• No results found

Wow, we kunnen als erfgoedprofessional nog veel meer in de samenleving duiken Verslagen deelsessies HERE 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wow, we kunnen als erfgoedprofessional nog veel meer in de samenleving duiken Verslagen deelsessies HERE 2021"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘Wow, we kunnen als erfgoedprofessional nog veel meer in de samenleving duiken’

Verslagen deelsessies HERE 2021

‘Niet als expert de wijsheid in pacht hebben, maar ruimte geven aan verhalen, emoties en lokale kennis.’ Aldus host Christian Pfeiffer. Op de online netwerkbijeenkomst HERE voor nieuwe

erfgoedprofessionals, van het Mondriaan Fonds en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, werd op 11 februari 2021 het vak van alle kanten belicht. Via ‘spoken word’ over koloniaal erfgoed, discussies over het behoud van mediakunst tot een oproep van keynote spreker Léontine Meijer-van Mensch (directeur Staatliche Ethnologische Sammlungen Sachsen): wees een antenne voor dat wat relevant is en maak ook moeilijke issues bespreekbaar. Een geslaagde eerste bijeenkomst met 270

erfgoedtalenten!

Lees hieronder de belangrijkste uitkomsten van de 24 break-out-sessies over relevante casussen binnen de erfgoedsector, aangedragen door uiteenlopende erfgoedinstellingen.

Duurzaamheid in collectiebeheer: Museum Boijmans Van Beuningen

De casus tijdens de deelsessie van het Museum Boijmans van Beuningen werd gepresenteerd door Christel van Hees, Hoofd Conservering en Restauratie en Sandra Kisters, Hoofd Collectie en

Onderzoek. De casus ging over de verschillende vragen waar zij voor gesteld stonden bij de bouw van het nieuwe depot. Hoe de collectie duurzaam en verantwoordelijk te beheren en het depot toch toegankelijk te maken voor publiek. Enkele vragen die voor en tijdens de bouw van het depot

opkwamen werden gedeeld met de groep: in hoeverre kan publiek deelgenoot zijn van een depot dat dient als behoud van een kunstcollectie, en moet alle kunst tot in de eeuwigheid behouden blijven?

Opvallend was dat op de laatste vraag unaniem ja werd gezegd door alle deelnemers. Hierdoor leidde het gesprek naar de mogelijkheid om een collectie zowel te beheren en behouden als publiek

toegankelijk te maken. Een voorstel van de deelnemers was om te werken met replica’s zodat de bezoekerservaring hoog kan zijn en de originele kunstvoorwerpen veilig bewaard kunnen worden.

De deelsessies eindigden met een korte presentatie van oplossingen die het Museum Boijmans van Beuningen heeft ontwikkeld voor het nieuwe depot. Denk hierbij aan lichtdimmers die reageren op beweging, vijf klimaatzones voor het behouden van verschillende typen materiaal en in het algemeen is gezocht naar energiezuinige middelen om dit te bewerkstelligen.

Duurzaamheid in collectiebeheer: Erfgoedhuis Zuid-Holland

Voor de deelsessie Duurzaamheid in collectiebeheer presenteerden Marielle Hendriks en Evelien Masselink van Erfgoedhuis Zuid-Holland een casus over het particuliere Streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen. Anderson heeft 150.000 objecten verzameld en de vraag is hoe deze verzameling ook na zijn overlijden kan worden bewaard. De aanpak is een zogenoemd ‘Doornroosje-scenario’, waarbij de gehele collectie in een put wordt gestopt en na enkele generaties weer wordt opgehaald voor vervolgonderzoek en -gebruik. De betekenis aan de collectie wordt gegeven door Jan Anderson zelf, hij is de rode draad die alle objecten aan elkaar weeft. Zonder context blijven het als het ware losse spullen. Eigenlijk zijn daarom alle drie de lagen interessant voor de volgende generatie: de biografie van de verzamelaar; de culturele biografie van de objecten (waar komt het object of interieur vandaan en wat weten we er nog van?) en de culturele biografie van de samenleving (hiermee wordt een inkijkje gegeven in het leven van vroeger, de verhalen rondom de collecties). Om deze reden is het belangrijk om de verhalen en kennis van Anderson goed te documenteren om de verschillende betekenislagen van de objecten zo duidelijk in kaart te brengen. Het is een nieuwe aanpak die op deze manier nog niet eerder in Nederland is uitgevoerd en vormt daarmee een voorbeeld-casus. Dat maakt het interessant. We willen collecties vaak (digitaal) ontsluiten om deze zo met een groot publiek te kunnen delen, maar door de collectie van Anderson op een verantwoorde manier te conserveren en op te slaan krijgen volgende generaties de kans om de collectie met een nieuwe en frisse blik te benaderen.

Het documenteren van alle verhalen en kennis geeft overigens wel de nodige uitdagingen, gezien de hoeveelheid aan objecten en verhalen die hierover verteld kunnen worden en de beperkte tijd die hiervoor beschikbaar is. Een van de deelnemers geeft als tip mee om te onderzoeken of mensen die re-integreren een rol kunnen krijgen in het project. Op deze manier kan de vrijwilligerspoule worden uitgebreid en krijgt het project ook een maatschappelijke relevantie.

