• No results found

Nieuwe facturatieregels vanaf 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nieuwe facturatieregels vanaf 2013"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuwe facturatieregels vanaf 2013

V a n a f 1 j a n u a r i 2 0 1 3 z i j n e r e e n a a n t a l n i e u w e facturatieregels van kracht.

Het betreft voornamelijk volgende wijzigingen:

de verplichte vermeldingen op de factuur, de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de BTW, de uitreikingdatum van de facturen.

Vooral de wijziging van de aftrekbaarheid/opeisbaarheid van de BTW is een zeer belangrijke aanpassing en vergt ieders aandacht.

Verplichte vermeldingen op de factuur

De datum van het belastbaar feit (levering van de goederen, datum prestatie) of de datum van de ontvangst van de gelden (bij voorschotten) zal op de factuur vermeld moeten worden.

Er zal niet langer een verwijzing naar een wetsartikel vermeld moeten worden indien de btw wordt verlegd. De vermelding “BTW verlegd” of gelijkaardig in één der 23 officiële EU-talen is voldoende.

Bij vrijgestelde leveringen is het voldoende te vermelden dat u de handeling vrijstelt en kort de reden omschrijft. Bijvoorbeeld: “vrijgestelde handeling – uitvoer van goederen”.

Als de klant zelf zijn factuur opstelt (bv bij online aankopen) moet op de factuur de vermelding “Factuur uitgereikt door afnemer”, “Selfbilling” of een gelijkaardige omschrijving in een andere taal komen.

Opeisbaarheid en aftrekbaarheid BTW (ZEER BELANGRIJKE WIJZIGING)

(2)

Tot vóór 2013 werd de BTW opeisbaar door het uitreiken van een factuur, bij het verstrijken van een periode waarin leveringen of diensten werden verricht of bij de levering van goederen. De BTW-aangifte was dus gelinkt aan de boekhoudkundige verwerking van de facturen.

Vanaf 1 januari 2013 is het uitreiken van een factuur niet langer een oorzaak van opeisbaarheid. De BTW wordt wel opeisbaar van zodra een betaling ontvangen is of de levering/einde van de dienstverrichting is verricht.

In de praktijk heeft dit ook een grote impact op de zogenoemde

“voorschotfacturen”. Indien u een voorschotfactuur opmaakt zal de BTW niet langer verschuldigd zijn louter en alleen door het opmaken van de factuur. De BTW wordt slechts opeisbaar op het ogenblik dat de leverancier de betaling van de factuur ontvangt. De klant zelf zal de BTW kunnen aftrekken vanaf datzelfde moment.

Een voorbeeld:

U maakt op 5/4/2013 een voorschotfactuur op, de klant betaalt op 31/5/2013, u ontvangt het geld op 2/6/2013.

De BTW zal niet langer betaald moeten worden via de BTW- aangifte van april, maar slechts via de BTW-aangifte van juni.

Ook voor de klant is de BTW slechts aftrekbaar in de BTW- aangifte van juni.

Toch zal de voorschotfactuur die op 5/4/2013 opgemaakt is, niet correct zijn. Zie volgende alinea…

Voorschotfacturen nog mogelijk?

Eén der verplichte vermeldingen om een geldige factuur op te maken en bijgevolg de BTW aftrekbaar te maken is het vermelden van het belastbaar feit.

Zoals hierboven besproken is het belastbaar feit de datum van betaling of, indien reeds geleverd, de prestatie of de levering.

(3)

Bij voorschotfacturen brengt dit met zich mee dat er een betaling ontvangen moet worden voorafgaandelijk aan het opstellen van de factuur.

Indien u wenst dat uw klant een voorschot betaalt, zal in de praktijk een verzoek tot betaling of een proforma factuur opgesteld moeten worden en na ontvangst van de betaling de effectieve voorschotfactuur (met vermelding van de datum van de ontvangst van de gelden).

Uitreikingdatum van de factuur

Vóór 1 januari 2013 moest de factuur opgemaakt worden uiterlijk de 5de werkdag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar was.

