Gemeenschappelijke regeling Kempisch Bedrijvenpark
uitkomsten controle en overige informatie 2015
Rapportage aan het Algemeen Bestuur
CONCEPT
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Ernst & Young Accountants LLP Cross Towers, Antonio Vivaldistraat 150 1083 HP Amsterdam, Netherlands Postbus 7883
1008 AB Amsterdam, Netherlands
Tel: +31 88 407 10 00 Fax: +31 88 407 10 05 ey.com
Het doet ons genoegen u verslag uit te brengen omtrent de uitkomsten van onze accountantscontrole van de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Kempisch Bedrijvenpark (hierna: KBP). Wij willen u over de volgende onderwerpen informeren:
► uitkomsten jaarrekeningcontrole;
► kwaliteit beheersorganisatie;
► wensen en aandachtspunten;
► onafhankelijkheid en controleproces.
Wij hebben de kernpunten van ons verslag opgenomen in het hoofdstuk Kernpunten.
Onze controle is gericht op het vormen van een oordeel omtrent de jaarrekening over 2015. Bij de uitvoering van onze controle ondervonden wij de volledige medewerking en ondersteuning van de medewerkers van KBP.
De mogelijkheid om een open en eerlijke dialoog met u als lid van de Algemeen Bestuur te voeren, vormt een essentieel onderdeel van het
controleproces, evenals van de algehele corporate governance. Wij waarderen deze mogelijkheid om de inzichten die uit onze controle
voortkomen met u te kunnen delen. Het concept van dit verslag is d.d. 23 maart 2016 besproken met de directeur en de controller.
Wij stellen het op prijs een en ander persoonlijk toe te lichten of eventuele vragen omtrent deze of andere met de controle verband houdende zaken te beantwoorden.
Hoogachtend,
Ernst & Young Accountants LLP
drs. N.A.J. Silverentand RA Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Kempisch
Bedrijvenpark Postbus 11 5530 AA BLADEL
Eindhoven, 29 maart 2016
Uitkomsten controle en overige informatie 2015
Geachte leden van het Algemeen Bestuur,
Inhoudsopgave
Kernpunten uit onze rapportage 5 Uitkomsten jaarrekeningcontrole 8 Kwaliteit beheersorganisatie 15
Rechtmatigheidsbeheer 18
Wensen en aandachtspunten 21
Bijlagen
1 Onafhankelijkheid en controleproces
Totaal aantal pagina’s in dit rapport: 27
Kernpunten
Pagina 5
Kernpunten
De kernpunten uit onze rapportage kunnen als volgt worden samengevat
Uitkomsten
jaarrekeningcontrole
Conclusie van onze controle
Er resteren geen ongecorrigeerde controleverschillen of materiële herrubriceringen boven de
rapporteringstolerantie voor de jaarrekening 2015. Na afronding van de resterende werkzaamheden, zijn wij voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken bij de jaarrekening 2015. Dit betekent dat het jaarverslag en de jaarrekening 2015 zijn ingericht in overeenstemming met het BBV en de in de programmarekening opgenomen balans en toelichting en rekening van baten en lasten een getrouwe weergave zijn van de financiële positie en baten en lasten van GR KBP.
De jaarrekening is rechtmatig
Wij zijn voornemens om bij de jaarrekening van GR KBP een goedkeurende verklaring af te geven met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit betekent dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2015 in overeenstemming zijn met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en de Beleidsregels toepassing WNT.
Waardering grondexploitatie
GR KBP heeft in 2015 op gedegen wijze het realiteitsgehalte van de grondexploitatie beoordeeld. Uit de actualisatie komt een verbetering naar voren waarbij de verwachte positieve netto contante waarde is gestegen van € 13,9 miljoen positief per jaareinde 2014 naar € 14,6 miljoen per jaareinde 2015. Deze verwachte netto contante waarde gaat uit van een uitgifte van 5 hectare per jaar. De waardering van de grondexploitatie blijft sterk afhankelijk van inschattingen van het dagelijks bestuur van toekomstige kosten en opbrengsten. Met name met betrekking tot de verwachte eindwaarde kunnen zich nog materiële
afwijkingen voordoen. Wel achten wij de huidige waardering in de jaarrekening op dit moment juist.
Vanwege de onzekerheid die inherent is aan de waardering van de grondexploitatie, zijn wij voornemens een paragraaf ter benadrukking van de genoemde onzekerheid op te nemen in onze controleverklaring.
De afwijkingen ten opzichte van begroting zijn
toereikend toegelicht
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van het algemeen bestuur is gerespecteerd. In het hoofdstuk Kwaliteit beheersorganisatie van deze rapportage lichten wij de controleaanpak en de verantwoordelijkheden van het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de accountant nader toe. Wij constateren dat afwijkingen van baten en lasten in het jaarverslag
toereikend worden toegelicht.
