• No results found

Onderwijs- en Examenregeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderwijs- en Examenregeling"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderwijs- en

Examenregeling 2020-2021

Deze regeling is, met instemming van de Academie medezeggenschapsraad en de Opleidingscommissie, vastgesteld door de Dean van de Academie voor Sociale Studies en treedt in werking op

1 september 2020.

Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie

voltijd

De meeste recente versie van deze onderwijsregeling is te vinden op Hanze.nl onder het kopje ‘Regels en Regelingen’

van de opleiding.

(2)

INHOUDSOPGAVE

Afkortingenlijst ... 4

Inleiding ... 5

1. Opleiding Toegepaste Psychologie - voltijd ... 6

1.1 Typering ... 6

1.2 Karakterisering ... 6

1.3 Visie op onderwijs ... 7

1.4 Examencommissie en toetscommissie ... 9

1.5 Toelatingscommissie ... 10

1.6 Academiemedezeggenschapsraad ... 10

1.7 Opleidingscommissie ... 11

2. Beoogde Leerresultaten (eindniveau) ... 12

2.1 Groninger competentieprofiel van de bachelor Toegepast Psycholoog ... 12

2.2 Dublin-descriptoren ... 15

2.3 Profilering ... 19

2.4 Beroepsperspectief ... 19

3. Opbouw van de studie ... 20

3.1 Karakterisering van de opbouw ... 20

3.2 Verantwoording taalkeuze (delen van) de opleiding ... 20

3.3 Minoren en keuzesemester ... 20

3.3.1 Keuzesemester I ... 21

3.3.2 Keuzesemester II ... 22

3.5 Aanwezigheidsplicht ... 23

3.6 Coronaregeling ... 23

3.7 Curriculumoverzicht en studieprogramma ... 24

4. Studieprogramma ... 41

4.1 Programma Propedeuse ... 41

4.2 Programma Post-propedeutische fase ... 41

4.3 Excellentie ... 42

4.3.1 Excellentieprogramma’s ... 42

5. Toelatingseisen ... 44

5.1 Profiel- of vakkenpakketeisen m.b.t. de toelating tot een opleiding ... 44

5.2 Toelating op grond van andere diploma’s ... 44

5.3 Toelating op grond van buitenlands diploma ... 44

5.4 Toelatingsonderzoek (de 21+-regeling) ... 44

5.5 Toelating na toepassen numerus fixus met decentrale selectie ... 45

(3)

5.6 Toelating tot het tweedes studiejaar op grond van hbo-vooropleiding ... 45

5.7 Toegang tot de postpropedeutische fase met onvolledige propedeuse ... 46

5.8 Overstappen van deeltijd naar voltijd ... 46

6. Tentamens ... 47

6.1 Organisatie van de toetsing ... 47

6.2 Volgtijdelijkheid tentamens ... 47

6.3 Anti-plagiaat regels ... 47

6.4 vrijstellingen ... 48

7. Vereisten voor het Bindend Studieadvies in de propedeuse ... 49

7.1 Kwalitatieve vereisten voor het studieadvies... 49

7.2 Gevolgen afwijzend bindend studieadvies (BSA) voor de inschrijving ... 49

8. Afstudeerprogramma ... 50

8.1 Stages ... 50

8.1.1 Startvoorwaarden stage ... 51

8.1.2 Buitenlandstages ... 51

8.2 Afstudeeropdracht en afsluitend semester ... 52

8.2.1 Instapvoorwaarden ... 52

8.2.2 Afstudeeropdracht en beoordeling ... 52

9 Studiebegeleiding ... 53

9.1 Introductieweek ... 53

9.2 Studeren met een lichamelijke of psychische functiebeperking ... 53

10. Cum laude ... 54

11. Eigen bijdrage van studenten ... 55

12. Algemene informatie over rechten en plichten ... 56

Bijlage 1 ‘Examenregeling’ ... 57

(4)

AFKORTINGENLIJST

Afkorting Omschrijving

AD Associate Degree

AMR Academie Medezeggenschapsraad

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BaTP Bachelor(student) Toegepast Psycholoog

BSA Bindend Studie Advies

COOAB Coördinerend Orgaan Opleidingen Agogische Beroepen CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs

DUO Dienst Uitvoering Onderwijs

EC European Credit

EDZ Ervaringsdeskundige in de Zorg

GGZ Geestelijke Gezondheidszorg

HG Hanzehogeschool Groningen

HSS Hogere Sociale Studies

ISD International Service Desk

OC Opleidingscommissie

OER Onderwijs- en Examenregeling

POH Praktijk Ondersteuner Huisartsenpraktijk SAGZ Academie voor Gezondheidsstudies SASS Academie voor Sociale Studies

SAVK Academie voor Verpleegkunde

SIBK Instituut voor Bedrijfskunde SIRE Instituut voor Rechtenstudies

STAD Studenten Administratie

SVO Studie Voortgangs Overzicht

SW Social Work

WHW Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek

(5)

INLEIDING

Sinds de invoering van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) in 1993 moeten de hoofdlijnen van het onderwijsprogramma en de examinering voor elke opleiding in een onderwijs- en examenregeling (OER) worden vastgelegd.

De OER is het document waar alle betrokkenen (studenten, examencommissie, docenten, examinatoren en management) in moeten kunnen lezen wat de inhoud van het onderwijs is, hoe het georganiseerd is, hoe er getoetst wordt en wat de geldende procedures en afspraken zijn. De rechten en plichten van studenten moeten eenduidig en volledig zijn beschreven.

Samenhang tussen Studentenstatuut, OER en Osiris

De Hanzehogeschool heeft ervoor gekozen om een aantal bepalingen - die de wet aan de OER stelt - hogeschoolbreed voor elke student te laten gelden. Deze bepalingen zijn opgenomen in de hogeschoolbrede examenregeling en als hoofdstuk 4 te vinden in het studentenstatuut. De specifiek voor de opleiding geldende overige bepalingen noemen we onderwijsregeling.

O nderwijsregeling

Met de Osiris-onderwijsbeschrijvingen E xamen R egeling

(hoofdstuk 4) Studentenstatuut

Daarnaast heeft de Hanzehogeschool ervoor gekozen om de beschrijving van het onderwijs zichtbaar te maken in Osiris. Daarmee zijn deze beschrijvingen op eenduidige wijze beschikbaar voor alle studenten. De inhoud van de beschrijvingen in Osiris maken deel uit van de OER. In deze beschrijvingen wordt inhoud gegeven aan de wettelijk verplichting om de inhoud en omvang van het onderwijs te beschrijven, het aantal te behalen credits, de wijze waarop de bij het onderwijs behorende tentamens worden afgelegd en de wijze waarop het resultaat wordt uitgedrukt.

(6)

1. Opleiding Toegepaste Psychologie - voltijd 1.1 TYPERING

De opleiding Toegepaste Psychologie leidt studenten op tot professionals die gedrag kunnen onderzoeken, beoordelen en beïnvloeden. Wij werken progressiegericht en onderstrepen het belang van de psychologische basisbehoeften verbinding, autonomie en competentie. Zo werken wij als onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen aan een duurzame wereld.

 Wij versterken de veerkracht van mensen en bevorderen hun vermogen om bewust eigen keuzes te maken. Verbinding, autonomie en competentie zijn belangrijke begrippen waar wij onze activiteiten en beslissingen aan toetsen.

 Wij werken vanuit een solide psychologische kennisbasis aan praktijkgerichte, duurzame oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en maken daarbij dankbaar gebruik van nieuwe digitale technieken en instrumenten.

 Wij leiden studenten op tot onderzoekende en reflectieve professionals met een open blik, gevoel voor diversiteit en een ondernemende houding. We stimuleren hen zich te ontplooien tot zelfbewuste en maatschappelijk betrokken individuen.

