MinisterievanVolksgezondheid, WelzijnenSport
> Retouradres Postous70350 2500
B
Den HaaqDe Kinderombudsman Postbus93122 2509
AC
Den HaagDirectoraatGeneraal Volksgezondheid Directie .Jeugd
Bezoekadres:
Pamassusptein 5 2511VX Den Haag T 0/0 340 79 11
F 070 340 7834 www.rjjksoverheid.nl
Datum 2 2 JAN. 2013
Betreft Kinderrechtenmonitor2012
Kenmerk J-3I46139 Bijlage(n)
Geachte heerDullaert,
Op 15 mei 2012 heeft u de eersteeditie
van de Kinderrechtenmonitoruitgebracht In de Kinderrechtenmonitorworden aan dehand van onderzoekenen beschikbare
cijfers de positie van kinderen inNederland en de naleving van hun rechten zoals
opgenomen in het InternationaalVerdrag inzakede Rechten van het Kind (IVRK)
op een zestaldomeinen weergegeven. '
'
Nederland kent nu, naastde landel.jkejeugdmonitor van het Centraal Bureau voer de Statistiek, een Kinderrechtenmonitor voorhet verzamelen en analyseren van gegevensop nagenoeg alleterreinen waarop het IVRK betrekking heeft Ikheb dan ook metwaardering kennisgenomen vandeKinderrechtenmonitor zoalsdoor net VN Kinderrechtencomité wordt aanbevolen en constateerdar clece uniek i<=<n
Europa.
Ook in de Kinderrechtenmonitor wordt geconstateerddat het in hef algemeen goedgaat met Nederlandse kinderen endatzij tot de
wei uwzorgen ten aanzien van kwetsbaregroepen kinderen. Hieronder ontvangt u
mede
namensde1 en ïnheiden de van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap eer, reactieop
uw
grootstezorqen en risico's ten aanzienvan de n iie . u n (t« •ctemeiiGezinssituatieen Alternatieve Zorg
U
geeftaan dater voldoende beschikbareopvangen voldoende aandacht moeizijnendatplaatsingin eenpleeggezin de voorkeurverdient.
Als er problemen met kinderenzijn in een gezin die nietthuis kunnen worden
i dan - - |
Pleegzorg isde opvangvorm diehet dichtst b.j de natuurlijke gezinssituatie
bim
latiek van • - - Pfaats
;
- - is\ -aam dan kan h* kind
in een identiële instelling worden oepiai
Correspondentieuitsluitend richtenaanhet retouradres metvermelding van dedatum enhetkenmerkvar,deie brief.
Pagina I«n 1>
U
geeftaan datondertoezichtgestelde kinderenrechthebben op een effectieve Directoraat Generaal participatiein proceduresmet
(juridische) ondersteuning. volksgezondheidDirectieJeugd
Naaraanleiding van het onderzoek naar de rechtsfiguurvan de bijzondere curator heeft u in juli 2012 een rapportaan de Ministervan VenJ aangeboden.
Op
dit rapport is bij briefvan 16 oktober 2012 separaat gereageerd. Daarin is ook de informele rechtsingang van kinderenmeegenomen.
U
geeftaan datu vindtdatde wachtlijsten kortermoeten en de kinderen diemoeten wachten opgeïndiceerdezorgrechthebbenop bescherming.
In opdrachtvan
VWS
heeft de Inspectie Jeugdzorg in 2012 onderzoek gedaan naar de veiligheid van kinderen op de wachtlijst1. Het is bijzonderverheugend dat de inspectie in overwegende mate constateert dat de Bureaus Jeugdzorg (BJZ) en organisatiesvoorJeugd&
Opvoedhulp op een adequatewijzeomgaan
met derisico's diejeugdigen kunnen lopen als zij moeten wachten op geïndiceerde zorg.
Wel doet de inspectie een aantal aanbevelingen
om
jeugdigen die in vrijwilligkader wachten op jeugdzorg beterin beeldte houden. Overde nadere uitwerking van deze aanbevelingen ben ik in overleg met het IPO.
Op
7 januari 2013 heeft de Staatssecretarisvan Veiligheid en Justitie het parlement geïnformeerd overde landelijke cijfersjeugdbescherming2. Indezebriefwordt ondermeer nader ingegaan op deveiligheid van kinderen op de wachtlijsten.