(2)

Omgang met koloniaal erfgoed: Nationaal Museum voor Wereldculturen

De deelsessie die werd gepresenteerd door Henrietta Lidchi van het Nationaal Museum voor Wereldculturen ging over de omgang met koloniaal erfgoed vanuit eigen praktijk. Het is de taak van een museale instelling, of erfgoedinstelling in het algemeen, om archieven en collecties toegankelijk te maken. Sinds enkele jaren wordt steeds meer open en uitgebreid gesproken over de teruggave van objecten uit voormalig koloniën. Het is geen nieuw gesprek, want het debat over de teruggave van (kunst)objecten die wellicht niet rechtmatig verkregen zijn, wordt al sinds de periode van dekolonisatie gevoerd. De aanpak van restitutie is afgelopen jaren wel duidelijk verschoven: van voorwaardelijke terugkeer naar onvoorwaardelijke terugkeer. Op het gebied van herkomstonderzoek en mogelijke restitutie loopt Nederland voorop. Teruggave blijkt en blijft wel een moeilijke praktijk omdat een museum en de gemeenschap niet altijd op dezelfde lijn zitten. Drie cruciale criteria voor restitutie zijn:

legaliteit, onvrijwillige scheiding en de waarde van het cultureel erfgoed. Door het gesprek voort te zetten kunnen we er samen voor zorgen dat alle betrokkenen op dezelfde tijdlijn zitten.

Omgang met koloniaal erfgoed: Beyond Walls

De deelsessie van Beyond Walls werd gepresenteerd door Suzanne Rastovac en Glenda Pattipeilohy en richtte zich op de omgang met koloniale collecties en de wijze waarop deze wel of niet aansluiten op de behoeftes en stemmen vanuit de diasporacommunities die verbonden zijn aan de collecties. De historische context van de collecties is belangrijk om te kennen en delen, maar het erfgoed moet ook in het heden worden geplaatst. Er zijn vandaag de dag nog steeds mensen die de pijn dragen van het kolonialisme. Een kritisch historisch besef over dit onderwerp kan bereikt worden door met lokale communities in gesprek te gaan en meerstemmigheid op te zoeken en te implementeren in beleid. In de deelsessie kwamen enkele vragen op, zoals hoe ga je met meerstemmigheid om, is het altijd politiek en wie heeft de autoriteit? Maar ook, waarom worden bepaalde stemmen luider? Zijn het de minorities die meer activistisch moeten worden om gehoord te worden? En wat betekent dit als instituties meer afstand houden van activistische groepen? Het werd duidelijk dat ‘de mensen’ over wie wordt gesproken, en de scheiding die nog steeds bestaat, een teken is van de nog bestaande machtsstructuur. Deze deling kan worden verkleind door in gesprek te gaan met bijvoorbeeld jongeren en hen te onderwijzen over de omgang met koloniaal erfgoed.

Voor de deelsessies van Beyond Walls maakte dichter, performer, verhalenverteller Tieka Masfar (Amsterdam, 1983) een spoken word-reflectie. Afgelopen oktober 2020 lanceerde Tieka met

kinderboekenschrijfster, editor en initiator Chee-Han Kartosen-Wong de video #ikziewatjijnietziet, om zichtbaarheid te creëren rondom anti-Aziatisch racisme en de stereotype beeldvorming van Aziatische -Nederlanders. Momenteel werkt zij samen met haar broer aan “TheMasfarProject”. Een zoektocht naar hun roots en verstrengelde geschiedenis tussen Indonesië en Nederland en wat dit betekent vandaag de dag. Voor Tieka draait het om ‘t helen en delen van zichzelf en anderen. Een vorm van communicatie waar zij niet zonder kan.

HERE 21

Poetry reflection 11 February tbv sessie Koloniaal Erfgoed - Beyond the Collection van BEYOND WALLS

I am the other.

The one you speak of when you think this might be sensitive

I am a diaspora of a community So let’s go

What’s mine is yours But you took it and put it on display It was not a trophy All you’ve done is put you’re ego on a plate Eat it up

Take a picture it lasts longer

(3)

How many multi-perspectives can you handle Don’t be surprised

You will be continuously

Because we don’t know what the future holds

All these young heritage professionals Taking a stand

Taking a step Cleaning things up

Stay away from politics they say Relate to a modern audience of today Create something for the community

But don’t say they.

I am a part of that community Stay in unity

Say us, together Help us facilitate

Listen to the stories Don’t be afraid to tell us Don’t be afraid to ask us I don’t know the terms but I do know how I feel

Am I a trend Am I a trend Am I a trend Is that relevant Restitution matters

Educate Educate who’s talking who is taking space

Is there hope in education If we’re not taught to re-tell Transparency.

Be real.

Be truthful in all the ways From each community Misunderstandings Be unpredictable Break the walls Beyond walls

Technical issues one moment please it’s not working I can’t oh hi Please stop.