Vanaf 1 januari 2013 dient de factuur opgemaakt te worden uiterlijk de 15de dag van de maand volgend op de maand waarin de BTW opeisbaar wordt.

Tot op heden moet de BTW-aangifte ingediend worden ten laatste de 20ste van de maand. Rekening houdend met bovenstaande alinea betekent dit dat u in theorie maximum 5 dagen (3 dagen in het geval een weekend deze periode doorkuist) de tijd heeft om uw BTW-aangifte op te maken.

Vanuit onze positie als boekhouder zouden wij u vriendelijk willen verzoeken niet te wachten tot de 15de, maar uw verkoopfacturen zo snel mogelijk op te stellen. In de BTW- periodes loopt de werkdruk en de hoeveelheid informatie die verwerkt moet worden hoog op binnen de boekhoudkantoren.

IN DE PRAKTIJK

Ondertussen is gebleken dat de nieuwe regeling inzake aftrekbaarheid van BTW belangrijke praktische gevolgen heeft in hoofde van klanten en leveranciers.

Er zijn niet alleen de theoretische vragen over de toepassing

(4)

van de nieuwe regels, bedrijven worden ook verplicht om vanaf 1 januari 2013 hun boekhoudsystemen aan te passen, zodat die voortaan rekening zullen houden met:

de factuurdatum de betaaldatum

de datum van de levering

de datum van opeisbaarheid van de btw

De BTW-aangifte wordt losgekoppeld van de boekhoudkundige verwerking van de facturen !!!!!

Gelet op het feit dat er twee weken vóór de inwerkingtreding n o g s t e e d s g e e n d e f i n i t i e v e w e t w a s , n o c h e n i g e administratieve toelichting, was dergelijke aanpassing van de boekhoudsystemen praktisch niet meer haalbaar voor ondernemingen en is het vrijwel onmogelijk om de nieuwe regels te respecteren vanaf 1 januari 2013.

Naar aanleiding van de praktische bezwaren die werden geuit, heeft de administratie nu beslist om de nieuwe regels inzake de opeisbaarheid van de BTW uit te stellen:

In 2013 wordt een overgangsperiode van 12 maanden voorzien waarin zowel de leveranciers/dienstverrichters (voor wat betreft het uitreiken van facturen) als hun klanten (voor wat betreft het uitoefenen van het recht op aftrek) nog steeds de huidige regels mogen toepassen.

Vanaf 1 januari 2014 zou de nieuwe regeling dan effectief moeten worden toegepast, zeker door klanten met het oog op de uitoefening van hun recht op aftrek.

Voor de leveranciers/dienstverrichters zou er vanaf 1 januari 2014 nog wel in een overgangsperiode worden voorzien voor wat betreft het uitreiken van facturen. De definitieve invulling van de toepasselijke regels tijdens deze overgangsperiode, zullen in de loop van

(5)

2013 door de administratie worden gecommuniceerd.

ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING ?????…. wie sprak deze woorden ooit uit ????

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Mandaat vennootschap onbezoldigd – sociale kas verplicht?

Een veel voorkomende vraag: Mijn mandaat in de vennootschap wordt onbezoldigd. Moet ik dan nog sociale bijdragen betalen?

Op de website van Acerta vinden we echter een duidelijk antwoord.

De mandataris van een vennootschap (zaakvoerder, bestuurder,

…) die onbezoldigd is in rechte en in feite en daarnaast geen andere zelfstandige activiteit uitoefent (bijvoorbeeld als werkend vennoot) is niet verzekeringsplichtig.

Alleen als voldoende bewezen is dat u een onbezoldigd mandataris bent, bent u vrijgesteld van aansluiting. Om als onbezoldigd mandataris beschouwd te worden, moet u tegelijkertijd aan de drie onderstaande voorwaarden voldoen:

U mag naast het onbezoldigd mandaat geen enkele andere activiteit uitoefenen in de vennootschap (geen boekhoudkundige, commerciële, administratieve of andere

(6)

taken). Doet u dat wel, dan bent u werkende vennoot of hebt u een uitvoerende functie op zelfstandige basis.