Bescherming tegen
Exploitatieen Geweld
U
geeftaan datdepreventie en signaleringbijkindermishandelingbeterkandoor de inzetvan evidence-based preventieprogramma's.De
aandacht voor kindermishandeling van deafgelopen jaren heeft ertoe geleid datmensen
beter signaleren enmeer
melden. Dat heeft nog nietgeleid tot een daling van het aantal slachtoffers.Daarom
is in het Actieplan Kinderen Veilig preventie één van de drie belangrijke accenten. U wijst op de aansturende rol van deoverheidom
preventie en signalering te stimuleren en te onderzoeken hoe ditkan worden verbeterd.
De
basisvoor preventie ligt in een krachtigeopbouw
van het lokalejeugdbeleid.Via de ondersteuning van gemeenten bij de invoering van dedecentralisatie zorg voorjeugd wordtdit aangepakt. In overleg met gemeenten en de kennisinstituten wordteen handreiking/digitaal dossieropgesteld over de aanpak van
kindermishandeling en de rol vangemeenten. Tevens wordt met hen bekeken welke behoefteer is aan aanvullende acties bij en voorgemeenten.
De
inzetvan evidence-based preventieprogramma's en overige interventiesuit de databank van het NJi zullen hierbij een belangrijk ingrediëntzijn. ViaZonMw
wordt geïnvesteerdin onderzoek van interventiesop gebied van signalering en hulpaanbod (preventief en nazorg).
Ook
de resultatenvan ditonderzoeksprogramma krijgen te zijnertijdeen plaats in hetdigitale dossiervoorgemeenten.
Kenmerk
>3146139
1TweedeKamer, vergaderjaar2012-2013,31 839,nr. 255.
2TweedeKamer, vergaderjaar2012-2013, 31839nr.262.
U
geeftaan dat het gebruikvan gebruik van meidcodesen Directoraat Generaaldeskundigheidsbevordering van professionals
moet
worden verbeterd, volksgezondheidDirectieJeugd
In oktober 2011 is hetwetsvoorstel verplichte meidcode huiselijkgeweld en
Kenmerk kindermishandeling bij de Tweede
Kamer
ingediend. In hetkadervan de j-3146139implementatie van de meidcode zijn e-learning modules entrainingen beschikbaar
om
professionalsop te leiden in het signaleren van kindermishandeling en het doorlopen van de stappen van de meidcode. In het wetsvoorstel van de meidcodeis
opgenomen
dat organisaties de kennis en hetgebruik van de meidcode moeten bevorderen. Vanuit deze op handen zijnde verplichting is en wordt met debetrokken opleidingen het gesprekaangegaan welke stappen zij moeten en kunnen zetten
om
de (basis-)opleidingen goed toe te rusten voordeaankomende
professionals.
U wijstop hetevalueren van hetgebruik van meidcodes. Hetwerken met een meidcode ondersteunt de signalering en het ondernemen van actie doorde professional. Zoalseerdertoegezegd zal
VWS
tweejaar na inwerkingtreding van de wet een quickscan laten uitvoeren, waarbij wordtgekeken naar hetgebruik vande meidcode doorprofessionals. Vijfjaar na inwerkingtreding van dewetvindt een evaluatie plaats. Verderzullen de inspecties van de betreffendeberoepsgroepen erop toezien dat de organisaties en zelfstandige
beroepsbeoefenaren overeen meidcode beschikken en hun medewerkersscholen.
Ditjaaronderzoekt de Inspectie voorde Gezondheidszorg in hoeverrede meidcode huiselijkgeweld en kindermishandeling is geïmplementeerd binnen de medische sector3.
Hetderde aspect dat dooru wordt
genoemd
in het kader van preventie en signalering is de deskundigheidsbevordering van professionals. Hier lopen verschillende trajecten voor. Specifiekvoor de jeugdzorgsector wordt veel geïnvesteerd in professionalisering, gericht op verbetering van de aansluiting tussen onderwijsen werkveld, het bieden van een kader voorpermanente educatie en reflectie, hetinvoeren van (wettelijkverankerde) beroepsregistratie, hetwerken volgens een beroepscode en het organiseren van tuchtrecht.U
vraagt bijzondereaandachtvoorde werkwijze van de AMK's; de veiligheidvan hetkindmoet
voldoende worden bewaakt en ermoet
de garantiezijn datmeldingen
met
de hoogsteprioriteit altijddirecten voortvarend worden opgepakt.In de werkwijze van het
AMK
en BJZ is de veiligheid van het kind de eerste prioriteit.Wanneer
een melding binnen komtwordt een filter gehanteerd met het oog opde veiligheid van het kind. Hoogste prioriteit wordtgegeven aan kinderen jongerdan tweejaaren in het bijzonder baby'sjonger dan zes maanden, indien sprake is vanfysieke mishandeling en indien sprake is vanrisicozwangerschappen4.
