• No results found

Aanvullende ecologische holte inspectie 34 bomen Amsterdam. 27 maart 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aanvullende ecologische holte inspectie 34 bomen Amsterdam. 27 maart 2020"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aanvullende ecologische holte inspectie 34 bomen Amsterdam

27 maart 2020

(2)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

Verantwoording

Titel Aanvullende ecologische holte inspectie 34 bomen Amsterdam Opdrachtgever Verkeer en Openbare van gemeente Amsterdam

Projectleider Anno Drenth

Auteur(s) Jos Stofberg

Tweede lezer Adrie van Hooff

Uitvoering meet- en inspectiewerk Jos Stofberg, Stefan Sand

Projectnummer 1272412

Aantal pagina’s 15

Datum 24 maart 2020

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Inhoud

Tauw bv Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht T +31 30 28 24 82 4 E info.utrecht@tauw.com

(3)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

Inhoud

1 Inleiding ... 5

1.1 Achtergrond ... 5

1.2 Definitie ecologische waarde ... 5

1.3 Onderzoeksvragen ... 5

1.4 Leeswijzer ... 5

2 Werkwijze ... 6

2.1 Inleiding ... 6

2.2 Literatuurstudie ... 6

2.3 Quickscan en holte inspectie ... 6

2.4 Samenvatting en rapportage ... 6

3 Bevindingen literatuuronderzoek, quickscan en holte inspectie ... 7

3.1 Resultaten literatuuronderzoek ... 7

3.2 Quickscan en holte inspectie ... 7

3.2.1 Vleermuizen ... 7

3.2.2 Grondgebonden zoogdieren ... 8

3.2.3 Vogels – jaarrond beschermde soorten ... 8

4 Effecten kap of snoei van bomen op flora en fauna ... 9

4.1 Beschrijving mogelijke werkzaamheden ... 9

4.2 Totaal beoordeling ... 9

4.3 Vleermuizen ... 10

4.4 Grondgebonden zoogdieren ... 10

4.5 Algemene broedvogels ... 10

4.6 Vogels – jaarrond beschermde soorten ... 10

5 Vervolgstappen (maatregelen tijdens uitvoering, nader onderzoek en/of een ontheffingsnoodzaak) ... 11

5.1 Vervolgstappen ... 11

5.2 Algemene broedvogels ... 11

5.3 Grondgebonden zoogdieren ... 12

5.4 Vleermuizen zonder overtreding wet ... 12

5.5 Vleermuizen met overtreding wet ... 13

6 Conclusies en aanbevelingen... 14

(4)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

7 Literatuur ... 15

Bijlage 1 Definitieve Excel boomgegevens

(5)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

In opdracht van Verkeer en Openbare Ruimte van de gemeente Amsterdam (V&OR) heeft Tauw onderzoek gedaan naar de consequenties van de Wet natuurbescherming voor de kap en snoei van 34 bomen in Amsterdam. Deze bomen staan op een grotere lijst om gekapt of gesnoeid te worden vanuit veiligheidsoverwegingen. De gemeente Amsterdam heeft de vergunning al

afgegeven. Daarin staat dat gemeente Amsterdam de ecologische waarden respecteert en niet tot kap overgaat totdat deze waarden door experts gestaafd of ontkracht zijn.

1.2 Definitie ecologische waarde

De gemeente Amsterdam hanteert de volgende definitie voor de ecologische waarde van de boom:

“de waarde van de boom voor beschermde flora en fauna en overige zeldzame flora en fauna (conform de gedragscode flora en fauna Amsterdam) die afhankelijk zijn van de boom voor hun overleving (bijvoorbeeld soorten van de Rode lijst?)”

De 34 bomen hebben mogelijk een hoge ecologische waarde. De bomen bevatten mogelijk jaarrond beschermde nesten van vogels of holtes in de bomen die geschikt kunnen zijn als verblijf voor vleermuizen. Jaarrond beschermde nesten van vogels en leefgebieden van vleermuizen zijn beschermd. Dat wil zeggen dat kap van de bomen zonder een ontheffing van de wet niet mogelijk is.

1.3 Onderzoeksvragen

In de rapportage volgt het antwoord op de volgende vragen:

• Welke beschermde flora/fauna is aangetroffen op/in de boom?

• Wat is de beschermingsklasse voor de aangetroffen flora/fauna (rode lijst soorten, jaarrond beschermd)?

• Welke effecten treden er (mogelijk) op? In hoeverre is de beoogde ontwikkeling (mogelijk) strijdig met de Wnb?

