wijkniveau, waarschuwt De Voogd. (…)
Onderzoeksbureau I&O Research blijkt wel cijfers te hebben. Op basis van een enquête uit 2017 onder 14.295 volwassenen concluderen de onderzoekers dat één op de honderd Nederlanders een bakfiets heeft. Voor GroenLinks-stemmers geldt eenzelfde percentage.
Van de ouders met kinderen tot kleuterleeftijd heeft echter 8 procent een bakfiets. Voor deze groep geldt wél dat GroenLinks-stemmers wat vaker dan gemiddeld een bakfiets hebben, namelijk in 10 procent van de gevallen. Zij staan echter niet bovenaan: VVD-stemmende ouders hebben namelijk in 12 procent van de gevallen een bakfiets. Ter vergelijking: bij slechts 6 procent van de PVVʼers is dat het geval. (…)
Kijken we naar het verband tussen bakfietseigendom en inkomensklasse, dan blijkt dat één op de tien ouders van jonge kinderen met een huishoudinkomen van minimaal twee keer modaal een bakfiets heeft. Naarmate het inkomen daalt, neemt dat percentage af. Slechts 3 procent van de ouders met minder dan een modaal huishoudinkomen heeft een bakfiets.
Eindoordeel. Vooral welgestelde ouders van jonge kinderen hebben een bakfiets, of ze nu links of rechts stemmen.
Bron: de Volkskrant.nl van 17 december 2018 Instructie
In deze les kijk je kritisch naar de observatie dat bakfiets-eigenaars vooral in de
“GroenLinks-wijken” lijken te wonen.
Maak onderstaande vragen, en kijk aan het einde van de les hoe goed je scoort op de deelvaardigheid “het verwoorden van oorzaak-gevolg redeneringen”!
Lees bron 1.
In bron 1 worden een aantal factoren genoemd die invloed hebben op het percentage bakfietseigenaren in een wijk.
1. Schrijf die in bron 1 genoemde factoren op.
- Tip: Formuleer de factoren als variabelen.
Figuur 1 Verband tussen politieke voorkeur en bakfiets-eigenaarschap op wijkniveau?
Bekijk figuur 1
Figuur 1 is een oorzaak gevolg schema van de observatie dat er een verband is tussen politieke voorkeur en bakfiets-eigenaarschap.
Neem het figuur over op een blaadje met lekker veel ruimte eromheen.
2. Teken in jouw figuur de factoren en de verbanden die je hebt gevonden in bron 1.
Bron 2 Jong of oud, man of vrouw; wie stemde op welke partij?
Electoraal Onderzoeksbureau Ipsos heeft op basis van een enquête in kaart gebracht welke mensen op welke partij hebben gestemd.
Als we kijken naar opleiding dan blijkt dat de meeste hoogopgeleiden (23 procent) op de VVD hebben gestemd, gevolgd door D66 (17 procent) en
GroenLinks (13 procent). (…) De meeste laagopgeleiden stemden op de PVV (16 procent). (…)
Jong versus oud: Als we binnen de partijen kijken vallen ook wat dingen op. Zo wist GroenLinks een grote groep jonge kiezers naar zich toe te trekken. Van alle mensen die op de partij van Jesse Klaver stemden, is 35 procent tussen 18 en 34 jaar, het grootste aandeel jongeren van alle partijen.
Bron: Nos.nl van 16 maart 2017
Lees bron 2.
In bron 2 worden een aantal factoren genoemd die van invloed zijn op de politieke voorkeur.
3. Schrijf die in bron 2 genoemde factoren op.
4. Voeg de factoren en verbanden die je hebt gevonden toe aan jouw figuur.
- Tip: teken alleen de verbanden die in de bronnen worden genoemd!
In de volgende opdracht moet je – op basis van het oorzaak-gevolg schema dat je getekend hebt – zelf de verklaring schrijven voor het zichtbare verband dat er in
“GroenLinks-wijken” meer bakfietsen te zien zouden zijn.
Je mag er nu zelf ook verklarende factoren bijhalen die niet in de bronnen genoemd zijn. Noem dan wel even dat dit jouw redenering is!
5. Schrijf een oorzaak-gevolg verklaring voor het verband tussen het percentage GroenLinks-stemmers en het percentage bakfietseigenaars in een wijk.
Check het niveau van je antwoord via het antwoordblad en de rubric 6. Beoordeel je eigen antwoord op vraag 5.
- Noem iets wat (heel) goed is aan je antwoord.
- Noem iets wat je de volgende keer kunt verbeteren.
