Gemeenteraad Besluit Zitting van 9 september 2020

(1)

2020_GR_00101 - Reglement tweede verblijven. 1/9 Gemeenteraad

Besluit Zitting van 9 september 2020

2020_GR_00101 Reglement tweede verblijven. Keuring

Samenstelling Aanwezig

de heer Koen Winters, Voorzitter; de heer Steven Matheï, Burgemeester; mevrouw Sigrid Cornelissen, Schepen; mevrouw Liesbeth Diliën, Schepen; de heer Raf Nelis, Schepen; de heer Dirk Colaers, Schepen;

mevrouw Lutgarde Ceyssens, Schepen; mevrouw Kathleen Soors, Raadslid; de heer Bram Geerits, Raadslid;

mevrouw Ria Plasschaert, Raadslid; mevrouw Liliane Hinoul, Raadslid; de heer Wouter Van Elsacker, Raadslid;

de heer Eddy Schrooten, Raadslid; de heer Davy Put, Raadslid; mevrouw Hilde Van Limpt, Raadslid; de heer Steven Broekx, Raadslid; de heer Nico Lenaerts, Raadslid; mevrouw Mia Soors, Raadslid; de heer Toon Van Geyseghem, Raadslid; mevrouw Tine Braeken, Raadslid; de heer Dominique Vanderhoydonck, Raadslid; de heer Peter Smeets, Raadslid; de heer Wesley Kolen, Raadslid; de heer Jo Sclep, Algemeen directeur

Verontschuldigd

mevrouw Yoshi Gordijn, Raadslid; mevrouw Ellen Reumers, Raadslid

Beschrijving

Aanleiding en context Gelet op volgende feiten:

 Op 18 december 2019 werd het vernieuwde reglement tweede verblijven goedgekeurd door de Gemeenteraad. Er worden nu vier wijzigingen gedaan. Het tarief wordt aangepast en opgedeeld in twee categorieën. Ook wordt er een aangepast tarief voorzien voor aanslagjaar 2020 omwille van de coronacrisis. De cumul tussen een tweede verblijfsbelasting en een verwaarlozingsbelasting wordt mogelijk gemaakt. Tot slot werd artikel 13 aangepast omdat de wetgeving waar naar verwezen werd, niet meer actueel is.

 Het is noodzakelijk om het evenwicht te behouden in de gemeentelijke ontvangsten en uitgaven.

 De belasting op tweede verblijven wordt geheven ter compensatie van de algemene belastingen die door de eigen inwoners van de gemeente betaald worden en staat in redelijke verhouding hiermee.

De eigenaars en gebruikers van tweede verblijven kunnen gebruik maken van de dienstverlening en de infrastructuur van de gemeente maar ze dragen niet bij tot de financiering van deze diensten via de aanvullende belastingen. Het is billijk dat de lasten gespreid worden.

Argumentatie

Gelet op volgende overwegingen:

 Het aangepaste reglement geldt vanaf 1 januari 2020. Artikel 2, 9 en 13 werden herschreven.

 In het reglement van 2019 is een cumul tussen de belasting op tweede verblijven en de belasting op verwaarlozing niet mogelijk. Dit wordt nu aangepast. Een woning die gebruikt wordt als tweede verblijf kan eveneens verwaarloosd zijn. In het verwaarlozingsreglement is immers voorzien dat een bewoond pand ook verwaarloosd kan zijn; dan is het beter om eenzelfde redenering te volgen voor een tweede verblijf. Het blijft onmogelijk om de leegstandsbelasting te combineren met een tweede verblijfsbelasting omdat het niet mogelijk is dat een pand leeg staat en tegelijk gebruikt wordt als tweede verblijf.

(2)

2020_GR_00101 - Reglement tweede verblijven. 2/9

 De Gemeenteraad van december 2019 keurde een belasting van 600 euro per tweede verblijf goed. In het voorliggende aangepaste reglement wordt gekozen om de opdeling in twee categorieën,

verblijfsgelegenheden waar geen inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is en woningen waar een inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is, door te trekken bij het bedrag van de belasting.

De overgrote meerderheid van de verblijfsgelegenheden zonder domiciliemogelijkheid zijn chalets die in het bos gelegen zijn. In aanslagjaar 2018 ging het om 51 verblijven. Gezien hun ligging maken zij minder gebruik van de infrastructuur van de gemeente. Bovendien gaat het om chalets en niet om volwaardige woningen. Hierdoor is het billijker om een lagere belasting te heffen voor deze

verblijfsgelegenheden. De stad Peer werd er meermaals op gewezen in bezwaren van eigenaars dat het bedrag hoog ligt voor een chalet in het bos. De belasting van 600 euro blijft behouden voor woningen waar een inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is. In aanslagjaar 2018 ging het om 16 woningen.