Kernpunten uit onze rapportage
Pagina 6
Kernpunten uit onze rapportage
De kernpunten uit onze rapportage kunnen als volgt worden samengevat
Uitkomsten
jaarrekeningcontrole
Jaarverslag niet strijdig met de jaarrekening
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in overeenstemming met het BBV.
Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening 2015 van uw gemeenschappelijke regeling geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijk voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Belangrijke voorwaarde:
ongewijzigde vaststelling
Wij zijn er bij ons oordeel van uitgegaan dat het Algemeen Bestuur de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen.
Verlenging
gemeenschappelijke regeling
De oorspronkelijke gemeenschappelijke regeling is opgericht in 2006 en kende een looptijd tot 1 januari 2016. In december 2015 heeft het KBP de gemeenschappelijke regeling verlengd tot 2024 (art. 38), waarmee de einddatum parallel loopt aan de beoogde looptijd van de grondexploitatie. In de nieuwe GR zijn ook de wijzigingen in de WGR betrokken, hetgeen betekent dat het bestuur van het KBP uiterlijk 1 april de jaarstukken verstrekt aan de deelnemende gemeenten (zie art. 30).
Uitkomsten
jaarrekeningcontrole
Pagina 8
Conclusie van de controle
Controleverklaring
Wij zijn voornemens een goedkeurende controleverklaring te verstrekken bij de jaarrekening van het KBP over het boekjaar eindigend op 31
december 2015. In deze verklaring bevestigen wij dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2015 als van de activa en passiva per 31 december 2015 in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Vanwege de onzekerheid die inherent is aan de waardering van de grondexploitatie, zijn wij voornemens een paragraaf ter benadrukking hiervan op te nemen in onze controleverklaring. Deze paragraaf verwijst naar de uiteenzetting en de risico’s die het dagelijks bestuur nog onderkent in de verdere realisatie van het bedrijventerrein, zoals toegelicht in de jaarrekening.
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in
overeenstemming met het BBV. Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening 2015 van uw gemeenschappelijke regeling geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijk voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Wij zijn er bij ons oordeel van uitgegaan dat het Algemeen Bestuur de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen.
Uitkomsten jaarrekeningcontrole
Geen gecorrigeerde of ongecorrigeerde controleverschillen
Tijdens onze controle inventariseren wij verschillen tussen enerzijds bedragen, classificaties, presentatie en toelichting van jaarrekeningposten die het KBP heeft opgenomen of gerapporteerd en anderzijds bedragen, classificaties, presentatie of toelichting zoals die naar onze mening in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten dienen te worden opgenomen of gerapporteerd.
Wij hebben bij onze controle in beperkte mate verschillen geconstateerd waarvan wij aanpassing hebben vereist door het Dagelijks Bestuur.
Na deze aanpassingen resteren geen ongecorrigeerde controleverschillen.
Pagina 9
Neutraal resultaat nader besproken
Het gerealiseerd resultaat over het jaar 2015 bedraagt € 0,- in
overeenstemming met de begroting. Het saldo van baten en lasten wordt toegevoegd aan het onderhanden werk. Per saldo is in 2015 een bedrag van € 1.182.000 toegevoegd aan het onderhanden werk, waardoor deze post stijgt in de jaarrekening.
Het resultaat over 2015 ten opzichte van de gewijzigde begroting kan als volgt worden weergegeven:
Uw begrotingsbeheer
Zoals uit het overzicht op de voorgaande pagina blijkt, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de begrote baten en lasten en de gerealiseerde baten en lasten. Dit wordt met name veroorzaakt door afwijkingen in de gerealiseerde verkopen (begroot € 7,7 miljoen,
gerealiseerd € 1,2 miljoen) en een afwijking in de rentelasten (begroot € 1,9 miljoen, gerealiseerd € 0,9 miljoen). De afwijking inzake de verkopen betreft deels timing, verkoopopbrengsten worden als gerealiseerd
beschouwd op het moment dat de daadwerkelijke levering plaatsvindt. Wij constateren echter ook dat de verkopen evenals in voorgaande jaar achter blijven op de begroting.
Kwaliteit van het resultaat
In 2015 hebben wij geen bijzondere baten of lasten geïdentificeerd in het resultaat.
Analyse van de financiële positie
GR KBP houdt zelf geen eigen vermogen aan. De activiteiten van GR KBP worden met name door vreemd vermogen gefinancierd. Doordat het resultaat van de gemeenschappelijke regeling nul bedraagt (baten en lasten worden geactiveerd onder de post voorraden), bouwt GR KBP ook geen eigen vermogen op. De risico’s, met name vertragingsrisico’s, kunnen momenteel opgevangen worden door de positieve winstverwachting op het project. De risico’s zijn benoemd in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing, hieraan zijn echter geen bedragen gekoppeld. Wij verwijzen naar de verdere uitkomsten in dit verslag.