- Tieka Masfar

@artistieka @stormyweatherthoughts

Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie: Erfgoed Jong

De casus van Erfgoed Jong werd gepresenteerd door Martine van der Veer. In de casus reflecteerde zij op de wijze waarop jonge erfgoedprofessionals in coronatijd aan de slag kunnen in de

erfgoedsector. Het is geen gemakkelijke tijd om aan een baan te komen in deze tijd en het

(4)

overheersende sentiment is dat er niet alleen maar kansen voor het oprapen liggen. De

saamhorigheid onder erfgoedprofessionals is wel sterk, en de meesten zien elkaar als collega’s en ondersteunen daar waar mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld door samen te werken en door elkaar specifieke vacatures toe te sturen – we zitten immers de komende jaren in hetzelfde schuitje en kunnen elkaar helpen als we alle erfgoedprofessionals als collega’s beschouwen. Het sleutelwoord hierin is verbinding, tussen zowel de jong erfgoedprofessionals als tussen hen en de ‘gevestigde orde’. Door verbindingen te leggen wordt je netwerk uitgebreid, en ook bij personen die niet direct een link te lijken hebben met jouw specialisatie of interessegebied kunnen kansen liggen. Zelfs als je het niet verwacht kan iemand jou in de toekomst helpen. Door juist nu de krachten te bundelen kun je een netwerk opbouwen die later voor een ingang kan zorgen bij je droombaan.

Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie: Landschap Erfgoed Utrecht

In de deelsessies Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie legde de presentator Alexander van de Bunt van Landschap Erfgoed Utrecht de volgende casus voor: Hoe kan je met een jongerenpanel nieuwe erfgoedprofessionals en je organisatie of erfgoedinstelling verder helpen? De circa acht deelnemers per deelsessie voelden zich betrokken en participeerden actief.

In de eerste deelsessie lag de focus op de frisse initiatieven die een jongerenpanel zou kunnen aanjagen. De deelnemers vonden het belangrijk dat er een wederzijds gesprek plaatsvond en punten worden meegenomen in een vervolgproces. In de tweede deelsessie stond bruggen slaan centraal.

Hiermee wordt het faciliteren en het bieden van een podium en diens meerwaarde bedoeld. Gemiste kansen om voor impact te zorgen kunnen hierdoor beter worden benut. In beide sessies kwamen steekwoorden als netwerk, gesprek, kennismaking, waarde en betrokkenheid terug.

Concluderend kan worden gesteld dat een jongerenpanel een netwerk moet zijn (van

erfgoedprofessionals in de start van hun carrière) met een duidelijk doel waarvan de input wordt gewaardeerd en ook als zodanig wordt ingezet en benut.

Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie: Shared Heritage and Contested Histories

Voor de deelsessie Jonge erfgoedprofessionals in de organisaties presenteerden Iris Volkers en Yulia Dolinina van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Veysel Yuce van DutchCulture de

internationale training Sharing Stories on Contested Histories. Deze training brengt jonge erfgoedprofessionals uit verschillende landen samen om perspectieven te bespreken en uit te wisselen over hoe we om kunnen gaan met beladen erfgoed. Jonge erfgoedprofessionals zijn essentieel voor de sector, omdat erfgoed dynamisch is en de manier waarop we naar ons erfgoed kijken en met beladen geschiedenis omgaan per generatie verandert. Niettemin is de ruimte voor deze jonge professionals om een verschil te maken in de sector nog beperkt. Op basis van de gesprekken met onze sessies deelnemers werd begrepen dat het hen moeilijk is gebleken echte werkplekken en stages te vinden.

Door de training wordt duidelijk dat internationale uitwisseling tussen jonge erfgoed professionals veel verschillende perspectieven in kaart brengt en internationale (projectmatige) samenwerkingen

inspireert. Jonge professionals worden aangemoedigd om verder te kijken dan hun Nederlandse netwerk om hun ambities waar te maken. Een andere conclusie was dat we elkaar moeten opzoeken, volgen en betrekken om het netwerk groter te maken en elkaar verder te helpen. De eerste connecties en mogelijke samenwerkingen werden ter plekke in de sessies belegd.

Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie: Villa Mondriaan

Charlotte Rixten, museumdirecteur Villa Mondriaan, presenteerde tijdens HERE een casus over de Jonge erfgoedprofessionals in de organisatie. De deelsessies richtten zich op de wijze waarop flexibiliteit een kracht is van zowel een museum als de jonge erfgoedprofessional. Flexibiliteit is de sleutel naar meer inclusie en de beste manier om snel veel ervaring op te doen.