 Wij nemen actief deel aan een leergemeenschap waarin onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk samenwerken en studenten, docent-onderzoekers en professionals elkaar inspireren en uitdagen. Zo creëren we mogelijkheden voor een leven lang leren voor onszelf en anderen.

 Wij onderschrijven de kernwaarden van de Hanzehogeschool Groningen en verbinden ons aan haar speerpunten: Healthy Ageing, Ondernemerschap en Energie. Dit maken we zichtbaar in onze eigen opleiding en in onze bijdragen aan andere opleidingen, lectoraten en innovatiewerkplaatsen.

1.2 KARAKTERISERING

Onderscheidend vakgebied

Toegepaste psychologie focust op het gedrag van (groepen) mensen. Toegepast psychologen onderzoeken, beoordelen en beïnvloeden het gedrag van mensen met behulp van psychologische kennis, methoden en instrumenten. Dit onderscheidt Toegepaste Psychologie van verwante hbo- opleidingen in onder meer het sociaal en economisch domein.

Praktijkgericht en oplossingsgericht

De bachelor Toegepaste Psychologie is een hogere beroepsopleiding; studenten leren psychologische kennis praktijkgericht en oplossingsgericht toepassen. We zetten in op beoordelen van gedrag (zoals bij diagnostiek en assesments) en beïnvloeden van gedrag (zoals in training, coaching, voorlichting). Daarnaast speelt onderzoek een belangrijke rol in de opleiding. Studenten leren menselijk gedrag te onderzoeken om van daaruit dat gedrag te kunnen beoordelen en/of beïnvloeden. Daarnaast leren zij de nodige algemene onderzoeksvaardigheden die hen in staat stellen om diagnostiek uit te voeren en praktijkgericht onderzoek te doen.

(7)

Verbindende schakel

De opleiding slaat de brug naar het werkveld en is een schakel in de ketting van een leven lang leren. De bachelor vormt de verbindende stap tussen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs aan de ene kant en post-hbo-opleidingen en scholing voor werkenden anderzijds.

Wij geven dit flexibel en ondernemend vorm. We bieden een modulaire leergang Positieve Psychologie aan voor werkenden, we zoeken aansluiting bij de universitaire opleiding Psychologie en bij de master Healthy Ageing Professional en andere vervolgopleidingen. Met ingang van collegejaar 2020-2021 bieden wij ook een deeltijd opleidingsvariant aan.

1.3 VISIE OP ONDERWIJS

Theoretische kennis en competenties

Toegepaste Psychologie is een opleiding met een specifieke, unieke invalshoek: het onderzoeken, beoordelen en beïnvloeden van menselijk gedrag. De theoretische kennis die studenten meekrijgen in de opleiding is vastgelegd in de Body of Knowledge Toegepaste Psychologie (2015). Dit is een landelijk vastgesteld overzicht van basiskennis uit de psychologische wetenschap waarover iedere toegepast psycholoog moet beschikken.

Studenten beschikken aan het eind van hun opleiding over vier eveneens landelijk vastgesteld competenties en één aanvullende ‘Groningse’ competentie. Dit zijn drie beroepscompetenties beoordelen en beïnvloeden van menselijk gedrag en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek, plus twee generieke competenties: professioneel en ondernemend werken.

Leerklimaat en leergemeenschap

Toegepaste Psychologie aan de Hanzehogeschool Groningen is een relatief kleinschalige opleiding met een prettige werksfeer. Ruim vijftig teamleden (ondersteunende medewerkers en docenten) staan klaar voor rond de 800 studenten. Ieders inbreng wordt gezien en gewaardeerd. Er is veel bevlogenheid voor het vak en we doen ons best om die bevlogenheid uit te dragen. Dit wordt ook zichtbaar in goede evaluaties door studenten. Er heerst een ambitieuze studiecultuur en er wordt hard gewerkt, door medewerkers én door studenten.

Medewerkers en studenten zijn nieuwsgierig, aandachtig en ondernemend. We streven naar een leeromgeving waarin studenten, docenten en professionals in interactie met elkaar het beste uit zichzelf halen. We scheppen daartoe een leerklimaat met structuur, stimulans en steun, dat aansluit bij de kwaliteiten en behoeften van studenten en medewerkers.

We stimuleren ál onze studenten en medewerkers om zich vanuit hun unieke mogelijkheden en drijfveren optimaal te ontplooien, en onderstrepen daarbij het belang van de universele menselijke basisbehoeften autonomie, verbinding en competentie. Dit sluit naadloos aan bij de concepten positieve psychologie en progressiegericht werken en leren die in de opleiding een grote rol spelen.

Voor studenten die meer dan gemiddeld willen en kunnen presteren, bieden we honoursonderwijs en -activiteiten aan die uitgaan van veel keuzevrijheid en zelfsturing.

Studenten nemen gedurende de opleiding in toenemende mate verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en -route. Zij trekken op met docent-onderzoekers en professionals uit het werkveld in een professionele leergemeenschap. In die leergemeenschap leren alle partijen van elkaar. We ontwikkelen daartoe als opleiding duurzame relaties met de beroepspraktijk. Er zijn al goede banden omdat veel van onze docenten (ook) in de praktijk werken. De werkveldadviescommissie dient de opleiding gevraagd en ongevraagd van advies en speelt een rol in het opbouwen en onderhouden van een sterke band met het werkveld.

(8)

Concreet betekent het vormen van een leergemeenschap dat studenten en docent-onderzoekers in samenwerking met het werkveld praktijkgericht onderzoek doen en nieuwe interventies ontwikkelen. De intensiteit bouwen we op in de loop van de opleiding. Studenten passen kennis in de praktijk toe, leren onderzoeksvaardigheden en werken samen met mensen uit het werkveld.

De nieuwe kennis komt direct beschikbaar voor het werkveld. De samenwerking vindt veelal plaats in interdisciplinaire innovatiewerkplaatsen en lectoraten. Zo leren studenten (en docenten) ook over de grenzen van hun eigen vakgebied heen kijken.

We stimuleren daarbij dat studenten nadenken over hun eigen referentiekader en over de positie waarin andere mensen verkeren. Studenten leren in de opleiding reflecteren op hun normen, waarden en sociale en culturele achtergrond. Dit geeft hen houvast om in hun beroepspraktijk (culturele) verschillen met een open houding tegemoet te treden. Internationalisering kan hieraan bijdragen door het bieden van interculturele ontmoetingen en ervaringen. Toegepaste Psychologie wil haar internationale contacten daartoe verder uitbouwen.

Curriculum: individuele leerroutes op een brede basis

Wij sluiten met ons curriculum zo goed mogelijk aan op de arbeidsmarkt. Jaar 1 en jaar 2 geven een brede basis van algemene psychologische kennis en vaardigheden. Jaar 3 en 4 bestaan uit onderdelen waarmee de student zijn leerroute inhoudelijk kan inkleuren. Studenten kunnen aansluiten bij één van de vijf leerroutes die wij als opleiding met het oog op ons werkveld hebben samengesteld:

 Healthy Ageing

 Duurzame samenleving

 Arbeid & Organisatie

 Arbeid & Gezondheid

 Jeugd

De theoretische kennis die studenten Toegepaste Psychologie meekrijgen in de opleiding is vastgelegd in een internationaal gevalideerde en landelijk vastgestelde Body of Knowledge.

Speerpunten: Ondernemerschap, Healthy Ageing en Energie

Ondernemerschap is een thema dat door de hele opleiding heen loopt. Wij stimuleren onze studenten continu om zich te ontwikkelen tot ondernemende, creatieve en innovatieve professionals. Zij leren zien waar zij toegevoegde waarde kunnen hebben voor het werkveld en zij leren deze kansen benutten. Wij zien dit nadrukkelijk als een competentie die alle toegepast psychologen moeten leren. Een ondernemende houding is net zo belangrijk voor degenen die bij een non-profitorganisatie gaan werken als voor degenen die als zelfstandig ondernemer of bij een commerciële organisatie aan de slag gaan.

