• No results found

En in deze hoop stuur ik het eerste nummer van de Groote Margriet vol vertrouwen de wijde wereld in. MARGRIET.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "En in deze hoop stuur ik het eerste nummer van de Groote Margriet vol vertrouwen de wijde wereld in. MARGRIET."

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

En, • mijn beste vriendinnen, wat zegt U hiervan? Is dat wat of niet?

Uw wekelijksche Margriet van 12 blad­

zijden plotseling uitgegroeid tot een lijvig boekdeel

Twee-en-dertig groote pagina's liefst Zóó maar ineens!

Als dat nu geen verrassing is weet ik het niet. Reeds vaak heb ik van een aantal Uwer gehoord: „We vinden Margriet heel leuk, alleen maar jammer dat het zoo beknopt is... En weten jullié nog wel, wat ik laatst in een overmoedige bui in

„Margriet weet raad" mededeelde: dat ik Margriet wel tien maal zoo groot wilde maken, en mij daarbij laten helpen door een heele schare teekenaressen, ontwerp­

sters enzoo voorts..."

Toen ik dat neerschreef, vermoedde ik heusch niet dat mijn wensch zóó dicht bij zijn vervulling was

Want kijk nu eens hier, van 12 paginaatjes naar 32 is een heele sprong Waarom zouden wij binnen nogmaals een twee tal jaren, nog niet weer een stukje bijgroeien?

Steeds grooter, steeds beter dat is onze leus... Kijk deze nieuwe Groot Margriet, die ik U hier blij en trotsch kom aan­

bieden eens in: mooie modellen, niet? En zooveel als U er thans krijgt, terwijl ze toch alle erg geschikt zijn om thans ge­

maakt te worden. Maar U krijgt nog heel wat meer dan h eindwerk- modellen. We zijn zoo igelukkig geweest ons van de medewerking te verzekeren van een keurkorps schrijfsters, die U de een in een serie interessante artikeltjes den weg zullen wijzen om Uw dochters

een soliede betrekking te verschaffen.

Terwijl een andere U zal boeien met een vlot geschreven verhaal, en weet een andere U wekenlang in spanning zal houden met een pracht Van een vervol- roman

Maar dat is nog niet alles: Bijlange niet!

Margriet heeft nog yéel meer in haar mars. We stichten ook een club. Jawel een echte club. En we noemen haar de

„Moeder-club". Kijk daarvoor maar eens

°P Pag- 8. Daarin wordt op openings­

vergadering ingeluid door Margriet zelf.

Ik stel me zoo voor, dat die club een echt nuttige (en ook echt gezellige be­

weging kan worden. Iets wat we tegen­

woordig wel gebruiken kunnen.

En nóg wat anders: we gaan ook een wedstrijd houden. Een Punt-spaarwed- strijd. En alle lezeressen mogen meedoen.

Denk nu maar niet dat dit gaat ten koste van de Vroegere rubrieken, „Margriet weet raad", blijft... raadszitting houden,

Els van Duin zal af en toe een denderend verhaal komen vertellen over haar huis- huidelijk wel en wee. Onze knippatronen zullen mooier zijn dan ooit en de rubriek Van oud Nieuw nu sla die maar eens open...

Of wij deze Groote Margriet zullen mogen behouden? Ja, dat hangt heelemaal van U af. Op een heel klein beetje mede­

werking Uwerzijds mag ik toch zeker wel rekenen?

Voorloopig wordt dit blad U aangeboden inplaats van de gewone Margriet Wilt U ze in den huidigen vorm behouden (en dat zult U vast!) dan zal U weke- lijksch daarvoor een kleine extra bijdrage worden gevraagd. Heel weinig maar, in vergelijking met hetgeen U ervoor krijgt. Volledige inlichtingen hierover kunt U in het hoofdblad vinden. Terwijl ook de agent of bezorger van „Margriet"

U daarover wel het noodige zal kunnen vertellen. Vraag hem maar eens!

En thans, beste allen, gaat U er eens rustig bijzitten, blader het blad door, geniet van de patronen, profiteer van de wenken, verdiept U in de spannende avonturen van het vervolgverhaal en ik kan U voorspellen, dat U een paar heer­

lijke, genotvolle uurtjes zult hebben.

Uurtjes die U niet graag meer zult willen missen.

En in deze hoop stuur ik het eerste nummer van de Groote Margriet vol ver­

trouwen de wijde wereld in.

MARGRIET.

2

(3)

4

Echt iets voor de Herfst dit fijne, gekleede pull-overtje En zoo weinig materiaal als er in verwerkt wordtl Voor maat 40: 200 gram parelwol van een of andere zachte pasteltint.

Verder heeft men nog noodig 2 pennen Nr. 2, en drie kleine fantasieknoopjes.

Het jumpertje wordt gebreid in de volgende patronen:

1) 1 st. rechts, 1 st. aver.

2) eerste pen: 1 r., 1 aver.

tweede pen: geheel rechts.

derde pen: 1 aver., 1 rechts.

vierde pen: geheel rechts.

Rugpand. Men begint bij het rugpand en zet daarvoor 80 steken op. Men breit 12 pen­

nen in patroon 1, dan overgaan tot patroon 2.

In de 15e, 30e, 45e en 60e pen aan beide kan­

ten 1 st. meerderen. In de 72e pen aan beide kanten 5 steken minderen. In de 74e, 76e en 78e pen aan beide kanten 1 st. minderen.

Pennen 79 tot en met 120 gewoon doorbreien.

In de pennen 121, 123, 125, 127, 129 en 131 aan beide kanten 5 st. afkanten. In pen 133 alle overige steken losjes afkanten.

Voor het voorpand zet men 90 st. op. Men breit 12 pennen in patroon 1, daarna over­

gaan tot patroon 2. In pennen 15, 30, 45 en 60 aan beide kanten 1 st. meerderen. In pen 72 aan beide kanten 6 st. minderen. In pennen 74, 76 en 78 aan beide kanten 2 steken min­

deren. Pennen 79 tot en met 86 gewoon door­

breien. Pen 87: het werk in het midden deelen en ieder deel apart breien. Dit is voor het splitje middenvoor.

Pennen 88 tot en met 114 gewoon doorbreien.

In pen 115 aan de kant van de hals 6 steken minderen. In pennen 117, 119, 121, 123, 125 en 127 aan de halskant 6 st. minderen. — In pennen 128, 130, 132, 134, 136 voor de schouder 5 st. afkanten.

De overige steken losjes afkanten. Voor de mouw zet men 48 st. op en breit 32 pennen in het gewone patroon.

In pennen 33, 38, 43, 48, 53, 58, 63 en 68 aan iedere kant 1 st. meerderen.

Pen 69 aan beide kanten 5 st. afkanten. Dan steeds aan het begin van iedere pen 1 st.

minderen tot men slechts 32 steken meer heeft. Deze ineens losjes afkanten.

Voor het kraagje zet men 72 steken op en breit 6 pennen in patroon 1, en 20 pennen in patroon 2.

Afwerking. Alle deelen worden onder een vochtige doek geperst en daarna in elkaar gezet. Aan de mouwtjes worden 16 pennen omgeslagen en vastgezet met een enkel steekje. Dit vormt het manchetje. Langs kraag en manchetten een randje noppen haken. Vol­

gens de afbeelding aan den voorkant van het blousje twee evenwijdig loopende randen noppen haken. Men doet goed den loop van deze randen eerst af te teekenen met een potloodstreepje ofwel met een rijgdraad in afstekende kleur.

Deze nopjes maakt men als volgt: eerst een toer vasten, op iedere eerste of 2e vaste het volgende: men haakt 3 of meer dubbele stokjes in een steek, maar houdt de laatste lus van ieder dubbel stokje op de naald; men slaat om en neemt alle lussen die op de pen staan, af. Hierna een goed aangetrokken ketting­

steek om het nopje stevig af te sluiten.

Het splitje wordt omhaakt met 1 toer vasten.

Daarna maakt men nog een toer vasten waarbij men aan de eene kant 3 lusjes haakt.

Dit is voor de knoopsluiting.

Draagt dit modelletje zijn naam niet met eere ?

3

(4)

M E I S J E S - T O E K O M S T

„Studeerén is voor een meisje zonder geld onzin," antwoordt menige leerling, die in de lagere school of de M.U.L.O. de hoogste klas bereikt heeft en voor de keus staat wat nu te beginnen.

„Verder leeren is alleen goed voor een meisje, dat denkt niet te zullen trouwen en daardoor straks voor zichzelf het brood te moeten ver­

dienen," meent een ander en strijkt liefkozend door haar keurig geonduleerd haar ,overtuigd dat haar uiterlijk schoon haar zonder eenige moeite in het huwelijksbootje loodsen zal.

„Ik denk er niet aan nog meer te leeren,"

lacht nummer drie. „Ik heb geen studie­

hoofd," en herinnert zich met hoeveel moeite zij de rivieren van Amerika of de gebergten in Australië in haar hoofd pompte.