In deze tijd kan het moeilijk zijn om flexibel te werken, lastig voor zowel erfgoedprofessionals als musea. Toch kan het veel opleveren en kansen bieden. Door online te werken wordt bijvoorbeeld contact met de bezoeker gemist, maar het bereik wordt wel groter. Omdat het museum niet meer een instelling is waar van 9 tot 5 wordt gewerkt liggen ook hier kansen om bijvoorbeeld inclusie te

vergroten. Door juist het verschil tussen verschillende medewerkers en vrijwilligers in de organisatie te omarmen kan een organisatie als een museum net zo flexibel werken als een jonge

erfgoedprofessional. De deelsessies eindigden met tips voor jonge erfgoedprofessionals: grijp juist nu de kansen die er liggen, doordat nu alleen online conferenties mogelijk zijn kan iedereen in Nederland aanwezig zijn en de drempel voor een eerste contact wordt hiermee lager. Beschouw deze periode niet als verloren tijd, ook wanneer we weer teruggaan naar het ‘oude normaal’. Dus als dingen nu online gaan doe het online en pak de kansen die daaruit voortkomen.

(5)

Digitalisering en digitaal erfgoed: Digitaal Erfgoed Nederland

Voor de casus over Digitalisering en digitaal erfgoed presenteerde Maaike Verberk namens Digitaal Erfgoed Nederland een casus getiteld ‘COVID als katalysator voor digitalisering erfgoedinstellingen?’.

In twee deelsessies werd de wijze waarop de erfgoedsector de volgende stap kan maken in digitalisering behandeld.

Er is hele specifieke kennis nodig voor digitalisering, kennis die misschien nog ontbreekt of

onvoldoende aanwezig is, maar covid-19 kan hierin als katalysator voor vernieuwing fungeren. Juist in deze tijd kan worden geïnvesteerd in een kwalitatief hoogwaardige ervaring, zowel online als on site.

Er is al veel vaart gekomen in de ontwikkelingen ten aanzien van online ervaringen en in een hybride vorm waarin zowel online als on site betrokken kan worden is het mogelijk om meer mensen te

bereiken en ook te betrekken. Omdat men meer tijd heeft nu is het bijvoorbeeld mogelijk geworden om op grotere schaal mee te helpen met ontsluiten, en in de praktijk blijkt dat dit een vlucht heeft

gemaakt. De vraag rest wel of dit een permanente verandering is of dat het wegebt als COVID minder effect op ons alledaagse leven heeft. Conclusies van de deelsessies zijn dat het een goede

investering is om samen te werken en de kwaliteit ten aanzien van de online ervaring hiermee te verbeteren. Daarnaast kan ook veel geleerd worden van voorbeelden binnen, maar ook buiten de sector.

Digitalisering en digitaal erfgoed: LIMA

Voor het onderwerp Digitalisering en digitaal erfgoed presenteerde Gaby Wijers van LIMA een casus over digital-born erfgoed en mediakunst. Een belangrijke leidraad in het gesprek dat tijdens de deelsessies gevoerd werd is een quote van Marshall McLuhan: “The medium is the message”. Veel erfgoed wordt bekeken vanuit het verhaal, storytelling. Maar voor dit erfgoed lijkt het ook heel

belangrijk om onderzoek te doen naar het medium. Dit is met elkaar vervlochten. Het “overleven” van een werk is daarbij afhankelijk van het gebruikte medium. Een schilderij verandert niet namelijk niet zomaar, maar het digitale medium wel. Het is mogelijk dat de techniek van het medium veroudert of verdwijnt waardoor het erfgoed er ook mee verloren raakt. Ook het maken van een selectie voor onderzoek en gebruik in de toekomst brengt complicaties met zich mee. Normaal kijk je 50 jaar terug en dan is de waarde in te schatten, maar bij digitale werken moet je al aan de slag als het werk nog niet lang bestaat. Daarnaast blijkt uit de praktijk dat er niet één uniforme wijze is om een object of kunstwerk te archiveren, dus moet er rekening worden gehouden met het onderzoek en gebruik in de toekomst wanneer een objecten of stuk nu wordt gearchiveerd. Ook moet altijd in beschouwing worden gehouden voor wie het object en de nalatenschap van de kunstenaar toegankelijk wordt gemaakt. Onderzoek naar de verschillende soorten media is daarom essentieel voor het zorgvuldig en consequent kunnen bewaren van digitaal erfgoed.

(6)

Digitalisering en digitaal erfgoed: The Black Archives

Mitchell Esajas presenteerde voor The Black Archives een casus over Digitalisering en digitaal erfgoed. In de gesprekken kwam naar voren dat digitalisering een tijdrovend proces is dat vakkennis en nauwkeurigheid veronderstelt. Voor een organisatie als The Black Archives, die grotendeels draait op vrijwilligers, is het daarom lastig om grootschalige digitalisering te realiseren. Open-source

software en crowdsourcing-acties als ‘Vele Handen’ zouden dit kunnen veranderen. Het heeft veel opgeleverd om in groepen in gesprek te gaan over oplossingen voor de uitdagingen die digitalisering met zich meebrengt. Het werd duidelijk hoe belangrijk digitalisering is om andere, onderdrukte stemmen uit het verleden te laten horen.