Uw mandaat moet als onbezoldigd beschreven zijn in de statuten van uw vennootschap, of de raad van bestuur of algemene vergadering heeft uitdrukkelijk beslist tot de kosteloosheid (bewijs in rechte).

U geniet in de praktijk geen enkel voordeel (ook geen voordelen in natura en ook geen belastingvoordeel) vanwege uw functie als mandataris (bewijs in feite).

Als u voldoet aan bovenstaande voorwaarden bent u niet langer verzekeringsplichtig en mag uw aansluiting bij het Sociaal Verzekeringsfonds worden stopgezet.

Opgelet! Bovenstaande regeling geldt enkel voor mandatarissen die hun vennootschap vanuit België besturen. Mandatarissen die een vennootschap vanuit het buitenland besturen, zijn altijd verzekeringsplichtig of het mandaat nu bezoldigd is of niet.

Wanneer u als mandataris de pensioenleeftijd heeft bereikt of e e n v e r v r o e g d p e n s i o e n g e n i e t , b e n t u n i e t verzekeringsplichtig als u naast het onbezoldigd mandaat geen andere activiteit uitoefent. Als bewijs volstaat de kosteloosheid in feite.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Hoe kan men het

(7)

huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten.

De kleine wijziging:

De echtgenoten wensen gehuwd te blijven onder hetzelfde huwelijksstelsel en wensen hieraan een verblijfsbeding toe te voegen, zodat de langstlevende de volle eigendom v a n h e t h u w e l i j k s v e r m o g e n t o e k o m t , z e l f s b i j aanwezigheid van kinderen. De echtgenoten kunnen zelfs een schikking treffen waarbij een keuze gelaten wordt aan de langstlevende, om bijvoorbeeld binnen de drie maand na het overlijden van de eerst stervende echtgenoot te kiezen wat hij/zij in volle eigendom wil nemen uit de huwgemeenschap. Er is één notariële akte vereist en rechterlijke goedkeuring (homologatie) is overbodig: de notaris zorgt voor de mededeling van een uittreksel aan de ambtenaar van de burgelijke stand van de gemeente waar het huwelijk is voltrokken.

De integrale grote wijziging:

Indien de echtgenoten een totaal ander huwelijksstelsel wensen, bijvoorbeeld het stelsel van scheiding van goederen in plaats van het wettelijk stelsel, dan zijn vier notariële akten vereist:

De notariële boedelbeschrijving.

De notariële regelingsakte.

De notariële wijzigingsakte.

De notariële slotakte

Vooraleer de notaris de slotakte kan verlijden, zal de rechter

(8)

de wijziging van stelsel moeten goedkeuren (homologeren). De slotakte omvat noodzakelijkerwijs de vereffening van het bestaande stelsel en de definitieve overdracht van onroerende goederen.

De wijziging enkel met overdracht van onroerende goederen uit eigen vermogen naar gemeenschap en vice- versa:

In dit geval volstaan twee notariële akten:

De wijzigingsakte De slotakte.

De rechtbank zal de wijzigingsakte moeten goedkeuren. Eventueel kan de rechter nog twee extra akten eisen:

De boedelbeschrijving De regelingsakte

De wijziging enkel met overdracht van roerende goederen uit eigen vermogen naar gemeenschap en vice-versa:

Enkel de wijzigingsakte volstaat. Deze akte dient aan de rechter te worden voorgelegd. De slotakte is niet vereist. Eventueel kan de rechter een boedelbeschrijving en een regelingsakte eisen. In dit geval zijn er drie notariële akten.

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

(9)

Wat is het stelsel van de algehele gemeenschap?

In dit stelsel is alles gemeenschappelijk. Wat de bevoordeling van de langstlevende echtgenoot betreft, kunnen alle goederen het voorwerp uitmaken van een bevoordelingsbeding, vermits alle goederen tot de gemeenschap behoren. In het wettelijk stelsel kan men geen bevoordeling uitwerken met betrekking tot de eigen goederen.

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

Hoe kan men de langstlevende echtgenoot bevoordelen bij overlijden in het stelsel van scheiding van goederen?

