Generalistisch werken in het nieuwe jeugdstelsel bij Tinten
l ll l d
Flitscollege 1: Inleiding
Ontwikkeling en opvoeding
01‐11‐2013 Isabell Drewes 1
A. Ontwikkeling
• Wat is ontwikkeling?
• Omgevingsinvloeden
• Kijken naar ontwikkeling
Inhoud van dit flitscollege
B. Opvoeding
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 2
Wat is ontwikkeling?
• Groei in de richting van grotere complexiteit
• Aangeboren (nature) + ervaringen (nurture) 1. Ontwikkeling
• Op verschillende gebieden en in fases
Ontwikkelingsfases met bijbehorende sociaal‐
emotionele ontwikkelingstaken volgens Erikson
• Baby: vertrouwen
• Peuter: autonomiePeuter: autonomie
• Kleuter: initiatief
• Schoolkind: vlijt
• Adolescent: identiteit
• Jong volwassene: intimiteit
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 4
Kalenderleeftijd
↕
↕
Ontwikkelingsleeftijd
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 5
Ecologisch systeemmodel
Kijken naar ontwikkeling:
• Kijk naar het geheel van ontwikkelings‐
gebieden en ontwikkelingsverloop tot nu toe.
• Signaleer afwijkende patronen in de S g a ee a j e de pat o e de ontwikkeling.
• Wat gaat er goed en waar komt dit door?
• Bij zorg: eigen niet‐pluisgevoel, feiten en zo nodig meldcode
Voorwaarde: Kennis van “normale” ontwikkeling!
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 7
Proeftoetsvraag 1 Is de stelling juist of onjuist?
“Volgens Erikson is de belangrijkste
ontwikkelingstaak voor baby’s het verwerven van autonomie.”
O Juist O Onjuist
Onjuist. Volgens Erikson is veilige hechting de belangrijkste ontwikkelingstaak voor baby’s en hoort het verwerven van autonomie bij peuters.
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 8
A. Ontwikkeling B. Opvoeding
• Wat is opvoeding
• Opvoedingsdoelen
Deel B. van dit flitscollege
• Opvoedingsdoelen
• Opvoederstaken
• Balansmodel en positief opvoeden
• Opvoedingsonmacht en Triple P
behoeften van kinderen (eten, drinken, verzorging, onderdak)?
afgeleid van ’t Griekse paidagoogia.
De letterlijke betekenis is
‘kinderleiding’
Opvoeding
“Alle omgang tussen ouder en kind waarbij de ouder gericht een relatie met het kind aangaat. In deze omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing komen en over het nodige zelfvertrouwen, de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven” (Becker, 2012).
10
p g
Opvoedgedrag met als doel
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 11
Maat‐
schappelijk belang
Indivi‐
dueel belang
Taken van opvoeders zijn m.n.:
• Verzorgen en (fysiek) beschermen
• Emotionele veiligheid bieden en liefdevolle
b kk h id d i i f
betrokkenheid tonen, door sensitief‐
responsief gedrag
• Een evenwicht vinden tussen respect voor autonomie en grenzen stellen
• In de meeste gezinnen is de draagkracht groter dan de draaglast.
Met 85% van de jeugd gaat het goed
Balansmodel
• Beschermende factoren vergroten de draag‐
kracht.
• Zie ook Top‐10 van beschermende factoren
Beschermende factoren 1. Sociale binding
2. Kansen voor betrokkenheid 3. Prosociale normen
4. Erkenning en waardering voor positief gedrag 5. Steun van belangrijke volwassenen in omgeving 6. Constructieve tijdsbesteding
7. Competenties
8. Cognitieve vaardigheden 9. Schoolmotivatie 10. Positieve identiteit
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 14
Top‐6 van opvoedingsvragen/‐problemen in werkgebied Tinten
1. Dwars gedrag 2 B
2. Bang
3. Geen zin in school/schooluitval 4. Opvoedingsonmacht
5. Sociaal onhandig (Drenthe)
6. Misbruik van middelen (Groningen)
Opvoedingsonmacht Kijk naar:
• ’t geheel van (f)actoren;
• ’t verloop tot nu toe.
Signaleer afwijkende
kind
g j
patronen:
• Wat gaat er goed en waar komt dit door?
• Bij zorg: eigen niet‐
pluisgevoel, feiten en zo nodig meldcode.
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 16
Omge- ving
Op- voeder
Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl
Triple‐P: “Preventie van (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen door het bevorderen van competent ouderschap en zelfvertrouwen bij ouders.” Triple P beoogt:
• Competenter opvoedingsgedrag bij het omgaan met gedrags‐ en faseproblemen
• Minder gebruik van dwingende en negatieve disciplinevormen
• Betere communicatie over opvoedingskwesties tussen ouders onderling en tussen ouders en kind
Binnen Triple P activiteiten op 5 niveau’s van licht naar intensief:
1. massa‐mediale voorlichting,
2. voorlichtingsgesprekken met ouders,g g p , 3. gericht advies bij specifieke zorgen over
gedrag en ontwikkeling van het kind, 4. training in opvoedingsvaardigheden en 5. gezinsinterventie bij ernstige
gedragsproblemen van het kind.
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 19
Binnen Triple P leren ouders hoe zij:
• positief contact met hun kind kunnen maken,
• gewenst gedrag kunnen stimuleren en ongewenst gedrag reguleren en ongewenst gedrag reguleren en
• Hoe zij hun kind nieuwe vaardigheden kunnen leren.
01‐11‐2013 Isabell Drewes: h.m.e.drewes@pl.hanze.nl 20
Proeftoetsvraag 2 Op welke 3 van de volgende 5 punten ligt bij Triple P de meeste nadruk?
• Positief contact tussen ouder en kind
• Bestrijden van gedragsproblemen
• Straf als middel beter leren gebruiken
• Leren hoe je je kind nieuwe vaardigheden kunt leren
• Competenter omgaan met gedrags‐ &
faseproblemen