De toekomst van erfgoedzorg en -beleving: STIPO

De deelsessie over De toekomst van erfgoedzorg- en beleving door STIPO werd gepresenteerd door Siënna Veelders. STIPO biedt een open venster op een betere stad en bestaat uit een multidisciplinair team voor stedelijke ontwikkeling, gedreven door duurzame kwaliteit en menselijke maat. De casus die werd gepresenteerd over de samenwerking met experts uit Griekenland, Italië en Nederland aan erfgoed-bewustwording als drijfveer voor actieve netwerken heet HADriAN (Heritage Awareness Driving Active Networks).

Het ontwikkelen van de educatieve tools van het project HADriAN vindt plaats samen met uiteindelijke gebruikers (docenten en scholieren) en lokale kenners. Daarmee worden de erfgoedexperts op scherp gezet en kunnen zij tijdens het ontwikkelproces aanpassingen doen en toetsen of het product

uiteindelijk gaat werken.

In het gesprek werd deze aanpak omarmd en werd geconstateerd dat binnen erfgoedprojecten kennis van erfgoedexperts en lokale kennis allebei nodig is. Afhankelijk van de doelstelling van het project wordt de waarde van de inbreng van lokale kennis bepaald. Soms kan deze bijdrage erg emotioneel zijn, bijvoorbeeld wanneer het project een plaats van betekenis of de historische leefomgeving wijzigt.

Maar ook die reacties zijn van waarde. Lokale kennis en inbreng zijn nodig voor de binding van je project met de omgeving. Ook heeft een erfgoedproject langduriger positief effect op het erfgoed door het vergroten van de betrokkenheid.

De toekomst van erfgoedzorg en -beleving: Stadmakerscoöperatie en Landschap Erfgoed Utrecht

De casus en deelsessie van Marianne Visser (Landschap Erfgoed Utrecht) en Floor Ziegler (Stadmaker) start bij een bijzonder erfgoed: de buitenplaats. In een korte inleiding kregen de deelnemers een beeld van buitenplaatsen en landgoederen als locaties waar alle erfgoedwaarden samen komen. Archeologisch, landschappelijke en monumentale waarden. Locaties waar ook grote maatschappelijke opgaven liggen. Stadmaker Floor Ziegler vertelde dat door het creëren van plekken voor creatieve en sociale initiatiefnemers in combinatie met de lokale gemeenschap de vitaliteit van buitenplaatsen kan worden vergroot. Het gevolg: een levendig gesprek met voor sommige deelnemers nieuwe inzichten en perspectief over hoe de omgang met erfgoed ook kan. Denk aan onderwerpen en ideeën als een ‘ritmische culturele agenda’, het ‘weggeven van vertrouwen’, plekken als

inspiratiebron, de stadmaker is eigenlijk ook een dorpsmaker en het ontstaan van gemeenschappen met kunst en cultuur als verbinding. Het creëert draagvlak en vooral gewoon DOEN!

De toekomst van erfgoedzorg en –beleving: Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde

Tijdens de deelsessie over De toekomst van erfgoedzorg en -beleving presenteerde Tibisay Sankatsing Nava van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde (KITLV) de casus

‘Atelier KITLV: Experimental Knowledge in Art, Activism, and Academia’. In dit project wordt aandacht besteed aan sociaal of historisch engagement van kunstwerken en de sociale, maatschappelijke of politieke rol van kunst.

In de deelsessie werden deelnemers door Tibisay ter inleiding meegenomen in de achtergrond en motivatie van het KITLV, evenals in de oprichting van het nieuwe project ‘Atelier KITLV’. Daarna ging de sessie over in een dialoog tussen de deelnemers over de mogelijke kaders waarin het KITLV werkt en waar volgens hen de aansluiting met mogelijke partners uit bijvoorbeeld het erfgoedveld, de journalistiek of kunstensector ligt. Hoe kan het KITLV een brug bouwen en deze werelden

samenbrengen in hun atelier? En in hoeverre is het atelier KITLV daarin exemplarisch? Hoe wordt een dergelijke handreiking laagdrempelig genoeg gemaakt om een diversiteit aan mensen te betrekken?

Waar hebben mensen uit verschillende disciplines zelf behoefte aan?

Uit het gesprek bleek dat het vooral belangrijk is om kaders niet té strak vast te leggen voor de start van het project. Persoonlijke geschiedenissen, oral history projecten en niet-traditionele werkvormen

(7)

vanuit mogelijke partners kunnen namelijk zeer positief bijdragen aan de vorming van dit kader, dat hoeft niet volledig door het KITLV zelf gevormd te worden maar ontstaat juist door samenwerking. Dit is ook een wens van het KITLV. Vooral de ontmoeting tussen het intuïtieve en performatieve van kunstenaars, het wetenschappelijke en theoretische van onderzoekers en de persoonlijke verhalen van mensen kunnen bijdragen aan een bloeiend Atelier KITLV. Vanuit kunstenaars die deelnamen aan de sessie werd vooral de behoefte uitgesproken aan dergelijke initiatieven omdat die het mogelijk maken voor kunstenaars om op hun eigen manier onderzoek te doen en niet vast te lopen op het leveren van een wetenschappelijk eindproduct zoals een thesis.