In een stelsel van scheiding van goederen bestaan er geen mogelijkheden om de langstlevende een groter deel dan de helft van de onverdeelde goederen te geven. Men kan in het huwelijkscontract wel een schenking opnemen. Omdat men hetzelfde resultaat bereikt met een testament als met een schenking buiten het huwelijkscontract om, wordt dit laatste meestal aangeraden. De schenking in het huwelijkscontract is immers niet eenzijdig herroepbaar.

Wat op naam staat van de echtgenoot die eerst overlijdt, wordt

(10)

geërfd door de kinderen, door de ouders, broers en zusters van de overledene.

Voor de aftrek van de kapitaalaflossingen speelt het huwelijksvermogensstelsel een grote rol. De mede-eigenaars kunnen de aflossingen op hun deel in de lening aftrekken, maar dat deel mag niet groter zijn dan hun deel in de eigendom van de woning.

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

Opgepast met hotelrekeningen, facturen van seminaries

Zoals U wellicht weet zijn de restaurantkosten vanaf 1 januari 2005 fiscaal slechts aftrekbaar aan 69%.

Dit geldt ook voor de restaurantkosten inbegrepen in hotelrekeningen en facturen betreffende seminaries!!

E e n p i t t i g m a a r d u u r d e t a i l i s w e l d a t w a n n e e r d e restaurantkosten niet afzonderlijk zijn gespecificeerd op de hotelrekening of factuur van het seminarie, de volledige factuur van het hotel of het seminarie te beperken is inzake aftrek. In dit geval wordt dus het totale bedrag van de factuur als beroepskost beperkt tot 69%.

W i j v e s t i g e n e r t e v e n s d e a a n d a c h t o p d a t d e belastingplichtige moet aantonen dat de kosten die hij draagt het karakter van beroepskosten hebben.

Een bankuittreksel dat uitsluitend een globaal bedrag vermeldt

(11)

volstaat bijgevolg niet. In dat geval moet een duidelijk gedetailleerde hotelrekening worden voorgelegd.

Vergeet trouwens ook niet dat buitenlandse restaurantkosten vanaf 1 januari 2004 ook onder de aftrekbeperking vallen.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Wat is de verhaalbaarheid van de schulden in het stelsel van scheiding van goederen?

De schulden aangegaan door een van de echtgenoten individueel, kunnen enkel worden verhaald op de goederen van die echtgenoot. De andere echtgenoot kan niet worden verplicht mee te betalen voor deze schulden en haar eigen goederen kunnen niet aangeslagen worden.

Een schuld die de echtgenoten samen aangaan, kan verhaald worden op goederen van beide echtgenoten.

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

(12)

Kan een zaakvoerder zijn privé auto verhuren aan zijn vennootschap?

Krijgt de zaakvoerder dan privé huurinkomsten?

Inderdaad en dat is voor hem privé fiscaal gezien wel interessant. Het huurgeld, dat hij zo van zijn vennootschap ontvangt voor het huren van zijn auto, is fiscaal gezien dan immers een inkomst uit de verhuur van roerende goederen en dus wordt het niet aanzien als een beroepsinkomst. Dus worden hierop ook geen sociale bijdragen betaald…

Wat betekent dat voor de klant? Op het ontvangen huurgeld betaalt hij slechts 15% belastingen. Hij heeft daarnaast ook nog recht op een forfaitaire kostenaftrek van 15%, dus in feite betaalt hij slechts 12,75% belasting (nl. 15% op 85%).

Best even nakijken of de werkelijke kosten m.b.t. zijn auto niet hoger liggen dan die 15%. In het voorkomende geval (en dat zal dikwijls zo zijn) mag hij immers gewoon de werkelijke kosten in rekening brengen. Ook kan hij als verhuurder contractueel voorzien dat alle autokosten (onderhoud, b r a n d s t o f , v e r z e k e r i n g … ) t e n l a s t e z i j n v a n z i j n vennootschap.

Wat met de BTW? Door de verhuur van één auto, wordt hij in principe geen BTW-plichtige. Dat werd al meermaals beslist.