• Wat zijn mitigerende maatregelen / benodigde ontheffingen of andere noodzakelijke maatregelen voor beschermde aangetroffen soorten als de gemeente een bepaalde boom toch moeten kappen?

• Vervolgstappen: Wat betekent dit voor de verdere planvorming en uitvoering?

1.4 Leeswijzer

Deze rapportage is als volgt opgebouwd:

• Werkwijze

• Bevindingen literatuuronderzoek, quickscan en holte inspectie

• Effecten kap van bomen op flora en fauna

• Vervolgstappen

• Conclusies en aanbevelingen

(6)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

2 Werkwijze

2.1 Inleiding

Het onderzoek is in drie onderdelen uitgevoerd.

1. Een literatuurstudie is uitgevoerd waarin de mogelijk aanwezige soorten zijn vastgesteld 2. Tijdens de quickscan en holte inspectie worden de bomen onderzocht op de (mogelijke)

aanwezigheid van deze soorten

3. De gegevens van de voorgaande fases worden samengevat en gekoppeld aan een advies per boom

2.2 Literatuurstudie

De gemeente heeft een gegevensbestand van de bomen aangeleverd. Aan de hand van deze informatie zijn regionale en landelijke verspreidingsatlassen geraadpleegd en is er gebruik gemaakt van de Nationale Databank Flora- en Fauna (NDFF). Hierna is inzichtelijk welke beschermde flora en fauna in de bomen aanwezig kunnen zijn.

De mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten is bepaald aan de hand van de volgende gegevens:

• De aangeleverde Exceloverzichten met specifieke boominformatie uit het programma Geovisia

• Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en -data en al uitgevoerde onderzoeken (zie ook H5)

• Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)

• Natuurkaart van Tauw (https://www.tauw.nl/op-welk-terrein/ecologie/ecoviewer.html)

Het doel van de literatuurstudie is om na te gaan welke beschermde soorten in of in de omgeving van het plangebied kunnen voorkomen.

2.3 Quickscan en holte inspectie

De ecoloog heeft tijdens de quickscan en holte inspectie gecontroleerd of de locatie voldoet aan eisen die soorten aan hun leefomgeving stellen (5 en 11 december 2019 en 19 februari 2020).

Ook kijkt de ecoloog naar aanwijzingen van de aanwezigheid (zichtwaarnemingen en sporen van terreingebruik, zoals holen, uitwerpselen, haren, prooi- of voedselresten). Elke boom is

onderzocht op mogelijke geschiktheid voor een beschermde soort. Met een verrekijker is er gezocht naar holtes en beschermde nesten van vogels. Twee boomklimmers hebben de bomen zo nodig beklommen. Boomklimwerk wordt standaard uitgevoerd met twee personen voor de veiligheid. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een ladder, klimgordel en touwen. Holtes worden bekeken met een inspectiecamera en kunnen zo op geschiktheid beoordeeld worden.

2.4 Samenvatting en rapportage

De resultaten van de literatuurstudie en de quickscan en holte inspectie worden samengevat. Per boom wordt een advies gegeven over de toekomstige fase waarin de boom kan worden

teruggebracht. Er wordt uiteengezet of er maatregelen of nader onderzoek benodigd is.

(7)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

3 Bevindingen literatuuronderzoek, quickscan en holte inspectie

3.1 Resultaten literatuuronderzoek

Aan de hand van verspreidingsatlassen en de NDFF zijn de nationaal en lokaal beschermde soorten die mogelijk kunnen voorkomen in Amsterdam vastgesteld. De soorten die in de te onderzoeken bomen kunnen voorkomen zijn weergegeven in tabel 3.1. Overige beschermde soorten worden niet verwacht omdat ze geen verblijfplaatsen in bomen hebben, of dat ze voor hun leefgebied niet afhankelijk zijn van bomen.

Tabel 3.1 Soorten die op basis van verspreidingsgegevens in of in de omgeving van het plangebied in bomen voor kunnen komen

Soortgroep Aanwezige soorten in omgeving

Vleermuizen Ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, gewone grootoorvleermuis, watervleermuis, baardvleermuis

Grondgebonden zoogdieren Boommarter, eekhoorn

Vogels - jaarrond beschermde soorten Ransuil, slechtvalk, wespendief, havik, buizerd, boomvalk, sperwer

3.2 Quickscan en holte inspectie

De resultaten van de quickscan staan in tabel 3.2. Van de 34 bomen zijn er veertien bomen die geen beschermde ecologische waarde hebben. Er is voor de kap of snoei van deze bomen geen nader onderzoek nodig. De overige twintig bomen vervullen mogelijk wel een beschermde ecologische functie.