Toegepaste Psychologie levert verder een groeiende bijdrage aan het onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk rond de inhoudelijke speerpunten Healthy Ageing en Energie. De opleiding richt zich bijvoorbeeld op het onderzoeken, beoordelen en beïnvloeden van gedrag dat samenhangt met gezond opgroeien en gezond ouder worden binnen de thema’s Jeugd, Gezondheid, Arbeid en Gezondheid en Arbeid en Organisatie. Ook aan het speerpunt Energie levert Toegepaste Psychologie vanuit haar psychologische invalshoek een waardevolle bijdrage. Onze leerroute Duurzame Samenleving, waarin wij de aandacht onder andere richten op het onderzoeken en bevorderen van duurzaam gedrag, draait hier helemaal om.

Onze verbinding met de speerpunten is niet alleen binnen het eigen curriculum zichtbaar. We stimuleren studenten en medewerkers om bij andere opleidingen, innovatiewerkplaatsen en lectoraten mee te werken aan actuele vraagstukken. Docent-onderzoekers van Toegepaste

(9)

Psychologie zijn bijvoorbeeld betrokken bij de innovatiewerkplaats Begeleid Leren, het Living Lab Healthy Workplace en de lectoraten Communication, Behaviour & the Sustainable Society en Personalised Digital Health.

1.4 EXAMENCOMMISSIE EN TOETSCOMMISSIE

Examencommissie

De examencommissie heeft de taak om vast te stellen of de afgestudeerde de in de onderwijs- en examenregeling beschreven kwalificaties gerealiseerd heeft. De examencommissie bewaakt het niveau van de opleiding door intern toezicht te houden op de tentaminering en examinering qua inhoud, werkwijze en niveau.

In de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) worden de volgende taken en bevoegdheden van de examencommissie beschreven:

 het uitreiken van het getuigschrift (artikel 7.11, lid 2);

 het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens (artikel 7.12b lid 1 sub a);

 het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen binnen het kader van de OER om de uitslag van tentamens en examens te beoordelen en vast te stellen (artikel 7.12b lid 1 sub b);

 het verlenen van vrijstellingen (artikel 7.12b lid 1 sub d);

 het nemen van maatregelen bij fraude door een student (artikel 7.12b lid 2);

 het jaarlijks opstellen van een verslag van werkzaamheden (artikel 7.12b lid 5);

 het aanwijzen van examinatoren (artikel 7.12c).

De examencommissie voor de associate degrees en bacheloropleidingen binnen SASS bestaat uit ten minste drie leden, de voorzitter daaronder begrepen, afkomstig uit de diverse opleidingen of opleidingsvarianten (Social Work [SW], Toegepaste Psychologie [TP], Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn [EZW] en Sociaal Werk in de Zorg [SWZ]).

De voorzitter en overige leden van de examencommissie worden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de desbetreffende opleiding(en) benoemd door de Dean met toepassing van door het College van Bestuur vastgestelde profielen. Ten minste één lid is als docent verbonden aan één van de genoemde opleidingen en ten minste één lid is afkomstig van buiten de genoemde opleidingen. De actuele samenstelling van de examencommissie is te vinden op Hanze.nl. Communicatie tussen studenten en de examencommissie verloopt via de ambtelijk secretaris van de examencommissie.

Voor de opleiding Toegepaste Psychologie is de ambtelijk secretaris bereikbaar via: ec- ondersteuningTP@org.hanze.nl. Daarnaast is er voor studenten wekelijks een inloopspreekuur (zie Hanze.nl).

Toetscommissie

De toetscommissie van de Academie voor Sociale Studies heeft als taak om, onder verantwoordelijkheid van de examencommissie, onderzoek te doen naar de kwaliteit van tentamens en examens. De toetscommissie bewaakt de goede werking van de toetscyclus en de onderlinge afstemming tussen de onderdelen van het curriculum voor wat betreft de toetsing. Daarnaast draagt de toetscommissie zorg voor archivering in het toetsarchief volgens de door het College van Bestuur (CvB) vastgestelde bewaartermijnen.

Zie WHW artikel 7.11 en 7.12, HG-Bestuursreglement artikel 5.3 en 5.4 en bijlage 11 van het Studentenstatuut.

(10)

De toetscommissie bestaat uit ten minste drie leden, de voorzitter daaronder begrepen. De leden van de toetscommissie worden benoemd door de Dean op voordracht van de examencommissie.

De actuele samenstelling van de toetscommissie is te vinden op Hanze.nl. Contactgegevens van de toetscommissie: toetscommissiesass@org.hanze.nl

1.5 TOELATINGSCOMMISSIE

De toelatingscommissie adviseert de Dean over de toelating van studenten, daar waar toelating niet kan zonder nader onderzoek, zoals het 21+-onderzoek en het onderzoek bij deficiënties, zie WHW artikel 7.29 en bijlage 11 van het Studentenstatuut.

De toelatingscommissie is verantwoordelijk voor:

 het adviseren van de Dean over de toelating van studenten;

 het (laten) uitvoeren van individuele toelatingsonderzoeken;

 het bewaken van de afgesproken kwaliteit van de toelatingsassessments.

De toelatingscommissie bestaat uit minimaal drie leden, die worden benoemd door de Dean voor een periode van drie jaar. De actuele samenstelling van de toelatingscommissie is te vinden op Hanze.nl.

Contactgegevens van de toelatingscommissie: TPselectie-toelating@org.hanze.nl

1.6 ACADEMIEMEDEZEGGENSCHAPSRAAD

De Academiemedezeggenschapsraad (AMR) is het democratisch gekozen medezeggenschapsorgaan van de Academie. De raad bestaat voor de helft uit leden die uit en door het personeel worden gekozen en voor de helft uit leden die uit en door de studenten worden gekozen.

De AMR vindt zijn grondslag in artikel 10.25 van de WHW en heeft op grond daarvan op verschillende gebieden instemmings- en/of adviesrecht, conform het Reglement van de Schoolmedezeggenschapsraad. Het gaat om de volgende rechten:

 instemmingsrecht op het Strategisch beleidsplan, het Schooljaarplan (SJP) en de OER-en;

 instemmingsrecht op inrichting van de organisatie, personeelsbeleid en de gang van zaken in en rond het gebouw;

 adviesrecht met betrekking tot nieuwbouw, wervingsprocedure van managers en de samenstelling van de opleidingscommissie;

 initiatiefrecht om, wanneer de AMR hiertoe aanleiding ziet, een advies te geven aan de Dean. De Dean is verplicht om hier beargumenteerd op te reageren;

 informatierecht: de AMR heeft recht op alle informatie die nodig is om zijn taak goed te kunnen uitvoeren.

Voor het bijwonen van de bijeenkomsten van de AMR worden de docent- en studentleden daar waar mogelijk, uitgeroosterd van lesactiviteiten. Indien dit niet mogelijk is dan worden studentleden ontheven van aanwezigheidsplicht op het moment van vergaderen. Uiteraard maakt de student zelf de afweging om een lesactiviteit al dan niet te volgen.

De actuele samenstelling en contactgegevens van de AMR zijn te vinden op Hanze.nl.

(11)

1.7 OPLEIDINGSCOMMISSIE

De opleidingscommissie (OC) is een wettelijk ingestelde commissie die minimaal zes keer per jaar vergadert over de kwaliteit van de opleidingen. Zie WHW artikel 10.3c en bijlage 11 van het Studentenstatuut.