Never waste a good crisis: Nationale Monumentenorganisatie

Wat kun je doen om een monument in crisis er weer bovenop te helpen, in dit geval een monument in zwaar weer door corona? Marlo Reeders van Nationale Monumentenorganisatie schetst een situatie in een fictief maar exemplarisch monument. Met een rollenspel worden de belangen van verschillende stakeholders besproken. Denk hierbij aan de rol van publiek dat in deze tijd bereikt moet worden via het internet. Er liggen kansen voor nieuwe doelgroepen zoals jongeren die via social media betrokken kunnen worden, en bijvoorbeeld een programma voor de allerjongsten die buiten vrij kunnen

bewegen. Juist in deze tijd blijft het van belang om zichtbaar te blijven door bijvoorbeeld de eigen website up to date te houden om zo publiek geëngageerd te houden.

Daarnaast zijn vrijwilligers essentieel voor alledaagse werkzaamheden en verdienen extra zorg en aandacht. Ook deze groep kan in een nieuwe, meer hybride, vorm worden benaderd. Flits- of flexvrijwilligers zijn nieuwe rollen in het uitoefenen van vrijwilligerswerk. Ook samenwerkingen met andere erfgoedinstellingen blijft in deze tijd van cruciaal belang. Om toch programma aan te kunnen bieden is het bijvoorbeeld mogelijk om met lokale natuurorganisaties in gesprek te gaan voor

buitenprojecten, of een om een lokale kunstenaars uit te nodigen voor een residency om zo reuring te creëren.

Het is goed om ieders belangen en afwegingen aan te horen maar dat moet niet verlammend gaan werken. Zolang iedereen meegenomen wordt in plannen, en de stip op de horizon duidelijk te houden, is het mogelijk om ook in deze tijd in te zetten om dat wat een organisatie uniek maakt om zo nieuwe kansen te creëren.

Never waste a good crisis: Netwerk Digitaal Erfgoed en Stadsarchief Amsterdam

De casus tijdens de deelsessie “Never waste a good crisis: erfgoed na Corona, Archiveren tijdens en na Corona” van het Netwerk Digitaal Erfgoed (NDE) en Stadsarchief Amsterdam werd gepresenteerd door Marcel Ras en Mirjam Schaap. De casus ging over het belang van archiveren van social media berichten, de rol die het archief hierin heeft, de problemen en de kansen. Social media vormt een unieke bron van informatie. De berichten zijn vaak spontaan en vormen een breed palet aan meningen en discussies gedagen vanuit de “gehele samenleving”. De berichten gaan soms een eigen leven leiden en worden zodoende weer een uiting van protest of juist eenheid. Ondanks het grote bereik en de impact dat een social media bericht kan veroorzaken, zijn de berichten

allesbehalve duurzaam. Berichten worden verwijderd of verdwijnen in de stroom. Daarnaast is het bij de archivering van groot belang dat niet alleen het originele bericht wordt bewaard, maar ook de daar bijbehorende discussie/commentaren. Het Stadsarchief Amsterdam is in de Coronaperiode aan de slag gegaan met het archiveren van Twitter en Instagram-berichten over Corona in Amsterdam.

Hierbij is niet enkel de vraag hoe het archief selecteert, maar ook de juridische en ethische kaders zijn afwijkend in vergelijking tot de normale werkzaamheden. Het vluchtige karakter maakt de social media-berichten tot een bijzondere spiegel voor wat leeft in de samenleving, maar het archiveren hiervan vraagt nieuwe kennis, ethische en juridische kaders en meer investering in het onderzoek hierna. Begin maart zijn de eerste onderzoeksresultaten van het NDE terug te vinden op hun website.

Publiek en (erfgoed)vrijwilligers: RCE Landschap

Voor het thema Publiek en (erfgoed)vrijwilligers werd de Monitor Landschap als casus voorgelegd door Henk Alkemade van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Door verrommeling en zorgen over de kwaliteit van het Nederlands landschap is aandacht van zowel publiek als de politiek ontstaan afgelopen jaren. Dit resulteerde in een wens van de Tweede Kamer om inzicht te krijgen in

verandering van het landschap. De tool die daarvoor ontwikkeld is, is de Monitor Landschap die de verandering in het landschap visueel moet weergeven. Naast de algemene kaart is nog de vraag of het nog aan andere onderdelen te koppelen is, zoals aardkundige waarde, biodiversiteit en detaillering van een bepaald element. Ook kan worden nagedacht over de interessante opgave hoe publiek betrokken kan worden om te helpen met het invullen van deze monitor. De problematiek van het ontbreken van kennis werd deels door de samenleving aangekaart en om dit op te lossen is een

(8)

benadering van bovenaf (beleidsmatig) en van onderaf (samenleving) nodig voor input en draagvlak.

Om de veranderingen in het landschap binnen de publieke opinie onder de aandacht te brengen is storytelling erg belangrijk. Met zorg voor persoonlijke betekenis aan elementen wordt momenteel gewerkt aan de realisering van de monitor in de loop van dit jaar.