Tabel 3.2 Soort onderzoek wat benodigd is en het aantal bomen

Onderzoek benodigd naar: Aantal bomen

Geen nader onderzoek nodig 14

Mogelijk ecologische waarde aanwezig 20

- Vleermuizen 17

- Vleermuizen, boommarter en eekhoorn 1

- Vleermuizen en eekhoorns 1

- Jaarrond beschermde nesten 1

3.2.1 Vleermuizen

Vleermuizen kunnen verblijfplaatsen hebben in bomen. Oude spechtenholen, takscheuren en onder loszittend bast kunnen een verblijfplaats vormen (figuur 3.1). Alle bomen die geschikt zijn bevonden staan in de tabel in bijlage 1.

(8)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

Figuur 3.1 Drie verschillende boomholtes die geschikt zijn voor vleermuizen

3.2.2 Grondgebonden zoogdieren

Boommarter en eekhoorn hebben verblijfplaatsen in boomholtes. Eekhoorn maakt zelf ook nesten in bomen. De meeste waarnemingen van eekhoorn en boommarter zijn gedaan in het zuidoosten van Amsterdam, met name in het Amsterdamse Bos. Tijdens de quickscan zijn er geen

waarnemingen gedaan van boommarters, eekhoorns of nesten van eekhoorns. Twee bomen hebben mogelijk geschikte verblijfplaatsen voor grondgebonden zoogdieren (zie tabel in bijlage 1).

3.2.3 Vogels – jaarrond beschermde soorten

Alle mogelijk aanwezige soorten kunnen tot broeden komen in bomen. Tijdens de quickscan is er gelet op nesten van jaarrond beschermde soorten. In één boom zat een mogelijk jaarrond beschermd nest (zie tabel in bijlage 1).

(9)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

4 Effecten kap of snoei van bomen op flora en fauna

De kap van bomen kan een effect hebben op de aanwezige flora en fauna. Sommige soorten zijn direct afhankelijk van bomen voor voedsel of bescherming. In dit hoofdstuk behandelen we de effecten van de kap of snoei van de 34 bomen op beschermde soorten.

4.1 Beschrijving mogelijke werkzaamheden

Van de twintig bomen met ecologische waarde is onderzocht welke gevolgen de resultaten van het onderzoek hebben op de geplande werkzaamheden. De gemeente heeft per boom bepaald tot welke fase de boom moet worden teruggebracht. We onderscheiden in Amsterdam de volgende fases bij bomen:

• Fase 0 behoud zonder reducerende maatregel (gevaarzetting nihil)

• Fase 1 reduceren gesteltakken en top (kandelaberen)

• Fase 2 verwijderen kroon

• Fase 3 reduceren stam

• Fase 4 vellen

Het is niet bekend tot welke fase de bomen worden teruggebracht. In de tabel in bijlage 1 staat per boom per fase het benodigd nader onderzoek.

4.2 Totaal beoordeling

Van de twintig bomen met een mogelijk ecologische waarde zijn er tien bomen waarbij extra maatregelen bij de uitvoer nodig zijn. Hier gelden beperkingen hoe of wanneer de uitvoering kan gebeuren. Dit wordt verder besproken in hoofdstuk zes. Voor de overige tien bomen is nader onderzoek nodig, voordat er werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Bijlage 1 bevat de definitieve tabel met de belangrijkste resultaten. De volledige tabel is te groot om bij te voegen en wordt als Excel bestand meegestuurd. Per boom en per fase wordt een advies gegeven over het benodigde onderzoek. In tabel 4.1 zijn de resultaten samengevat. In deze tabel is uitgegaan van minimale werkzaamheden aan de boom, namelijk terugbrengen tot fase 1.

Tabel 4.1 Soort onderzoek dat benodigd is bij werkzaamheden aan de boom tegenover het aantal bomen

Bevindingen holte inspectie Aantal bomen

Werken volgens de vastgestelde gedragscode. 14

Werkzaamheden uitvoeren met extra maatregelen 10

- Ten behoeve van vleermuizen 9

- Ten behoeve van vleermuizen en eekhoorn 1

Nader onderzoek is noodzakelijk 10

- Nader onderzoek naar vleermuizen 8

- Nader onderzoek naar vleermuizen, eekhoorn en boommarter 1

- Nader onderzoek naar jaarrond beschermd nest 1

(10)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

4.3 Vleermuizen

Vleermuizen zijn afhankelijk van bomen voor hun verblijfplaatsen. Ze kunnen verblijfplaatsen hebben in holtes, (tak)scheuren en onder loszittend schors. Niet elke holte of scheur is geschikt.