Nakijken:
- Check het niveau van je antwoord op vraag 4 en 5 in de rubric, op items 5,6, 7 en 8
7. Noteer je totaalscore en leg in een aantal zinnen uit hoe je vond dat deze les ging.
Totaalscore: … / 12 Einde van deze les
Les Drill rap en het toenemend aantal steekincidenten
Niveau Vaardigheden: gevorderd, trainingsmateriaal moet al eens doorlopen zijn Context: redelijk concreet, aangereikt
Lesdoelen Basis: Leren een causaal schema te tekenen
Gevorderd: Herkennen van mechanismen (interveniërende variabelen).
Rangschikken van oorzaken op invloed
Verschil kunnen uitleggen tussen lineaire en systemische causaliteit.
Lesduur 55 minuten
Nodig het boekje ‘Trainingsmateriaal’, het boekje ‘Correctiemodellen en rubrics’, potlood en gum, een paar lege A4tjes en een scherm met internetaansluiting.
Vorm individueel
Bron 1 Drill rap
In de media is de laatste tijd veel berichtgeving over steekpartijen onder
jongeren. Die steekpartijen lijken steeds vaker voor te komen. In 2015 waren er 400 ernstige steekincidenten, in de maanden januari tot en met juli 2019 waren dat er al 250.
Die stijging lijkt samen te hangen met de opkomst van drill rap. Deze muziek komt overgewaaid uit Groot-Brittannië, waar in een aantal grote steden ook een enorme toename is geweest van het aantal steekpartijen onder jongeren.
Instructie
Lees bron 1
1. Zoek de in bron 1 genoemde oorzaak gevolg relatie en - teken die in een oorzaak-gevolg schema.
- Geef ook de richting van het verband weer
Je gaat een fragment kijken waarin programmamaker Danny Ghosen spreekt met een jongen wiens kleine broertje is doodgestoken op straat.
In het fragment worden meerdere oorzaken genoemd voor het toenemend aan steekpartijen.
Bron 2 Fragment “Danny op straat”
Bekijk: https://youtu.be/sqSJRx2tn7A (Duur: 14.49)
Bekijk bron 2 op je scherm
2. Noteer zo veel mogelijk oorzaken voor het toenemend aantal steekpartijen die je kunt herkennen in het fragment.
- Tip: Dit kun je doen met woorden, je kunt ook snel oorzaak-gevolg schemaatjes schetsen.
- Tip: in de comments onder de video worden ook veel mogelijke oorzaken genoemd.
Je gaat een oorzaak-gevolg schema tekenen. Het uiteindelijke gevolg moet de variabele zijn: ‘het aantal steekincidenten’. Je mag werken met meerdere oorzaak-gevolg relaties en mechanismen als je denkt dat die nodig zijn.
3. Teken een oorzaak-gevolg schema van de in het fragment genoemde oorzaken.
- Kijk of er ook verbanden zijn tussen verschillende oorzaken zijn genoemd teken die.
Bron 3 Aantal ernstige steekincidenten toegenomen, steeds meer jongeren zien mes als status
Criminoloog Jeroen van den Broek ziet ook een toename in het bezit van messen onder jongeren zegt hij in de [Telegraaf]: “Het is een trend die lijkt te zijn
overgewaaid uit Groot-Brittannië. Ik zie het hier onder jongeren in vooral Rotterdam-Zuid. Een achtergesteld gebied waar niet alleen het dragen van een wapen statusverhogend is, maar ook het gebruik. Ze tonen het wapen ook graag aan anderen. Bij het ‘showen’ zoals dat genoemd wordt, bereiken de jongeren een groot publiek door het gebruik van social media.”
Bron: wnl.tv van 9 juni 2019
Lees bron 3
In bron 3 worden variabelen genoemd die je waarschijnlijk nog niet had gevonden in het videofragment
4. Teken die variabele(n) in je oorzaak-gevolg schema,
- Tip: Je mag zelf nieuwe verbanden tekenen als je denkt dat je die kunt uitleggen.
5. Geef in je oorzaak-gevolg schema aan wat volgens jou belangrijke, en minder belangrijke oorzaken zijn.
- Tip: Kijk of je een oorzaak kan vinden die oorzaak is van meerdere gevolgen.
- Tip: Kijk of je een oorzaak kan vinden die, als hij wegvalt, zorgt dat het gevolg niet meer optreedt.
- Tip: Je kunt belangrijke oorzaken aangeven door ze groter of dikker te tekenen.
- Tip: Je kan ook (als je met post-it’s werkt) het schema veranderen.
Het oorzaak-gevolg schema dat je hebt getekend bij vraag 1, is een zogenaamde lineaire redenering. In een lineaire redenering leidt het ene tot het andere.
Bij maatschappijwetenschappen zijn oorzaak gevolg-relaties eigenlijk nooit lineair. Als het goed is heb je bij het schema in vraag 5 een heel ander schema.
6. Beschrijf in ongeveer 300 woorden wat volgens jouw schema nu de belangrijkste oorzaak, of oorzaken zijn van het toenemend aantal steekpartijen
Vergelijk je oorzaak gevolg schema’s van vraag 1 en 5.