Taken van de opleidingscommissie zijn:

het uitbrengen van advies over het bevorderen en waarborgen van de kwaliteit van de opleiding;

het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de OER;

het gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen aan de AMR en de Dean over alle andere aangelegenheden het onderwijs betreffende. 

Tevens heeft de OC instemmingsrecht op de onderwijsregeling; dit betekent dat de Dean de instemming van de OC met de onderwijsregeling als onderdeel van de OER nodig heeft, voordat deze wordt vastgesteld.

De OC stuurt adviezen en voorstellen altijd ter kennisneming aan de AMR.

De OC bestaat voor de helft uit leden gekozen uit en door het onderwijsgevende personeel (personeelsgeleding) en voor de helft uit leden gekozen uit en door de studenten (studentgeleding) van de opleiding Toegepaste Psychologie. De personeelsgeleding wordt verkozen voor een periode van twee jaren; de studentgeleding wordt verkozen voor een periode van één jaar. Nadere bijzonderheden over zittingsduur en verkiezingen zijn te vinden in het OC-reglement.

Voor het bijwonen van de bijeenkomsten van de OC worden de docent- en studentleden daar waar mogelijk, uitgeroosterd van lesactiviteiten. Indien dit niet mogelijk is dan worden studentleden ontheven van aanwezigheidsplicht op het moment van vergaderen. Uiteraard maakt de student zelf de afweging om een lesactiviteit al dan niet te volgen.

De actuele samenstelling en contactgegevens van de opleidingscommissie zijn te vinden op Hanze.nl.

Contactgegevens van de opleidingscommissie TP: opleidingscommissieTP@org.hanze.nl.

(12)

2. Beoogde Leerresultaten (eindniveau)

Het landelijk competentieprofiel van de bachelor Toegepaste Psychologie van juni 2018 kent vier competenties.

1. Beoordelen van gedrag 2. Beïnvloeden van gedrag 3. Praktijkgericht onderzoek 4. Professioneel werken

De opleiding Toegepaste Psychologie Groningen heeft hier een vijfde competentie aan toegevoegd (aansluitend bij de HG onderwijsvisie en speerpunten).

5. Ondernemend werken

2.1 GRONINGER COMPETENTIEPROFIEL VAN DE BACHELOR TOEGEPAST PSYCHOLOOG

Hieronder volgt het competentieprofiel van de bachelor Toegepast Psycholoog (BaTP) zoals gehanteerd door de opleiding Toegepaste Psychologie aan de Hanzehogeschool Groningen.

Specifieke beroepscompetenties en leeruitkomsten A. Beoordelen van gedrag (leeruitkomsten 1, 2 en 3)

Het zelfstandig opzetten van psychologisch onderzoek/assessment en op methodische wijze informatie verzamelen om daarmee tot een oordeel te komen over gedrag. Het inventariseren, analyseren en interpreteren van gegevens in relatie tot gedragsvraagstukken van individuen en groepen. Het daarbij kunnen toepassen van minimaal drie van de volgende methoden: observatie, psychologische gespreksvoering/interviews, psychologisch onderzoek en assessment met behulp van gestandaardiseerde en gevalideerde methoden en instrumenten, en dossieronderzoek.

Leeruitkomsten bij ‘Beoordelen van gedrag’:

1. De BaTP als beoordelaar van gedrag maakt, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om een oordeel te vormen over gedrag van individuen of groepen, een analyse van de achtergrond van de vraag en maakt een daarbij passend ontwerp voor psychologisch onderzoek of assessment.

2. De BaTP als beoordelaar van gedrag voert, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om een oordeel te vormen over gedrag van individuen of groepen, een gemaakt ontwerp voor een psychologisch onderzoek of assessment uit door informatie te verzamelen met behulp van één of meer van de volgende instrumenten: observaties, gesprekken/interviews, psychologische testen, vragenlijsten en simulaties.

3. De BaTP als beoordelaar van gedrag verwerkt verzamelde informatie, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om een oordeel te vormen over gedrag van individuen of groepen, en rapporteert hier schriftelijk over. De schriftelijke rapportage vormt een aanzet tot een eindrapportage (aan de cliënt of opdrachtgever) en wordt zo nodig door supervisors aangepast.

B. Beinvloeden van gedrag (leeruitkomsten 4, 5 en 6)

Het op basis van een analyse van een vraag of ontwikkelbehoefte ontwerpen en uitvoeren van, op psychologische kennis gebaseerde, gedragsinterventies en/of advies. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de cliënt voorop. Een interventie kan bestaan uit een begeleidings-of coachingstraject, training of voorlichting. Interventies kunnen zowel gericht zijn op preventie als op het verminderen en oplossen van gedragsproblemen, al of niet in de eerste lijn. Preventie kan ook betekenen het bestendigen van al aanwezig gewenst gedrag.

Leeruitkomsten bij ‘Beïnvloeden van gedrag’:

(13)

4. De BaTP als beïnvloeder van gedrag analyseert, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om gedrag van individuen of groepen in positieve zin te veranderen, de achtergrond van de vraag en ontwerpt een daarbij passende effectieve interventie.

5. De BaTP als beïnvloeder van gedrag voert, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om gedrag van individuen of groepen in positieve zin te veranderen, een

(eerder gemaakt) ontwerp voor gedragsverandering op systematische en transparante wijze uit.

6. De BaTP als beïnvloeder van gedrag evalueert, naar aanleiding van een vraag uit het werkveld om gedrag van individuen of groepen in positieve zin te veranderen, een (eerder gemaakt) ontwerp voor gedragsverandering en de uitvoering hiervan op systematische en transparante wijze.

C. Praktijkgericht onderzoeken (leeruitkomst 7)

Het, op basis van een praktijkprobleem/vraagstuk, op systematische en methodologisch verantwoorde wijze kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek verrichten: het uitvoeren van een probleemanalyse en op basis daarvan formuleren van een onderzoeksvraag, het maken van een onderzoeksopzet, het doen van literatuuronderzoek, het verzamelen en analyseren van gegevens en op basis daarvan trekken van een conclusie. Vervolgens aanbevelingen doen voor de praktijk.

De functie van praktijkgericht onderzoek is de (eigen) beroepspraktijk te verbeteren, innoveren of anderszins te ondersteunen.

Leeruitkomst bij ‘Praktijkgericht onderzoeken’:

7. De BaTP als praktijkgericht onderzoeker zet, naar aanleiding van een gericht(e) vraag of probleem vanuit de beroepspraktijk, op systematische en methodologisch verantwoorde wijze, grotendeels zelfstandig onderzoek op, voert deze uit en formuleert op basis van de onderzoeksresultaten een advies voor de praktijk.

Toepassen van de psychologische body of knowledge (leeruitkomst 8) Leeruitkomst:

8. De BaTP in zijn rol als beoordelaar en beïnvloeder van gedrag en in zijn rol als praktijkgericht onderzoeker vertaalt parate kennis van gangbare psychologische concepten, modellen en perspectieven naar en past deze kennis toe bij vraagstukken uit de beroepspraktijk.

Generieke competenties

D. Ondernemend werken (leeruitkomst 9)

Het actief op zoek gaan naar waar de professionele deskundigheid van een Toegepast Psycholoog van meerwaarde kan zijn. Dit gebeurt door mogelijkheden te zien, te benutten en af te stemmen op de behoefte van de interne en externe omgeving.

Leeruitkomst ‘Ondernemend werken’:

9. De BaTP schat op proactieve, zelfverzekerde en resultaatgerichte wijze in waar zijn professionele deskundigheid als Toegepast Psycholoog van waarde kan zijn voor gedragsvraagstukken vanuit het werkveld.