Publiek en (erfgoed)vrijwilligers: Verhalenhuis Belvedere

Linda Malherbe van Verhalenhuis Belvédère verzorgde een livestream waarbij ze middels een wandeling door het Verhalenhuis, van een (luister)expositie naar de keuken, enerzijds het belang van de plek, de inrichting, de context en de voorwaarden voor een actieve en hechte betrokkenheid van (een diversiteit aan) mensen en communities bij erfgoed wil laten zien. Anderzijds was er de

ontmoeting met beeldend kunstenaar Fenmei Hu als sleutelfiguur binnen de Aziatische gemeenschap, verbinder en community organiser. Duidelijk werd in dialoog met enkele deelnemers dat een

langdurige relatie van twee kanten - met een flexibele, open opstelling, met tijd, oprechte interesse, samen doen en ontdekken van kwaliteit en plezier, en in wederkerigheid, de betrokkenheid creëert voor de toekomst. Op deze wijze is de Chinese gemeenschap door ruim tien jaar samen te werken, op allerlei vlakken in de organisatie van het Verhalenhuis verweven.

Publiek en (erfgoed)vrijwilligers: Faro

De deelsessie getiteld ‘De mens centraal’ van Faro over Erfgoedparticipatie werd gepresenteerd door Specialist Participatie Margriet Nguyen en onderzoeksassistent Wilma Simons Richard. Het verdrag van Faro benadrukt de verbindende waarde van erfgoed en het belang van deelname van de samenleving. Erfgoed is een verbindend middel om participatie te stimuleren en aan te gaan. Veel organisaties werken al volgens de FARO-werkwijze zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Tijdens de sessie werden enkele vragen gedeeld en besproken, zoals wat het ratificeren van het Verdrag van Faro kan bijdragen, maar ook: hoe houd je de werkwijze duurzaam, aangezien erfgoedparticipatie binnen de organisatie opzetten ook kostbaar is en andere vaardigheden vereist? Of: hoe ontdek je de blinde vlekken met betrekking tot participatie en meerstemmigheid? Het bijzondere aan

erfgoedparticipatie is dat dit intrinsiek gedreven is en niet bedoeld als vraag om te kijken hoe je het beste voor een subsidie in aanmerking komt. Het moet niet te veel worden geïnstitutionaliseerd maar tegelijk wel duidelijk zijn wat de visie vanuit de overheid is wat betreft het behoud van erfgoed.

Behalve dat erfgoed volgens de Faro-werkwijze de aanzet kan zijn tot dialoog, kan door samenwerken met de samenleving juist ook een meerwaarde voor erfgoed behaald worden en herwaardering voor (museaal) erfgoed voortbrengen.

Publiek en (erfgoed)vrijwilligers: Van Gogh Museum

In de deelsessie van de categorie Publiek en (erfgoed)vrijwilligers, over het versterken van

betrokkenheid en community building, presenteerde Emma Swaan en Susan Aukema van het Van Gogh Museum het project ‘Van Gogh Verbindt’; over het betrekken van Amsterdamse jongeren met een biculturele achtergrond bij het Van Gogh Museum. De maatschappij verandert en er is steeds meer aandacht voor het aantrekken van een breed publiek. Musea willen aantrekkelijk blijven voor iedereen en moeten daarom inclusiever zijn. Het Van Gogh Museum wil nieuwe publieksgroepen die het museum nog niet goed kennen aantrekken met het vierjarig leerproject Van Gogh Verbindt, hiermee kan het museum aantrekkelijker worden gemaakt voor biculturele jongeren op tal van manieren. Daarnaast wil het museum niet alleen een divers publiek aantrekken, het wil ook intern inclusiever zijn. Dit doet het Van Gogh Museum door een HR-traject dat parallel loopt aan Van Gogh Verbindt. Tijdens deze deelsessie werden aan de deelnemers concrete vragen gesteld over de toekomst van Van Gogh verbindt en een inclusieve erfgoedsector. Hoe maak je bijvoorbeeld duidelijk als culturele instelling wat je al doet aan diversiteit en inclusie? Wat is er nodig voor duurzame inbedding van inclusie in een organisatie? En wat zijn concrete acties die het Van Gogh museum zou kunnen initiëren of doorzetten om duurzaam divers en inclusiever te worden? Een belangrijke

conclusie uit de sessie was dat musea toe moeten geven dat zij ook nog niet op alle fronten voldoende kennis hebben. Daarnaast is het vertrouwen in de mensen die jouw museum inclusiever kunnen maken erg belangrijk. Alle lagen van de organisatie moeten in een inclusief beleid worden betrokken, dus ook bijvoorbeeld in het hospitality team. Maak inclusie geen losse projecten, maar een structureel en duurzaam beleid, het moet vanzelfsprekend worden. Iedereen moet zich thuis voelen in het museum.