7. Beschrijf in een of twee zinnen hoe de schema’s verschillen in uiterlijk.
Nakijken:
Beoordeel je eigen antwoord aan de hand van criteria in de rubric. Daarna mag je jezelf een cijfer geven tussen de 1 – 10 voor je antwoord op vraag 6.
8. Noteer het cijfer dat je gehaald hebt, en leg in een aantal zinnen uit hoe je vond dat deze les ging.
Mijn eindscore: … / 10 Einde van deze les
Extra les Oorzaken voor de obesitas epidemie bij kinderen in de Verenigde Staten.
Niveau Vaardigheden: gevorderd
Context: is gegeven. Vanaf HAVO-niveau
Lesdoelen Gevorderd: Tekenen van meerdere redeneringen van meerdere actoren Tekenen van ontkende verbanden
Redeneren op basis van conflicterende redeneringen Lesduur 55 minuten
Nodig boekje Trainingsmateriaal, potlood en gum Vorm in tweetallen
Bron Obesitas bij kinderen in Amerika: een nationale gezondheidsepidemie.
Over een aantal feiten over kinderobesitas is brede overeenstemming, zowel in de publieke opinie als in de wetenschappelijke gemeenschap: lichaamsbeweging vermindert obesitas en het eten van junkfood verhoogt obesitas. Het is ook duidelijk dat mensen die meer tijd achter een scherm doorbrengen, meer worden blootgesteld aan reclame voor junkfood.
Belangenvereniging ‘Ouders voor gezonde scholen’ (Parents for Healthy Schools, PHS), die met succes heeft gestreden om snoepautomaten te verwijderen uit scholen in Californië, beweert dat commercials voor junkfood rondom op
kinderen gerichte media een duidelijk effect hebben op de hoeveelheid junkfood die kinderen eten. Susan Watters van PHS zegt dat “... als de voedselbedrijven niet bereid zijn om verantwoord te handelen, dan moeten de ouders strijden om reclame voor junkfood uit de lucht te krijgen.”
Samuel Berman, is een prominente lobbyist in Washington die het Center for Consumer Choice (CCC) runt. Deze non-profit belangenvereniging wordt gefinancierd door de voedingsmiddelenindustrie en stelt dat reclame voor junkfood alleen "invloed heeft op het merk voedsel dat consumenten kiezen en geen invloed op de hoeveelheid geconsumeerd junkfood." Hoewel Berman erkent dat meer schermtijd ertoe kan leiden dat mensen meer reclame voor junkfood zien, blijft hij sterk gekant tegen regelgeving voor reclame voor levensmiddelen door de overheid.
Recente wetenschappelijke studies van het National Health Institute (NHI) hebben aangetoond dat hoe meer tijd iemand achter een scherm doorbrengt, hoe minder hij beweegt.
Bron: Easterday, M. et al. The logic of Babel; Causal reasoning from conflicting sources, 2008
Vragen
Lees de bron
In de eerste alinea van de bron staan feiten die je als algemeen geaccepteerd mag veronderstellen. Alle actoren zijn het met die feiten eens.
In alinea’s twee tot en met vier staan redeneringen over oorzaken voor obesitas van drie organisaties. Die zijn het niet met elkaar eens.
Maak vragen a tot en met d.
a. Neemt, volgens de NHI, obesitas bij kinderen af als kinderen meer bewegen?
b. Zien volgens de NHI, kinderen minder reclame voor junkfood als ze meer bewegen?
c. Neemt, volgens de gecombineerde redenering van de CCC en de NHI, obesitas bij kinderen af als er wordt gezorgd dat kinderen minder tijd achter een scherm doorbrengen?
d. Zien, volgens de PHS, kinderen minder reclame voor junkfood als kinderen meer bewegen?
Instructie
Gebruik uit het Trainingsmateriaal 2. Gevorderden: Hoe teken ik … meerdere redeneringen van meerdere bronnen /actoren?
1. Maak een snelle schets van de vier oorzaak-gevolg redeneringen.
Gebruik uit het Trainingsmateriaal 2. Gevorderden: Hoe teken ik een schema met een ontkent verband?
2. Voeg de schema’s bijeen tot één oorzaak-gevolg schema.
- Geef per verband aan wie welk verband beargumenteert
- Let ook op actoren die bepaalde verbanden expliciet ontkennen.
Bekijk de antwoorden op vragen a tot en met d nog eens met het schema ernaast.
3. Pas je oorspronkelijke antwoorden op vraag a tot en met d aan als dat nodig is.
Nakijken:
- Kijk je antwoorden na via het correctiemodel
- Check het niveau van je antwoord op vraag 2 in de rubric, op items 1,7 en 10 Mijn score: … / 9