Dan lach ik maar eens en klop de meisjes op den schouder en zeg: „Jullie hebben alle­

maal een heel verkeerd idee over studie en vakopleiding." Aan welk euvel niet alleen mijn drie voorbeeld-meisjes mank gaan, doch vermoedelijk ook tal van onze lezeressen.

Daarom wil ik vandaag bij het openen van onze nieuwe rubriek beginnen met niét te spreken over diploma's. Ik wil niét denken aan een beroep in de toekomst, aan een vak, waarin een meisje haar dagelijksch brood verdienen moet, maar ik wil jullie vandaag de mooiste toekomst, welke voor een meisje weggelegd is, voor oogen stellen, ni.: haar eigen huishouding, straks wanneer zij met den jongeman harer keuze in het huwelijks­

bootje gestapt is.

„De huishoudschool," laat ik me ontvallen en weer schudden de drie meisjes ontkennend hun hoofden. Eén laat zich zelfs gering­

schattend hooren: ,;Dat is niets voor mij. De huishoudschool is alleen voor meisjes, die leerares willen worden of hotelkokkin. Of misschien voor dienstmeisje of Oh, ja er zijn nog veel meer „ofs". Maar zij die, de bezwaren opperen, vergeten het belangrijkste en wel, dat de huishoudschool zich als voor­

naamste doel gesteld heeft, een meisje op te leiden tot een practische, ervaren en onder­

legde huisvrouw. Dót is het voornaamste, niet meer, niet hooger, maar ook niets minder.

Bekwame e*t

eeuaeei t ttuuucouw

„Meisje, als je straks van school komt, wat ga je met je toekomst doen ? Wat wil jè worden ?"

„Och," zegt het meisje, „wat kan ik thans nog worden?

Zooveel bedrijven liggen stil Het is zoo'n rare tijd "

„Halt, kindlief! Zóó mag je niet rede­

neeren Deze tijd is juist bij uitstek geschikt voor studie. Waarom je niet verder bekwamen in een of ander vak?

Je wilt toch straks gaan meewerken aan den economischen heropbouw van ons land?"

„Natuurlijk wil ik dat Maar wat moet ik worden ?"

„Luister, meisje. Margriet zal je helpen.

Een heele serie artikeltjes, geschreven door een bekwaam iemand, ligt hier op je te wachten. In ieder ervan be­

spreekt de schrijfster een vak, waar je je op toeleggen kunt al naar je aard en smaak

Vandaag beginnen we met de publi­

catie van deze artikeltjes, die niet alleen jezelf maar ook (en misschien nog meer) je ouders zullen interes­

seeren

Volg deze met aandacht, meisje-lief.

Ga na of een van de besproken vakken iets voor jou is.

En vergeet niet : als je er nog meer van wilt weten, klop dan gerust bij ons aan Wij kunnen en zullen je helpen

Velen worden in de war gebracht door het feit, dat het diploma Huishoudschool vereischt wordt om toegelaten te worden tot de op­

leiding voor sommige „hoogere" beroepen, zooals voor huishoudkundige, voor leerares in 't koken en de voedingsleer, leerares in de naaldvakken, het costume-naaien en der­

gelijke, doch zij vergeten, dat het doel daar­

van alleen is, meisjse die deze richting kiezen te verplichten vooraf te zorgen voor een breede algemeene ontwikkeling, en wel één die elke huisvrouw past.

De huishoudschool is werkelijk niet alleen bedoeld voor huisvrouwen van of onderge­

schikten in gezinnen waar het jaarlijksch in­

komen bij duizenden geteld wordt, ook voor het eenvoudige meisje, dat weet straks met een handwerker te zullen trouwen, is het huishoudonderwijs dé aangewezen studie­

richting.

Laat ik de zaak eens allereenvoudigst be­

kijken. Een jongeman en een aardig meisje ontmoeten elkaar. Wij zullen ons niet ver­

diepen in het „hoe" en „op welke manier", wij zullen aannemen dat zij beginnen bij het begin, dat de verliefdheid hen weldra tot over de ooren stijgt en in werkelijke liefde ver­

andert, kortom dat alles rozengeur en mane­

schijn is, ook in materieelen zin. Hij past goed op, verdient zijn brood en is in staat de zorg voor een jong huishouden in zijn jonge maar sterke handen te nemen en zij blijkt een lief meisje te zijn, dat werkelijk een ideaal-huisvrouw in den dop genoemd kan worden.

Huwelijksplannen worden gemaakt, hij is in elk opzicht gereed maar dón dón moet zij haar deel voor het huwelijks-, vooral voor het huiselijk leven bijdragen. Natuurlijk wil zij dolgraag een liefhebbende echtgenoote en een toegewijd jong moedertje worden, doch is zij ook in staat een practische huisvrouw te zijn, en wel zóó dat zij daarmede de waar­

deering van haar man kan verwerven? Ddt is de vraag. Waarop helaas slechts een gering aantal meisjes een volmondig „ja"

ten antwoord geven kan.

„Oh,

ik leer alles wel, als ik eenmaal

4

(5)

getrouwd ben," redeneert het meisje, dat na schooltijd op atelier of fabriek, in kantoor of winkel een betrekking zocht en zij vergeet, dat in dezelfde woorden hoe dikwijls ook ge­

bruikt, de kiem voor een enorme hoeveelheid huwelijksverdriet opgesloten kan liggen.

Hetgeen niet zoo vreemd is als op het eerste gezicht lijkt. Niemand zal naar een betrek­

king, waarvoor een bijzondere bekwaamheid vereischt wordt, solliciteeren met de gedachte

„Ik leer het werk wel, als ik eenmaal aange­

steld ben."

Wie zóó denkt weet zeker, dat zij na een paar weken, misschien zelfs reeds na een paar dagen, ontslagen zal zijn.

Ieder bereidt zich op een betrekking voor, het kantoormeisje leert typen en steno, het winkel­

meisje en zij, die naar een atelier gaan, moeten eerst een leerling-tijd doormaken en het fabrieksmeisje weet, dat zij pas behoor­

lijk gaat verdienen, wanneer zij eenige jaren helpster was en in dien tijd probeerde de noodige handigheid en kennis meester te worden. Tóch gaat het hier slechts om be­

trekkingen, die door velen als niet meer be­

schouwd worden dan als het middel om een beetje geld te verdienen in de periode, die tusschen de school- en huwelijksjaren liggen.

Zou het dan mogelijk zijn, wanneer het gaat om een roeping van een vrouw, wanneer het geluk, de liefde en de gezondheid van man en kinderen op 't spel staan, te wachten tot alles wat gekend moet worden in de practijk wordt geleerd?

Neen, dót is verkeerd!

Ik wil hier niet de plichten van een huis­

vrouw omschrijven, doch elk meisje zal be­

grijpen, dat zij, wanneer zij zich als een knappe huisvrouw ontpopt, daarmee duizen­

den mogelijkheden van oneenigheid uit het huwelijksleven bant en daardoor veel meer kans op een vreugdevol bestaan en dus op een gelukkig huwelijk heeft, dan een ander, die alles op zijn beloop laat tot zij onver­

wachts midden in de practijk gesmakt wordt.

Om jullie een idee te geven van hetgeen op de huishoudschool geleerd wordt, waaruit je zelf kunt begrijpen van hoeveel nut deze kennis straks in je huwelijksleven zal zijn, zal ik het programma van één deze scholen zeer in het kort weergeven.

Koken wordt er geleerd. Het bereiden van degelijke, eenvoudige gerechten met inbe­

grip van bakken én braden, van zieken- en kindervoeding, het verwerken van resten en ook nog een en ander van de fijne keuken.

Verder wecken en stereliseeren. Dus tezamen een volledig programma voor een arbeiders- en middenstands-huishouding.

Waschbehandeling. Het wasschen, mangelen, strijken, persen, verwijderen van vlekken uit alle soorten weefsels, het onderhoud van kleeren, dekens, tafelgoed enz. kortom het verzorgen van de geheele wasch en alles wat erbij behoort.

Huishoudelijk werk. Het volledige onderhoud van huis en huisraad, met inbegrip van het opknappen van all emogelijke voorwerpen, ook verven en beitsen, terwijl daaronder ook tafeldekken en huisvlijt begrepen is.

Naaien. Het linnen en costumenaaien wordt geleerd, met inbegrip van knippen en ver­

stellen. Verder handwerken als 't haken en breien van jurkjes en andere kleedingstukken, alsook van japonnen en huishoudelijke artikelen. Het borduren wordt niet vergeten, terwijl de beginselen van naaldwerkkunsten worden bijgebracht.

Zooveel wordt van het naaien geleerd, dat de leerlingen die in dit vak werkelijk goed zijn, aan het eind van het tweede leerjaar een lingerie-diploma kunnen behalen.

Voedingsleer. Dit is de kennis welke later van onvermoed veel nut kan zijn.

Als aanvulling van het koken wordt de leer­

lingen der huishoudschool het inzicht bijge­

bracht in de wijze waarop wij ons moeten voeden.