Erwordt aan de hand van hetinstrument LIRIC een risico-inschatting gemaakt. In het Casusoverleg Bescherming wordt
met
de Raad voorde Kinderbescherming standaard afgesproken wie verantwoordelijk isvoor de veiligheid van het kindgedurende het Raadsonderzoeken wordt afgesproken of, en door wie, hulp ingezet en gecoördineerd wordt.
3DoordeKNMGisreedsin2008 een meidcodekindermishandeling vastgestelddieleidendisvoordeze beroepsgroep.
4Zoalsbijverslaafdemoedersen verstandelijk gehandicapten.
Meestal gebeurt dit door deToegang van Bureau Jeugdzorg. Bij acute ernstige gevallen kan binnen 24 uur gehandeld worden en zijn er afspraken met de Raad voorde Kinderbescherming
om
een voorlopige ondertoezichtstelling teorganiseren. Dewerkwijze van het
AMK
is vastgelegd in het protocol van handelen datvooralle AMK's leidend is.DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk 1-3146139
U wijstookop het belang van periodiek prevalentieonderzoek. Het kabinet vindt hetvan groot belang zichtte houden op deaard en
omvang
vankindermishandeling.
Daarom
is in het Actieplan Kinderen Veiligopgenomen
dat ook in 2015 een prevalentieonderzoek uitgevoerd wordt. Daarbij zal gekeken worden op welkewijze en hoeuitgebreid ditopgezet moet worden. Hierin wil ikuw
suggestiemeenemen om
te onderzoeken welke vormen vankindermishandeling een groterrisico lopen
om
niet ontdektofgemeld teworden en welke kind- of gezinsfactoren hiermeesamenhangen. Daarnaast wilt u een onderzoek naar de kwaliteiten de effectiviteit van de onderzoeken en verwijzingen die naar aanleiding van meldingen bij hetAMK
uitgevoerd worden.De
Inspectie Jeugdzorg houdttoezicht op de kwaliteit van het functioneren van hetAdvies- en Meldpunt Kindermishandeling. Naaraanleiding van het rapportvan deKinderombudsman zal in 2013 doorde Inspectie
Samenwerkend
Toezicht Jeugd onderzoekworden verricht naarde behandeling van een melding doorhetAMK.Met de instelling van deTaskforce kindermishandeling en seksueel misbruik krijgt
de aanpakvan kindermishandeling een belangrijkimpuls.
De
Taskforce bestaatuitdeskundigen uit het veld die de aanpakvan kindermishandeling hoog in het vaandel hebben staan. Ondersteund
met
een programmabureau zal de Taskforce een aanjagende rol vervullen richting partijen, een appèl doen op de samenleving en de uitvoering van het Actieplan monitoren.Op
20 novemberjl. heeft de Taskforce haarwerkprogramma
en monitorvan het Actieplan gepresenteerd.U
geeftaan datu betercijfermatig inzichtwilt in de aanpak van kinderpornografie en u ondersteunt de aanbevelingen van de nationalerapporteurmensenhandel.De aanpakvan kinderpornografie is bij politie en
OM
inmiddels landelijk ingericht.Het aantal beschikbare rechercheurs voorhet afhandelen van kinderpornozaken is
verdubbeld naar 150 FTE. Tevens is met de politiede prestatieafspraakgemaakt dat eind 2014 het aantal bij het
OM
aangeleverde verdachtent.o.v. 2010met 25%
gestegen zal zijn (oplopend met
7,5%
in 2012 en15%
in 2013). In dezeprocentuele stijging moet een focusverschuiving zichtbaarzijn van downloaders/ kijkers kinderporno naarvervaardigers (en daarmeetevens verdachten van seksueel misbruikvan kinderen) en verspreidersvan kinderpornografisch materiaal. Meerzicht op en ontzetting van slachtoffers maakt onderdeel uitvan deze focusverschuiving. Nadere informatie overde stand van zaken aanpak kinderpornografie iste vinden in de voortgangsbriefaan deTweede
Kamer
5.Kinderpornografisch beeldmateriaal wordt standaard geclassificeerd door politie en OM, onderdeel daarvan is ook devaststelling van de vermoedelijke herkomstvan het materiaal. In de strafrechtelijke aanpakvan kinderpornografie wordt geen
differentiatie op leeftijd gehanteerd. Artikel 240b Sr is leidend (alles tot 18jaaris
strafbaar). In reactie op de aanbevelingen uit het rapport kinderpornografie van de
NRM
heeft V&Jsamen
metVWS
aanvullende maatregelen in gang gezet. Het Actieplan Aanpak Kindermishandeling 2012-2016 vormt daarvoor hetkader.'Brief over deaanpakvan kinderpornografievan2oktober2012,TK2012-2013, 31015,nr. 81.
