Eindverslag van de inspraakprocedure betreffende nieuwe beleidsregels voor erfafscheidingen en toegangspoorten.
De procedure
Op 11 december 2008 is de inspraakprocedure gepubliceerd in het huis aan huisblad Laardercourant De Bel. De inspraaktermijn is opengesteld van 12 december 2008 tot en met 30 januari 2009. Deze termijn is langer dan de wettelijke termijn van 6 weken, maar dat heeft te maken met het feit dat het BEL kantoor tijdens de verhuizing van Blaricum naar Eemnes gedurende enkele dagen gesloten zou zijn. Toen bleek dat die verhuizing werd uitgesteld is op 8 januari 2009 gepubliceerd dat de stukken gewoon in Blaricum ter inzage bleven liggen.
Tegelijkertijd met de publicatie in de Laardercourant De Bel heeft de publicatie ook op de gemeentelijke website gestaan. Vanaf de website was de brochure met de nieuwe beleidsregels ook in te zien.
Verder is er samen met de publicaties een persbericht uitgebracht. Dat persbericht is door de Laarder Courant De Bel geplaatst. Bewoners die al eerder een brief over hun illegale
erfafscheiding hadden ontvangen zijn persoonlijk bericht over de inspraakprocedure.
Er zijn binnen de termijn 5 schriftelijke inspraakreacties ontvangen. Er is geen mondelinge inspraakreactie ontvangen. Gedurende de inspraaktermijn zijn ongeveer 20 mensen bij de balie Vergunningen en Handhaving geweest om de stukken in te zien. Bewoners die kwamen informeren naar de bouwmogelijkheden voor erfafscheidingen werden gewezen op de concept beleidsplannen. Hoe vaak de stukken op de website zijn geraadpleegd is niet bekend.
De ingediende zienswijzen
De volgende personen hebben zienswijzen ingediend:
1. De heer Oberman te Blaricum;
2. De heer Geesink te Blaricum;
3. De heer Smit te Blaricum;
4. De heer Bogaers te Laren;
5. De heer Mouissi te Blaricum.
Reactie op de ingediende zienswijzen
Ontvankelijkheid
Alle reacties zijn binnen de inspraaktermijn, dat wil zeggen tussen 12 december 2008 en 31 januari 2009 ontvangen. Volgens de Inspraakverordening gemeente Blaricum 2006 wordt inspraak verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
De heren Oberman, Geesink, Smit en Mouissi zijn als inwoner van Blaricum ontvankelijk. De heer Bogaers is geen ingezetene van Blaricum. Als advocaat vertegenwoordigt de heer Bogaers vaker inwoners van Blaricum. Uit de zienswijze blijkt echter niet dat hij hier namens een inwoner van Blaricum of een belanghebbende optreedt. Verder is de heer Bogaers geen eigenaar of gebruiker van een perceel in Blaricum waardoor hij een persoonlijk belang zou hebben bij het voorgestelde beleid voor erfafscheidingen en toegangspoorten. Nu de heer Bogaers geen inwoner en geen belanghebbende is kan hij formeel geen zienswijze indienen.
Voor de volledigheid wordt hier wel ingegaan op de kern van zijn argumenten.
De heer Oberman
Zienswijze 1. Er is een toegangspoort voor het voetpad naar de voordeur. Bij deze toegangspoort is gekeken naar de direct omgeving in het
dorpscentrum waar vele gelijksoortige toegangspoorten staan.
2. Vanuit de Schoolstraat komen veel autogassen van rijdende auto’s en van stationair draaiende motoren. De poort helpt de stank te
voorkomen.
3. Er worden vaak vuilcontainers in brand gestoken, er wordt brand
gesticht in woningen en er wordt regelmatig ingebroken in huizen en auto’s. Dankzij de gesloten poort zijn de vuilcontainers nu niet te zien vanaf de weg. Met een laag transparant hek kunnen bewoners makkelijk begluurd worden door ongewenste personen.
4. Gedurende dagen als Koninginnedag en de kermisweek is de behoefte aan privacy en veiligheid extra groot.
5. Loslopende honden kunnen de tuin in door over een laag hek te springen.
6. De poort houdt kinderen binnen de tuin en op veilige afstand van de weg.
7. Ook de huidige, gesloten poort waarborgt de sociale controle. Er zijn afspraken met de buren over gemaakt.
Reactie 1. De toegangspoort is een gesloten toegangspoort. De huidige
welstandsregels laten gesloten toegangspoorten ook niet toe. Er moet een minimale transparantie van 50% zijn. Mogelijk zijn de gesloten toegangspoorten in de omgeving ook zonder vergunning gebouwd.