 Door de maatregelen die de federale overheid nam in het kader van de volksgezondheid om de coronapandemie in te dijken, was het verboden om je tweede verblijf te bezoeken gedurende de periode van 13 maart tot 20 mei 2020. Buitenlandse eigenaars konden pas op 15 juni opnieuw de Belgische grens oversteken. Omwille van deze onmogelijkheid om het tweede verblijf te bezoeken, wordt de heffing verminderd met één vierde voor aanslagjaar 2020.

 Sinds de invoering van het invorderingswetboek en de aanpassingen van het decreet van 30 mei 2008, was artikel 13 van het reglement niet meer actueel sinds 1 januari 2020 en werd het herschreven.

 Fractie Appel wenst zich te onthouden omdat ze zich niet kunnen vinden in de vermindering van de heffing omwille van corona. Daar er niet wordt ingegaan op hun suggestie om apart te stemmen over dit aspect onthouden ze zich.

 Raadslid Smeets wenst zich om dezelfde reden ook te onthouden.

 Stemming:

o 19 stemmen voor: Matheï Steven, Cornelissen Sigrid, Diliën Liesbeth, Nelis Raf, Colaers Dirk, Ceyssens Lutgarde, Geerits Bram, Hinoul Liliane, Van Elsacker Wouter, Schrooten Eddy, Put Davy, Van Limpt Hilde, Winters Koen, Broekx Steven, Lenaerts Nico, Soors Mia, Van Geyseghem Toon, Braeken Tine, Kolen Wesley

o 4 onthoudingen: Soors Kathleen, Plasschaert Ria, Vanderhoydonck Dominique, Smeets Peter

Beleidsinformatie

 Beleidsdoelstelling: Peer profileert zich als toeristische trekpleister.

 Beleidsdoelstelling: Peer is een financieel gezonde gemeente.

 Actieplannummer: De fiscale tarifering blijft maximaal gelijk en zakt indien mogelijk.

 Actienummer: Er worden lokale belastingen geheven om zo de financiële evenwichten te bewaken, zonder dat de fiscale druk stijgt.

Regelgeving

Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 56 §3 betreffende de bevoegdheden van het College van Burgemeester en Schepenen, en latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

Gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2019 betreffende de bevoegdheidsverdeling tussen de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen, definiëring begrip 'dagelijks bestuur'.

Regelgeving (bijzonder)

Artikel 40 § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, “De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.”

(3)

2020_GR_00101 - Reglement tweede verblijven. 3/9 Artikel 41 14° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen toekomt aan de Gemeenteraad.

In artikel 177, 2°, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 wordt de mogelijkheid vermeld om de financieel directeur een dwangbevel te laten uitvaardigen bij niet-fiscale schuldvorderingen, op voorwaarde dat ze onbetwist en opeisbaar zijn. Dit dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De Omzendbrief KB/ABB2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Gemeenteraadsbesluit van 23 december 2013, keuring belastingsreglement voor dienstjaren 2014-2019 - belasting op tweede verblijven.

Besluit

Artikel 1

De Gemeenteraad keurt het aangepaste reglement tweede verblijven goed.

Bijlagen

1. 2020-2025 aangepast reglement tweede verblijven.pdf Aldus beslist in bovenvermelde zitting,

(4)

Reglement tweede verblijven – 1 januari 2020 – 31 december 2025

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

1° Tweede verblijf: elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de eigenaar, maar die wel op elk moment door hem kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

 Lokalen, die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten;

 Garages;

 Tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens.

Indicaties van een tweede verblijf:

 Voor een verblijfsgelegenheid waar geen inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is:

aanwezigheid van een slaapplaats, een kookgelegenheid en een sanitaire voorziening. Er is geen aansluiting nodig op de nutsvoorzieningen om aanzien te worden als tweede verblijf.

 Voor een woning waarbij een inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is: ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister, het bemeubeld zijn van de woning, goed onderhouden omgeving en/of tuin, toegankelijkheid van de woning, aanwezigheid van aansluiting op alle nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, verwarming) en een dermate verbruik dat een gebruik als tweede verblijf aanvaard kan worden.

 Getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent,…

Deze lijst is niet-limitatief. Een zakelijk gerechtigde kan jaarlijks gevraagd worden om de nodige bewijsstukken voor te leggen. Indien deze stukken onvoldoende bewijs leveren, kan de administratie overgaan tot een plaatsbezoek. Indien een plaatsbezoek geweigerd wordt bij een woning waarbij een inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is, wordt het gebruik als tweede verblijf niet aanvaard en wordt de woning opgenomen in het leegstandsregister. Indien een plaatsbezoek geweigerd wordt bij een verblijfsgelegenheid waarbij geen inschrijving mogelijk is in het bevolkingsregister, wordt deze opgenomen als tweede verblijf.