Vrijheidsbeneming
en
Jeugdstrafrecht Directoraat Generaal VolksgezondheidU
geeftaan dat detoepassing van het volwassenenstrafrechtopminderjarigen inDirectieJeu 9 d
strijdis
met
de kinderrechten.Kenmerk J-3146139 In hetregeerakkoord is een adolescentenstrafrecht met een
maximum
voorjeugddetentie vantweejaar afgesproken. Het adolescentenstrafrecht beoogt bij hetopleggen van een straf ofmaatregel een
meer
op de ontwikkelingsfase van de jeugdigeofjongvolwassene toegesneden benadering mogelijkte maken. Zo zullen aanjongvolwassenen tot 23 jaarstraffen en maatregelen uit het pedagogische jeugdstrafrechtkunnen worden opgelegd. Nu kent de Nederlandsewet deze mogelijkheid voorjongvolwassenen tot21 jaar5.De
in Nederland bestaande mogelijkheidom
aan een jeugdige die tentijde van het plegen van een delictdeleeftijd van 16 tot 17 jaar heeft bereikt, een straf ofmaatregel uit het
gewone
strafrecht op te leggen, blijft in hetbeoogde stelsel daarbij behouden. Hierbij zal
de ontwikkelingsfase van de jeugdige en de ernstvan het misdrijfaspecten zijn die tot hetopleggen van een strafofmaatregel uit het
gewone
strafrecht aanleiding kunnen geven. De regering ziet hierin een belangrijk middelom
tevoorkomen dat het milde jeugdstrafrecht over de gehele linie disproportioneel zou moeten worden verzwaard. Het is tegen deze achtergrond dat hetvoorbehoud bij artikel 37 IVRK wordt gehandhaafd.
U
vindtdat jongeren nietopgesloten kunnen worden voordathunprocesisbegonnen, zonderdat ergoednaaralternatieven isgekeken.
In reactie op het rapport"Een nachtje in de cel" van DefenceforChildren heeft de minister van VenJ zich op het standpunt gesteld dat hij centrale registratie van gegevens over minderjarigen in politiecellen wenselijk acht. Bij de vorming van nationale politie zal hieraan aandachtworden besteed. Het in die reactie
aangekondigde uniforme beleid in voorzieningen en regelgeving ten aanzien van minderjarigen in politiecellen heeft zijn beslag gekregen in een landelijk protocol dat
samen
met DefenceforChildren is ontwikkeld. Het protocol is in concept gereed en kan na formele vaststelling in 2013 geïmplementeerdworden. Uitgangspunt in dit protocol is dat de minderjarige niet langer dan strikt noodzakelijkis dient te verblijven in een politiecellencomplex.
Daarnaastgeldt in het Nederlandse jeugdstrafrecht ten aanzienvan de voorlopige hechtenis het uitgangspunt'schorsen, tenzij'. Bij jeugd wordt ongeveer
80%
direct geschorst. Aan de schorsing worden door de Kinderrechter dan voorwaarden verbonden. Een van deze voorwaarden kan een locatiege- ofverbodzijn. In Nederland wordt de naleving van deze locatiege- ofverboden gecontroleerd door middel van elektronisch toezicht, al dan nietmet
een gps-systeem. In het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht worden de mogelijkheden van hettoepassen van elektronisch toezichtverruimd.U
uituw
zorgenmet
betrekking totde effecten vanjustitiële documentatie.Jeugdigen die op minderjarige leeftijd een strafbaarfeit hebben begaan, moeten door de weigering van een Verklaring Omtrent hetGedrag (VOG) niet onnodig worden belemmerd in hetvinden van een baan of hetvolgen van eenopleiding.
6
Artikel77c van hetWetboek vanStrafrecht.