Tijdens de holte inspectie zijn alle bomen met mogelijke verblijfplaatsen voor vleermuizen geselecteerd. Bomen met een mogelijke verblijfplaats kunnen niet zomaar gekapt of gesnoeid worden. Nadelige gevolgen voor vleermuizen kunnen zijn:

• Vleermuizen worden mogelijk verstoord

• Vleermuizen worden gedood

• Verblijfplaatsen van vleermuizen worden vernietigd

Het is verboden om vleermuizen te storen/doden, of verblijfplaatsen te vernietigen. Dit is het geval bij negentien bomen. Het kappen van deze bomen heeft als resultaat een overtreding van de wet.

4.4 Grondgebonden zoogdieren

Boommarter en eekhoorn hebben verblijfplaatsen in bomen. Verblijfplaatsen zijn holtes of scheuren die groot genoeg zijn voor de bewuste soort. Eekhoorn kan ook nesten maken in de boom. De kap of snoei van de boom kan er voor zorgen dat verblijfplaatsen worden vernietigd en individuen worden gedood. Het is verboden boommarter of eekhoorn te doden of hun verblijfplaats te vernietigen. Dit is mogelijk het geval bij één boom voor boommarter en eekhoorn, en één boom voor eekhoorn.

4.5 Algemene broedvogels

Vogels gebruiken bomen om in te nestelen. De kap of snoei van bomen kan in gebruik zijnde nesten vernietigen of broedende vogels verstoren. Voor de kap of snoei van de boom moet een ter zake kundige worden geraadpleegd of een broedvogelcheck noodzakelijk is. Dit is het geval bij alle onderzochte bomen.

4.6 Vogels – jaarrond beschermde soorten

Jaarrond beschermde soorten vogels gebruiken bomen om in te nestelen. De nesten van deze soorten zijn het gehele jaar door beschermd, ook als ze niet in gebruik zijn. Bomen met een jaarrond beschermd nest kunnen niet zomaar gekapt of gesnoeid worden. Nadelige gevolgen voor jaarrond beschermde vogels kunnen zijn:

• Verstoring van broedende vogels

• Ongeschikt maken van het nest

• Vernietiging van nest

Dit is het geval bij één boom. De kap of onverantwoorde snoei van de boom heeft als resultaat een overtreding van de wet.

(11)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

5 Vervolgstappen (maatregelen tijdens uitvoering, nader onderzoek en/of een ontheffingsnoodzaak)

5.1 Vervolgstappen

Aan de hand van de resultaten van alle inspecties zijn we nagegaan op welke manier de boom teruggebracht kan worden, rekening houdend met de verplichte wet- en regelgeving. De volgende opties zijn daarbij mogelijk:

1. Er zijn mogelijk broedvogels aanwezig in de boom. Vooraf dient een ter zake kundige1 te worden gevraagd of een broedvogelcontrole noodzakelijk is. Er moet gewerkt worden volgens de gedragscode. (14 bomen)

2. Nader onderzoek moet uitwijzen of beschermde soorten aanwezig zijn in de boom.

Werkzaamheden aan de boom resulteert in een overtreding van de wet. Het aantonen van een beschermde soort heeft tot gevolg dat er ontheffing moet worden aangevraagd. Er dient ook rekening te worden gehouden met broedvogels (zie optie 1). (10 bomen)

3. Afhankelijk van de gewenste fase is nader onderzoek nodig (zie punt 2). Er zijn mogelijk beschermde vleermuizen, jaarrond nesten en/of grondgebonden zoogdieren aanwezig, maar met ecologische begeleiding en extra maatregelen tijdens de uitvoer is een overtreding op de wet te voorkomen. Er dient ook rekening te worden gehouden met broedvogels (zie optie 1).

(10 bomen)

5.2 Algemene broedvogels

Vogels kunnen gedurende het gehele jaar tot broeden komen in alle 34 bomen die onderzocht zijn (zie optie 1, par. 5.1). Het is daarom zaak om hier voorafgaand aan het werk rekening mee te houden. De kans op een broedgeval is het grootst in de periode maart t/m juli (dit wordt wel gezien als het reguliere broedseizoen). Een (periodieke) controle op nesten van broedvogels is voorafgaand aan de werkzaamheden noodzakelijk om overtreding van de wet te voorkomen. Als een broedgeval aanwezig is, dient een verstoringsvrije zone te worden aangehouden, waarbinnen gedurende de periode van broeden niet wordt gewerkt. De breedte van deze zone dient door een ter zake kundige te worden bepaald.

