Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat 2a
B 3600 Genk Campus Sint-Jan
Schiepse bos 6 B 3600 Genk
Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken T +32(0)89 32 50 50
F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be
Campus Maas en Kempen Diestersteenweg 425 B 3680 Maaseik Ziekenhuis
Oost-Limburg Campus Sint-Jan Campus Sint-Barbara Campus Maas en Kempen Medisch Centrum André Dumont
Pijnbehandeling
Interscalenusblok
campus Maas en Kempen
Inhoudsverantwoordelijke: prof. dr. J. Van Zundert (Anesthesist) | Februari 2021
Beste patiënt,
Deze brochure geeft u meer informatie over de pijnbehandeling met een interscalenusblok en tracht op een aantal veel gestelde vragen antwoord te geven.
Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, aarzel dan niet om ze te stellen.
Uw behandelende geneesheer en de verpleegkundigen zijn steeds bereid om op al uw vragen te antwoorden.
INHOUDSTAFEL
1. Wat is een interscalenusblok?
2. Wanneer wordt dit toegepast?
3. Hoe wordt deze verdoving ge- plaatst?
4. Risico’s
5. Bepaalde redenen waarom deze verdoving niet geschikt is voor u 6. Na de operatie
Uw afspraak gaat door op ...
om...uur
1. Wat is een interscale- nusblok?
Lokale verdovingsmiddelen wor- den toegediend door de anesthe- sist langs het verloop van de te verdoven zenuw of zenuwknoop- punten ter hoogte van de hals.
Deze zenuwen worden tijdelijk uitgeschakeld.
De mogelijkheid bestaat om 1 of meerdere zenuwen te verdoven om de verdoving te beperken tot het te opereren lichaamsgedeelte.
2. Wanneer wordt dit toe- gepast?
Deze techniek wordt voornamelijk gebruikt voor een postoperatieve pijnbestrijding bij schouderchirur- gie.
Voordelen:
• Enkel het te opereren gedeelte wordt verdoofd en de verdo- ving kan lange tijd blijven wer- ken (8-12u en soms zelfs tot 24u nadien) zodat u geniet van
een lange en goede pijnstilling postoperatief.
• Tijdens de operatie heeft u minder zware medicatie nodig met minder kans op misse- lijkheid. U bent ook sneller wakker.
• U mag sneller eten en drinken na de operatie.
• U heeft minder pijn tijdens de revalidatieperiode.
3. Hoe wordt deze verdo- ving geplaatst?
U krijgt eerst een infuus.
Liggend in bed zal u door de anesthesist gevraagd worden uw hoofd voorzichtig te draaien naar een kant. De anesthesist bepaalt vervolgens de juiste aanprikplaats van de zenuw m.b.v. een echo- toestel. Hiermee kan de arts niet enkel zenuwstructuren maar ook omringende structuren zien en herkennen zodat ze op die manier met zekerheid weten waar de naald te plaatsen.
Door middel van een speciale naald die verbonden is met een zenuwstimulator kan de anesthe-
sist de zenuw vinden en de lokale verdovingsmiddelen toedienen.
Deze naald geeft kleine elektri- sche impulsen waarmee de te verdoven spierzenuw gestimuleerd wordt met kleine schokjes in de arm tot gevolg. Dit kan onaange- naam aanvoelen.
De verdoving moet dan nog een kwartier inwerken en de schouder gaat zwaar aanvoelen. U kan dan de arm ook niet meer bewegen voor een 4 tal uren.
Na de prik kan u mogelijks hinder ondervinden van vol- gende verschijnselen:
• Verminderde kracht van de buikademhaling
• Hangend ooglid en samen- trekken van de pupil aan de geprikte zijde
• Gevoelloosheid en tintelingen aan de zijde van de verdoving
• Heesheid en voosheid ter hoogte van de wang.
Al deze symptomen zijn voorbij- gaand.
4. Risico’s
• Het aanprikken van een
bloedvat of de long of te snelle opname van lokale verdoving in het bloed. U kan dit opmer- ken door metaalsmaak in de mond, voosheid rond de mond en oorsuizen. Dit moet u direct aangeven!
• Allergische reactie op de me- dicatie. De ernst kan variëren van een lichte huidreactie tot allergische shock. Dit laatste komt zeer zelden voor.
• Injectie in een zenuw/bescha- diging van de zenuw. Indien dit gebeurt zijn de zenuwpro- blemen meestal van tijdelijke aard.
• Er bestaat een kleine kans dat de verdoving niet voldoende werkt.
5. Bepaalde redenen waarom deze verdoving niet geschikt is voor u
• U bent te zenuwachtig en kan daardoor niet goed meewer-
• ken.U heeft een ontsteking in de buurt van de prikplaats met kans op infectie of een zenuw- aandoening waarbij het na het aanprikken moeilijk is om te
evalueren of de medicatie zijn werk doet.
• Deze verdoving kan niet wor- den toegepast bij patiënten die sterke bloedverdunners nemen of een verhoogde bloedings- neiging hebben.
• U heeft een ernstige longziek-
• te.U heeft een hartoperatie (over- brugging of kunstklep) onder- gaan waardoor er spierzwakte van de ademhalingsspier of het diafragma is ontstaan.
6. Na de operatie
• U mag geen voertuigen (auto, bromfiets, fiets) besturen ge- durende 24 uur.
• Neem de voorgeschreven pijnstilling vanaf het moment dat de verdoofde regio terug gevoelig wordt, dus vooraleer u terug pijn heeft.
• Indien u zich plots kortademig voelt, lucht tekort krijgt en diep doorademen moeilijk is, neem dan een half rechtzitten- de houding aan. Neem contact op met de huisarts of spoed- gevallen op nummer 089/50 60 00.
NOTITIES
www.youtube.com/user/ZOLziekenhuis Schrijf u in op onze nieuwsbrief via www.zol.be.
www.twitter.com/ZOLziekenhuis www.facebook.com/ZOLzh www.ZOL.be