Onze analyse van het resultaat 2015
Bedragen (x € 1.000)
Gewijzigde begroting
Rekening 2015 Afwijking
€ € €
Totale lasten Totale baten
7.855 7.855
2.395 2.395
5.460 5.460
Totaal saldo van baten en lasten
- - -
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserve
- - -
Gerealiseerd resultaat
- - -
Pagina 10
Financiering
GR KBP financiert haar activiteiten geheel door vreemd vermogen. Het langlopend vreemd vermogen bedraagt per 31 december 2015
€ 46,25 miljoen (2014: € 37,5 miljoen). In 2015 is een lening afgelost voor een bedrag van € 5 miljoen.
Daarnaast zijn nieuwe leningen aangegaan ter hoogte van € 13,75 miljoen.
Deze leningen hebben diverse looptijden. De rente bedraagt voor de nieuwe leningen gemiddeld 0,25%. De nieuwe financieringsbehoefte komt voort uit de stijging van de boekwaarde van de voorraden. Daarnaast zijn tevens kortlopende kasgeldleningen omgezet in langlopende leningen.
Voor een nadere beschouwing ten aanzien van uw financieringspositie verwijzen wij u naar de paragraaf Financiering van de jaarstukken 2015.
Hierin is tevens een beschouwing opgenomen over twee wettelijke limieten met betrekking tot renterisico en kasgeldlimiet. Wij stellen vast dat zowel de renterisiconorm wordt overschreden als de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt in alle kwartalen overschreden. De overschrijdingen komen met name voort uit het feit dat GR KBP geheel is gefinancierd met vreemd vermogen en geen eigen vermogen aanhoudt. Daarnaast is de verhouding kortlopend / langlopend afhankelijk van de geplande grondverkopen.
Wij beschouwen de overschrijdingen van de normen als een formele fout in het kader van de rechtmatigheid. Derhalve hebben deze geen impact op het oordeel in onze controleverklaring. Wij adviseren het dagelijks bestuur toe te zien op naleving van deze normen.
Risicobeheersing
In het jaarverslag is onder andere de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen, welke informatie bevat over de
weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat hieromtrent gedurende 2015 is gevoerd.
GR KBP houdt zelf geen vermogen aan. Vooralsnog is gecalculeerd dat de totale exploitatie minimaal sluitend zal zijn bij oplevering (NCW € 14,6 miljoen positief). De kosten van de ontwikkeling van het bedrijvenpark worden ieder jaar toegevoegd aan de post voorraad op de balans.
Dit betekent dat er in de ontwikkelingsperiode naar verwachting geen (positieve of negatieve) resultaten worden gerealiseerd waardoor er ook geen reserves worden opgebouwd.
In de paragraaf Weerstandsvermogen is een analyse uitgewerkt met betrekking tot de onderkende risico’s. De belangrijkste risico’s welke worden onderkend, betreffen:
► risico’s met betrekking tot overschrijding geraamde kosten voor bouw- en woonrijpmaken, verwervingen en plankosten;
► risico’s met betrekking tot de overschrijding van de rekenrente van 3,3%;
► risico’s met betrekking tot verdere uitfasering van het project.
Gezien het stadium waarin het project zich bevindt, wordt het risico voor kostenoverschrijdingen op kostenramingen door het management als klein ingeschat. Ook wordt het risico op rente-overschrijdingen klein geacht gezien de marktomstandigheden, waarbij de financiering aanzienlijk goedkoper aangetrokken kan worden. De ontwikkelingen op de mondiale kapitaalmarkten onderschrijven deze inschatting. Het belangrijkste risico betreft derhalve additionele lasten als gevolg van verdere uitfasering door tegenvallende afzetten. Voor dit risico zijn een viertal scenario’s
doorgerekend. Belangrijkste conclusie hieruit is dat ook met betrekking tot het scenario dat uitgaat van 2 hectare per jaar uitgifte, de grondexploitatie alsnog positief sluit. Ter vergelijking: in 2015 werd 0,7 hectare (2014: 2,1 hectare) uitgegeven. Het basisscenario gaat uit van een uitgifte van 5 hectare per jaar. Management verwacht dat over 2016 deze uitgifte wordt gerealiseerd. Wij stellen vast dat de verkopen 2016 deels reeds zijn gerealiseerd en dat er daarnaast ook diverse opties lopen.
Onze analyse van de financiële positie
Pagina 11 Wij begrijpen dat er voor het najaar van 2016 een evaluatie gepland staat
waarbij het uitgiftetempo nader wordt geëvalueerd. Dit kan eventueel aanleiding geven tot bijstelling van het basisscenario. De resultaten hiervan zal het dagelijks bestuur toelichten aan de deelnemende gemeenten. Wij adviseren management dan ook om aan de hand van deze evaluatie te bezien wat de impact van het beeld op het basisscenario is.