Zij leeren dus niet alleen wat lekker is en hoe dit gereed te maken, doch ook wat ge­

zond is, welke waarde de verschillende voedingsmiddelen en gerechten bezitten, welke afwisseling noodzakelijk is en welke nadeelen aan eentonigheid of overdaad verbonden zijn.

Alle voedingsmiddelen passeeren de revue met hun verteerbaarheid en zelfs met hun prijs.

De goede bereiding en het voordeelig in- koopen, de oorzaken van bederf en de zuinig­

heid met grondstoffen en klaargemaakt eten staan op het programma.

Ook worden de genotmiddelen, delicatessen, dranken en de inrichting der keuken be­

handeld, terwijl zelfs de voeding voor suiker­

ziekten, van kinderen en ouden van dagen niet wordt vergeter?.

Textiel. Behalve de voedingsleer wordt ook de kennis bijgebracht van alle weefsels, zoo­

dat de leerling het onderscheid leert kennen tusschen zijde, wol, katoen en gemengde weefsels.

Zij leeren van welke grondstoffen onder-en- boven-kleeren gemaakt zijn en hen wordt uit­

gelegd op welke wijze zij hun keuze moeten bepalen bij het aanschaffen van alles wat in een huishouding noodig is.

Niet alleen van kleeding, doch ook van waschmateriaal, zeepen en nog veel meer.

De huisinrichting vormt ook een leervak, waarbij een en ander geleerd wordt over een gezonde en doelmatige inrichting en meubi­

leering van het geheele huis, terwijl een in­

zicht gegeven wordt in de ventilatie, ver­

warming, verlichting, vuilverwijdering enz.

Onder de gezondheidsleer worden ziekenver­

pleging, eerste hulp bij ongelukken en kinder­

verzorging gerangschikt, terwijl bij den tuin­

bouw het verzorgen van kamerplanten be­

hoort evenals het zaaien en kweeken van

tuinbloemen, zoowel snij-bloemen als vaste planten als heesters.

Ook de natuur- en scheikunde komen op het lesrooster voor, natuurlijk niet verder, dan zoover deze in een huishouding van toe­

passing zijn, zooals het geval is bij electrici- teit etc.

Verder wordt nog voortgezet lager onderwijs gegeven, waardoor de leerlingen der huis­

houdschool later in het leven meer „bij zijn dan de meisjes, die na hun lage schooljaren geen lesboek meer inkeken.

Alles samenvattend kan men zeggen, dat de tallooze meisjes die nu, alleen omdat zij met hun leegen tijd tusschen de schooljaren en een mogelijk huwelijk, geen raad weten en daarom gaan studeeren of op een atelier, kantoor of iets dergelijks een betrekking zoeken, goed zullen doen een huishoudschool te bezoeken.

Dóór kunnen zij zich voorbereiden voor een werkelijk leven, dat hen straks wacht.

Het is een verheugend feit, dat zoowel als in de groote als de kleine plaatsen van ons land, goede huishoudscholen te vinden zijn.

Huishoudscholen met een dagcursus, doch ook met een avondcursus, voor de meisjes, die overdag reeds haar bezigheden hebben.

Zelfs zijn er huishoudscholen, die speciale wintercursussen organiseeren ten behoeve van de meisjes uit den boeren-stand.

Mocht een onzer lezeressen iets voelen voor de huishoudschool en iets daaromtrent weten willen, dan ben ik gaarne bereid haar alle inlichtingen te verstrekken.

Weet je geen weg met je toekomst, schrijf naar de redactie en in deze rubriek of per brief worden je vragen beantwoord.

Ook voor meisjes die willen studeeren in een richting, waarvoor zij eerst op 17- of 18-jarigen leeftijd of nog ouder tot de opleiding worden toegelaten, kan ik aanraden: vul de tusschen- liggende jaren met een paar jaar huishoud­

school.

Welke toekomst voor je weg gelegd is, wat je op de huishoudschool leert, zal je in alle omstandigheden en in ólle opzichten in ge­

heel je verder leven tot nut en voordeel zijn, èn door de wijze waarop je het geleerde in de practijk kunt toepassen èn door de vreug­

de en het zelfbewustzijn, die uit deze kennis voortvloeien.

JO LIESELL.

Adres voor brieven:

Mevrouw JO LIESELL, p.a. Redactie Margriet, Postbus 497, Amsterdam.

Een goede huisvrouw moet alles zeil kunnen wasschen.

5

(6)

TTTTTT

fi

(7)

Voor dit groote kleed gebruiken we glans haakgaren in een dikte van b.v.

No. 30 of 40. Vanzelfsprekend kan het ook van dikker of dunner garen nage- haakt worden. Van dunner garen wordt het wat kleiner, terwijl we als we nog dikker nemen, bijna de maat van een sprei krijgen. Gebruiken we glanskatoen No. 8, dan krijgen we ongeveer de maat van een flinke litsjumeausprei. We kun nen het patroon dus voor verschillende doeleinden gebruiken. Het beste is, om van het materiaal dat we denken te ge­

bruiken, eerst even een proeflapje te haken van een centimeter of vijf in het vierkant. Aan de hand hiervan kunnen

we dan berekenen, welke maat het wordt.

We haken voor elk blanco ruitje 1 stokje, 2 lossen, en voor elk zwart ruitje een stokje op de losse toer, of op de stokjes van de vorige toer.

We beginnen waar bij het telpatroon be­

gin staat en haken het kleed dus in twee helften. We zetten driemaal zooveel los­

sen op, als het aantal ruitjes op het pa­

troon aangeeft. We haken dan volgens het telpatroon de stokjes en de lossen.

Bij de bogen minderen of meerderen we, al naar het patroon dit aangeeft.

Minderen doen we door over de stokjes, waarop niet meer in de volgende toer ge­

haakt zal worden, met halve vasten te haken, tot aan het punt waar weer vol­

gens het patroon verder gehaakt moet worden. Meerderen doen we door aan het eind van de toer, zooveel lossen bij

te haken als voor de volgende toer noo- dig is, hierbij haken we dan nog 3 lossen extra voor het eerste stokje, om daarna volgens telpatroon verder te haken.

Om ons niet in de toer te vergissen, doen we het beste door telkens onder de toer waaraan we bezig zijn, een liniaal of ander recht voorwerp te leggen.

Een andere manier is om het kleed op hand of machinaal geknoopt filet te stop­

pen. Deze methode gaat iets vlugger en geeft ook een heel apart effect.

Wel zal het kleed dan kleiner worden, of we moeten weer grover filet of stopzij nemen.

Na de eerste helft gehaakt te hebben, waarbij we de schulpen telkens apart af moeten haken, beginnen we aan de andere kant. We leggen het patroon weer voor ons, en haken de tweede helft evenals de eerste af.

Na het haken spannen we het kleed vochtig op. Hebt II niet zoo groote ruimte, dan kunt U ook 'eerst de helft spannen, en daarna de tweede helft. Voor de mooie glans strijken we het nog even.

Voor een sprei is dit spannen misschien een beetje moeilijk, dan strijken we het alleen even, vooral de punten.

ft cacUtify yehaald UUecL!

7

(8)

Dames cn Heeren,

Het is mij een groote eer en een nog grooter genoegen II hier op deze plaats welkom te mogen heeten.

Uw talrijke opkomst voor deze vergadering verheugt mij ten zeerste. En, daar ik velen Uwer zeer verwonderde en zeer nieuws­

gierige gezichten zie zetten, zal ik maar meteen met de deur in huis vallen en U het doel van deze samenkomst uitleggen.

Bij het doornemen van de vele brieven die dagelijks ons redactiekantoor binnen stroomen, is het mij opgevallen dat wij elkander zeer na staan. Ik krijg ernstige brieven, grappige brieven, treurige brieven, onbeholpen brieven, vertrouwelijke en ver­

trouwende brieven. Brieven die levenspro­

blemen behandelen, brieven waarin om hulp en raad wordt gevraagd, brieven waarin weieens raad wordt gegeven. Maar alle zonder onderscheid zijn even vriendelijk, even welwillend, even waardeerend.

Door deze brieven zijn wij vriendinnen geworden van elkaar. Maar thans, beste allen, thans wordt ons de gelegenheid ge­

boden nog iets meer te worden, nog iets meer voor elkaar te kunnen doen.

„Clubgenooten!"... Juist...! Dat is het! U hebt het geraden. We gaan een vereeniging stichten. In feite is zij al opgericht, want alleen reeds door het lezen (pardon, ik be­

doel het aanhooren) van deze openings­

woorden, bent U er lid van geworden.

U merkt het al, nietwaar? Een zeer ge­

moedelijk soort club wordt het, geheel a la Margriet, en zooals ik weet dat U het graag hebt. Geen saaie, taaie beweging waar je uren achter elkaar met uitgestreken gezichten tegen elkaar zit aan te kijken.