De transparantie van toegangspoorten is nu en in de toekomst een belangrijk onderdeel van de welstandsregels omdat gesloten poorten een ongastvrij en ongewenst beeld geven in de openbare ruimte.
2. Het argument in deze individuele situatie is begrijpelijk. Echter, gesloten poorten geven een zeer ongewenst beeld. Mogelijk dat beplanting kan helpen.
3. Ook met een transparante poort kan brandstichting worden
voorkomen. En zeker brandstichting en inbraak in woningen kan even goed met een transparante poort worden voorkomen. Voor een hekwerk komt een haag te staan waardoor er minder inkijk is door ongewenste personen.
4. Openbare orde problemen bij evenementen moeten bij de betreffende evenementen worden opgelost. Een transparante poort op 1,5 meter uit de erfgrens biedt ook voldoende veiligheid.
5. Het is aan de eigenaar van een hond om daarop toe te zien. Een transparante poort op 1,5 meter uit de erfgrens voldoet ook.
6. Een poort van 1 meter hoog is voor kleine kinderen al heel hoog. Een transparante poort op 1,5 uit de erfgrens biedt ook voldoende
veiligheid voor de kinderen.
7. Aan sociale controle nemen niet alleen de buren deel, maar iedereen in de openbare ruimte.
Veel argumenten gelden mogelijk voor deze specifieke situatie, maar geven niet voldoende aanleiding om het beleid voor heel Blaricum te wijzigen. Het belang van een open en gastvrije uitstraling in de openbare ruimte achten wij hoger.
De inspraakreactie leidt niet tot een aanpassing van het beleidsvoornemen.
De heer Geesink
Zienswijze 1. “De vereiste relatie met het hoofdgebouw” is een subjectief begrip.
2. De hoogte van 1 meter vergunningvrij is onrealistisch. Dat zou minimaal 1,4 meter moeten zijn vanwege de veiligheid.
3. Het terugplaatsen met 1,5 meter wanneer het hek hoger is dan 1 meter zal Blaricum een krampachtige uitstraling geven. Dat is niet wat bewoners willen.
Reactie 1. De belangrijkste criteria zijn de overige criteria. Echter, sommige ontwerpen kunnen zodanig detoneren dat er behoefte is aan een extra toets. De bedoeling is om terughoudend met deze toets om te gaan.
2. Het is landelijke wetgeving neergelegd in het Besluit
bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken waarin staat dat er tot een hoogte van 1 meter geen vergunning nodig is. Het is wettelijk verplicht om bij elke erfafscheiding boven 1 meter een bouwvergunning aan te vragen.
3. Het terugplaatsen van 1,5 meter bij hogere hekwerken leidt ertoe dat er een ruimer beeld in de openbare ruimte ontstaat. In de gebieden waar dat reeds het geval is geeft dit een prettige uitstraling.
De inspraakreactie leidt niet tot een aanpassing van het beleidsvoornemen.
De heer Smit
Zienswijze 1. De afstand van 1,5 meter voor poorten is wellicht mogelijk bij grote percelen, maar is niet reëel bij kleine percelen. De excessen die de reden hebben gevormd tot extra aandacht doen zich voor op de grotere percelen. De situatie op en rond de Schoolstraat is heel anders. Deze buurt is ook heel anders van karakter dan de hekken en toegangspoorten in de brochure.
2. De verkeerssituatie aan de Schoolstraat noodzaakt de bewoners om een veilige toegangspoort met een haakje op 1,8m hoogte te hebben.
Nu wordt alleen voor de toegangspoorten terug gegrepen op de historie van “karakteristiek Blaricum”. Het zou goed zijn als er ook t.a.v. de verkeersveiligheid, criminaliteit en vernielzucht wordt teruggegrepen op de historie.
3. Bij evenementen in het Oude Dorp is er veel overlast van mensen die hun natuurlijke behoefte doen, afval en vernielingen. Een hogere poort direct op de erfgrens zorgt ervoor dat al deze overlast niet te ver op het eigen terrein komt.