Publiek en (erfgoed)vrijwilligers: Tong Tong Fair

De Tong Tong Fair is een jaarlijks evenement waarbij aandacht besteed wordt aan het Indische erfgoed. Het evenement werd als opstapje gebruikt door Arnaud Kokosky Deforchaux en Leslie Boon

(9)

om met de sessie-deelnemers in gesprek te gaan over vrijwilligers. Hoe werf je ze en blijf je ze motiveren? Om daar antwoord op te krijgen werd aan de deelnemers gevraagd wat hun ervaringen zijn mijn vrijwilligerswerk. Uit beide sessies kwam naar voren dat een blijk van waardering geven zeer belangrijk is. In het geval van de Tong Tong Fair is het tevens zo dat de vrijwilligers een onvergetelijke ervaring opdoen. Dit is voor hen zelfs nog waardevoller dan de blijk van waardering. Deze ervaring bestaat niet alleen uit het uitvoeren van hun taken, maar ook uit de mogelijkheid om bezoeker te zijn.

Dit geeft hun een completer beeld van het evenement.

Codes en richtlijnen: Fair Practice Code

De deelsessie Codes en richtlijnen over de Fair Practice Code werd gehost door Anne Breure. Tijdens de sessies ging zij met de deelnemers in gesprek over de ontwikkeling en het gebruik van de Fair Practice Code en de wijze waarop deze gebruikt kan/moet worden na de tijd waarin covid-19 impact heeft gehad op de culturele sector. De rol van de Fair Practice Code in de tijd van wederopbouw van de sector werd besproken.

De Fair Practice Code is een basis voor bewustzijn over de omgang met werkenden in de culturele sector in de breedste zin van het woord. Het is sinds de komst van de code in 2017 een waardevol keurmerk geworden voor deze sector en bedrijven die duurzaam willen ondernemen doen er goed aan zich aan deze code serieus te nemen. Op de website van de Fair Practice Code wordt een Quickscan aangeboden waarmee verschillende typen werkenden in de culturele sector hun positie kunnen toetsen, maar ook extra informatie kunnen vinden die hen verder helpt in hun praktijk om zo handvatten te hebben om randvoorwaarden te kunnen bepalen. Er staan sterke waarden in de Code die je na moet streven, maar de praktisering ervan is spannend. Daarnaast is de ene instelling de andere niet. De code dient daarom als voorschrift en manier om een dialoog te starten. Hierbij is het ook belangrijk als professional om solidair te zijn aan de sector en bijvoorbeeld niet voor een te laag tarief te werken. Door een goed voorbeeld te geven en uit te leggen wat de Code is wordt het mogelijk om de gehele culturele sector bewust te maken van de kernwaarden van de Fair Practice Code.

Codes en richtlijnen: Musea Bekennen Kleur

Tijdens de sessies Codes en richtlijnen zijn belangrijke randvoorwaarden besproken voor een succesvolle samenwerking met een denktank van kleur. Vanuit haar werk voor Musea Bekennen Kleur heeft Aspha Bijnaar een casus opgeworpen waar over is gediscussieerd: “We hebben een tentoonstelling in de maak over een gevoelig historisch of maatschappelijk onderwerp en stellen een denktank van kleur aan.” Het liefst zou men zien dat de denktank van kleur vanaf het begin van het proces erbij geroepen wordt. Dit geeft de mensen van de denktank een eerlijke kans om mede te bepalen welke richting het concept op gaat, oftewel: hoe het verhaal verteld wordt.

Tijdens de deelsessies is gesproken over het delen van het eigenaarschap van de tentoonstelling en hoe de samenstelling van de denktank er dan ongeveer uit zou moeten zien. Op dit moment is een denktank vaak een vertegenwoordiging van mensen uit bepaalde gemeenschappen die zichzelf al profileren met het onderwerp. Binnen de groep kunnen leden elkaar vanuit hun expertise en

achtergrond versterken en gezamenlijk het gesprek tot een hoger niveau brengen. In potentie ligt er een enorme rijkdom aan nieuwe perspectieven die kennis over en maatschappelijke relevantie van het onderwerp vergroten. Als een instelling openstaat voor die andere blikken is er veel nieuws mogelijk.

Het is belangrijk om organisatie breed het fenomeen denktank te bespreken en samen tot goede omgangsvormen te komen. Er moet over nagedacht worden hoe je dit op een inclusieve manier kunt aanpakken, opdat het recht doet aan beide partijen. Een tip: wees van tevoren al transparant over de mate waarin het concept vastligt en in hoeverre het mag veranderen, wat er met het advies gedaan wordt en welke vergoeding er tegenover staat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

voorgesteld op 23 september 2014 De Kamer, gehoord de beraadslagingen, constaterende, dat de digitale technologie met the Internet of Things alles en iedereen met elkaar

[r]

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

heid enerzijds, indicatoren van maatschappelijke malaise en evaluaties van de gang van zaken in de samenleving anderzijds, zorgvuldig van elkaar moeten onderscheiden en

Dankzij een overzichtelijke structuur met front- offices onder één overkoepelend merk kan duidelijk worden welke diensten onontbeerlijk zijn voor de verbetering van

Dit document is tot stand gekomen in het kader van de verkenning van de directie B&I, ministerie van BZK, naar de betekenis van ontwikkelingen en trends in de samenleving voor