• No results found

Ik ben een roos van Saron, een lelie uit de dalen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ik ben een roos van Saron, een lelie uit de dalen."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Door de Bijbel: Uitzending 746: Hooglied 2:1 t/m 6]

In de vorige uitzendingen hebben we gelezen dat de bruidegom zijn geliefde be- schrijft, waarop zij reageert met de woorden waarin zij zowel zijn persoon als de omgeving van hun samenzijn noemt. Op de lovende woorden van zijn bruid rea- geert de bruidegom opnieuw. Hij bewondert haar mooie ogen en vergelijkt deze met de opvallende ogen van een duif. De beurtzang of dialoog uit Hooglied 1 gaat in Hooglied 2 verder.

Hooglied 2 vers 1: ‘Ik ben een roos van Saron, een lelie uit de dalen.’ Het zal ondertussen al duidelijk zijn, dat de interpretatie van Hooglied niet altijd voor de hand ligt. Ook voor dit vers zijn er 2 mogelijkheden:

-Een eerste uitleg is dit: in dit vers spreekt de bruid over zichzelf. Maar het is niet zo dat ze opschept, maar zichzelf vergelijkt met de nederige bloemen van dat land. Want de roos van Sharon is wel een ongewoon mooie bloem. Maar de roos groeit in overvloed in de vallei van Saron, dat is de kustvallei die helemaal van Joppa tot aan Haifa loopt. De roos en de lelie zijn veldbloemen. Hiermee drukt de bruid haar geringheid uit.

-Een tweede uitleg is dit: hier is de bruidegom aan het woord. Dan is dit eigenlijk een beeld van de Heere Jezus Christus en Zijn weerspiegelde schoonheid. Want rozen zijn wel heel mooie bloemen. Ik denk niet dat rozen oorspronkelijk doornen hadden. Ik denk niet dat ze doornig bedoeld waren. Maar zoals we ze vandaag kennen, hebben ze wel doornen. Zelfs de zeer mooie roos herinnert ons eraan dat de aarde onder een vloek staat en doornen en distels voortbrengt (zie Gen.

3:18). Hier is iets heel interessants. Toen Jezus zei dat Hij het brood des levens is (Johannes 6:35) dan wijst dat op een noodzaak. Wanneer Hij echter zegt dat Hij de roos van Saron is, presenteert Hij Zichzelf niet als een noodzaak, maar als een object van pure bewondering en vreugde aan de mensen. Wat was Hij een

(2)

bezetten. Hij is degene van waarheid, eerlijkheid, zuiverheid en schoonheid aan wie we moeten denken.

In Mattheus 6 verzen 28 en 29 zegt Jezus: ‘… Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.’

Hooglied 2 vers 2: ’Als een lelie tussen de distels, zo is Mijn vriendin tussen de meisjes.’ De bruidegom ziet zijn allerliefste (Hoogl.1:15) met liefdesogen:

voor hem is ze uitnemend mooi en uniek boven alle vrouwen. Hij ziet haar als een opvallende lelie tussen doornstruiken of distels. Het woord ‘distel’ of ‘doorn’ roept een beeld op van ellende en onbewoonbaarheid (Jes.34:11-15; 55:13). Maar te midden van anderen en ongeacht de omstandigheden ziet de bruidegom alleen zijn bruid, zij is een lelie tussen distelstruiken. Ook bij deze tekst wordt naar Christus verwezen. Voor Christus is Zijn gemeente ook een lelie tussen distel- struiken. Zijn gemeente mag in een wereld vol doornen en distels de schoonheid van Christus laten zien.

Hooglied 2 vers 3: ‘Als een appelboom tussen de bomen van het woud, zo is mijn Liefste tussen de jongemannen. Ik verlang er sterk naar in Zijn scha- duw te zitten, en Zijn vrucht is zoet voor mijn gehemelte.’ Ook de bruid ver- gelijkt haar geliefde met anderen en voor haar steekt hij boven alle andere jonge mannen uit. De vertaling appelboom is niet helemaal zeker, het kan ook om een abrikozenboom gaan. Hoe dan ook, zij gebruikt een vruchtboom als vergelijking en verlangt er naar in zijn schaduw te zitten, in de beschermende aanwezig- heid van haar allerliefste. De schaduw is een beeld van bescherming en aanwe- zigheid. Tegelijk is de vrucht van de boom zoet voor haar mond. De vrucht van een boom stimuleert de beleving van zoetheid. Bomen en hun vruchten worden ook op andere plaatsten in Hooglied genoemd (Hoogl.2:5; 7:7; 8:5). Verder ko- men in het OT bomen en vruchten ook voor in Spreuken 25:11 en Joël 1:12. In de afmattende hitte die mensen kunnen ervaren in het Midden-Oosten spreken de

(3)

beelden van schaduw en lekkere vruchten bijzonder aan. De bomen zijn prachtig wanneer zij vroeg in het voorjaar in bloei staan.