4. Het terugplaatsen van de poort betekent een lelijke deuk in de huidige doorlopende lijn langs de erfgrens. Daardoor komen nu ook de kliko’s in het zicht. Het dreigt een situatie te worden als bij populaire
parkeerplaatsen op eigen perceel; alles wordt weggemaaid, er wordt goedkoop grind gestort en er komen goedkope coniferen omheen.
5. In de stukken staat dat de hekken en poorten een relatief klein onderwerp zijn, maar ruimtelijk gezien wel zeer beeldbepalend. De last voor de bewoners is disproportioneel. Er zijn vele andere inbreuken op het karakteristiek van Blaricum zoals illegale
grootschalige uitbreiding van panden, nieuwbouw, te hard rijden door auto’s en fout parkeren. Als je consequent bent in het terughalen van het karakteristiek van Blaricum dan zou je auto’s moeten verbieden en de AH en de Red Sun moeten sluiten. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Reactie 1. Er wordt gestreefd naar een duidelijk en helder beleid. Over het algemeen lenen de kleinere percelen zich niet voor een hoge erfafscheiding. Kleinere percelen mogen wel altijd hoge beplanting zoals hagen op de erfafscheiding plaatsen. Hoge hagen geven een minder negatieve indruk dan hoge hekken.
2. Een transparante toegangspoort op 1,5 meter uit de erfgrens mag tot 2 meter hoog worden gebouwd en biedt ook voldoende veiligheid.
Uitgangspunt is de uitstraling in de openbare ruimte. Een dichte poort direct aan de straat versterkt het ongastvrije beeld en dat is niet het straatbeeld dat wordt nagestreefd.
3. Overlast bij evenementen moet bij het evenement worden opgelost, bijvoorbeeld door het plaatsen van extra afvalbakken en toiletten tijdens deze evenementen. De situatie bij een evenement kan geen reden zijn om het hele jaar een ongewenst, onvriendelijk beeld te creëren in de openbare ruimte.
4. Het terugplaatsen van een transparante poort cre”eert een
vriendelijker beeld in de openbare ruimte. Hoge poorten direct aan de weg versterken een ongastvrij beeld. In het oude dorp zijn de tuinen en woningen kleinschalig. Er zijn goede voorbeelden van voortuinen met een lage erfafscheiding die het bebouwde, dorpse karakter verstevigen.
5. Het is niet de bedoeling om alles in Blaricum te bevriezen en geen ontwikkelingen meer mogelijk te maken. Waar het kan wil de
gemeente echter het karakteristieke beeld van Blaricum in de openbare ruimte verstevigen.
De inspraakreactie leidt niet tot een aanpassing van het beleidsvoornemen.
De heer Mouissi
Zienswijze 1. Door de sterk toenemende criminaliteit in Blaricum is er grote behoefte om het erf goed te kunnen afsluiten.
2. Er wordt geen hoogte gegeven voor de haag. Daardoor is het mogelijk om een onbeperkt hoge haag te planten. Er zijn nu al voorbeelden van bewoners die hoog opgaande bomen op de erfgrens planten waardoor de bewoners van buurpanden nadeel ondervinden.
3. In andere gemeenten zijn regels voor het plaatsen van hagen en bomen op de erfgrens. In Blaricum zijn die regels er helaas niet.
Reactie 1. Het erf kan altijd worden afgesloten met een hek tot 2 meter hoog, mits dat hek op 1,5 meter achter de erfgrens staat. In plaats van een hek mag er op de erfgrens wel beplanting worden aangebracht zoals een haag.
2. Er zijn inderdaad geen maximale afmetingen van hagen vastgelegd.
Bomen mogen op de erfgrens worden geplant. Wanneer buren daar last van ondervinden is het een zaak van de buren onderling. De gemeente heeft daar geen regels voor gesteld.
3. Gemeenten kunnen er voor kiezen om in de Algemene plaatselijke verordening (APV) regels op te nemen over de afstand die bomen, heesters, heggen en planten moeten hebben ten opzichte van een ander erf. In de APV van Blaricum is daar geen beperking aan gesteld.
De inspraakreactie leidt niet tot een aanpassing van het beleidsvoornemen.
De heer Bogaers heeft een uitgebreide zienswijze ingediend. Hoewel zijn zienswijze niet ontvankelijk is (zie boven) wordt de kern van zijn zienswijze hieronder besproken.