Waar je geleerde woorden gebruikt voor doodgewone dingen. Waar je deftig doet.

Waar je verveeld luistert naar lui die nog geleerder en nog deftiger doen! Neen hoor, niets voor ons! Wij maken er een vroolijk en opgewekt onder-onsje van, wat niet uit­

sluit dat er ook ernstige dingen kunnen ter sprake komen. Een knus kransje waar U van alles kunt komen vertellen en ook van alles vragen. Van alles. Als het maar over kinderen gaat.

Kinderen... Is er een belangrijker onder­

werp voor ons, Moeders? (en ook Vaders, want ik zie heel wat leden van het sterke geslacht die toevallig (?) onder mijn gehoor

ziin verzeild geraakt).

Neen, weest U maar niet bang. Dit wordt

heusch geen paedagogisch genootschap.

Het is niet mijn bedoeling om Ü van hieruit voorschriften te geven betreffende de op­

voeding van Uw kroost... Als U mijn per­

soonlijke meening weten wilt: ik vind dat er tegenwoordig wel wat veel getheoreti­

seerd wordt over dat onderwerp. De prac- tijk, daar komt het op aan... En daarin qaan we elkaar helpen...

Iedere week vergaderen we, en ik vertrouw dat de belangstelling voor onze club in stijgende lijn zal gaan, en dat de opkomst steeds talrijker zal zijn. Want ik onder­

streep het nogmaals: onze vereeniging is er een van het gemoedelijke soort. Geen sta­

tuten, geen contributie, geen vervelende bepalingen van welken aard ook. Alleen:

iedereen krijgt een spreekbeurt, waarbij ik de nadruk leg op het laatste gedeelte van het woord. Dus, niet allen tegelijk, want nietwaar, een bèètje orde moet er toch wel zijn... Iedereen mag dus een vraag stellen of het gaat over zuigelingenverzorging of over een moeilijk geval waarvoor grootere, bijna de kinderschoenen ontwassen jongens en meisjes, hun ouders stellen kunnen.

Iedere vraag wordt grondig bestudeerd door deskundigen op dit speciale gebied en zoo uitvoerig mogelijk op de volgende ver­

gadering beantwoord.

Weest gerust, Margriet zal niet steeds de eenige zijn die steeds aan het woord is.

Ook U zult eens •— als U dat verkiest — eens Uw meening over een speciaal geval te kennen mogen geven.

Ziezoo. Nu meen ik de bedoeling van deze bijeenkomst, duidelijk te hebben om­

schreven. Een ding moeten wij nog bepalen, nl. de naam. Want onze club moet een naam hebben. Een die kort en bondig is, en niet al te onwelluidend bovendien. Hoe vindt U „MOEDER-CLUB"?...

Dank U! Dank U! Uw applaus zegt mij genoeg. Ik zie al dat U enthousiast is, zoo over onze club als over zijn naam. Van die kant is de zaak dus ook in orde.

„Moeder-Club" is hiermede een niet on­

belangrijk onderdeel van ons blad gewor­

den. Dat de „Moeder-Club" groeie en bloeie evenals de Groote Margriet zelf!

En met dezen wensch, Clubgenooten, sluit ik de eerste vergadering van onze nieuwe vereeniging en roep U een hartelijk: „Tot volgende week!" toe.

Ik heb gezegd,

MARGRIET.

8

(9)

^14*" is «'n jon

** £SsJ93s-

t°n<fti(?te« CT",^ 4fhS'er' «ee,^ d*KnV,°?r

een* v°n<iaan IJn- daf h g ®Qar w en ^onw ,6fs 20/

Enfin u?erit, da( ??. de iieJc ~ Zo° °«teert i9 va« h/' Van( hij ' heJh'u1J krijgi h,J «u a, *, 9??agn, !^'fend schee f01 *e v"? 5 verstred nog e,"® '1J'd 9enoL dro' spJeUin Zo°« h" f'^jien- J

;fl ^°eder. er ee« Paarj"gez°nd" M

;aor hy •

r ? " " • « C ' ' « » » * i ' — S S ^ » » 5 .

J ^as kö ^agen ^ v

heb'6" hii heeft n , '

het heegeven en t *°° W J =^3

scrnfs/e i is « 2o®f a« rz°eJcin a^lijk w ^as

>**&£««&

CfrVe ?rfes<- S9sf°^

9eboeid t ZlC^ ^aar «• ^e irom 073 ^°°FQelr eU^e^s1uk u ^°°r 'e heef, tarten d'9en*ijs Z tenbak, ?Per)- Het °H hiJ I

y w°rdt ' Wle Veef ƒ

9

(10)

\4 '?e'^rU<vt vreet.

, w zult gksche 5

ennii^e ui\ in

...•^/^or^enfP^ebbet,mei| .

Ïc^deüng 9^er acWet^ |

^SS'^S^S^

1

alleen «P^yie\^e™_a\ joo®"lt® ' 5Y

ïSïStff»?j!Si£

ts>wrtf«»-oüs3»»

d^agevli TUSW- t! .

• ' «£?>*•*»» _

ne°4'

„, *yS§ss|

vto6^ _ alles «a» . die ®... ^ . Yjeïd

«^Wj&s-sS:

aaan ^Tveeft Vu) **V£aad lo 1 ?

"""•'-'^^

bow ï.,ï53^^ÏS ^S»""»1*

dan JOO®®1Wen ^l,<t," het is °°inUÏfc T®d

i ïff«»j^3S » flS—»«» ,a - I

1 dat« ntt

t -roover '' j. foWS10 „vt v/aaro?„^ogen. *°° niet

,in ®®1 'd ^Te * n

10

^ \937 • n^d°V °P ^j^ar, da1 j|

*.« ^jRS?is5§5ï5 §5s 'i i v . £ s s ^ » « « •

de j0 vn)e 11 ^rist **ie , r. „T een ^r-V\len« a ÜÏ\ IS

het*1 ^ y»ro®r eT u dcrt- ^ i^nts eïl jpA\getl- JM\S

sfïAJS a^^Srt&ssr^rs

0Z0%^"

\en ^

e nog

(11)

6 «&

T»."»S?5* w iS« C d* tSSw» 1 »"

Uuurl)®2 es stopen idzaa® e®J t T-eXn een m iLtf.eT v°°ett J een r'

«asd<^en '*iB , p die nu ^ na-

ApTÜ'zoTvnetie- ^i,' pr°bee een boo®

^ "^»srs2 «5

: • B^9 ">•*?•"" ff«<» »°™"1 '

. *£C»«**"

ï« ' W

\ 0^P9-S

t., en vcV „„d van 1 , tcrmeuj . st

STS^-Sf•"T -«»« 'V^ n

. geï^s 1 \ ;V to°eS ArOi^e^

2«&S£as-"—' ïXS>»° 9

o . a - ' t H i w o ® c ° v fcezen, ye tder bezoeV-, vrÜde e£n. d.es op Qma en

naW^e ****?• ,*Leerde Va) en Opoe. NU nacK nei te cade^'. ®ee

iedeTeen n vQor he® |.

dat de »e deT nieu^f bepi°eW'

braCjl^eid dad ichte i°ng6"i goed ^ a; een ® veele»aa

Vlet is n «en zlln . ;; ioo nu

Zijn In en sede^ - ebruiP eens een u— Van av

verd^enen speelt, A t bi) wel , Viouden•• •••• iteeg dc*"

he^°®1eteert^\eW . ƒ één *>e

cadeaux ^ z0en Ja" d. dat ^

'** "" w *> *%£&"?£•«

^ aüeen, °^te *S*^ voor ^ ^ nu ^ ^d *

Berende 13

IA

11

(12)

Open patroon.

We beginnen met 3 toeren st r., 3 st aver. 4e toen 1 : r., 1 st. afh., I st breien « den afgehaalden st. overf omsl., 3 st aver. Herhale Hierna weer 3 toeren, 3 i

r., 3 st averecht

Belief-patroon.

Het aantal st. moet deelbaar zijn door 6. Ie ronding: 5 Af­

wisselend 5 st. ar., 1 st r.

Vanaf $ herh. 2e ronding; r.

De le en 2e ronding nog 3 maal herh. Nu worden de re- liefstrepen verplaatst en wel komen deze elk op den 3en av. st van 't laatste motief te staan. Daarna weer vanaf begin herhalen.

t Een eenvoudig patroon.

Aantal st. weer deelbaar door 16. le en 2e toer 3 st r., 3 st

• av., 3 st. r., enz. 3e toen Het T motief laten verspr. Recht lboven av., enz. 4e toen als 3e Itoer. Daarna weer de le en

|2e toer herhalen.

VfcXJ?£N GPEIEH

Kousen, het zwakke punt in de distributiel...

Of het nu kinderkousen, sokken of dames­

kousen betreft, het is een dure liefhebberij, zoowel wat geld, als punten betreft.