Tenslotte merken wij op dat in de jaarrekening onder de gebeurtenissen na balansdatum is toegelicht dat de GR een claim heeft ontvangen. Op 21 maart 2016 is tevens een dagvaarding ontvangen waarin een geldsom wordt geëist. In de doorrekening van de GR is geen rekening gehouden met een cast out als gevolg van deze claim
Aanvaardbaarheid van de grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Naar onze mening zijn de door het dagelijks bestuur gekozen
waarderingsgrondslagen aanvaardbaar en consistent toegepast met
betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties.
Dit geldt tevens voor het tijdstip waarop die transacties hebben plaatsgevonden, de periode waarin zij zijn verantwoord en de desbetreffende toelichtingen in de jaarrekening.
Kwaliteit jaarverslag
Wij hebben vastgesteld dat het jaarverslag overeenkomstig het BBV is opgesteld en verenigbaar is met de jaarrekening. Verder hebben wij vastgesteld dat de verplichte paragrafen zijn toegevoegd.
Europese aanbestedingen
Wij hebben controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de inkopen om vast te stellen of daar waar noodzakelijk conform Europese wetgeving ook voldaan wordt aan deze wetgeving. Wij hebben geen
onrechtmatigheden geconstateerd.
Wet normering topinkomens
Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingevoerd. Op basis van deze wet is de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector in dienstverband en bij ontslag wettelijk gemaximeerd.
Voor de bezoldiging van topfunctionarissen geldt naast de maximering een publicatieverplichting in de jaarrekening. Dit geldt eveneens voor
bezoldiging van niet-topfunctionarissen, indien zij de maximale bedragen van topfunctionarissen overschrijden. In het kader van de jaarrekening 2015 heeft u een analyse uitgevoerd van de topfunctionarissen binnen uw organisatie. Tevens heeft u vastgesteld of er functionarissen zijn die een hogere bezoldiging dan de gestelde maxima kennen. Deze informatie heeft u opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Wij hebben de juistheid en volledigheid van deze toelichting gecontroleerd en hebben vastgesteld dat de toelichting voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Pagina 12
Schattingsprocessen binnen de jaarrekening
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het maken van schattingen bij het opmaken van de jaarrekening. Als accountant van het algemeen bestuur beoordelen wij deze door het dagelijks bestuur gemaakte
schattingen. Wij hebben een beschouwing ten aanzien van de belangrijkste schattingen opgenomen.
Belangrijke schattingen Beoordeling
2015
Beoordeling 2014
Toelichting
Waardering van de bouwgrondexploitatie De grondexploitatie is naar verwachting winstgevend. Dit betekent
dat er binnen de grondexploitatie voldoende ruimte is om tegenvallers op te vangen zonder dat dit de waardering van de grondexploitatie raakt. Op basis van de realisatie van afgelopen jaren wordt het basisscenario niet gerealiseerd.
Wij stellen echter vast dat ook op basis van een scenario van 2 hectare per jaar de grondexploitatie nog winstgevend is en de waardering derhalve geen aanpassing behoeft.
Waardering van de debiteuren Debiteuren beperkt van omvang, laag risico op oninbaarheid.
Beoordeling toereikendheid van uw voorzieningen Voorzieningen beperkt van omvang, relatief nauwkeurig in te
schatten.
Sensitiviteit schattingen hoog, door onzekere (externe) omstandigheden
Sensitiviteit schattingen is gemiddeld
Sensitiviteit schattingen ligt laag
Onze analyse van uw belangrijkste schattingen
Pagina 13
Inleiding
Deze paragraaf geeft een uiteenzetting van de werkzaamheden en bevindingen ten aanzien van de belangrijke aandachtsgebieden in de controle die nog niet eerder in dit verslag zijn toegelicht. Dit betreft bij GR KBP met name onze controle-uitkomsten met betrekking tot de post voorraden.
Waardering grondexploitatie
De waardering van de grondexploitaties was een significant risico in onze controleaanpak, vanwege de mate van schattingsonzekerheid voortkomend uit de huidige economische situatie, en de omvang van de boekwaarde in relatie tot het balanstotaal. Wij hebben het proces rondom de
totstandkoming van de waardering besproken met de directie. Daarnaast hebben wij de uitgangspunten en veronderstellingen getoetst aan hetgeen wij redelijk achten. Daarnaast hebben wij de afloop van de schattingen uit voorgaande jaren meegenomen in onze beoordeling. Wij achten de waardering aanvaardbaar en vinden de veronderstellingen redelijk.
Bij de controle van de balanspost inzake de grondexploitatie is de cruciale vraag: worden de geactiveerde kosten (per 31 december 2015:
€ 51,2 miljoen) in de toekomst terugverdiend? Waardering vindt hierbij in beginsel plaats tegen de kostprijs. Indien echter blijkt dat een aankoop of projectontwikkeling verliesgevend is, dient een afwaardering voor het tekort te worden genomen. Bij de beoordeling van de waardering van de bouwgrondexploitaties vormt de herziene exploitatieopzet een essentieel toetsingsinstrument. Ook de doorrekening van scenario’s geeft veel informatie omtrent de gevoeligheid van de grondexploitatie voor wijzigingen in de variabelen.