(14)

E. Professioneel werken (leeruitkomsten 10, 11, 12, 13 en 14) Professioneel werken omvat vijf subcompetenties:

E.1 Interdisciplinair en (inter)nationaal samenwerken

Het in en buiten de eigen arbeidsorganisatie constructief en respectvol samenwerken met deskundigen van verschillende disciplines en verschillende niveaus, zowel in nationaal als internationaal verband.

Leeruitkomst ‘Interdisciplinair en (internationaal) samenwerken’:

10. De BaTP laat zien dat hij in staat is om teamgericht constructief samen te werken met en zich aan te passen aan een beroepsomgeving die gekenmerkt wordt door multidisciplinariteit en/of diversiteit. Bij deze samenwerking bouwt hij relaties uit met collega’s en zet hij zich in voor de ontplooiing van de organisatie waar hij deel van uitmaakt en de actualisatie van het beroep dat hij uitoefent. De BaTP kan zijn beroepsmatig handelen plaatsen in internationale context.

E.2 Kritisch brongebruik

Beschikbare informatie, wetenschap en specifieke theorieën op hun waarde kunnen schatten en in staat zijn om hypes van evidence-based methoden te onderscheiden.

Leeruitkomst ‘Kritisch brongebruik’:

11. De BaTP laat zien dat hij in staat is om wetenschap, specifieke theorieën, meningen en feiten op hun waarde te schatten.

E.3 Reflectief vermogen

Het door spiegeling en zelfontwikkeling kritisch reflecteren op het eigen handelen en dit refereren aan waarden en normen en de visie op het beroep. Het op basis hiervan komen tot verbetering van de effectiviteit en/of efficiency van het eigen handelen.

Leeruitkomst ‘Reflectief vermogen’:

12. De BaTP laat zien dat hij in staat is om kritisch te reflecteren op zijn beroepsspecifieke functioneren en zich op basis daarvan verder te ontwikkelen als professional.

E.4 Ethisch sensitieve handelswijze

Het handelen volgens expliciete beroepsspecifieke ethische codes, reglementen en gedragsregels.

Het herkennen van beroepsethische dilemma’s en in samenspraak met anderen komen tot oplossingen hiervoor. Het analyseren van verschillende belangen en motieven en hiermee op integere wijze rekening houden in de relatie met de cliënt.

Leeruitkomst ‘Ethisch sensitieve handelswijze’:

13. De BaTP toetst zijn handelen aan zijn morele opvattingen en aan professionele, wettelijke en ethische codes. Hij overziet de gevolgen van zijn handelen voor de direct betrokkenen en voor de samenleving en houdt hier vooraf rekening mee. Zijn handelen wordt gekenmerkt door respect voor ieders achtergrond, normen, waarden en kenmerken.

E.5 Helder redeneren

Het eenduidig en consistent kunnen formuleren van de inhoud van een beroepsproduct. De uitwerking en onderbouwing van het beroepsproduct moet voorzien zijn van logische argumentatie. Het taalgebruik is eenduidig en efficiënt.

Leeruitkomst ‘Helder redeneren’:

(15)

14. De Ba TP ordent argumenten logisch en verbindt deze met elkaar in de verschillende onderdelen van een beroepsproduct (bijvoorbeeld analyse en advies), waarbij hij gebruikt maakt van duidelijke taal.

2.2 DUBLIN-DESCRIPTOREN

Binnen Europa zijn afspraken gemaakt over het algemene niveau van de Bachelor. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde Dublin descriptoren. In het landelijk profiel van Toegepaste Psychologie wordt de relatie gelegd met de Dublin descriptoren.

In totaal zijn er vijf descriptoren benoemd:

1. Kennis en inzicht

2. Toepassen kennis en inzicht 3. Oordeelsvorming

4. Communicatie 5. Leervaardigheden

Hierna worden de Dublin descriptoren voor de Bachelor toegelicht.

1. Kennis en inzicht

Heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop, met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen, waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.

2. Toepassen kennis en inzicht

Is in staat om zijn kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.

3. Oordeelsvorming

Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.

4. Communicatie

Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en/of niet-specialisten.

5. Leervaardigheden

Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.

(16)

Hbo-kwalificaties, Dublin Descriptoren, competenties

Samenhang Dublin descriptoren, hbo-kwalificaties en competenties Toegepaste Psychologie Europese descriptoren bachelor

Bachelor’s degrees are awarded to students who:

Dublin descriptoren [NVAO] Generieke kwalificaties hbo-

bachelor [NQA] Generieke hbo-kwalificaties [Cie

Franssen, 2001, p. 36-37] Competenties Bachelor of Applied Psychology

Knowledge and understanding:

have demonstrated knowledge and

understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study

Kennis en inzicht:

Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen;

functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van

gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis

Van de laatste

ontwikkelingen in het vakgebied is vereist.

Brede multidisciplinaire basis:

is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden ten einde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar

zelfstandig te kunnen uitvoeren.

Brede professionalisering:

kan zelfstandig taken uitvoeren als beginnend

beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering van de eigen

beroepsuitoefening.

Multidisciplinaire integratie:

integreert vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen kennis, inhoud en vaardigheden op verschillende vakgebieden.

Beïnvloeden van gedrag Beoordelen van gedrag Praktijkgericht onderzoeken Professioneel werken

Applying knowledge and understanding:

can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically

Toepassen kennis en inzicht:

is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een

professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over

Probleemgericht werken:

kan relevante

(wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe

Probleemgericht werken:

definieert en analyseert complexe probleemsituaties zelfstandig.

Wetenschappelijk onderzoek:

past uitkomsten van

wetenschappelijk onderzoek toe

Beïnvloeden van gedrag Beoordelen van gedrag Praktijkgericht onderzoeken Ondernemend werken Professioneel werken

(17)

Europese descriptoren bachelor Bachelor’s degrees are awarded to students who:

Dublin descriptoren [NVAO] Generieke kwalificaties hbo-

bachelor [NQA] Generieke hbo-kwalificaties [Cie

Franssen, 2001, p. 36-37] Competenties Bachelor of Applied Psychology

demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study

competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.

problemen in de

beroepspraktijk. bij vraagstukken waarmee hij in zijn beroepsuitoefening wordt geconfronteerd.

creativiteit en complexiteit in handelen: weet om te gaan met vraagstukken waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn.

Making judgements:

have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues

Oordeelsvorming:

is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-

maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten

Methodisch en reflectief denken en handelen:

is in staat relevante informatie te verzamelen en analyseren ten einde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen

Methodisch en reflectief denken en handelen:

stelt realistische doelen, pakt werkzaamheden planmatig aan en reflecteert op het

beroepsmatig handelen.

Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid:

toont zich betrokken bij maatschappelijke, in het bijzonder ethische vragen die samenhangen met de

beroepspraktijk.

Beoordelen van gedrag Praktijkgericht onderzoeken Professioneel werken

(18)

Europese descriptoren bachelor Bachelor’s degrees are awarded to students who:

Dublin descriptoren [NVAO] Generieke kwalificaties hbo-

bachelor [NQA] Generieke hbo-kwalificaties [Cie

Franssen, 2001, p. 36-37] Competenties Bachelor of Applied Psychology

Communication:

can communicate information, ideas,

problems and solutions to both specialist and non- specialist audiences

Communicatie:

is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.

Sociaal-communicatieve bekwaamheid:

kan intern en extern communiceren teamgericht samenwerken en leiding geven aan projecten in een multidisciplinaire,

multiculturele en internationale arbeidsomgeving.

Sociaal-communicatieve bekwaamheid:

communiceert en werkt samen met anderen in een

multiculturele, internationale of multidisciplinaire

werkomgeving.

basiskwalificering voor managementfuncties:

kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren.

Beïnvloeden van gedrag Ondernemend werken

Learning skills:

have developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy

Leervaardigheden:

bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.