Verstandig daarom ook, wat we dezen zomer veel zagen, bloote beenen, zoowel voor kin­

deren als voor volwassenen. Het is wel niet zoo fraai, maar het is beter ze nu te sparen, om straks wanneer 't kouder wordt tenminste voldoende te hebben.

Allereerst, wat zullen de dames dezen winter dragen? Nog weer de bekende ragfijne dunne zijden prulletjes, met desnoods wollen onder­

kousen, of zullen we nu eens wat degelijker soort gaan dragen?

Dit zal wel veel afhangen van ons werk, maar toch zullen er over 't algemeen wel een bete­

re kwaliteit gedragen worden, dan voorheen.

Verstandig is, om bij sportschoenen en een.

flinke sportjas, liever een paar aardige gemeleerde of effen wollen kousen te dragen, dan die ragfijne zijden. Het past inderdaad ook beter bij elkaar.

Zoo ook bij de hevige koude van den vorigen winter verschenen er toch telkens dametjes, keurig uitgedost in dikke wollen truien, wan­

ten, mutsen, een warme rok aan, en dan, bijna

geen beenbedekking. Dit is ook eigenlijk zot, afgezien nog van de gevolgen die dit voor velen had. Heel velen hebben tot diep in de zomer, met verband om de enkels moeten loopen, vanwege vorst enz. in hun voeten.

We kunnen dikke kousen zelf breien, of ook wel kant en klaar koopen.

Kinderkousen en heeren-sokken worden van­

zelfsprekend van wol gedragen in den winter.

Het zijn slechts uitzonderingen die dan nog katoen, zij, enz. dragen. Wat dat betreft zijn de heeren der schepping inderdaad verstan­

diger dan wij.

Kinderkousen worden nog altoos veel zelf ge­

breid, wat ook een goede methode is, daar ze veel gemakkelijker versteld kunnen worden.

Het puntenaantal van gekochte of gebreide kousen maakt misschien in sommige gevallen wel iets verschil, maar de duurzaamheid van de zelf gebreide weegt hier gemakkelijk tegen op.

Kunt O een kous of een sok breien ? Wel ge­

leerd op school, maar zeker weer vergeten ? Eerlijk gezegd, op de gewone scholen wordt het reeds zóó vroeg geleerd, dat het voor een kind nog niet te begrijpen valt laat staan te onthouden.

Een kous beginnen we van boven met een klein boordje van 1 recht, 1 averecht of ook wel maken we een klein zoompje naar de binnenkant. Deze laatste manier is mooier en piactischer, want worden de kousen bij kin­

deren wat kort, dan is de boord die dan te zien komt geen mooi gezicht, de zoom valt dan lang niet zoo op.

Om het juiste aantal steken te berekenen, wanneer we nog nooit een kous of sok ge­

breid hebben is het, het verstandigst, even een klein proeflapje te breien. Dit voorkomt veel gezeur.

Voor kinderen breide men vroeger en ook nu nog, dikwijls kousen in de tricotsteek, en dan met de noodige minderingen.

Dit "is niet practisch, afgezien van het feit, dat het ook niet erg vlot staat. Een kous met een werkje dat goed rekbaar is, is veel prac- tischer omdat ze wanneer ze aangebreid wordt, gerust een eindje op mag schuiven, zonder dat men hierdoor in conflict komt met de minderingen. Ook wordt zoo'n kous niet gauw nauw.

Is de voet van een kinderkous stuk, dan is maar al te dikwijls ook de bovenkant wat kort Opschuiven, neen dat gaat niet, want de 12

(13)

mindering lcomt te hoog en de kous wordt ook te nauw, daarom liever een soepel rekbaar patroontje. Ditzelfd geldt ook voor sokken en dameskousen. Hoeveel mannen klagen niet steeds over handgebreide sokken, ook wei over confectie, dat ze hun te wijd zijn. Het wil nooit glad zitten, ondanks hoog optrekken, waardoor ze maar stuk gaan. Dit wordt alles voorkomen door ze in een ander patroontje te breien. Hiervoor kan natuurlijk 1 st. r., 1 st.

aver., o! 2 st. van beide genomen worden, maar deze zijn reeds zoo uit de oude doos, dat we toch liever eens iets anders probeeren.

Bekijkt U bijgaande patroontjes eens, of U deze niet aardiger vindt. Ze zijn allen zeer eenvoudig en zoowel voor dameskousen, sportkousen als kinderkousen geschikt, (foto s ^ 1, 2 eri 3 op nevenstaande bladzijde).

We kunnen nu de kous zonder minderen brei­

en, tot we aan de hiel toe zijn. De voet, wordt recht gebreid, uitgezonderd de bovenkant van de voet, die dikwijls te zien komt. Dit is ook mooier, want we krijgen nu niet zoo n dikke rimpel, die ontstaat door de overgang van het patroontje naar recht.

Om de hiel extra te versterken kunnen we hiep nog een extra draad maaswol, de gewone van kaartjes, bij in breien. Het beste is nu om de steken, van de bovenvoet, dit zijn de helft van het geheele aantal steken op een draad te rijgen. Deze breien we apart af, dit is later gemakkelijker, wanneer we eens een nieuwe ondervoet willen breien, zooals de foto's op deze pagina aangeven, maar dan in confectie^

kousen.

We breien nu dus eerst de hiel verder op de overige steken. Voor het gemak breien we nu precies in het midden van de naald een naad­

je, dit is een steek aver., in de rechte toeren.

De aver. toer wordt geheel aver. gebreid.

Hieraan kunnen we nu steeds tellen hoeveel toeren of we gebreid hebben.

De eerste steken van de naald worden steeds afgehaald, om de lussen te doen ontstaan die we later weer opnemen. We breien nu zooveel naadjes als de helft van het aantal steken op de hielnaald.

Nu volgt de kleine hiel. We beginnen op de aver. zijde, en breien tot twee steken voorbij het naadje, dan aver. minderen, vervolgens 1 steek aver., daarna het werk omkeeren, den eersten steek afhalen, nu recht breien, tot 2 steken voorbij den middensteek, overhalen, dan een steek recht breien, het werk omkee­

ren, den lsten steek aver. afhalen, aver.

breien tot 3 steken voorbij het naadje, dan is men juist voor de steek die met de volgende steek een opening vormt. Deze twee steken aver. tezamen breien, vervolgens een steek aver., het werk omkeeren, een steek recht af­

halen, recht breien tot drie steken voorbij het naadje, men ziet ook hier tusschen de volgen­

de twee steken een opening. Deze twee steken worden gebruikt voor de overhaling, dan een steek recht. Zoo gaan we verder, tot alle st.

van de naald gebruikt zijn.

Nu nemen we aan beide zijden van de groote hiel, de kantlussen op, om mooi werk te krij­

gen nemen we niet de groote lussen, maar de kleine die er onder liggen op. Hebben we aan de eene zijde de lussen opgenomen dan moe­

ten we eerst terug breien, om bij de andere te komen. Dit zou niet noodig zijn, wanneer we de voet rond breien, maar nu wel. Nu nemen-we een toer geheel averecht over.

Nu beginnen we aan de afmindering van de voet. We breien nu immers met 3 naalden, daar dit gemakkelijker is, anders trekt het werk zoo. We breien nu 2 steken recht, dan maken we een overhaling, aan het eind van de toer minderen we door twee steken te­

zamen te breien, waarna nog 2 steken recht volgen. De aver. toer die nu volgt zonder minderen.

Deze toeren herhalen we zoo dikwijls, dat we evenveel steken hebben, als op de boven­

kant van de voet, dus de steken, die we op een draad geregen hebben. Dan breien we

HET AAM-

BREIEN VAN EEN ZOOI-

Het kapotte deel omhaken met wol of in dezelfde kleur. 2 Haaksteken op breipennen nemen en daarop nieuw gedeelte breien.

i

Kinderkousje mei nieuw en verstevigc ingebreid hieltje—

Bovenrand verste­

vigd door maas- steken

stuk klaar, het kapotte aan de binnenkant wegknippen. Keurige en stevige manier om nieuwe deelen in te breien.

een geheel stuk zonder minderen, de z.g.n.

middenvoet. Hoe lang deze moet zijn, kunnen we het beste meten aan een paar andere kousen. Waar deze (onverschillig of het con­

fectie is), de teen beginnen we nu ook aan de teen.

Allereerst breien we nu weer met 4 naalden.

Hiervoor zetten we eerst nog zooveel steken er bij op, als we nu op de naald hebben.

Deze steken die we er bij opzetten, laten we op een naald, en de steken van de achterzijde gelijk verdeeld, over de twee andere naalden.

We breien nu eerst een toer geheel recht, daarna voor den tweeden toer aan de voor­

zijde 2 steken recht, overhalen, de volgende steken tot op 4 steken na recht, dan minderen en nog 2 steken recht breien; nu breien we op de eerste zijnaald hetzelfde als op de eerste helft van de voorzijde en op de tweede zijnaald als de tweede helft van de voorzijde.

Aan de achterzijde op de 2 naalden is dit gelijk aan de afmindering van den voet. Deze twee toeren worden zoolang herhaald, tot de helft van de steken zijn weg geminderd.