Bij het beoordelen van een aanvraag wordt altijd rekening gehouden metde
leeftijd van de betrokkene, de ernstvan hetdelict en de consequentie die het weigeren van een
VOG
heeft op bijvoorbeeld het opleidingsperspectiefvan de jongere. Als na een zorgvuldige afweging blijktdat het risicovoor de samenleving tegroot is, wordt deVOG
geweigerd. Onlangs heeft de staatssecretarisvan Veiligheid enJustitie bekend gemaakt dat deterugkijktermijn voor jongeren die eenVOG
aanvragen en nog geen 23jaar zijn, behalve bij zeden- en zware geweldsdelicten, verkort wordt vanvier naartweejaar. Zij ondervinden minder lang last vanstrafbare feiten die zij op minderjarige leeftijd hebben gepleegd.Toereikende Levenstandaard
U
geeftaan dat ermeer
bekendmoet
worden overde manier waaropzaken voor gehandicapte kinderenzijngeregeld en demanier waaropmet
hun rechten en belangen rekening wordtgehouden.Het beleid iser op gericht dat kinderen met een handicap de kans moeten hebben
om
deeltenemen
aan de samenleving.Gemeenten
hebben daarin een speciale taak. DeWmo
biedtde gemeente een kaderom
de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van burgers met beperkingente bevorderen.Hetcompensatiebeginsel, neergelegd in artikel 4 van de
Wmo,
houdt in dat de gemeente de plicht heeftom
oplossingen te bieden aan burgers met beperkingen via hettreffen van voorzieningen. Kinderenmet
een beperking hebben in het kadervan deWmo
metname
temaken met
instantiesvan het preventief jeugdwerk (prestatieveld 2): 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigenmet problemen met opgroeien en van ouders
met
problemen met opvoeden.' Tevensmaken
kinderen met een beperkinggebruik van de voorzieningen diegeboden worden in hetkader van de prestatievelden 5 en 6.
De
Wet
Wajong beoogt de arbeidsparticipatie van jonggehandicapten van 18jaar en ouderzoveel mogelijkte stimuleren. Jonggehandicapten worden doormiddel van arbeidsondersteuning en inkomensondersteuning zoveel mogelijk geactiveerd.Inde nieuwe Wajong, die vanaf2010 van kracht is, staat arbeidsondersteuning en regulierwerkvoorop. Uitgangspunt is watjonggehandicapten nog wel kunnen.
Voor volledig en duurzaamjonggehandicapten biedtde Wajong alleen een inkomensondersteuning, zodat zij in hun onderhoud kunnen voorzien. De huidige Wajong is gericht op personen die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktzijn.
Voorwaarde voor de Wajong is datde (verstandelijke, psychischeoflichamelijke) beperking al bestond voorde leeftijd van 18jaar. De aanspraak op deregeling eindigt wanneereen persoon de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Eind 2011 maakten 216.000
mensen
gebruikvan de Wajong. Ca.25%
van hen werken, waarvan meer dan de helft bij een reguliere werkgever.De
uitvoering,thans het UWV, heeft diverse instrumentenom
dearbeidsondersteuning vanjonggehandicapten te bevorderen en indien nodig in
maatwerktoete passen, zoals de instrumenten van loondispensatie, begeleiding/jobcoach, de inzetvan een re-integratietraject, subsidiesvoor werkplekaanpassingen en dergelijke. Daarnaast zijnvoor werkgeversspecifieke instrumenten beschikbaar, zoalseen no-riskpolis en een premiekorting bij het in
dienst
nemen
van een jonggehandicapte.DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
In het regeerakkoord van
VVD
en PvdA'Bruggen slaan'zijn afspraken gemaakt overde invoering van een Participatiewet per 1 januari 2014. Deze Participatiewet bevat een aantal wijzigingen ten opzichtevan hetwetsvoorstel Werken naar Vermogen. Gehandicapte jongeren met arbeidsmogelijkhedenkomen
dan onder de Participatiewet te vallen, die wordt uitgevoerd door gemeenten.De
Wajongblijftalleen geldenvoorjonggehandicapten zonder arbeidsmogelijkheden en voor het huidige bestand Wajong. De voorgenomen herbeoordeling voorjongerendie al
een arbeidsongeschiktheidsuitkering (Wajong) hebben en deverlaging van de uitkering voor deze groep wordtgeschrapt. Het kabinet ontwerpteen
quotumregeling voorhet in dienst
nemen
van arbeidsgehandicapten door grotere werkgevers.DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
Tevens is in hetregeerakkoord overeengekomen
om
hetverdrag van de Verenigde Naties voor de rechten van gehandicapten te ratificeren, onder devoorwaarde dat hieruit volgende verplichtingen geleidelijkten uitvoerkunnen worden gebracht.U
vraagthetkabinetde groep kinderen die leven inarmoede
(ofdaar tegen aan leunen) nauwlettend te volgen en verzoektde overheidom
inzichtelijktemaken
ofen zoja, hoe hethuidigekabinetsbeleid in tijden van economische crisis kinderen centraalstelten specialeaandachtheeft voor kinderen die opgroeien in
gezinnen
met
de laagsteinkomens.Onderverwijzing naar de verplichting voorde overheid
om
(indien daarbehoefte aan is) tezorgen voor programma's gerichtop materiële bijstand enondersteuning, bent u benieuwd naarwelke voorzieningen erbestaan vanuit de overheid en maatschappelijke organisaties
om
gezinnen hierbij te helpen en naar hoeveel kinderen hiervan gebruik maken.Nederland kent gelukkig geen armoedecultuur.