1 Een ter zake kundige is een deskundig persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis moet zijn opgedaan doordat de deskundige:

- Op HBO niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt ecologie; en/of

- Op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt natuurwetgeving, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of

- Als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groen Bureaus; en/of

- Zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties en/of zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van soortenmonitoring en/of bescherming.

(12)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

5.3 Grondgebonden zoogdieren

Nader onderzoek naar boommarter en eekhoorn is nodig voor boom 1544193. Nader onderzoek naar eekhoorn is mogelijk nodig voor boom 584738. Het onderzoek naar boommarter en eekhoorn vindt idealiter plaats in de actieve periode van maart tot september. Gedurende vier weken wordt met een camera geïnventariseerd.

Boom 1544193

De boom kan niet worden teruggebracht tot een andere fase zonder mogelijke verblijfplaatsen van eekhoorn of boommarter te vernietigen. Als tijdens het onderzoek verblijfplaatsen van boommarter of eekhoorn worden aangetroffen dient er ontheffing op de wet natuurbescherming aangevraagd te worden. Zie optie 3 (par. 5.1). Bij deze boom is ook onderzoek naar vleermuisverblijfplaatsen nodig.

Boom 584738

Als de geschikte holte voor eekhoorn behouden blijft, kan voor deze soort gewerkt worden volgens de gedragscode (zie ook par. 5.4). Als de holte niet behouden blijft is onderzoek nodig.

Als tijdens het onderzoek een verblijfplaats van eekhoorn wordt aangetroffen dient er ontheffing op de wet natuurbescherming aangevraagd te worden. Zie optie 3 (par. 5.1). Bij deze boom is ook onderzoek naar vleermuisverblijfplaatsen nodig

5.4 Vleermuizen zonder overtreding wet

In de definitieve tabel (bijlage 1 en meegestuurde Excel bestand) worden er verschillende vervolgstappen/maatregelen aangeraden. De vervolgstappen worden hieronder toegelicht. Voor negen bomen is optie 3 (zie par. 5.1) van toepassing.

Werken met gedragscode

Dit wordt genoemd in de gedragscode: Bomen met holten, spleten of rottingsgaten geschikt voor vleermuizen worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. Wij hebben de bomen beoordeeld, negen bomen zijn op kaart gezet. De holtes, scheuren en rottingsgaten worden ontzien bij de werkzaamheden. Dit is conform gedragscode van gemeente Amsterdam. Dit betekent dat de uitvoerder bij zijn werkzaamheden de te “verwijderen” onderdelen van een boom (waarbij de boom als element behouden blijft) markeert. De ecoloog (als ecologische

begeleiding2) controleert of men binnen de wet- en regelgeving werkt, waarbij de holte, scheur of rottingsgat behouden blijft. Bij akkoord van de ecoloog kan de uitvoerder bepaalde elementen van de boom verwijderen.

2 Onder de ecologische begeleiding wordt verstaan de fysieke aanwezigheid van een ter zake kundige ecoloog, die controleert of de gemarkeerde en te verwijderen onderdelen van de boom binnen de kaders van de wet- en regelgeving weg kunnen.

(13)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

Werken tijdens een periode met dagtemperatuur onder 5 graden Celsius

In de gedragscode is genoemd dat uitvoering van de werkzaamheden mogelijk is in de wintermaanden. Mogelijk zijn er, buiten de winterperiode, verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig in de boom. De verblijfplaatsen zijn echter niet geschikt als winterverblijfplaats. Tijdens een periode met vorst zijn er dan geen vleermuizen aanwezig in de boom. Zolang de

verblijfplaatsen zelf niet worden aangetast (dus behoud van een holte, scheur of rottingsgat) is het mogelijk werkzaamheden te verrichten aan de boom tijdens een periode met een dagtemperatuur onder 5 graden. De meeste boombewonende vleermuizen worden boven een temperatuur van 5 graden weer actief en kunnen in theorie dan alsnog in de onderhavige bomen verblijven

(vleermuisprotocol 2017). Daarom mag de boom niet boven de 5 graden worden gekapt.