De post voorraden is als volgt opgebouwd.
1. In 2015 zijn voor € 1,2 miljoen kosten gerealiseerd inzake
grondverwervingen. Dit betreft met de aankoop van 16,5 hectare landbouwgrond.
2. De grondverkopen bedragen 0,7 hectare. Dit betreffen de leveringen aan Pantex en van Dingenen.
3. De post rente neemt toe met € 0,4 miljoen. In de begroting was rekening gehouden met een bedrag van € 1,5 miljoen. Daadwerkelijke betaalde rente was aanzienlijke lager dan de rekenrente% van 3,3%.
Aandachtsgebieden en bevindingen in de controle
Bedragen x
€ 1.000
31 december 2015
31 december 2014
Mutatie 2015
€ €
Grondverwerving 55.563 54.322 1.241 Ad 1
Bouw- en
woonrijpmaken 11.431 11.051 380
Plankosten 8.486 8.178 308
Saldo bijdragen
derden 1.629 1.633 (4)
Grondverkopen (37.220) (36.054) (1.166) Ad 2
Rente 10.937 10.514 423 Ad 3
Onvoorzien en overig 361 361 -
Totaal 51.187 50.005 1.182
Pagina 14 Hieronder vindt u een visuele risicobeoordeling van het project. Wij achten
het project gemiddeld risicovol. Dit wordt ingegeven doordat er nog relatief veel grondverkopen gerealiseerd dienen te worden, waarbij het
uitgiftetempo afgelopen jaren vertraagd. Per 31 december 2015 is nog
€ 78,4 miljoen aan grondverkopen te realiseren. Hiertegenover staat de per 31 december 2015 ruime winstverwachting op basis van de meest actuele doorrekening. Deze winstverwachting is verder gebaseerd op conservatieve parameters (met uitzondering van uitgiftetempo), waardoor in werkelijkheid kosten lager kunnen uitvallen dan begroot. Dit geldt met name voor de rentelasten, welke gebaseerd zijn op 3,3%, terwijl de daadwerkelijke rentelasten momenteel significant lager liggen.
Gehanteerde parameters
Wij hebben de parameters zoals gehanteerd door GR KBP getoetst. Dit betreffen zaken als gehanteerde rentevoet, opbrengstenstijging en
kostenstijging. Wij stellen vast dat de gehanteerde parameters conservatief zijn en passend binnen de acceptabele bandbreedtes. Er wordt geen
rekening gehouden met opbrengstenstijging (0%), voor wat betreft kostenstijging wordt rekening gehouden met 2%. Rentelasten worden berekend op 3,3% conform 2014. In de praktijk liggen de rentelasten significant lager, waardoor dit voor jaarlijkse meevallers ten opzichte van de begroting leidt.
De grondprijzen voor bedrijvenkavels zijn in 2009 vastgesteld op basis van externe taxatie. Sindsdien hebben zich geen wijzigingen meer voorgedaan in deze verkoopprijzen. GR KBP voorziet ook in de verkoop van een vijftiental woningbouwlocaties. Momenteel wordt onderzocht of uitgifte van kleinere kavels beter aansluit bij vraag uit de markt. In 2016 zullen naar verwachting nadere plannen hieromtrent uitgewerkt en gepresenteerd worden.
Resultaten
In het beleid van GR KBP is vastgelegd dat er geen tussentijdse winst wordt verantwoord. Dit betekent dat jaarlijks het saldo van baten en lasten via de balans wordt afgewikkeld.
Het resultaat wordt gerealiseerd op het einde van de looptijd van het project. Het project loopt naar verwachting in ieder geval tot 2023 (op basis van uitgifte van 5 hectare per jaar). De netto contant waarde op basis van het meest aannemelijke scenario (betreft scenario van 5 hectare) bedraagt € 14,6 miljoen positief (2014: € 13,9 miljoen positief). Ten opzichte van voorgaande jaar is de verwachte netto contante waarde derhalve gestegen. De verbetering in de verwachte netto contante waarde betreft hoofdzakelijk de rente welke onder de rekenrente van 3,3% ligt.
Onderstaand zijn de uitkomsten van drie scenario’s opgenomen.
Grondexploitatiewaardering Ons oordeel over het risicoprofiel van de grondexploitatie
Hoog Midden Laag Toelichting
KBP
Pagina 15 Uit de tabel op voorgaande pagina blijkt dat in alle scenario’s het verwachte
resultaat van de grondexploitatie ruimschoots positief is. Management verwacht een gemiddelde uitgifte van 5 hectare per jaar. Bij dit scenario zal de boekwaarde in boekjaar 2021 geheel terugverdiend zijn.
Volledigheidshalve merken wij op dat ook een scenario van 2 hectare is doorgerekend door de directie. Dit scenario sluit positief met een netto contante waarde van € 2,1 miljoen.