Daarna minderen we in elke toer, tot we nog 12 steken, over hebben, deze naaien we over­

hands aan elkaar of rijgen ze op een draad en trekken ze daarna dicht De bovenvoet wordt nu apart in patroon afgebreid- en daarna aangenaaid.

Zoo breien we dus zelf kousen.

Het aanbreien van nieuwe deelen.

Het voordeel van zelfgebreide kousen is nu, dat wanneer de zool en de hiel van deze kous weer versleten is, we even de boven­

voet los tomen, daarna kunnen we de onder­

voet weg knippen en er een nieuwe voor in de plaats breien.

Ditzelfde kunnen we ook doen met confectie- kousen. Heel dikwijls zit er in de geribde kinderkousen een naad tusschen onder- en bovenvoet, juist zooals wij het hierboven be­

schreven hebben. Dit vergemakkelijkt het werk dan zeer. Is dit niet het geval, dan moeten we er toch maar langs knippen, hier­

bij zorgen dat de bovenvoet vooral niet te klein wordt. We haken het eindje hiel waar we beginnen zullen te breien, eerst even om met een draad maaswol in dezelfde kleur. Nu kunnen we hierin de noodige steken opnemen, in de steken van de kous zou immers niet gaan, deze zijn veel te fijn. Dit is wel een heel handige en nette manier van verstellen voor kousen, sokken en kinderkousen. (Zie foto's 4, 5 en 6).

Wat doen we met nieuwe kousen, om ze te versterken?

Voor kinderkousen is de knie dan ook een van de eerste plaatsen, die stuk gaan. Het verstandigste is om direct bij nieuwe kousen er van de binnenkant een stukje van een oude, reeds tamelijk dun gesleten kous met fijne steekjes achter te naaien. Dit moet er vooral niet te strak achter, want het moet evenveel rekken als de buitenkant. Dit is on­

zichtbaar en houdt de kous veel langer.

De hiel, die gewoonlijk ook gauw kapot is, kan aan de achterkant met een dunne draad wol en zij, doorgestopt worden. In de eerste plaats is maaswol enkel op punten verkrijg­

baar, terwijl zijde nog zonder te krijgen is, maar dan ook een draad wol met een enkel draadje zij, is veel solider dan enkel wol. Op deze manier kunnen we ook de teen of andere gevoelige plaatsen onder de voet doorstoppen.

Een volgende maal zullen we U laten zien, hoe men een nieuwe knie en hiel in breit of maast. Nog een raad, probeert U eens, de kousen wanneer U ze aan hebt, met een stukje parafine, (koopt U voor enkele centen bij de drogist), de kous in te wrijven, op de plaatsen waar ze regelmatig stuk zijn. Het wordt een beetje wit, doch dit is geen be­

zwaar, want het blijft toch in de schoen. Docr dit dunne laagje vet, wordt de wol, zij of welk materiaal ook, van de kous of sok gladder, en slijt daardoor lang niet zoo vlug.

13

(14)

HET LANG BELOOFDE KLEEDJE

Eindelijk!... hoor ik onze lezeressen zuchfen...

Ja, eindelijk is het er dein toch van gekomen dat Margriet het lang beloofde gebreide kleedje pu­

bliceert. Het was een heele toer dat beknopt en duidelijk opschrijven van het patroon... Maar hier hebt U het dan... Vindt U het niet beeldig?

U kunt het breien zoowel van gewoon haakgaren als van visschersgaren. Hoe fijner het gebruikte materiaal hoe kleiner het kleedje wordt natuurlijk.

Het model werd gébreid van 1 Yl knot middeldik visschersgaren (glanzend). Het heeft een middel­

lijn van 60 cm. Wie het dus grooter wil, gebruikt wat grover materiaal.

(15)

9.

ROND GEBREID KLEED

JUuaU"

We 2etten 8 steken op en hechten aan elkaar.

2 toeren recht overbreien.

4de toer: omsl., 1 r.

5, 6, 7de toer: recht.

8ste toer: omsl., 1 r.

9, 10, 11: recht.

12de toer: omsl., 1 r.

Dan 5 toer recht.

18de toer: omsl., 8 recht, omsl., 8 recht (herhalen).

19de toer: recht overbreien.

20ste toer: omsl., 1 r., omsl., 8 r. (herhalen) 21ste toer: recht overbreien.

22ste toer: omsl., dubb. mind., omsl., 8 recht( herhalen).

23ste toer: recht over breien.

24ste toer: omsl., 3 recht, omsl., 8 recht (herhalen).

25ste toer: recht overbreien.

26ste toer: omsl., 5 r., omsl., mind., 4 r., 2 recht tez. br. (herhalen).

27ste toer: recht overbreien.

28ste toer: omsl., 7 r., omsl., mind., 2 r.

tez. br. (herhalen).

29ste toer: recht overbreien.

30ste toer: omsl., 9 r„ omsL, mind., 2 r.

tez. br. (herhalen).

31ste toer. recht overbreien.

32ste toer: omsl., 5 r., omsl., mind., 4 r.f

omsl., (herhalen).

33ste toer: recht overbreien.

34ste toer: (7 r.) * dan 1 steek van de 8ste gedraaid bijmaken dan 7 recht * herhalen 35, 36, 37ste toer: recht overbreien.

38ste toer: omsl., mind., (omsl. I r., 4 x herhalen) dan omsl., 2 r. (boven het gaatje) (omsl., 1 r., 4 x herhalen) 2 r.

tez. br., omsl., 1 r. (herhalen vanaf het begin).

39ste toer: recht overbreien.

40ste toer: (lr.) omsl., mind., omsl., 6 x) dan de andere kant weer omsl., 2 r., tez.

br. dit 5 x en dan 2 r. (Dus 3 recht in 't geheel voor 't verdere patroon (herh.) 41ste toer: recht overbreien. t

42ste toer. (2 r.) * omsl., mind., omsl. Dit 5 x (dan 1 r. en de andere kant weer 2 r. tez. br., omsl., dit 5 x dan 5 r. Op de laatste pen achteraan heeft men 3 r.

* herhalen.

43ste toer: recht overbreien.

44ste toer: (2 r.) * omsl., mind., omsl. Dit 4 x dan omsl., dubb. mind., omsl., de andere kant weer 2 r. tez. br., omsl. 4 x) omsl., 7 r. * herhalen.

45ste toer: recht overbreien.

46ste toer: (1 r., 2 r. tez. br.) * omsl., 1 r., omsl., mind., omsl. Dit 4 x dan 1 i.< en

de andere kant 2 r. tez. br. omsl., ook weer 4 x dan omsl., 1 r., omsl., mind., 3 r„ 2 r. tez. br. * (herhalen).

47ste toer: recht overbreien.

48ste toer: (2 r. tez. br.) * omsl., 1 r., omsl., mind., omsl., dit 4 x dan omsl., dubb.

mind., omsl. en de andere kant 2 r. tez.

br., omsl., dit ook 4 x, dan weer omsl., 1 r., omsl., mind., 1 t., 2 r. tez. br.

* herhalen.

49ste toer: recht overbreien.

50ste toer: Nu zijn we zoover dat we met de 2 laatste steken van vorige pen en de lste steek van volgende pen tezamen een dubbele mind. van maken en dan als lste steek houden. * Dan omsl., 3 r., omsl., mind., dit 4 x, dan 1 r. De andere kant 2 z. tez. br. omsl., ook weer 4 x omsl. 3 r„ omsl., dubbele mind. * (her­

halen).

51ste toer: recht overbreien.

52ste toer: Van de 3 steken boven het puntje weer, omsl., en een GUDO. mina.

maken. * dan omsl., mind., 2 r. (omsl.

mind. dit 3 x) omsl., dubb. mind. De andere kant weer (omsl. 2 r. tez. br. 3 x) dan omsl., 2 r. 2 r. tez. br., omsL dubb.

mind. * herhalen. Achteraan de toer de omslag niet vergeten.

53ste toer: recht overbreien.

54ste toer. (2 r.) * omsl., mind., 2 r. (omsl.

mind. dit 3 x) dan 1 r. De andere kant 2 r. tez. br., omsl., 3 x ook, dan omsl., 2 r„ 2 r. tez. br., omsl., 3 r. * (herhalen).

55ste toer: recht overbreien.

56ste toer: (3 r.) * omsl., mind., 2 r., omsl., mind., omsl-, mind., omsl., dubb. mind.

De andere kant omsl., 2 r. tez. br., omsl., 5 r. * (herhalen).

57ste toer: recht overbreien.

58ste toer: (omsl., mind.) * 2 r., omsl., mind., 2 r„ omsl., mind., omsl., mind., 1 r., 2 r. tez. br., omsl., 2 r. tez. br., omsl., 2 r., 2 r. tez. br., omsL, 3 r., omsl., mind. * herhalen.

59ste toer: recht overbreien.