Professionalisering:

heeft de cognitieve

vermogens ontwikkeld die hem / haar in staat stellen tot voortdurend

professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende

beroepssituaties.

Transfer en brede inzetbaarheid:

past kennis, inzichten en vaardigheden toe in

uiteenlopende beroepssituaties.

Brede professionalisering:

kan zelfstandig taken uitvoeren als beginnend

beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering van de eigen

beroepsuitoefening.

Professioneel werken

(19)

2.3 PROFILERING

De opleiding Toegepaste Psychologie verbindt zich aan de speerpunten van de Hanzehogeschool, en onderscheidt zich hiermee van de andere hbo-opleidingen Toegepaste Psychologie in Nederland.

Studenten vinden dit terug in het onderwijs, waar ondernemerschap als een van de vijf kerncompetenties een belangrijke pijler vormt voor het curriculum en het afstudeerprogramma.

Energie en Healthy Ageing zijn terug te vinden in de routes duurzame samenleving en Healthy Ageing.

2.4 BEROEPSPERSPECTIEF

De opleiding Toegepaste Psychologie is een brede opleiding die generalisten opleidt. Uit de eerste resultaten van het landelijk arbeidsmarktonderzoek (presentatie 31 januari 2020) blijkt dat landelijk negen tiende van de alumni na afloop van de opleiding werkzaam is. Veruit de meesten (90%) werken op hbo-niveau. Alumni vervullen meestal een functie in de volgende sectoren:

 Gezondheid en zorg (onder meer onderzoeksassistent, woonbegeleider, onderzoeker, sociotherapeut, praktijkondersteuner huisarts);

 Arbeid en gezondheid (leefstijltraining, onderzoek);

 Arbeid en organisatie (recruiter, onderzoeksassistent, loopbaanconsulent, werkcoach, adviseur);

 Jeugd, onderwijs en ontwikkeling (leerlingbegeleider, docent, consulent Jeugd, psychodiagnostisch medewerker);

 Organisaties en bedrijven die zich bezighouden met de duurzame samenleving (onderzoeker).

Een klein deel van de Toegepast Psychologen gaat aan de slag als zelfstandig ondernemer, bijvoorbeeld trainer of coach. Voor sommige beroepsrollen zijn registraties vereist. Deze ontwikkeling volgt de opleiding met aandacht. In Groningen studeert 25 procent door aan een masteropleiding.

Alumni geven aan dat de opleiding Toegepaste Psychologie ten opzichte van andere opleidingen een meerwaarde heeft vanwege de praktijkgerichtheid, breedte en het accent op gespreks- en coachingstechnieken.

Op de website www.toegepastepsychologiewerkt.nl is voor (aankomende) studenten informatie te vinden ten behoeve van de oriëntatie op het beroep.

(20)

3. Opbouw van de studie

3.1 KARAKTERISERING VAN DE OPBOUW

De opleiding Toegepaste Psychologie is een voltijd hbo-opleiding met een major-minor structuur.

De opleiding Toegepaste Psychologie is als volgt samengesteld:

 Het curriculumoverzicht volgt het model van een studiejaar met vier onderwijsblokken van elk ongeveer tien weken.

 Per onderwijsblok bedraagt de studielast gemiddeld 15 EC.

 De studie bestaat uit een propedeuse (jaar 1) en een post-propedeutische fase (jaar 2, 3 en 4).

 Het onderwijs in studiejaar 1 en 2 is ingericht op basis van leerlijnen.

integrale leerlijn

vaardigheden leerlijn

conceptuele leerlijn

 studieloopbaanbegeleiding Studiejaar 3 begint met Keuzesemester I. Daarna kiezen studenten voor een stage of Keuzesemester II.

 De opleiding wordt in de tweede helft van het vierde jaar afgesloten met de cursus Afstudeeropdracht.

Het volledige studieprogramma van Toegepaste Psychologie voltijd is opgenomen in Osiris. Hierin staat alle belangrijke informatie per cursus vermeld, zoals inhoud, instapvoorwaarden toetsing en studielast.

3.2 VERANTWOORDING TAALKEUZE (DELEN VAN) DE OPLEIDING

Voor de HG geldt de gedragscode buitenlandse taal (bijlage 6 Studentenstatuut). Deze code is van toepassing op het verzorgen van anderstalig onderwijs in het Nederlandstalige onderwijs.

De Honourscursus ‘Influencing behaviour’ wordt Engelstalig aangeboden. Deze cursus is onderdeel van de interdisciplinaire leerlijn, wat betekent dat er ook studenten van Engelstalige major opleidingen aan deelnemen (o.a. IBS, HIT).

De Academie voor Sociale Studies biedt twee Engelstalige minoren aan: Human Rights en Applied Positive Psychology.

In de meeste conceptuele cursussen van de opleiding Toegepaste Psychologie komt Engelstalige terminologie voor en voor de cursus Persoonlijkheidspsychologie bestuderen de studenten een Engelstalig boek.

3.3 MINOREN1 EN KEUZESEMESTER

Majors, afstudeerprogramma, vrije keuzeruimte, eventuele double degree en excellentieprogramma’s

Elke opleiding biedt één of meerdere majors aan. Als de opleiding één major heeft, dan voert deze dezelfde naam als de opleiding. Voor iedere major zijn leeruitkomsten benoemd. Iedere major heeft een afstudeerprogramma, waarin de leeruitkomsten op eindniveau worden getoetst. Van iedere major wordt in de OER vastgelegd wat het afstudeerprogramma is.

1 Onderscheiden worden HG-minoren, die soms ook via ‘Kies op Maat’ (KOM) worden aangeboden en opleidingsspecifieke minoren. Laatstgenoemde zijn soms verplicht om aan bepaalde opleidingseisen te kunnen voldoen. In Osiris worden opleidingsspecifieke minoren soms nog aangegeven als ‘specialisatie’; de term

‘specialisatie’ komt niet meer voor in het nieuwe Onderwijskader. In deze OER wordt daarom de term

‘Keuzesemester I’ gebruikt om de opleidingsspecifieke minoren aan te duiden, indien verhelderend staat daarachter: [naam ‘route’ in Osiris]

(21)

Delen van een programma van verschillende opleidingen kunnen gezamenlijk worden aangeboden, voor zover het aantoonbaar is dat elke opleiding en elke major in voldoende mate onderscheidend zijn.

De minor wordt op het diplomasupplement vermeld. De hogeschool heeft een veelzijdig aanbod aan minoren ontwikkeld, waaruit (via Osiris) gekozen kan worden. Bij sommige opleidingen is de vrije keuze beperkt. De student kan de minor binnen en buiten de eigen opleiding volgen.

De student dient de keuze altijd te verantwoorden op basis van het studieplan, met inachtneming van hoofdstuk 3 van het studentenstatuut en goedkeuring door de studieloopbaanbegeleider.

Het is ook mogelijk om een minor buiten de hogeschool te volgen. Bijvoorbeeld bij de Rijksuniversiteit Groningen, een andere hogeschool (via Kies Op Maat) of bij een instelling in het buitenland. Voor een externe minor (buiten de HG) dient de student vooraf toestemming te vragen bij de examencommissie.

Instapvoorwaarden

Voor bepaalde onderdelen gelden instapvoorwaarden. Indien deze gelden voor major, minor, excellentieprogramma of studeren in het buitenland, dienen deze voorwaarden in de OER te worden vermeld.

3.3.1 Keuzesemester I

In het eerste semester van het derde studiejaar volgt elke student Keuzesemester 1 (30EC). Binnen Keuzesemester I kiest de student een van de vijf onderstaande routes, die allen bestaan uit 30 EC (6 cursussen van 5 EC).