De
verschillentussen arm en rijk zijn in Nederland relatief klein. Het overgrote deel van de kinderen groeit niet opin armoede.
De
overgrote meerderheid (93%) van kinderen die opgroeien in een huishouden met een laag inkomen, leeft latervan een inkomen boven dat niveau.Uitonderzoek blijkt dat maatschappelijke en arbeidsparticipatie van ouders essentieel is voorsociale insluiting van kinderen7. Het kabinet zetdaarom (ook in
de huidige economische omstandigheden) in op het bevorderen van de participatie van ouders. Bij maatregelen die de koopkracht beïnvloeden, heeft het kabinet aandacht voor een evenwichtige verdeling van de effecten en wordt de koopkracht van
mensen
met de laagste inkomens ontzien.De
koopkracht van huishoudens met kinderen die een laag inkomen hebben is in het laatste decennium relatief sterkgestegen.Armoedebeleid is primair een verantwoordelijkheid van gemeenten. In dit kader kunnen zij onder andere hun burgers aanvullende inkomensondersteuning bieden.
Omdat
het belangrijk is dat kinderen uit gezinnenmet
een laag inkomen kunnen sporten, is in het Regeerakkoord afgesproken dat de subsidie aan Jeugdsportfonds Nederland verlengd en de Sportimpuls verhoogd worden.Ook
worden demogelijkheden vooreen pas voor culturele, maatschappelijke en
sportvoorzieningen verruimd. Daarnaast komt erin hetarmoedebeleid extra aandacht vooro.a. gezinnen met kinderen.
7SCP,2010, 2011.
Deze maatregelen
maken
deel uitvan de in het Regeerakkoord afgesproken intensivering van hetarmoedebeleid, waarvoorin 2014 € 80 miljoen en vanaf 2015 structureel € 100 miljoen extra wordtvrijgemaakt.U
geeftaan datdepositie van zwerfjongerenmoet
worden verbeterd enjuistmoet
worden voorkomendatjongeren gaanzwerven.DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
Het
thema
zwerfjongeren is een speerpunt van de overheid. Erzijn op jaarbasis circa 8.000 zwerfjongeren. Zij hebben veelal temaken
met een cumulatie van problemen. De verantwoordelijkheidvoorde maatschappelijke opvang ligt bij de gemeenten. Met de beoogde decentralisatiesvan begeleiding en de jeugdzorg wordt beoogd gemeenten in staat te stellen ookvoor zwerfjongeren eenmeer
integraal beleid te voeren.
Erzijn de afgelopen periode verschillende handreikingen voorgemeenten ontwikkeld. Een handreiking vooreen tel-onderzoek, een profielonderzoekdoor gemeenten en een handreiking voor gemeentelijkzwerfjongerenbeleid.
Ook
isvoordejaren 2012 en 2013 een ondersteuningsprogramma voor
centrumgemeenten gestart; een stap vooruit. Daarbij kunnen gemeenten aan verbeterpunten van hun opvang voor zwerfjongeren werken en de opvang een stap verder brengen.
De
stap moet binnen driemaanden
gerealiseerd zijn. Bij het bepalen van de concrete stappen worden de zwerfjongeren zelfbetrokken.Om
de participatievan zwerfjongeren zelfte versterken is in 2012 een subsidieaanvraag van Stichting Zwerfjongeren Nederland gehonoreerd voor onder andere United Voices (cliëntvertegenwoordiging). Ten slottewordt hetprojectTake Off ondersteund, een project waarbij de Federatie Opvang, Aedes en de Stichting Zwerfjongerenkleinschaligewoonvormen
voor zwerfjongeren stimuleren.Onderwijs
U
geeftaan dat deaandachtdient uitte gaan naar de manier waarop kinderen die extrazorgontvangen bijhet volgen van onderwijs, worden opgevangen in het reguliereonderwijs.In de Kinderrechtenmonitorwordt nog uitgegaan van een bezuiniging van € 300 miljoen op passend onderwijs. Zoals u bekend is, is deze bezuiniging in hetkader van het Begrotingsakkoord 2012 teruggedraaid.