5.5 Vleermuizen met overtreding wet

Onderzoek noodzakelijk

Er is nader onderzoek nodig voor tien bomen. Onderzoek naar de verblijfplaatsen van vleermuizen vindt plaats tijdens twee bezoeken in de periode juni tot en met half juli, en twee bezoeken in de periode half augustus tot oktober. Als tijdens dit onderzoek

vleermuisverblijfplaatsen worden aangetroffen dient er ontheffing op de wet Natuurbescherming aangevraagd te worden. Zie optie 2 (par. 5.1)

Voor de te kappen bomen is een overtreding van de wet te voorkomen door nader onderzoek uit te voeren. Als hieruit blijkt dat er geen beschermde soorten zitten is kap van de bomen mogelijk.

Als blijkt dat er beschermde soorten zicht bevinden in de boom, is een ontheffing van de wet noodzakelijk. Bij de te snoeien bomen is een overtreding van de wet te voorkomen door te werken volgens vastgestelde maatregelen. De vervolgstappen en maatregelen worden benoemd in hoofdstuk zes.

(14)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

6 Conclusies en aanbevelingen

Tauw heeft onderzoek gedaan naar de consequenties van de Wet natuurbescherming voor de kap en snoei van 34 bomen in Amsterdam. De definitieve tabel met resultaten is te vinden in bijlage 1. De volledige tabel is te groot als bijlage en is in een Excel bestand meegestuurd.

Na het uitvoeren van de quickscan en holte inspectie zijn de resultaten als volgt:

Van de 34 bomen

• Hebben veertien bomen geen beperkingen vanuit ecologie om de boom te kappen. Wel moet een ter zake kundige3 bepalen of een broedvogelcheck noodzakelijk is

• Hebben tien bomen specifieke eisen voor de kap of snoei omwille van vleermuizen. De werkzaamheden kunnen onder ecologische begeleiding worden uitgevoerd in een periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden Celsius

• Is voor de kap / snoei van negen bomen nader onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk om een overtreding van de wet te voorkomen

• Is bij de kap / snoei van één boom onderzoek naar jaarrond beschermde nesten noodzakelijk

• Is bij de kap / snoei van één boom onderzoek naar boommarter en eekhoorn noodzakelijk. Bij deze boom is ook onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk

• Is bij de kap / snoei van één boom onderzoek naar eekhoorn noodzakelijk. Bij deze boom is ook onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk

Vervolgstappen:

• Bij de werkzaamheden voor alle bomen moet er rekening worden gehouden met broedvogels.

Voorafgaand aan de kap dient een ter zake kundige² geraadpleegd te worden of een controle op nesten noodzakelijk is.

• Als de bomen met mogelijke verblijfplaatsen van vleermuizen gesnoeid gaan worden, waarbij de holtes behouden kunnen blijven, dan zijn de volgende maatregelen nodig:

- Uitvoering in een periode onder 5 graden Celsius - Wijze van snoei

- Behoud van de holtes

3 Een ter zake kundige is een deskundig persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis moet zijn opgedaan doordat de deskundige:

- Op HBO niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt ecologie; en/of

- Op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt natuurwetgeving, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of

- Als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groen Bureaus; en/of

- Zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties en/of zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van soortenmonitoring en/of bescherming.

(15)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

• Als de bomen met mogelijke verblijfplaatsen van vleermuizen of grondgebonden zoogdieren gekapt of gesnoeid gaan worden zonder behoud van de verblijfplaatsen dan is er mogelijke en overtreding van de wet. De vervolgstappen om deze overtreding te voorkomen zijn dan:

- Onderzoek uitvoeren naar de verblijfplaatsen van vleermuizen; twee bezoeken in de periode juni tot en met half juli, en twee bezoeken in de periode half augustus tot oktober o Als er verblijfplaatsen worden gevonden, dan moet er ontheffing op de wet

natuurbescherming worden aangevraagd

- Cameravalonderzoek uitvoeren naar grondgebonden zoogdieren tussen maart en september gedurende 4 weken

o Als er verblijfplaatsen van grondgebonden zoogdieren worden gevonden in de bomen, dan moet er ontheffing op de wet natuurbescherming worden aangevraagd

7 Literatuur

BIJ12, 2017. Kennisdocumenten beschermde soorten.

Broekhuizen S., K. Spoelstra, J.B.M. Thissen, K.J. Canters, J.C. Buys, 2016. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht.

Dietz, C. & A. Kiefer, 2017. Veldgids Vleermuizen van Europa, KNNV Uitgeverij, Zeist.

Vliegenthart, A. (2018). Waar zit de iepenpage in Amsterdam? – Verspreidingsonderzoek iepenpage 2017. Rapport VS2017.037, De Vlinderstichting, Wageningen

Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Vleermuisprotocol 2017.