1. Arbeid & Organisatie. De route Arbeid & Organisatie richt zich op de rol van Toegepast Psycholoog binnen een arbeidsorganisatie. Binnen een organisatie houdt de Toegepast Psycholoog zich bezig met gedragsbeoordeling en -beïnvloedingsvraagstukken en met organisatie onderzoek en -advies (consultancy). De Toegepast Psycholoog Arbeid &

Organisatie vervult vaak een advies- en interveniërende rol in opdracht van het management van een organisatie. De Toegepast Psycholoog draagt bij aan een optimale afstemming tussen organisatie- en individueel belang en begeleidt veranderingen met aandacht voor menselijke behoeften en gedrag.

De route Arbeid & Organisatie bereidt de student voor op functies als recruiter, personeelsadviseur, bedrijfstrainer, (team)coach, coördinator kwaliteitszorg, beleidsmedewerker, implementatiemedewerker.

2. Arbeid & Gezondheid. De route Arbeid & Gezondheid richt zich op de Toegepast Psycholoog die zich bezig gaat houden met vraagstukken op het snijvlak van werk en gezondheid. Aan de ene kant worden aan werkenden hoge eisen gesteld, burn-out is een veel voorkomende verschijnsel en re-integreren na een (chronische) ziekte niet gemakkelijk.

Aan de andere kant worden bedrijven gestimuleerd een inclusief personeelsbeleid te voeren.

Dit houdt onder andere in dat ook mensen met een beperking in reguliere organisaties aan het werk moeten kunnen komen. Aan beide kanten is vaak advies en interventie nodig en daar komt de rol van Toegepast Psycholoog Arbeid & Gezondheid in beeld. Binnen de route leert de student hiertoe interventie- en diagnostische vaardigheden.

De route Arbeid & Gezondheid bereidt de student voor op functies als verzuimconsulent, loopbaancoach, vitaliteitsmedewerker, beleidsmedewerker, medewerker duurzame inzetbaarheid, re-integratieconsulent, adviseur werk.

3. Healthy Ageing. Binnen de route Healthy Ageing breidt de student zijn gereedschapskist met betrekking tot verschillende gespreksmethodieken verder uit met als doel deze te

(22)

kunnen inzetten bij gezondheidsbeïnvloeding op mentaal, sociaal en/of fysiek gebied. De student maakt kennis met Motiverende gespreksvoering, Rationeel Emotieve Training en Acceptatie en Commitment Training. Ook leert de student werken met een aantal psychologische testen.

Deze route bereidt voor op functies als coach op het gebied van leefstijl of lichte psychische problematiek (bijvoorbeeld binnen de POH-GGZ); psychodiagnostisch medewerker;

cognitief trainer; onderzoeksassistent bij langdurige psychologische onderzoeksprojecten;

sociotherapeut.

4. Jeugd. De route Jeugd is gericht op de rol van een Toegepast Psycholoog in het werkveld jeugd, ontwikkeling en onderwijs. De student doet hiervoor kennis op van de gezonde en afwijkende ontwikkeling, verdiept zich in problematiek waar kinderen en jongeren mee te maken kunnen krijgen, krijgt inzicht in de organisatie van onder andere de zorg binnen het onderwijs en de jeugdhulp(verlening) in Nederland. Ook leert de student specifieke vaardigheden die nuttig zijn voor gespreksvoering met kinderen en jongeren. Daarnaast leert de student werken met testen die je in kunt zetten voor het beoordelen van gedrag van kinderen en jongeren.

De route Jeugd bereidt de student voor op functies als jeugdprofessional, medewerker bij een Wijkteam, gezins- of schoolcoach, pedagogisch medewerker, ambulant begeleider, leerlingbegeleider, POH-GGZ Jeugd en psychodiagnostisch medewerker (bijvoorbeeld in een ziekenhuis of onderwijssetting).

5. Duurzame samenleving. Binnen de route Duurzame samenleving gaat de student aan de slag met actuele vraagstukken die leven in onze samenleving. De student leert wat er in de basis nodig is om een samenleving zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast leert de student binnen deze route over wat er gebeurt als de maatschappij op bepaalde vlakken uit balans is, zoals radicalisering en (cyber)criminaliteit. Een ander actueel onderwerp is duurzaamheid in de zin van klimaatverandering en de energietransitie. De student leert wat er voor zorgt dat mensen zich wel of niet duurzaam gedragen.

De route Duurzame samenleving bereidt de student voor op functies als beleidsmedewerker (bijvoorbeeld bij lokale overheden), adviseur, onderzoeker, coach/begeleider (bijvoorbeeld bij een WIJ-team of MJD).

De 30 EC binnen dit semester zijn als volgt onderverdeeld:

1. Een verplicht deel van 5 EC rondom de competenties ‘professioneel werken’ en

‘ondernemend werken’ (dit zijn de cursussen Ethiek, Internationale week en SLB)

2. Eén verplichte cursus waarbinnen de kerncompetentie beoordelen van gedrag op eindniveau wordt afgetoetst (de cursus Ontwikkelingsgericht assessen (5 EC) of de cursus Testgebruik II (5 EC))

3. Eén verplichte cursus waarbinnen de kerncompetentie beïnvloeden van gedrag op eindniveau wordt afgetoetst (de cursus Gedragsinterventies: Trainen/voorlichten of de cursus Gedragsinterventies: Coachen/begeleiden (5 EC)

4. Een route-specifiek pakket: iedere route bestaat, naast bovenstaande, uit 3 cursussen van 5 EC (totaal 15 EC).

3.3.2 Keuzesemester II

De student kan in het Keuzesemester II kiezen tussen een stage (ook in het buitenland), een HG- brede minor, een minor buiten de HG of een vrij pakket met cursussen binnen of buiten de HG.

De studieloopbaanbegeleider (SLB’er) onderzoekt samen met de student of de gekozen invulling van Keuzesemester II te realiseren is. Naast de instapeisen voor het Keuzesemester is het van belang

(23)

dat de student voor zichzelf een realistisch studieplan maakt waarin ook eventuele opgelopen studieachterstanden zijn opgenomen. Indien nodig bespreekt de SLB’er het studieplan met de student, waarna de betreffende keuze door de SLB’er wordt goed- of afgekeurd.

Studenten kunnen ervoor kiezen in het Keuzesemester II in het buitenland te studeren. Voor de invulling van het Keuzesemester in een internationale omgeving moet in overleg en met goedkeuring van de SLB’er en coördinator internationalisering een programma worden gekozen.

Stage in Keuzesemester II

Een student kan er voor kiezen om Keuzesemester II binnen de opleiding in te vullen met een stage van 30 EC. De aanmeldingsprocedure en opzet is gelijk aan de eerste stage. Indien de stage met een voldoende wordt afgerond worden 30 EC, onder de Osiriscode TPVB16STG2 bijgeschreven.

Een stage die op deze manier als invulling van Keuzesemester II wordt gekozen, valt niet onder het afstudeerprogramma van Toegepaste Psychologie.

3.5 AANWEZIGHEIDSPLICHT

Binnen de opleiding Toegepaste Psychologie wordt gewerkt met actieve participatie. Ons uitgangspunt is dat we actief werken aan een leergemeenschap waarin onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk samenwerken en studenten, docent-onderzoekers en professionals elkaar inspireren en uitdagen. Om die reden gaan we er vanuit dat de student bij alle cursussen aanwezig is en actief deelneemt aan het onderwijs. Dit uitgangspunt geldt voor het gehele curriculum van de opleiding Toegepaste Psychologie. Of er ook consequenties verbonden worden aan bijvoorbeeld het aan- of afwezig zijn of aan de mate waarin of de wijze waarop de student een bijdrage levert, wordt beschreven in de studiehandleiding van de desbetreffende cursus onder het kopje ‘actieve participatie’.