2° “Met chalets gelijkgestelde caravans”: caravans die technisch niet gemaakt zijn om voortgetrokken te worden en waarvan het chassis en het type van wielen het voortslepen niet zouden verdragen.

3° Verplaatsbare caravan en woonaanhangwagen: alle soorten van caravans en woonaanhangwagens die op wettelijk voorgeschreven tijdstippen aan de technische controle onderworpen worden en waarvan een geldig schouwingsbewijs kan worden voorgelegd, waardoor ze op elk moment in het verkeer gebracht kunnen worden.

4° Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisatie van de inventaris van tweede verblijven.

5° Beroepsinstantie: het College van Burgemeester en Schepenen.

6° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

 De volle eigendom

 Het recht van opstal of van erfpacht

 Het vruchtgebruik

7° Beveiligde zending: een aangetekend schrijven of een afgifte op het gemeentehuis tegen ontvangstbewijs.

8° Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. De gemeente houdt een leegstandsregister bij en heft een belasting.

9° Verwaarloosde woning: een woning of gebouw met ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten. De gemeente houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen (of is dit van plan) en beoordeelt aan de hand van een technisch verslag of een woning voldoende strafpunten heeft om als verwaarloosd beschouwd te kunnen worden.

10° Toeristische logies: elke constructie, inrichting, ruimte of terrein, in eender welke vorm, dat aan een of meer toeristen tegen betaling de mogelijkheid tot verblijf biedt voor één of meer nachten, en dat wordt aangeboden op de toeristische markt. Het gaat om hotels, bed and breakfasts, gastenkamers, hoevetoerisme, vakantiewoningen, vakantieparken,… Deze worden niet aanzien als tweede verblijven.

(5)

11° Jeugdverblijfcentra (type A,B,C), bivakhuizen en tentenkampen: deze verblijfsgelegenheden vallen onder het decreet Toerisme voor Allen en worden niet aanzien als tweede verblijven.

Artikel 2 – register van tweede verblijven

§1. De administratie houdt een register van tweede verblijven bij. Het register omvat alle verblijfsgelegenheden waarvan het gebruik als dusdanig door de zakelijk gerechtigde werd aangegeven en bewezen, alsook woningen die door de administratie ambtshalve werden opgenomen.

§2. Een verblijfsgelegenheid die opgenomen is in het register van tweede verblijven, kan niet gelijktijdig opgenomen zijn in het leegstandsregister. Het is echter mogelijk dat, na onderzoek, blijkt dat een tweede verblijf een leegstaande woning is. Omgekeerd, kan de zakelijk gerechtigde ook bewijzen dat een leegstaande woning een tweede verblijf is.

§3. Een verblijfsgelegenheid die opgenomen is in het register van tweede verblijven, kan gelijktijdig opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister. Een pand kan in gebruik zijn als tweede verblijf en toch gelijktijdig verwaarloosd zijn.

§4. In het register worden de volgende gegevens opgenomen:

1° het adres van de verblijfsgelegenheid;

2° de kadastrale gegevens van de verblijfsgelegenheid;

3° de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);

Artikel 3 – Aangifteplicht van tweede verblijven

§1. De belastingplichtige is verplicht de belastbare elementen alsook de bewijzen, die het gebruik van de woning als tweede verblijf staven, jaarlijks op te geven overeenkomstig een formulier hen toegezonden door het gemeentebestuur. Dit formulier dient teruggestuurd te worden voor de erin vermelde datum.

§2. Zij die geen aangifteformulier ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht om voor 31 maart van het aanslagjaar spontaan de nodige gegevens alsook de bewijzen, die het gebruik van de woning als tweede verblijf staven, aan het gemeentebestuur te bezorgen om de aanslag te kunnen berekenen. Mogelijke bewijzen zijn foto’s, jaarrekeningen van elektriciteit, gas, water, tv, internet,…. . Bij twijfel kan een plaatsbezoek gevraagd worden door de gemeentelijke administratie, waarvan een verslag opgemaakt zal worden.

Artikel 4 – Ambtshalve opname in het register van tweede verblijven

§1. Het gebrek aan een aangifte of een onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt vastgesteld door daartoe speciaal door het College van Burgemeester en Schepenen aangewezen personeelsleden.

§2. §1. Bij gebrek aan een aangifte, of in geval van een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve gekohierd.

§3. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het College van Burgemeester en Schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de indicaties van tweede verblijf waarop de aanslag is gebaseerd evenals het bedrag van de belasting.

§4. Bij betwisting kan een plaatsbezoek gevraagd worden door de gemeentelijke administratie, waarvan een verslag opgemaakt zal worden. De indicaties van een tweede verblijf worden nagegaan (zoals gedefinieerd in artikel 1) en er kunnen bijkomende bewijsstukken opgevraagd zoals jaarrekeningen van het verbruik van elektriciteit, gas, water, tv, internet,… .