Geraadpleegde internetwebsites:

www.floron.nl www.libellennet.nl www.ravon.nl www.sovon.nl

www.verspreidingsatlas.nl www.vleermuis.net www.vlindernet.nl

www.zoogdiervereniging.nl www.ndff-ecogrid.nl

(16)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

Bijlage 1 Definitieve Excel boomgegevens

(17)

Kenmerk R003-1272412JSF-V01-srb-NL

359374 Salix alba

'Liempde' Holte 1: Noordelijke dode zijtak op 10m hoogte, 5cm diameter, 10cm omhoog ingerot.

Holte 2: Noordelijke stam, 8m hoogte, 6cm diameter, 15 cm diep, 10cm hoog, 15cm naar beneden.

Holte 3: Dunne tak richting het water/westen, 6m hoog, 4cm, 10cm naar boven.

Holtes geschikt voor zomer- of paarverblijfplaats.

Kandelaberen is mogelijk zolang geschikte holtes behouden blijven.

Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

De kroon kan worden verwijderd zolang de holtes worden behouden. Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

Vleermuisonderzoek is nodig als de stam

wordt teruggezet. Vleermuisonderzoek is nodig als de boom gekapt gaat worden. Ja

486563 Aesculus hippocastan um 'Baumannii'

Holte 1: 3m hoogte in zuidelijke stam, 4cm diameter, 25cm diep, 15cm omhoog.

Holte 2: Horizontale tak richting pad, 3m hoogte, 5cm diameter, 20cm diep.

Losse bast en scheuren, zoals scheur aan de noordelijke kant van de boom loopt 20 cm omhoog.

Holtes en scheuren geschikt voor zomer- paar- en winterverblijfplaats.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

601579 Alnus incana

Geen geschikte holtes of jaarrond beschermde nesten.

Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee 447181 Salix alba

Geen geschikte holtes of jaarrond beschermde nesten.

Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee 353027 Salix alba De boom is dood en vormt een gevaar om te beklimmen.

Zeer waarschijnlijk zijn er geschikte holtes aanwezig. Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja 1548983 Salix alba

Holte 1: Noordelijke stam, hoogte 9m, diameter 3,5cm, 15 diep. Geschikt als zomer- en paarverblijfplaats.

Kandelaberen is mogelijk zolang geschikte holtes behouden blijven.

Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

De kroon kan worden verwijderd zolang de holtes worden behouden. Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

Vleermuisonderzoek is nodig als de stam

wordt teruggezet. Vleermuisonderzoek is nodig als de boom gekapt gaat worden. Ja

488307 Salix alba Holte 1: Dubbele ingang, op 6m hoogte, 6cm aan één kant, 15cm bij 30cm aan andere kant, 1m omhoog, 40cm naar beneden.

Holte is geschikt voor kraam-, zomer- en paarverblijfplaats.

Kandelaberen is mogelijk zolang geschikte holtes behouden blijven.

Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

De kroon kan worden verwijderd zolang de holtes worden behouden. Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

Vleermuisonderzoek is nodig als de stam

wordt teruggezet. Vleermuisonderzoek is nodig als de boom gekapt gaat worden. Ja

476321 Aesculus hippocastan um 'Baumannii'

Holte 1: Eerste dikke tak uit stam, 4m hoogte, 15cm diameter, scheur loopt 1m omhoog.

Zomer-, kraam-, paar- en winterverblijfplaats

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

1539497 Alnus incana

Geen geschikte holtes of jaarrond beschermde nesten.

Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee 560783 Alnus

glutinosa Holtes: vanaf 2,5m meerdere holtes die in elkaar over lopen tot 4m hoogte. Holtes zijn geschikt voor zomer- en paarverblijf.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

596638 Fraxinus excelsior

Nest op 12m hoogte in de kroon.

Kandelaberen is mogelijk zolang het nest behouden blijft en buiten het broedseizoen gewerkt wordt.

Onderzoek naar vogels met jaarrond beschermde nesten is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar vogels met jaarrond beschermde nesten is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar vogels met jaarrond beschermde nesten is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

389574 Salix sepulcralis 'Chrysocom a'

Holte 1: Stam op 3,5m hoogte, 10cm diameter, 50cm omhoog en naar beneden, holte strekt zich uit over de hele stam. Mogelijk zomer- of paarverblijf, te open voor overige functies.

Loszittend schors op 5m, mogelijk zomer of paarverblijf.

Holtes bovenin de boom zijn ongeschikt.

Kandelaberen is mogelijk zolang geschikte holtes behouden blijven.

Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

De kroon kan worden verwijderd zolang de holtes worden behouden. Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

Vleermuisonderzoek is nodig als de stam

wordt teruggezet. Vleermuisonderzoek is nodig als de boom gekapt gaat worden. Ja

362754 Populus canadensis 'Robusta'

Holte 1: Stam op 2m hoogte, holte 2,5 bij 3,5cm, 40cm diep, 20cm hoog.

Holte geschikt voor alle kraam-, zomer-, paar- en winterverblijfplaats.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

456424 Populus

nigra Geen geschikte holtes of jaarrond beschermde nesten. Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee 360878 Salix alba Geen geschikte holtes of jaarrond beschermde nesten. Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee 463256 Salix alba Holte 1: Oostelijke stam/zijtak op 7m hoogte, holte

ongeschikt, alleen nat gat.

Holte 2: Oostelijke stam op 9m, 5cm diameter, 10cm diep. Holte ongeschikt als vleermuisverblijfplaats.

Holte 3: Westelijke stam, 6cm diameter, loopt 60cm omhoog, maar is onderaan nat. Holte is geschikt als verblijfplaats als zomer- en paarverblijfplaats.

Kandelaberen is mogelijk zolang geschikte holtes behouden blijven.

Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

De kroon kan worden verwijderd zolang de holtes worden behouden. Uitvoering moet plaats vinden in periode met een dagtemperatuur onder de 5 graden.

Vleermuisonderzoek is nodig als de stam

wordt teruggezet. Vleermuisonderzoek is nodig als de boom gekapt gaat worden. Ja

427724 Populus

canadensis Grote holte op 9m hoogte in stam, holte 15 bij 40cm hoog, holte is 1m naar boven ingerot. Holte is geschikt voor kraam-, zomer-, paar- en winterverblijfplaats.

Scheur in stam van 0 tot 2m hoogte, breedte 1 a 2cm.

Geschikt voor zomer-, paar-, of winterverblijfplaats.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Vleermuisonderzoek is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

593599 Robinia pseudoacaci a 'Bessoniana

Holte op 6m hoogte in dode zijtak. Holte is niet doorgerot naar boven en ongeschikt als vleermuisverblijfplaats.

Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het

broedseizoen wel letten op broedvogels.Geen voorwaarden, maar tijdens het broedseizoen wel letten op broedvogels.Nee

1544193 Tilia cordata De gehele stam bestaat uit holtes en heeft los schors.

Vooral boven in de boom zitten veel dode stukken. In één holte bevindt zich een nest. Eén holte heeft een oud wespennest. Kraam-, zomer-, paar- en winterverblijfplaatsen mogelijk. Ook boommarter of eekhoorn hebben mogelijk een verblijfplaats in deze boom.

Onderzoek naar vleermuizen, boommarter en eekhoorn is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar vleermuizen, boommarter en eekhoorn is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar vleermuizen, boommarter en eekhoorn is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Onderzoek naar vleermuizen, boommarter en eekhoorn is benodigd voordat er werkzaamheden aan de boom kunnen plaatsvinden.

Ja

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdelijke schadelijke effecten door uitvoering van de werkzaamheden op bezette nesten van niet jaarrond beschermde nesten van vogels (indien aanwezig) zijn onder andere te

Tijdens de QuickScan zijn geen beschermde reptielen waargenomen, deze worden ook niet verwacht. Tijdens de veldronde zijn geen geschikte biotopen voor

Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of de voorgenomen ingreep gevolgen heeft voor jaarrond beschermde nesten van huismus, gierzwaluw, steenuil, kerkuil, nesten en leefgebied

Tijdelijke schadelijke effecten door uitvoering van de werkzaamheden op bezette nesten van – in dezen – algemene vogels met niet jaarrond beschermde nesten zijn onder andere

Binnen het plangebied zijn geen jaarrond beschermde nesten of geschikte locaties voor jaarrond beschermde nesten aangetroffen. Jaarrond beschermde nesten worden daarom niet

Potenties voor vaste rust- en verblijfplaatsen of essentieel leefgebied van habitatrichtlijnsoorten, vogels met jaarrond beschermde nesten of niet vrijgestelde nationaal

Indien deze aanwezig zijn dient te worden nagegaan of deze geschikt zijn als verblijfplaats voor vleermuizen. - Ga tijdig na of jaarrond beschermde nesten van vogels aanwezig zijn

 Binnen het plangebied zijn geen beschermde soorten vaatplanten, vogels met jaarrond be- schermde nesten, vissen, reptielen, en overige ongewervelden (zoals bijv.. en libellen)