Vanwege deze onzekerheid hebben wij in onze controleverklaring een toelichtende paragraaf opgenomen welke verwijst naar de toelichting zoals deze door het dagelijks bestuur is opgenomen in de jaarrekening over het schattingselement in de post voorraden.
Wel adviseren wij het dagelijks bestuur de keuze van het scenario van 5 hectare per jaar te heroverwegen. Wij constateren dat deze uitgifte de afgelopen 3 jaar niet is gerealiseerd. Wij begrijpen dat voor 2016 een evaluatie gepland staat van onder andere het uitgiftetempo en dat op basis van de uitkomsten van deze evaluatie wordt bezien of het basisscenario aanpassing behoeft. De resultaten van deze evaluatie worden gedeeld met de deelnemende gemeenten in een vergadering.
Kwaliteit beheersorganisatie
Pagina 17
Algemeen
Bij de planning en uitvoering van de controle van de jaarrekening 2015 van KBP hebben wij de interne beheersmaatregelen, welke onderdeel uitmaken van de administratieve organisatie van KBP, in onze overwegingen
betrokken. Wij hebben de opzet, het bestaan en de werking van interne beheersmaatregelen onderzocht voor zover wij dit in het kader van de jaarrekening noodzakelijk achten en niet met het doel om een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing te geven.
Wij hebben geen onderzoek naar de effectiviteit van de interne beheersing verricht, anders dan dat relevant is voor onze jaarrekeningcontrole.
De interne beheersing
Belangrijke financiële processen met betrekking tot de jaarrekening zijn het proces inkopen, treasury en het financiële afsluitproces. Wij hebben onderzoek verricht naar de effectiviteit van de interne beheersing gericht op deze processen. Hierbij hebben wij vastgesteld dat de administratieve organisatie op toereikende wijze is ingericht. Wij hanteren deels een gegevensgerichte controle-aanpak waardoor wij niet in alle gevallen steunen op deze beheersingsmaatregelen.
Automatisering
Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de
geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen.
De jaarrekeningcontrole heeft echter geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht.
Interne beheersmaatregelen
Kwaliteit beheersorganisatie
Pagina 18
Frauderisico’s
Onze controle dient zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang als gevolg van fouten of fraude bevat (Standaard 240 De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot fraude in het kader van een controle van financiële overzichten).
Door de beperkingen die inherent zijn aan een controle, bestaat er een onvermijdbaar risico dat sommige afwijkingen in de financiële overzichten niet zullen worden ontdekt, zelfs wanneer de controle naar behoren is gepland en uitgevoerd overeenkomstig de Standaarden. Onze
controlewerkzaamheden omvatten mede de volgens Standaard 240 vereiste werkzaamheden, zoals brainstorming, het verzamelen van
informatie met het oog op het vaststellen van en reageren op het risico van fraude en het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden gericht op het risico van het doorbreken van interne beheersmaatregelen door het
management, met inbegrip van inzage in journaalboekingen, beoordeling van schattingen en evaluatie van zakelijke redenen voor significante ongebruikelijke transacties.
Interne beheersmaatregelen
Kwaliteit beheersorganisatie
Rechtmatigheidsbeheer
Pagina 20
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid
Wij hebben bij de controle over 2015 de rechtmatigheid getoetst conform de bepalingen van het Bado. Bij onze controle hebben wij aandacht gegeven aan de volgende onderwerpen:
► het rechtmatigheidsbeheer;
► de naleving van het voorwaardencriterium;
► de begrotingsrechtmatigheid;
► het misbruik-en-oneigenlijk-gebruikcriterium;
► de niet-financiële beheershandelingen.
Begrotingscriterium
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van het algemeen bestuur is gerespecteerd. Wij beoordelen bij onze controle de overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten per programma. Dit betreffen enkel de lasten omdat hierop een beoordeling en rapportering van de accountant wordt gevraagd vanuit de Kadernota Rechtmatigheid.
Het algemeen bestuur autoriseert de begroting (en begrotingswijzigingen) en geeft daarmee toestemming voor de uitvoering van het beleid en de daarvoor benodigde middelen. Het is de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur om begrotingsafwijkingen tijdig te signaleren en te rapporteren aan het algemeen bestuur. Door een goede inrichting van de planning & controlcyclus zorgt het dagelijks bestuur er voor dat de begroting en budgetten worden bewaakt en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan het algemeen bestuur, zodat deze tijdig (binnen het begrotingsjaar) een besluit kan nemen.
Indien desondanks budgetten worden overschreden en niet meer
gedurende het jaar kunnen worden voorgelegd aan het algemeen bestuur, is strikt genomen sprake van een onrechtmatigheid.
Deze overschrijdingen hoeven echter niet in alle gevallen te worden
meegewogen in het accountantsoordeel. Voor een juiste oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door het algemeen bestuur geformuleerde beleid, deze wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten of kostenoverschrijdingen bij
openeinderegelingen. Deze overschrijdingen dienen te worden
weergegeven in de jaarrekening en kunnen door het vaststellen van de jaarrekening alsnog door het algemeen bestuur worden geautoriseerd.