Hooglied 2 vers 4: ‘Hij brengt mij in het wijnhuis, en de liefde is

Zijn banier over mij.’ Ter afsluiting van de eerste cyclus vertelt de bruid dat de man haar naar het wijnhuis brengt en daar zijn liefde toont. De eerdere vraag van de bruid haar mee te nemen in Hooglied 1 (vs.4,7; Hoogl.3:4; 8:2) wordt hier be- antwoord.

De geliefden ontmoeten elkaar ergens. Het is moeilijk te zeggen wat precies de betekenis van wijnhuis is. We kunnen denken aan een zaal waar een diner wordt gehouden; een banketzaal, zoals in Esther 7:8, of een ruimte waar een feest wordt gegeven (Pred.7:2; Jer.16:8). Een aantal uitleggers wijzen op de mogelijk- heid van het beeld van een herberg als aanduiding van het vertrek waar de huwe- lijksnacht wordt doorgebracht. Bij het beeld van de herberg kunnen we er nog aan toevoegen dat uitleggers er op wijzen dat herbergen, waar wijn verkrijgbaar was, herkenbaar waren aan een vaantje, dus een banier. In ieder geval slaat het op een plek waar de geliefden elkaar ontmoeten. Daar is de grote liefde van de bruidegom een duidelijk herkenningsteken, een banier voor de bruid.

Het woord banier komt verder in het OT alleen nog voor in de context van een le- gereenheid als herkenningsteken of embleem (Num.1-2).

Een banier is tevens een embleem van inlijving. Dat leidt naar een mooie ge- dachte. Als gelovige wordt men ook ingelijfd als een soldaat, in het leger van Christus. Zijn leger is geen leger van dienstplichtigen, maar een leger van vrijwil- ligers. In Romeinen 12 vers 1 staat: ‘Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen [aan God] te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: [dat is] uw redelijke godsdienst.’

In Johannes 14 vers 15 zegt de Heere Jezus: ‘Als u Mij liefhebt, neem [dan]

Mijn geboden in acht.’ Een goed soldaat luistert naar de orders van zijn meer-

(4)

dere, volgt ze op en voert ze uit. Leven en werken onder de banier van Christus betekent liefde: God liefhebben boven alles en de naaste als uzelf.

Terug naar Hooglied 2 vers 4; het proces van kennismaking wordt bekroond. Het verlangen dat in Hooglied 1 (vs.2-4) genoemd werd, komt hier gedeeltelijk tot rust. Laten we alles nog eens op een rijtje zetten. In de eerste concentrische cir- kel zijn de verschillende hoofdpersonen in het Bijbelboek Hooglied geïntrodu- ceerd. Een vrouw of bruid is hevig verliefd op een man, haar bruidegom, en ze verlangt naar hem. Maar haar ruwe broers hebben een blokkade opgeworpen door haar aan te stellen als bewaakster van hun wijngaarden, met als gevolg dat ze donker van kleur en onaantrekkelijk is geworden. De man of bruidegom wordt als een herder met kudden voorgesteld. Als de vrouw de man ontmoet, verklaren ze elkaar hun liefde. Er is een onweerstaanbaar verlangen naar elkaar, maar er is geen sprake van ongeremde lust. Bruid en bruidegom wachten op elkaar en de dochters of meisjes van Jeruzalem ontvangen een wijze les.

Het is opmerkelijk dat de vrouw het initiatief neemt en dat er in ieder geval geen sprake is van vrouwelijke slaafsheid. Tegelijkertijd wordt er een centrale plaats aan de romantiek gegeven, mensen konden het huwelijk ook zien als een con- tract of als een manier om nageslacht te krijgen. Hoewel de waarde van deze za- ken in Israël werd onderkend, wordt het huwelijk in Hooglied gekenmerkt door hartstochtelijke gevoelens voor elkaar. Daarbij horen ook complimenten en het tonen van respect.