De heer Bogaers
Zienswijze Het bestemmingsplan Dorp staat erfafscheidingen op de erfgrens toe tot 2 meter en dat mag niet worden doorbroken door welstandsnormen. Bovendien heeft de eigenaar van een erf de wettelijke bevoegdheid dat erf af te sluiten.
Gazen hekken fungeren als drager van groen blijvende beplanting. Het is in strijd met de redelijkheid om te eisen dat hekwerken 1,5 meter worden teruggeplaatst.
Door de voorgenomen beleidsregels wordt een strook grond van 1,5 meter van de grondeigendom afgesnoept. Bovendien is de breedte van 1,5 meter voor een haag buitensporig.
Om redenen van veiligheid en aansluitend bij het straatbeeld moet de gemeente 2 meter hoge dragers van groene beplanting aan de weg toestaan.
Het is trouwens al jaren beleid in Blaricum dat er aan de weg dragers van groene beplanting mogen staan. Dit kan niet zomaar door het college worden teruggedraaid.
Reactie Er is geen sprake van dat de welstandsnormen de
bestemmingsplanbepalingen doorbreken. De hier voorgestelde
welstandsnormen en het voorgenomen ontheffingenbeleid komen juist beter tegemoet aan de bestemmingsplannen. Er zijn 2 zaken die een rol spelen.
Ontheffingenbeleid
Het bestemmingsplan Dorp en het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Villagebieden staan erfafscheidingen toe van 1 meter hoog. Deze mogen op de erfgrens worden geplaatst. Voor een hogere erfafscheiding moet ontheffing
worden verleend. Bij die ontheffing dienen burgemeester en wethouders een aantal zaken af te wegen, waaronder de mate van terugplaatsing en de mate waarin groen wordt toegepast. Dit is bepaald in artikel 22 lid 5 van
bestemmingsplan Dorp. Het college maakt deze afweging door in haar ontheffingenbeleid vast te stellen dat de terugplaatsing van de erfafscheiding 1,5 meter bedraagt en dat het toepassen van groen dient te bestaan uit een haag. Dit ontheffingenbeleid dat het college gaat toepassen is dus in overeenstemming met het bestemmingsplan.
Welstandsnormen
Van belang zijn de algemene bepalingen over welstand uit de Woningwet en de specifieke welstandsbepalingen voor erfafscheidingen uit het Besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken.
Ingevolge artikel 12a van de Woningwet geeft de Welstandsnota beleidsregels voor in elk geval het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk. Op grond van artikel 7 van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht
bouwvergunningplichtige bouwwerken mogen welstandsnormen uitsluitend betrekking hebben op de plaatsing, de vorm, de maatvoering, het
materiaalgebruik en de kleur.
De welstandsregels voor de plaatsing zijn neergelegd in de afstand van 1,5 uit de erfgrens. Dit komt overeen met het ontheffingenbeleid. De welstandsregels voor het uiterlijk betreffen de mate van transparantie en de kleur.
De regels zetten het bestemmingsplan dus niet opzij, maar voldoen aan de wettelijke eisen en zijn nu in overeenstemming gebracht met de bepalingen op grond van het bestemmingsplan.
Het is een landschappelijke keuze om voor het hekwerk een haag te laten plaatsen. Een mooie volle haag is al snel 1,5 m breed.
Het eigendomsrecht blijft overigens intact. Eigenaren kunnen op de erfgrens een erfafscheiding van 1 meter hoog bouwen. Een perceel mag ook met beplanting worden afgescheiden. Daar is namelijk geen bouwvergunning voor nodig.
De kern van het voorgenomen beleid is dat hagen meer aansluiten bij het straatbeeld. Een twee meter hoog hek op 1,5 meter uit de erfgrens biedt even veel veiligheid als een twee meter hoog hek aan de straat.
Het is niet juist dat het huidige beleid dragers van groene beplanting aan de weg toestaat. Het huidige welstandsbeleid in Blaricum is vastgelegd in de
“nota Welstand Blaricum”. Deze nota bepaalt dat erfafscheidingen hoger dan 1 meter pas op 1 meter achter de voorgevelrooilijn mogen worden gebouwd.
Dat beleid wordt nu verruimd. Het is mogelijk dat de welstandscommissie in individuele gevallen een drager van groene beplanting aan de weg heeft toegestaan. Dat is echter niet het beleid en ook niet als zodanig vastgelegd.
De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het beleidsvoornemen.