Wij zijn nagegaan of de financiële beheershandelingen tot stand zijn gekomen binnen de grenzen van de door het Algemeen bestuur
geautoriseerde begroting. Wij constateren weliswaar een overschrijding op de bijdragen aan derden (€ 43.000), maar gezien de aard van deze post (bijdrage aan voorziening) achten wij deze niet onrechtmatig.
Misbruik en oneigenlijk gebruik
In de externe en interne regelgeving zijn diverse bepalingen opgenomen die erop zijn gericht om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Er zijn geen bevindingen die invloed hebben op de rechtmatigheid van baten en lasten en balansmutaties.
Niet-financiële beheershandelingen vallen buiten de scope van rechtmatigheidscontrole
Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico’s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico’s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing .
Rechtmatigheidsbeheer
Aandachtspunten
Pagina 22
Vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2016 worden overheidslichamen belastingplichtig voor de heffing van vennootschapsbelasting. Dit heeft voor
gemeenschappelijke regelingen en gemeenten tot gevolg dat in beginsel voor alle activiteiten waarmee een (fiscale) onderneming wordt gedreven, zij vennootschapsbelastingplichtig worden.
Wij hebben vernomen dat door de GR een quick scan is uitgevoerd, maar dat nadere details nog uitgewerkt dienen te worden. Dit is geagendeerd voor medio 2016. Wij adviseren de directie om de effecten van de invoering van de vennootschapsbelasting zo snel mogelijk scherp te hebben om waar noodzakelijk bij te sturen. Ook adviseren wij de directie om de fiscale administratie zo spoedig mogelijk in te richten.
Vpb en Wet Markt & Overheid
Op 1 juli 2012 is de Wet Markt en Overheid in werking getreden, die tot doel heeft potentiële concurrentievervalsing tussen publieke en private
ondernemingen tegen te gaan. In deze wet was een overgangstermijn van één tot twee jaar opgenomen. Gezien deze termijn dienen vanaf 1 juli 2014 alle overheidsorganisaties die goederen of diensten op de markt aanbieden (al dan niet via hun overheidsbedrijven) te voldoen aan de gedragsregels van deze wet, te weten:
1. Integrale kostendoorberekening;
2. Bevoordelingsverbod;
3. Gegevensgebruik;
4. Functiescheiding.
De Wet Markt en Overheid zal dus van invloed kunnen zijn op het resultaat van overheidsondernemingen, waardoor de gevolgen van deze wet mogelijk van invloed zijn op de te betalen Vpb. Indien u economische
activiteiten verricht, dan adviseren wij u zo spoedig deskundig advies in te winnen over de Wet Markt en Overheid, voor zover dat nog niet is gebeurd.
Vernieuwing BBV / Commissie BBV inzake grondexploitaties
Het definitieve Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV met de wijzigingen voortvloeiende uit het traject Vernieuwing BBV en uit de invoering van de Vennootschapsbelasting is op 17 maart 2016 geplaatst in het Staatsblad.
Omdat openbare lichamen ingesteld op grond van de Wgr eerder hun begroting moeten opstellen zullen de wijzigingen van dit besluit voor het eerst doorwerken in de begrotingsvoorbereiding voor het jaar 2018. Wel wijzen we u erop dat in de begroting 2016 (en jaarrekening 2016) rekening gehouden dient te worden met de verwerking van de effecten van de invoering van de vennootschapsbelastingplicht.
Daarnaast heeft de commissie BBV de notities grondexploitaties 2016 en Faciliterend grondbeleid gepubliceerd. Deze zijn van toepassing op boekjaren vanaf 1 januari 2016. Deze notities bevatten een aantal
materiele wijzigingen in de verslaggevingsvoorschriften. Wij merken op dat met name de rentetoerekening voor het KBP gevolgen zal hebben. Er zal vanaf 2016 gerekend dienen te worden met de daadwerkelijke betaalde rente in plaats van en fictieve rekenrente (welke nu is gesteld op 3,3%). Ook de voorgeschreven maximale looptijd van de grondexploitatie kan invloed hebben (deze maximale termijn is 10 jaar, onder stringente voorwaarden kan hiervan worden afgeweken). Wij adviseren het dagelijks bestuur deze effecten zo spoedig mogelijk in kaart te brengen.
Door middel van onze vaktechnische brochures informeren wij u in 2016 over de details van de wijzigingen binnen het BBV.
Specifieke aandachtsgebieden
Aandachtspunten
Bijlage
Pagina 24
Onafhankelijkheid
De onafhankelijkheid van de accountant behoort tot het fundament van zijn beroep. In de maatschappelijke discussie over kwaliteitsverbetering van de controle speelt de onafhankelijkheid van accountants een belangrijke rol.