De liefde wordt elders in het Bijbelboek Hooglied als een onweerstaanbare macht beschreven (Hoogl.8:6-7). De oorsprong van liefde tussen man en vrouw is te vinden in de schepping (Gen.1:27-28; 2:22-24). De grote kracht van de liefde tus- sen mensen berust op de liefde van God. In het NT lezen we in 1 Johannes 4 vers 16: ‘En wij hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend en geloofd.

God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.’

(5)

De volmaakte liefde is aanwezig in de relatie tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze liefde wordt tegelijkertijd zichtbaar in de verhouding tussen Christus en Zijn Gemeente, Zijn kerk. Daarbij heeft Christus er alles voor over om Zijn bruidsgemeente stralend voor zich te plaatsen, zonder vlek of rimpel. In Efe- ze 5 verzen 25 t/m 27 staat: ‘Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door [haar] te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een ge- meente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smet- teloos zou zijn.’

Hooglied 2 vers 5: ‘Sterk mij met rozijnenkoeken, verkwik mij met appels, want ik ben ziek van liefde.’ Nadat de geliefden elkaar steeds beter hebben le- ren kennen, komt het tot een afspraak in het voorjaar (vs.11). De bruid vertelt hoe de liefde haar helemaal in beslag neemt, en vraagt om versterking met rozijnen- koeken en vruchten. De etenswaren waar zij nu om vraagt functioneren als ver- sterkende middelen, waarbij met name de rozijnenkoekjes ook als een luxe en feestelijke lekkernij gelden. Zij heeft die versterking nodig omdat haar intense ver- langen maakt dat zij zich zwak voelt. In Hooglied 5 vers 8 zal zij zeggen: ‘Ik be- zweer u, dochters van Jeruzalem, als u mijn Liefste vindt, wat zult u Hem vertellen? Dat ik ziek ben van liefde! …’ Ook in huidige Oosterse liefdeslie- deren wordt het liefdesverlangen met ziek zijn vergeleken.

In die tijd, en vandaag nog steeds, was het gewoon om appelen aan zieken te geven, om op krachten te komen. De bruid is zo in beslag genomen door de lief- de, dat ze vraagt om rozijnenkoekjes en appels. Zij heeft die versterking nodig omdat haar intense verlangen maakt dat zij zich zwak voelt.

Appels waren trouwens niet alleen als voedsel belangrijk, maar ook om hun geur.

In Hooglied 7 vers 8 zullen we lezen: ‘Ik zei: Ik wil in de palmboom klimmen, zijn takken grijpen. Laten uw borsten toch zijn als trossen aan de wijnstok,

(6)

de geur van uw neus als die van appels,’ Daarnaast gold de appelboom als symbool van vruchtbaarheid en liefde (Hoogl.8:5).

In vers 4 hadden we het over verschillende mogelijkheden voor de betekenis van het wijnhuis. Blijven we in het beeld van de herberg, dan zijn de genoemde rozij- nenkoekjes en appels gebruikelijk voedsel voor reizigers. In 2 Samuël 16:1 lezen we dat koning David proviand meekrijgt als hij moet vluchten voor Absalom. De proviand bestaat o.a. uit rozijnenkoeken en vruchten. In 2 Samuël 6:19 lezen we over rozijnenkoeken of druivenkoeken als een geschenk van koning David aan het volk na het brengen van de ark naar Jeruzalem. Hij gaf iedereen een ge- schenk, zowel de mannen als de vrouwen, in de vorm van brood, vlees en drui- venkoeken.

Hooglied 2 vers 6: ‘Laat Zijn linkerarm onder mijn hoofd zijn en Zijn rechter mij omhelzen.’ Na de vraag om versterkende middelen verwoordt de bruid haar verlangen naar de omhelzing door haar geliefde. Daarmee geeft zij aan dat de oplossing voor haar verlangen naar ondersteuning tegelijk een geneesmiddel is voor haar liefdesziekte.

‘Met mijn hoofd lig ik op zijn linkerarm. Zijn rechterarm is om mij heen.’ (Het Boek) In haar bezwijmend verlangen ziet de bruid zich al in de omhelzing van de bruidegom. In Hooglied 8:3 vinden we dezelfde woorden. Van gelovigen wordt o.a. in Openbaring 21 gezegd dat zij de bruid van Christus is, Hij is haar Bruide- gom. In dat licht is het voor een gelovige goed om zijn of haar liefde tot Christus te overdenken, mogelijk moeten we terug naar de eerste liefde tot Christus. In Openbaring 2 worden de gelovigen van Efeze er op aangesproken dat zij hun eerste liefde hebben verzaakt. Van hen wordt in Openbaring 2 verzen 2 t/m 4 door de Heere Jezus het volgende gezegd: ‘Ik ken uw werken, uw inspanning en uw volharding, en [weet] dat u slechte mensen niet kunt verdragen, en [dat] u hen op de proef hebt gesteld die van zichzelf zeggen dat zij aposte- len zijn, maar het niet zijn, en [dat] u hebt ontdekt [dat] zij leugenaars [zijn].