60ste toer: (1 r.) * 2 r. tez. br., omsl., mind., 2 r., omsl., mind., omsl., dubb. mind., omsl., 2 r. tez. br., omsl., 2 r., 2 r. tez. br., omsl., 1 r., 1 omsL, mind., 3 r. * herhalen.

61ste toer: recht overbreien.

62ste toer: 2 r. tez. br., omsl.) * 3 r., omsl., mind., 2 r., omsL, mind., 1 r., 2 r. tez. br., omsl., 2 r., 2 r. tez. br., omsl. * herhalen.

63e toer: recht overbreien.

64ste toer: Van de 2 steken van de laatste pen en de lste steek van de nieuwe toer maken we weer een dubb. mind.

dan omsl., 5 r.) * omsl., mind., 2 r., omsl., dubb. mind., omsl., 2 r., 2 r. tez. br., omsl., 5 r., * herhalen.

65ste toer: recht overbreien.

66ste toer: We beginnen met omsl-, 3 r.,

* omsl., mind., 2 r., omsL, mind., 5 r.f

2 r. tez. br., omsL, 3 r. * herhalen.

67ste toer: recht overbreien.

68ste toer: Boven het puntje wordt weer een dubb. mind. gemaakt, omsl., * mind., 3 r., 2 r. tez. br., omsl., 1 r., omsl., mind., 3 r., 2 r. tez. br., omsl., 1 r., omsl., mind..

3 r., 2 r. tez. br., omsl., dubb. mind., omsl. * herhalen.

69ste toer: recht overbreien.

70ste toer: Boven het puntje beginnen we met 3 r., omsl., * tnind., 2 r. tez. br., omsl., 3 r., omsl., mind., 1 t., 2 r. tez. br.#

omsl., 3 r., omsl. * herhalen.

71ste toen recht overbreien.

72ste toer: We beginnen met 1 r. * omsl., dubb. mind., boven het puntje van het wafeltje, dan omsl., 5 r., omsL, dubb.

mind., omsl., 5 r., omsl., dubb. mind., omsl., 5 r., omsl., dubb. mind. * herbalen.

Men lette erop dat men het patroontje goed krijgt steeds met verspringende wafeltjes.

73ste toer: recht overbreien.

74ste toer: Ook lette men op 't begin van 't patroontje, waar we met omsl. be­

ginnen. * 1 r., omsl., 3 r., omsl., mind., 2 r., omsl., 1 r., omsl., 3 r., omsl., mind., 2 r., omsl., 1 r., omsl., 3 r. omsl., mind., 2 r., omsl. * herhalen.

75ste toer. recht overbreien.

76ste toer: omsl. 3 r. * omsl., mind., 3 r-, 2 r. tez. br., omsl., 3 r. * herhalen.

77ste toer. rech t overbreien.

78ste toer. omsl., 5 r., omsl., mind., 1 r., 2 r. tez. br., herhalen.

79ste toer: recht overbreien.

80ste toer: omsl., * 3 r., omsl., mind., 2 r., omsl., dubb. mind., omsl. * herhalen.

81ste toer: recht overbreien.

82ste toer: omsl., * mind., 3 r., 2 r. tez. br., omsl., 3 r., omsl. * herhalen.

83ste toer: recht overbreien.

84ste toer: omsl., mind., 1 i., 2 r. tez. br., omsl., 5 r., herhalen.

85ste toer: recht overbreien.

86ste toer: We zien wel hoe het patroontje loopt. De eerste steek op de laatste pen doen en we beginnen met omsl., dubb.

mind., * omsl., 3 r., omsl., mind., 2 r., omsl., dubb. mind. * herhalen.

87ste toer: recht overbreien.

88ste toer: omsl-, * 3 r., omsL, mind., 3 x., 2 r. tez. br., omsl. * herhalen.

89ste toer: recht overbreien.

90ste toer: Nu breien we 5 toer averecht en dan heel los afkanten met een pen die wel ruim 2 x zoo dik is, als waar­

mede men gebreid heeft. Zoo krijgt men een mooie gelijke afkantsteek.

mi

GEHAAKT RANDJE.

Met de laatste overgebleven steek haken we meteen verder met 1 vaste, 5 losse, in iedere tweede losse van het afkanten.

2de toer: In ieder boogje 1 v. 5 1.

3, 4 en 5de toer: In ieder boogje 1 v. 6 1.

6, 7 en 8ste toer: In ieder boogje 1 v. 7 L 9, 10 en 11de toer: In ieder boogje 1 v. 8 L Tenslotte wasschen we dit kleedje en spannen we het op.

15

(16)

Klaar is hei 1

Het schattige jurk­

je waarmee ons een-jarig meisje hier pronkt is al een heel voor- deelige aanwinst.

kost namelijk:

niets! Want het werd gemaakt uit een rose wasch- zijden blouse die al een heele poos was afgedankt.

Een heel mooie blouse was het ge­

weest, een met open randjes en met wat borduurwerk.

Eerst werd de blouse netjes losgetornd, de verschillende stukken uitgestreken met een lauwwarm ijzer, en de papieren patroontjes {eerst vergrooten op de goede maten, dames!) er opgelegd.

Patroon 1: voorpand van het rokje, lengte midden voor 37 c.M„ lengte zijnaad 30 c.M., breedte 26 c.M. Tot aan het aangeknipte gedeelte 20 c.M.

Patroon 2: Achterpand van het rokje, lenqte 30 c.M., breedte z6 c.M.

Patroon 3: Pasje voorkant, lengte vanaf de schouder 15 c.M., breedte 14 c.M., schouderbreedte 9 c.M.

Patroon 4: Pasje achterkant, lengte 14 c.M., breedte 17 c.M.

Patroon 5: Mouwtje, lengte 7 c.M., wijdte 19 c.M.

Uit het voorpand van de blouse knipt men Patroon Nr. 1, dus het rokje. Heeft de blouse evenals degene die voor het model werd gebruikt een opgestikte of opgeborduurde garneering dan moet men hier natuurlijk rekening mede houden.

Uit de rug van de blouse knipt men het achterpand van het jurkje, (patroon 2).

Het pasje aan den voorkant, dat uit 2 deelen bestaat knipt men uit het bovenste gedeelte van de blouse, (patroon 3).

Het pasje aan den achterkant (patroon 4) wordt uit het bovenste gedeelte van de achterkant der blouse geknipt.

De kleine mouwtjes (patroon 5) komen uit het losgetornde kraagje.

Wie een blousje heeft met lange mouwen, die nog in goeden staat verkeeren, kan hier gemakkelijk een iets langer mouwtje uit krijgen. In het voorpandje maakt men twee groepen van 3 plooien: er goed op letten dat deze op precies gelijke afstand worden ingespeld en geregen.

Het pasje aan de voorkant wordt op het rokje geregen, langs de randen van het aan het voorpand aangeknipte stuk. Ook het achterpand van het jurkje krijgt twee groepen van 3 plooitjes, waarna ook hier het uit een stuk bestaande pasje wordt bevestigd.

Nu nog de zijnaden even dichtrijgen, en het jurkje is pas­

klaar! Zit het naar genoegen dan kan met het eigenlijke naaien begonnen worden. Eerst stikt men de plooien in, daarna de pasjes op het rokje, dan stikt men de schouder­

naden en tenslotte de zijnaden dicht.

Het zoompje aan de onderkant doet men met de hand, want dit staat mooier voor zulk fijn materiaal. Het splitje en de halsopening worden afgezet met een schuin biesje.

Tenslotte naait men er een paar drukkertjes aan. Nu nog heel even de plooitjes persen onder een vochtige doek...

en we hebben een keurig „feestjurkje" voor onze jongste.

Een feestjurkje dat ons niets anders kostte dan een paar uurtjes werk!

16

Ons één-jarig

/J L 4- /-\ r4-1 U U L I I I C I I J C

krijgt 'een nieuwe jurk

Wat staat dit jurkje onze peuter1" schattig]

Van oud . . Meuw

(17)
(18)

Of we nu thee zetten van échte blaadjes of van iets anders dat als surrogaat dienst doet, een theemuts moeten we toch erbij hebben. Zoon gezellige ding hoort nu eenmaal in onze huiskamer, nietwaar? en daarbij... de thee-malaise blijft niet duren. Daarom alvast deze prachtige muts ge­

maakt, tegen de tijd dat we weer „thee voor twee" (of voor meer!) naar hartelust kunnen gaan zetten.

Deze mooie muts wordt nu eens niet gehaakt, noch ge­

breid, noch geborduurd, doch gestopt. We nemen daar­

voor een lap filetstof van ongeveer 85 op 45 c.M., waar­

van 2 ruitjes 1 c.M. zijn. Om te stoppen nemen we dikke glanzende zijde (ongeveer 4 streng van iedere kleur). Het model was gewerkt in crème en goudbruin. Wat aan de eene kant van de muts bruin was, werd aan de andere kant in het crème gewerkt.