Vanaf 1 januari 2014 is op alle assurance opdrachten onder Nederlands recht de Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO) van toepassing. Een aantal belangrijke punten uit de ViO die we hieronder hebben opgenomen, betreffen:
► langdurige betrokkenheid
► samenloop van dienstverlening
► geschenken en giften
Een strikte scheiding tussen controle- en adviesdiensten was al van kracht voor OOB’s vanaf 1 januari 2013 en kantoorroulatie is verplicht voor financiële jaren van OOB’s vanaf 2016. Daarnaast kent de Europese verordening vanaf controlejaar 2016 striktere onafhankelijkheidseisen, maar ook nadere bevestigingen over onafhankelijkheid ter communicatie aan interne toezichthouders.
Op 17 juni 2016 wordt een gewijzigde ViO van kracht vanwege de implementatie van Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang.
Langdurige betrokkenheid
Om alle schijn van afhankelijkheid te vermijden, kunnen de externe accountant en (sr) managers in het team maximaal zeven
achtereenvolgende jaren in het team actief zijn. Daarna zullen zij intern
roteren. Per 17 juni 2016 moet de externe accountant roteren na een periode van vijf jaar waarbij verder een afkoelingstermijn van drie jaar geldt. Onze betrokkenheid in jaren laat het volgende beeld zien:
► drs. N.A.J Silverentand RA betrokken sinds boekjaar 2014
► drs. S.H. Dijkman RA betrokken sinds boekjaar 2013
Wij brengen u tijdig op de hoogte van belangrijke teamwisselingen. Intern beschikken wij over interne overdrachtsprocedures, zodat u geen hinder ondervindt van een teamwisseling.
Samenloop van dienstverlening
Ten aanzien van OOB’s is de combinatie van wettelijke controles en overige dienstverlening volledig verboden, met uitzondering van met name
genoemde overige assurancediensten. Voor niet-OOB’s is bepaald dat samenloop is geoorloofd als de non-assurancedienst niet van materiële invloed is op het assurance-object. Als er wel materiële invloed is geldt in beginsel een verbod, behalve wanneer de non-assurancedienst niet:
► subjectief of niet-routinematig is; of
► een verwerkingswijze in het assurance-object ten gevolge heeft waarvan het assuranceteam twijfelt of deze verwerkingswijze passend is; of
► leidt tot een bedreiging uit hoofde van belangenbehartiging.
Wij hebben over 2015 slechts controlediensten bij GR KBP verricht.
Geschenken en giften
Zoals met u is overeengekomen, informeren wij u hierbij over de door ons ontvangen respectievelijk verstrekte geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid boven € 100,-. Deze zijn er niet geweest.
Bijlage 1
Onafhankelijkheid en controleproces
Pagina 25
Verantwoordelijkheid
Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2015 van KBP gecontroleerd. Deze jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het door het algemeen bestuur vastgestelde controleprotocol d.d 27 januari 2016.
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Controleaanpak en -uitvoering
Wij voeren onze controle uit met een mix van systeem-en gegevensgerichte werkzaamheden. Daarnaast beschikken wij als organisatie over
verschillende kwaliteitsborgingsmaatregelen. Dit geheel tezamen leidt tot een kwalitatief goede controle. In dit verslag is voor elk bijzonder
aandachtsgebied in onze controle terug te lezen wat de kernpunten in onze controle zijn geweest die hebben bijgedragen aan de kwaliteit in onze control
Onze controleaanpak is onder andere gericht op het in kaart brengen van de voor de jaarrekening van belang zijnde risico’s. Op basis van onze gesprekken met het management over de belangrijke financiële en
operationele ontwikkelingen is een aantal punten met een verhoogd risico voor de jaarrekening 2015 onderkend:
► schattingen en toelichtingen in de jaarrekening;
► Waardering van de grondexploitaties
► juistheid WNT-verantwoording.
Wij rapporteren u over onze werkzaamheden en bevindingen ten aanzien van onze aandachtspunten in dit accountantsverslag.
Pagina 26
De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties
Op grond van het Bado stelt de raad de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren.
De goedkeuringstolerantie zijn vastgesteld door het dagelijks bestuur en vervolgens ter besluitvorming gebracht van het algemeen bestuur. Het normenkader is bijgesteld, ten aanzien van toleranties zijn geen wijzigingen aangebracht.
Op grond van de jaarrekening 2015 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten afgerond € 24.000 (1% van de lasten) en voor onzekerheden
€ 72.000 (3% van de lasten). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring afgegeven worden.
Deze goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium. De uiteindelijke oordeelsvorming is echter altijd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve afwegingen.
Het rapporteringsbedrag, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden, is door het algemeen bestuur bepaald op
€ 100.000.
Goedkeurings- tolerantie
Goed- keurend
Beperking Oordeel- onthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
< 1% > 1 < 3% - > 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
< 3% > 3 < 10% > 10% -