(7)

hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden. Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten.’

Het is voor een mens een grote vreugde en genade om een persoonlijke relatie met de Heere Jezus Christus te hebben. Een aspect van die relatie is dat een ge- lovige bij de bruidsgemeente van Christus hoort. Hoe innig is onze bruidsliefde tot Hem, tot de Bruidegom? Bent jij er tevreden over? Of zou Hij ook aan ons schrij- ven: ‘Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten.’? Vind jij nog steeds dezelfde vreugde en blijdschap in de dagelijkse omgang met de Heere?

Misschien is het een goed idee, om bij de kleinste twijfel, de tijd te nemen om het Hooglied te lezen en te overdenken met betrekking tot jouw liefde voor Jezus.

Velen vóór ons hebben dat op die manier gedaan, en het is tot een grote zegen voor hen geweest. Christus heeft ons toch in het wijnhuis van de Vader ge-

bracht? Hij heeft ons gekoesterd met Zijn liefde, tot de dood aan het kruis toe. Hij wil ons kracht geven en sterk maken door Zijn Heilige Geest, zelfs als wij geen kracht meer hebben. Door Hem krijgen we weer nieuwe energie en mogen er in- tieme momenten zijn. Het kunnen momenten zijn dat we Zijn omhelzing heel concreet ervaren en voelen.

In wezen gelden deze dingen voor alle relaties die mensen hebben, niet alleen op geestelijke gebied. Het lezen van Hooglied kan een mens ook tot bezinning bren- gen over zijn of haar huwelijk. Ben je nog blij met jouw man of vrouw? Doe je nog weleens dingen samen, of gaat ieder zijn of haar eigen weg? Samen leuke din- gen doen, elkaar verrassen, attent zijn en laten blijken dat je blij bent met elkaar.

Aan elke relatie moet gewerkt worden, anders raken de dingen in de sleur. Dan verdwijnt het unieke, het mooie en exclusieve. Dan wordt alles heel gewoon en vanzelfsprekend. Dan stompt het af en brengt tot ergernissen en mogelijk een breuk. Dat geldt voor relaties met mensen maar ook voor de relatie met God.

Maar dat wil de HEERE niet!

In 1 Johannes 4 vers 16 staat: ‘En wij hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend en geloofd. God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en

(8)

En in Johannes 15 vers 10 zegt Jezus: ‘Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.’

Bij de productie van het programma 'Door de Bijbel' is dankbaar gebruik ge- maakt van de StudieBijbel van het Centrum voor Bijbelonderzoek. De Stu- dieBijbel Online werd gebruikt voor research en wordt ook met toestemming regelmatig geciteerd. Meer informatie vindt u op www.studiebijbel.nl. Wij ra- den een abonnement op de StudieBijbel app aan, als u nog dieper op de Bij- bel wilt ingaan.

Tenzij anders vermeld, komen De Bijbelpassages, gebruikt bij de productie van het programma 'Door de Bijbel', met toestemming van uitgeverij Jong- bloed, uit de Herziene Statenvertaling. Meer informatie:

www.herzienestatenvertaling.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dieselfde probleme is deur Haslam et. 19) ondervind hoewel dit nie duidelik was of die konformasie isomerie die gevolg van beperkte rotasie om die interflavonoiedbinding of

Door de Geest groeit de liefde voor elkaar steeds meer.. Daarom bidden we samen dat die eenheid

Duisternis op aard, het Vaderhart gebroken om het lijden van zijn Zoon, de striemen, spot en hoon.. Hier sta

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Dit kunnen zowel landeigenaars, natuurverenigingen en/of pachters zijn (bv. pachtende landbouwers, jachtrechthouders). Verschillende beheerpraktijken kunnen leiden

Bij onderzoek naar de participatie van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen dienen dus niet alleen keuzen gemaakt te worden ten aan- zien van de

Door deze specerijen verstaat de bruid niet anders, dan die edele en schone vruchten van de Heilige Geest, die men vindt in een bloeiende en geestelijke kerk van Christus, gelijk

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de