De
middelen die op ditmoment
beschikbaarzijn voorextra ondersteuning binnen het regulier en in het speciaal onderwijs blijven ookin de toekomst beschikbaar.
Met passend onderwijs krijgen schoolbesturen een zorgplichten komt de
verantwoordelijkheid vooreen dekkend aanbod voorextra ondersteuning te liggen bij de nog in te richten samenwerkingsverbanden passend onderwijs8.
De
invoering van de zorgplicht betekenteen belangrijke verbeteringvoorouders.
Na aanmelding bij een school van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, heeft dieschool de taak
om
in een passend onderwijsaanbod tevoorzien. Dit kanzijn op deschool zelfofeventueel bij een andere school, alsdat gezien de ondersteuningsbehoefte van het kind
meer
passend is. Ouders hoeven dus niet zelfmeer
teMeuren'met
hun kind.De
zorgplicht is hiermee een belangrijk instrument in de aanpakvan de thuiszittersproblematiek.8Wet passendonderwijsisop9 oktoberaanvaarddoor EK.
Of en in welke mate de invoering van passend onderwijs leidttot minderspeciaal onderwijs en
meer
extra ondersteuning in het regulier onderwijs is een keuze van die samenwerkingsverbanden.U adviseert
OCW om de ontwikkelingen rond passend onderwijs nauwgezette
blijven volgen. Dit zal ookgebeuren. De Evaluatiecommissie Passend Onderwijs
(ECPO) is gevraagd om
hiervoor een kaderte ontwikkelen.
U
concludeert datde omstandigheden van het onderwijsin eenjustitiëlejeugdinrichting(331) en degeslotenjeugdzorgzijn verbeterd.Aanbevolen wordt deze verbetering te borgen door
meer
toezicht, door voldoende variatie inopleidingsniveau en door
meer
aandacht voor de specifieke problematiek vandeze jongeren.De scholen die zijn verbonden aan eenJJI ofgesloten jeugdzorginstelling
maken
deel uit van hettoezichtkader (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) van de Inspectie van het onderwijs. Hiermee moeten deze scholen voldoen aan de
kwaliteitseisen die vooralle scholen gelden in het (v)so. De inspectie bezoekt deze scholen geregeld en per school worden de bevindingen beschreven in een rapport.
Wanneer
een school zwak/zeerzwak wordt bevonden, wordt het toezicht geïntensiveerd.Om
tegemoet tekomen
aan de verschillende behoeften van de jongeren voor wat betreft het soort opleiding ofhet niveau daarvan, werken scholen die zijnverbonden aan een JJI ofgesloten jeugdzorginstelling
samen
met scholen voor reguliervoortgezet onderwijs,om
onderwijs te kunnen aanbieden dat past bij het niveau of de belangstelling van de leerling.De aanbeveling datdeze jongeren betrokken zouden moeten worden bij het verbeteren van de aansluiting van de opleiding op hun niveau en de
toekomstperspectieven, sluit goed aan bij het'Focus op onderwijstraject'van de ministeries van
VWS, OC&W en V&J om
goede voorbeelden teverzamelen van de
manier waarop het onderwijs in geslotenheid beteraansluit op hetonderwijs na
hetverblijfin de instelling ofinrichting. De gehele schoolloopbaan van dejongere
komthierbij in beeld, waarvan hettoekomstperspectief en hetopleidingsniveau
van de jongere onderdeel uitmaken.
U
vraagtaandacht voor de thuiszittersdie geen hulp vanuitschoolontvangenen kinderen die wachten op een plek in hetspeciaal onderwijs.Dethuiszittercijfersworden sinds schooljaar 2009/2010
meegenomen
in de jaarlijkse leerplichtrapportage. Het kabinet ismet
u van mening dat een goedbeeld van deverzuimcijfers essentieel is voor de bestrijding van schoolverzuim en het voorkomen van uitval.