Eerst beginnen we met aan de hand van de teekening, de omtrekken van de te stoppen figuren op de ondergrond te rijgen met een grove steek of met enkele podood-streepjes.

Dan gaat het stoppen gemakkelijker. Degenen die al eens vaker stopwerk hebben gedaan, kunnen dit echter wel achterwege laten. We stoppen geheel volgens de figuren en wel in de bekende techniek van één-op-één-neer. In ieder gaatje wordt 4 maal gestopt. Hoe dikker de zijde is, hoe mooier het effect.

In de lengte nemen we 24 gaatjes en in de breedte 8. Als we de breedte van 8 hebben, beginnen we weer met een nieuw patroon van elk 12 gaatjes. Zijn de twee kanten van de muts geheel doorstopt, dan naaien we de muts in elkaar, zetten er een voering in van een lapje zijde of satinet en vullen ze met kapok of een stuk watteline. Ook kunnen wij als vulsel heel goed afgedankte en uitgerafelde kousen, overgeschoten lapjes van wollen stof en dergelijke gebruiken. Alles wordt natuurlijk schoongemaakt, uit­

gerafeld en daarna tusschen voering en muts gestopt. Als aanpakkertje bovenaan nemen we een rond houten staafje van ongeveer 1 c.M. middellijn en 11 c.M. lang. AVe om- haken dit met donkerbruine zijde. Daarna haken we twee lussen van de lichte zijde als volgt: op 32 lossen haken we twee toeren vasten, leggen dit dubbel en schuiven het staafje erdoor, waarna we dit met een enkele steek vast- leggen.

Thee voor twee geschonken in een gezellige huiskamer, met zoon schat van een theemuts op het trekpotje... is dat geen aanlokkelijk beeld?

18

(19)

Jaren geleden, toen Christiaan Overberg nog student was, had hij met een bekend vliegenier een rondvlucht boven het land gemaakt. Ze hadden met afwisselende snel­

heid boven dorpen en steden gevlogen, hadden elkaar op bekende gebouwen ge­

wezen en op de terugtocht, op geringe hoogte, de kustlijn gevolgd.

't Was volop zomer geweest.

De zee, van een prachtig blauwe kleur, stuwde de witgekuifde golven in regel­

matig tempo naar het goud-gele strand, waar 't krioelde van menschen en kinderen in fleurige kleeren en tuimelde onvermoeid over de baders, die in 't zilte nat verkoeling zochten. Overvol was het in de badplaat­

sen en ze rijden zich, zoo uit de lucht ge­

zien, aanéén als kleurige kralen aan een eindeloos lang snoer.

Christiaan kénde het strandleven.

Als kleine jongen al was hij jaarlijks enkele weken mee naar zee genomen en had zich vermaakt met kuilen graven, kasteelen bouwen en baden.

Hij had 't wel prettig gevonden -— als 't maar niet overal zoo druk geweest was.

Toentertijd leek het al, of hij begreep, dat je alléén, zonder al die vreemde menschen om je heen, veel meer van alles daar zou kunnen genieten. De ouderen noemden hem een eigenaardige jongen. Hij had zulke droomoogen, zeiden ze, en hij sloot zich niet gauw bij anderen aan. Langzamerhand was 't Christiaans ideaal geworden later, als hij er de middelen voor bezat, z'n vacantie's eenzaam door te brengen in een klein, liefst onbekend plaatsje aan de kust.

Vanuit het vliegtuig, dat laag boven 't strand vloog, had Hij het ontdekt. Een groepje huizen was het — een gehucht, meer niet, dat achter de hooge duinen be­

scherming zocht tegen 't geweld van wind en water. Een vrij smalle haven gaf de visschers gelegenheid hun booten naar de wijde zee te sturen en achter de vriende­

lijke huisjes, die er uit zagen als pas-ge­

schilderd speelgoed, waren de netten over palen gedrapeerd, waar ze op herstel wachtten, of op het oogenblik, dat ze weer dienst mochten doen.

Er was een strook geel zand. Niet breed.

Er krioelden géén menschen dooreen. Er waren geen rijen tenten en badkoetsen, geen badstoelen en wapperende vlaggen.

En ondanks dat zag het er aanlokkelijk uit.

Het leek. het mooiste plekje ter wereld.

Christiaan had met z'n vinger de kustlijn gevolgd op de kaart. Hij wist wel ongevéér waar ze waren. De kaart bleek zeer uitge­

breid en nauwkeurig. Twee smalle lijntjes duidden het haventje aan en dicht daar­

achter, bij een stip als een speldeprik, stond:

Helmerduin.

DOOR M. DOEKES-DE WILDE

„En Helmerduin wordt binnenkort mijn vacantie-oord", had hij meteen besloten.

Hij vertelde het niemand. Ook de vliege­

nier niet, die hem in staat gesteld had, deze tocht te maken. Hij had ontdekt, dat het zeer leerazam is, je eigen land eens van boven af te bekijken, al was het alleen maar, om een rustig plekje te ontdekken, waar je na vermoeiende arbeid uit kunt rusten, alléén kunt zijn en kracht te ver­

zamelen voor de werkzaamheden, die daarna weer wachten!

Christiaaan Overberg studeerde met onver- moeiden ijver.

Op z'n acht en twintigste was hij klaar en niet lang daarna kreeg hij een goede positie.

Na twee jaar was hij op weg een zeer be­

kend man te worden en verdiende hij ge­

noeg, om een zomervacantie van vier weken door te brengen in een of andere mondaine badplaats of interessante buiten- landsche reizen te maken.

Hij deed géén van beide. Toen hij merkte, dat het tijd werd, er voor eenigen tijd tusschenuit te trekken, zocht hij een kaart op en noteerde nauwkeurig, welke route hij nemen moest, om via bekende plaatsen in Helmerduin te komen.

En toen hij 't voor elkaar had, pakte hij z'n koffers, sloot z'n huis, gaf een advertentie voor de plaatselijke courant op, om de menschen op de hoogte te brengen van z'n tijdelijke afwezigheid, liet z'n benzinetank vullen en reed met z'n auto in de richting van 't gehucht, dat hij slechts kende van een vliegtocht.

Hij bereikte het 's avonds laat toen de zon als een roode, verhitte kogel afkoeling scheen te zoeken in 't rustelooze oppervlak van de vrij kalme zee en de visschersbevol- king in de tuintjes voor hun huizen zat, om uit te rusten van een vermoeiende dag of in dankbaar stilzwijgen te denken, over alle mogelijke dingen, waar een visscher belang in stelt.

Die veelzeggende stilte werd verbroken door de komst van een lange grijze auto, die vlak voor 't huisje van oude Japik stopte. De visschersvrouwen lieten de han­

den met 't breiwerk in de schoot zinken.

De mannen rookten hun pijpen en keken.

Alleen oude Japik stond op van de bank naast de deur de vreemdeling te woord.

^Vat er gezegd werd, konden de anderen niet verstaan. Maar na enkele oogenblik- ken, waarin Japik groote halen aan z'n pijp gedaan en ettelijke rookkolommen omhoog geblazen had, knikte de oude toestemmend en reed de vreemde jonge man z'n wagen naar een soort loods, waarin ook een red­

dingsbootje ondergebracht was, om hem daar te stallen.

Dien avond stond Japik z'n voorkamer en een bed aan meneer Overberg af voor de tijd van vier weken en de vergoeding, die hij hiervoor kreeg deed z'n oude gezicht vergenoegd stralen. En z'n vrouw, de oude Miene, overlegde tevreden, dat 't wel de eerste maal was, dat ze een badgast her­

bergden, maar dat deze er op rekenen kon, dat hij goed te eten zou krijgen, al zqnJ»et allemaal eenvoudige kost zijn. * — SD 1

IS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij willen als school een  bijdrage leveren aan het terugbrengen van  de uitstoot en proberen samen met de  kinderen en u zoveel mogelijk Groene  Voetstappen te

Hij had deze Persoon zó leren vertrouwen, dat hij niet langer zijn keuzes en emoties baseerde op de omstandigheden, maar alleen op de Persoon?. Op het karakter van

Het is aan de vergunninghouder om aan te tonen dat de door de gemeente gevorderde schade niet is veroorzaakt door het evenement waar de vergunning voor is verleend.. Bijlage

Familie Poep - Roeland p/a Uitvaart Callebaut Dorpsstraat 37, 9420 Erpe. Online

Ik kies geloof boven bezorgdheid, hoop boven zorgen, liefde boven

Geef deze herinneringen een plaats, benoem ze, koester ze, laat ze troosten, … Dit kan je doen met de laatstejaars, maar ook met andere kinderen.. Pas de opdrachten eventueel aan

Energy Utilities &amp; Technologies Talent availability Labour cost Production cost Financial Services &amp; Investors Talent availability Organization HQ Labour cost Global

Bij scouting Verbraak Margriet Groep wordt een t-shirt (bevers en welpen) , polo (Scouts en Explorers), groepsdas, regiobadge en verenigingsnaambandje verstrekt.. Hiervoor wordt