Artikel 5 – beroep tegen de ambtshalve opname in het register van tweede verblijven

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het register van tweede verblijven. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

 de identiteit en het adres van de indiener;

 de vermelding van het adres of de kadastrale ligging van de verblijfsgelegenheid waarop het beroepschrift betrekking heeft;

 de motivatie van het beroep;

 de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het de verblijfsgelegenheid in het register van tweede verblijven ten onrechte is gebeurd.

(6)

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

§3. Elk inkomend beroepschrift wordt geregistreerd en aan de indiener van een beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.

§4. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

 als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

 als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;

 als het beroepschrift niet is ondertekend.

§5. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

§6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

§7. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift.

De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§8. Als de beslissing tot opname in het register van tweede verblijven niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie de verblijfsgelegenheid op vanaf 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 6 – schrapping uit het register van tweede verblijven

§1. Een verblijfsgelegenheid, waarbij het mogelijk is om ingeschreven te worden op het adres in het bevolkingsregister, wordt uit het register geschrapt wanneer er effectief iemand ingeschreven is op het adres.

Een verblijfsgelegenheid waarbij het niet mogelijk is om ingeschreven te worden in het bevolkingsregister, kan in twee gevallen geschrapt worden uit het register van tweede verblijven:

 De verblijfsgelegenheid werd gesloopt;

 Verblijven is niet meer mogelijk in de verblijfsgelegenheid; indien de verblijfsgelegenheid verwaarloosd is, kan ze wel opgenomen worden in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. Voor de schrapping uit het register van tweede verblijven richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie. Dit verzoek bevat:

 de vermelding van het adres of de kadastrale ligging van de verblijfsgelegenheid waarop het beroepschrift betrekking heeft;

 de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het register van tweede verblijven;

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van tweede verblijven en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De vraag tot schrapping wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd wordt voor een feitenonderzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

§3. Indien de gemeente zelf op de hoogte is van elementen die een schrapping uit het register van tweede verblijven verantwoordt, kan de administratie de schrapping zelf uitvoeren en brengt ze de zakelijk gerechtigde hiervan op de hoogte via een aangetekend schrijven.

(7)

Artikel 7 – belasting op tweede verblijven

§1 Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven gelegen op het grondgebied van de gemeente, ongeacht het feit of ze al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven zijn.

De definitie van een tweede verblijf is omschreven in artikel 1.

§2 De belasting is verschuldigd door de in artikel 1 vermelde natuurlijke of rechtspersonen voor de tweede verblijven die op 1 januari van het belastingjaar op het grondgebied van de stad Peer zijn opgericht. De hoedanigheid van het tweede verblijf wordt op diezelfde datum beoordeeld.

Artikel 8 – Belastingplichtige

§1. De belasting is jaarlijks verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van het tweede verblijf.

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

§3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het register van tweede verblijven. De instrumenterende ambtenaar of de overdrager van het zakelijk recht moet per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het overgedragen gebouw.

Artikel 9 – Tarief van de belasting

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

 250 euro per jaar voor een verblijfsgelegenheid waarbij geen inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is

 600 euro per jaar voor een woning waarbij een inschrijving in het bevolkingsregister mogelijk is

§2. Voor aanslagjaar 2020 wordt de heffing verminderd met één vierde omdat het onmogelijk was om het tweede verblijf te bezoeken voor een langere periode door een maatregel van de federale regering in het kader van de volksgezondheid.

Artikel 10 – Inkohiering

§1. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen op ten laatste 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.

§2. De met de invordering belaste financieel beheerder staat onverwijld in voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet bevat:

 De verzendingsdatum van het aanslagbiljet;

 De uiterste betalingsdatum;

 De termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend;

 De benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen;

 Vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, dit uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift;

 Het gemeentelijke belastingreglement op tweede verblijven wordt als bijlage toegevoegd.

Artikel 11 – bezwaar tegen de belasting

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het bezwaar moet ondertekend zijn en moet minimaal de volgende gegevens bevatten:

(8)

 de vermelding van het adres van de verblijfsgelegenheid waarop het bezwaarschrift betrekking heeft en het kohiernummer (of gestructureerde mededeling);

 de motivatie van het bezwaar en de bijhorende bewijsstukken;

 indien men gehoord wenst te worden, vermeldt men dit uitdrukkelijk in het bezwaarschrift. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

Artikel 12 – niet-betaling

Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

Artikel 13

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen zijn van toepassing op dit belastingreglement.

Artikel 14

Dit reglement wordt volgens de wettelijke bepalingen bekendgemaakt.

(9)

2020_GR_00101 - Reglement tweede verblijven. 9/9 Jo Sclep

Algemeen directeur

Jo Sclep

Algemeen directeur

Namens de Gemeenteraad

Voor eensluidend afschrift

Koen Winters Voorzitter

Steven Matheï Burgemeester