We
blijven deze volgen. Onderzoeken laten zien dat een casusvaak complex en uniek is. Een aanpakgericht op probleemoplossing en constructieve samenwerking van de schoolmet
ouders, leerplichtambtenaaren andere betrokken instanties is essentieelom
het kind weerop school te krijgen.Het ministerie van
OC&W
stimuleert samenwerkingsverbandenom
toteen structurele regionale aanpak in de bestrijding van thuiszitters te komen.De invoering van passend onderwijs betekent bovendien een zorgplicht vooralle schoolbesturen
om
een passend aanbod voor iedere leerling te garanderen. Het aantal thuiszitters is een belangrijke indicator voor passend onderwijs, de Onderwijsinspectie houdt hierop toezicht.DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
Minderjarige
vreemdelingen
Uw
zorgpunten op het terrein van minderjarige vreemdelingenzien opkinderen dielangdurigin Nederlandzijn, inprocedure ofkinderendiezijn uitgeprocedeerdmaar
nietworden uitgezeten allang in Nederlandverblijven.Ook
vraagt u aandacht voor de opvang en voorzieningen van minderjarige vreemdelingenin gezinslocatiesen de vergunningsaanvragen van nareizende kinderenmet
hetoog opgezinshereniging.Het vorige kabinet heefteen aantal voorwaardenvoor gezinsmigratie
aangescherpt die, anders dan in de Kinderrechtenmonitor wordt verondersteld geen betrekking hebben op minderjarige kinderen. Hetwordt doorde maatregelen niet moeilijker voor minderjarige kinderen
om
met hun ouders in Nederland tewonen.
De maatregelen, die per 1 oktober 2012 zijn ingevoerd houden in dat
voortaan partners die naar Nederland willen
komen gehuwd
moeten zijn ofeen geregistreerd partnerschap moeten zijn aangegaan, dat de toelatingsmogelijkheid voor meerderjarige gezinsleden is afgeschaft, behoudens in humanitaire gevallen.Verder moet de referent minimaal eenjaar legaal in Nederland hebben verbleven alvorens hij een aanvraag
om
gezinshereniging kan doen, zodat hij zelfvoldoende ingeburgerd isom
zijn gezinsleden bij hun inburgering te begeleiden.De
belangen van kinderen in detoelatingsprocedure worden bovendien altijd getoetst in het kader van artikel 8 EVRM.Ook
datismet
de nieuwe maatregelen niet veranderd.In het regeerakkoord is voorzien in de totstandkoming van een regeling voorlang
in Nederland verblijvende kinderen met een asielachtergrond. Deze regeling wordt op dit
moment
uitgewerkt. Voor de wijze waarop hetkabinet uitvoering geeft aan hetarrestvan de Hoge Raad in de zaak Ferreira zij verwezen naar de briefaan de TweedeKamer
van 25 oktober 20129.Voorwatbetreftde problematiekrond nareis waarin de monitor aan wordt gerefereerd, wil ikverwijzen naarde briefvan de ministervan Immigratie, Integratie en Asielaan de Kinderombudsman van 12julijl.
Slotbeschouwing
U doet aanbevelingen betreffende de invoering van een jeugd- en
kindeffectrapportage bij wetsvoorstellen enjaarlijkse rapportage aan Tweede
Kamer
over de implementatie van kinderrechten in wetgeving, beleid en uitvoering.Als partij bij hetIVRK rapporteert de regering iedere vijfjaar aan het Comité voor de Rechten van hetKind in Genève. Inde rapportage wordt verantwoording afgelegd overde implementatievan hetIVRK, wijzigingen in wetgeving en het gevoerde beleid op hetgeheleterrein van kinderrechten. Het kabinet kiester vooralsnog voortevolstaan met deze verantwoordingssystematiek.
DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
9TK 2012-2013, 19 637, nr1587
Zoals u bekend is, is op 4juli 2012de vierde periodieke rapportage inzake implementatie van hetIVRK naardeTweede
Kamer
verzonden. In deze rapportage wordt uitgebreid ingegaan op de punten die in deKinderrechtenmonitor aan de orde zijn.
de DirectoraatGeneraal Volksgezondheid
DirectieJeugd
Kenmerk J-3146139
U heeft het Sociaal Cultureel Planbureau en de Universiteit Leiden in een
vervolgopdracht gevraagd advieste geven over hoe de Kinderrechtenmonitor in de
komende
jaren verderuitgebouwd kan worden.We
zijn in een eerdere reactie ingegaan op de verzoeken aangaande cijfers en het inzichtelijkmaken
van procedures. HetCBS
die ditjaar nog in het kader van de LandelijkeJeugdmonitor hetJaarrapport 2012 uitzal brengen, zal deze gegevens beschikbaarstellen aan hetSCP
ten behoeve van een toekomstige Kinderrechtenmonitor.Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,