3.6 CORONAREGELING

Ten tijde van de coronapandemie kan het onderwijs anders vorm worden gegeven dan vermeld in de Osiristekst. Onderwijswerkvormen zijn ontworpen op basis van een reguliere onderwijssituatie, maar zullen zo nodig worden aangepast aan de coronasituatie. Dit kan gevolgen hebben voor de groepsgrootte, de lesvorm en de lesduur. Als dit aan de orde is, dan staat dit beschreven in de Studiehandleiding (SHL) van de betreffende cursus. Deze is uiterlijk een week voor aanvang van de cursus beschikbaar.

Deze regeling geldt niet voor wijzigingen in competenties, leeruitkomsten en toetsvormen;

wijzigingen op deze onderdelen worden voorgelegd aan de opleidingscommissie en de AMR en middels een erratum op dit OER verwerkt.

(24)

3.7 CURRICULUMOVERZICHT EN STUDIEPROGRAMMA

Legenda en gebruikte afkortingen voor alle curriculumoverzichten in deze paragraaf Rood= nieuwe code in vergelijking met vorig studiejaar

Beoordeling is met cijfer m.u.v. *

Blauw = wijziging in vergelijking met vorig studiejaar

# = cursussen hanteren een 0 EC-code, zie SHL CE=Cursuseigenaar

S=Cursus wordt serieel geroosterd Competenties:

A: Beoordelen van gedrag B: Beïnvloeden van gedrag C: Praktijkgericht onderzoek D: Ondernemend werken E: Professioneel werken

(25)

Opleiding Toegepaste Psychologie Studiejaar 1 2020-2021 Doelgroep: Toegepaste Psychologie voltijd Blok 1.1:

12EC

Cursus code

Blok 1.2:

18EC

Cursus code

Blok 1.3:

15EC

Cursus code

Blok 1.4:

15EC

Cursus code

Integrale leerlijn

#Kijken, vragen en onderzoeken 9EC Observing, Questioning, Researching Beoordeling:

Projectopdracht Toets o1= 3EC TPVP18KVO1 Beoordeling:

Actieve participatie *Toets 02=0EC Projectopdracht Toets o1= 6EC

Actieve participatie *Toets 02=0EC CE: Mechteld Wolthuis

TPVP20KVO2

Assessmentpsychologie I 3EC Assessment Psychology I Beoordeling:

Digitale toets (1EC) Projectopdracht (2EC) CE: Maarten Koekkoek

TPVP18ASSPSY1

Toets 01=1EC Toets 02=2EC

Assessmentpsychologie II 3EC

Assessment Psychology II Beoordeling:

Projectopdracht CE: Marijke van der Klok

TPVP17ASSPSY2

Professionele vaardigheden

Informatievaardigheden Information Literacy Beoordeling:

Projectopdracht CE: Jildert Beeksma

Informatievaardigheden 2EC Information Literacy Beoordeling:

Projectopdracht CE: Jildert Beeksma

*TPVP2INFV #Professionele schrijfvaardigheden 2EC

Academic Writing Skills Beoordeling:

Projectopdracht (2EC) Actieve participatie (0EC) CE: Sietze Jan Boer

TPVP14GOES

Toets 01=2EC

*Toets 02=0EC

#Proces- en probleemanalyse 2EC Process and Problem Analysis Beoordeling:

Projectopdracht (2EC) Actieve participatie (0EC) CE: Marieke Kingma

TPVP17PPA

Toets 01=2EC

*Toets 02=0EC

Conceptuele leerlijn

Psychologie Basiskennis 11EC Psychological Knowledge

Beoordeling:

Opdracht (2EC) Opdracht (2EC) Opdracht (2EC) Digitale toets (5EC) CE: Marjette Slijkhuis

TPVP20INL TPVP20ONTW TPVP20SOC TPVP20PSYB

S #Arbeids- en

Organisatiepsychologie 3EC Work and Organisational Psychology

Beoordeling:

Digitale toets (3EC) Actieve Participatie (0EC) CE: Marijke van der Klok-Postema

TPVP19IAOP

Toets 01=3EC

*Toets 02=0EC

Gezondheidspsychologie 3EC Health Psychology

Beoordeling:

Digitale toets

CE: Jessica van der Staak

TPVP2GZPS

Onderzoek en statistiek I (Kwalitatief BSA) 3EC

Research Methodology and Statistics Beoordeling:

Digitale toets

CE: Jorien van der Velde

TPVP6C-M3 S Persoonlijkheidspsychologie

3EC Personality Psychology Beoordeling:

Digitale toets CE: Agnes Schilder

TPVP8PHPS Healthy Ageing:

Levenslooppsychologie 3EC Healthy Ageing: Lifespan Psychology

Beoordeling:

Digitale toets

CE: Jorien van der Velde

TPVP3HEAG

Vaardigheidsleerlijn

#Interviewen en Observeren 2EC

Observing and Interviewing Beoordeling:

Assessment (2EC) Actieve participatie (0EC) CE: Ron Boerrigter

*TPVP15IOB

*Toets 01=2EC

*Toets 02=0EC

SPSS practicum 2EC SPSS Data Analysis Practical Beoordeling:

Vaardigheidstoets CE: Arne van den Bos

*TPVP16SPSS #Testgebruik I:

vragenlijstgebruik 3EC

Psychological Testing Practical Lab I

Beoordeling:

Digitale toets (3EC) Actieve participatie (0EC) CE: Dennis van der Honing

TPVP15PTVG

Toets 01=3EC

*Toets 02=0EC

#Gespreksvoering I 3EC (Kwalitatief BSA) Communication Skills Beoordeling:

Vaardigheidstoets (3EC) Actieve participatie (0EC) CE: Elise Westerkamp

TPVP20PSYG1

*Toets 01=3EC

*Toets 02=0EC

(26)

Rood= nieuwe code

Beoordeling is met cijfer m.u.v. * Blauw= wijziging t.o.v. vorig studiejaar

# = cursussen hanteren een 0 EC-code, zie SHL CE=Cursuseigenaar

S=Cursus wordt serieel geroosterd

Studieloop- baanbegeleiding

Studieloopbaanbegeleiding Jaar 1 *TPVP2SLB1

Semester I (1EC)

Academic Counselling Year 1 Semester I

Beoordeling:

Portfolio

CE: Mechteld Wolthuis

Studentparticipatie (1EC) Student Participation Beoordeling: Projectopdracht CE: Timo Hofstede

*TPVP17STUPAR Studieloopbaanbegeleiding Jaar 1 Semester II (1EC)

Academic Counselling Year 1 Semester II

Beoordeling:

Portfolio

CE: Mechteld Wolthuis

*TPVP2SLB2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is belangrijk kennis te hebben van de normale ontwikkeling (ontwikkelingspsychologie) van kinderen om probleemgedrag te kunnen beoordelen (Grietens & Hellinckx,

In paragraaf 5.3 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie dat je moet stoppen met je opleiding.. 6.5.6

In paragraaf 5.3 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie dat je moet stoppen met je opleiding.... 7.5.6

In het kwalificatiedossier staan niet alleen beroepsspecifieke-eisen die nodig zijn voor het beroep, maar ook generieke eisen voor Nederlands, Rekenen, Engels (uitsluitend

4.14.1 De examencommissie brengt aan elke student uiterlijk en niet eerder dan aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase, danwel - in geval

Om in aanmerking te komen voor het diploma taekwondotrainer-coach 2 dien je alle PVB’s met een voldoende te hebben afgesloten met uitzondering van de PVB’s waarvoor jij

Voor de opleiding Psychologie geldt dat in afwijking van het bepaalde in het eerste lid tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een

4.14.3 Tot afwijzing wordt overgegaan, indien de student de propedeutische fase danwel –in geval van een Ad-opleiding- de eerste 60 studiepunten nog niet heeft voltooid en met