Bijgevolg moet hij geen BTW aanrekenen op de huur die hij vraagt. De keerzijde is natuurlijk wel dat hij de BTW, die hij zelf betaalt, niet kan recupereren.

Hoe zit dat dan bij zijn vennootschap? Die kan het huurgeld en de andere autokosten wel aftrekken, maar zij moet hierbij wel rekening houden met de aftrekbeperkingen…

Wat dan met het privé gebruik? Hetzelfde geldt wanneer de auto

(13)

van zijn vennootschap zou zijn. De zaakvoerder wordt privé nog altijd belast op een voordeel auto voor zover hij hier privé mee rijdt. De auto wordt immers gehuurd door de vennootschap van de zaakvoerder en die stelt hem dan op haar beurt weer te zijner beschikking om er ook privé mee te rijden. Men kan dus niet waarmaken dat men de auto enkel verhuurt voor het beroepsmatige gebruik.

Waarom niet enkel de beroepskilometers privé doorfactureren aan de vennootschap?

Tip: Maak wel steeds een contractje van verhuur op.

(Auteur: Georges Bauwens, erkend boekhouder-fiscalist BIBF 301 85 790)

Hoe wordt het vermogen bestuurd en beheerd in het stelsel van scheiding van goederen?

Het inkomen van elk van de echtgenoten blijft elk van hen.

E l k v a n d e e c h t g e n o t e n h e e f t d e p l i c h t o m i n evenredigheid tot zijn vermogen, bij te dragen in de kosten van het huishouden.

Elk van de echtgenoten kan in eigen naam een lening aangaan, een krediet op afbetaling afsluiten, een woning

(14)

en/of een grond kopen.

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

Wat zijn de bewijsregels en eigendomsvermoedens in het stelsel van scheiding van goederen?

De bewijsregels:

De goederen die op naam staan van de ene of van de andere echtgenoot moeten niet verdeeld worden, zij blijven toebehoren aan die echtgenoot.

Aankopen waarvan geen facturen bestaan, of waarvan men op geen andere manier kan bewijzen dat ze persoonlijke eigendom zijn, worden vermoed voor de helft toe te behoren aan elk van beide echtgenoten.

Wat indien één van de echtgenoten geen inkomen heeft in het stelsel van scheiding van goederen?

In een huwelijkscontract van scheiding van goederen wordt meestal opgenomen dat in dergelijk geval de ene echtgenoot zijn inkomen moet delen met de andere echtgenoot. In de praktijk doet men dat door het overhevelen van gelden van de bankrekening van de man naar die van de vrouw.

(15)

(Bron: brochure Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien schade, kosten of verliezen zijn gedekt op een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, is de verzekeraar slechts verplicht tot vergoeding voor zover bij de

Op basis hiervan komen wij tot de conclusie dat studerende kinderen met een inkomen niet meer dan € 1023,42 per maand ook voor de berekening van de beslagvrije voet niet tot het

Een kernpunt van deze Verkenning is dat veel problemen niet (alleen) ontstaan door ingewikkelde regels, maar (ook) door- dat mensen nu eenmaal niet altijd zo alert en

De groei van de schuldenproblematiek lijkt wat af te zwakken, maar er zijn meer mensen die door te hoge vaste lasten en andere kosten niet rondkomen of net quitte spelen.. Er zijn

Het overgangsrecht wordt zo vorm- gegeven dat het nieuwe tarief van 21% van toepassing is op premies voor zover die betrekking hebben op een verzekerde periode van na 1 januari

• Merk ook op dat uw eigen gedrag en houding ten opzichte van uzelf en uw ziekte van invloed zal zijn op hoe anderen zich tot u verhouden. Als andere mensen een houding hebben die

Als deze mannen zo groot zijn en hen toch zo weinig verteld werd over Gods plannen voor hun leven en de invloed van hun leven door de eeuwen heen, waarom denken de mensen vandaag

Vrijdag 4 april Klaverjassen Iedereen Zaterdag 5 april Vrijwilligersuitje Vrijwilligers Vrijdag 11 april Spaanse avond Iedereen Donderdag 29 mei VEO toernooi Iedereen