• No results found

De Vlaamse lokale mandatarissen in Brussel zitten qua gemeenschapsmateries een beetje te paard op Vlaanderen enerzijds (de overheid die financiert) en Brussel anderzijds (het grondgebied waar het gebeurt)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Vlaamse lokale mandatarissen in Brussel zitten qua gemeenschapsmateries een beetje te paard op Vlaanderen enerzijds (de overheid die financiert) en Brussel anderzijds (het grondgebied waar het gebeurt)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 77 van 15 juni 2005

van de heer SVEN GATZ

Brusselse lokale mandatarissen – Ondersteu- ning

Enkele weken geleden waren de Vlaamse schepe- nen binnen het Brusselse hoofdstedelijke gewest in de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand te gast voor een hoorzitting.

Eén van de dingen die zij te berde brachten was de ondersteuning (of het gebrek daaraan) van- wege de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake gemeenschapsaangelegenheden. Er blijkt dus wel ondersteuning te zijn inzake gewestelijke aangele- genheden en vreemd genoeg ook inzake bicommu- nautaire aangelegenheden (toezicht op OCMW's e.d.m.), maar niet inzake de materies cultuur, onderwijs en welzijn.

Mijn vraag aan de Vlaamse Regering is dan ook of en in hoeverre zij de Vlaamse schepenen en gemeenteraadsleden in deze voor de Brusselse Vlamingen en andere Brusselaars belangrijke materies ondersteunt.

Of een Vlaamse schepen in een Brusselse gemeente een cultureel project, een Nederlandstalige biblio- theek, de uitbreiding van een Nederlandstalige school, de implementatie van de zorgverzekering, enzovoort ... kan realiseren, hangt dan ook af van de ondersteuning die hij/zij krijgt van, en de mate waarin hij/zij met vragen terecht kan bij een staf van een vereniging van steden en gemeenten.

De Vlaamse lokale mandatarissen in Brussel zitten qua gemeenschapsmateries een beetje te paard op Vlaanderen enerzijds (de overheid die financiert) en Brussel anderzijds (het grondgebied waar het gebeurt). Een beetje zoals de Brusselse Vlamingen/

Vlaamse Brusselaars zelf dus.

Onderkent de Vlaamse Regering dit probleem?

Is het denkbaar en/of aangewezen dat de Vlaamse overheid deze leemte zou opvullen via de financie- ring van een ambtenaar bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) of worden er andere pistes in overweging genomen?

Antwoord

De Vlaamse regering onderkent dat de informatie- doorstroming over de Vlaamse regelgeving naar De plaatselijke Brusselse politieke mandatarissen en de communicatie tussen deze mandatarissen en de Vlaamse gemeenschapsinstellingen voor verbe- tering vatbaar is.

De Vlaamse regering wordt immers regelmatig met dit gegeven geconfronteerd in het kader van de uitvoering van Vlaamse regelgeving in Brussel.

Uitgaande van de decentralisatiegedachte wordt een nauwere en structurele samenwerking met de lokale besturen of instellingen vooropgesteld. De Vlaamse Gemeenschap maakt hiervoor meer en meer gebruik van kaderdecreten en van beleids- overeenkomsten met andere beleidsniveaus - waar- onder lokale besturen - om (delen van) het beleid uit te voeren (bv. stedenbeleid, lokaal cultuurbe- leid, jeugdwerkbeleid, inburgeringsbeleid, ...)•

N a a s t h e t b e l a n g v a n d e V l a a m s e Gemeenschapscommissie als katalysator, worden dus ook de Brusselse gemeenten als reële beleids- partner in decreten ingeschreven. De erkenning én subsidiëring van de Brusselse gemeentebesturen als partner in een beleidsproject van de Vlaamse Gemeenschap kan het inhoudelijk en planmatig meedenken van deze gemeentebesturen optimali- seren.Ik verwijs hiervoor alvast naar de uitvoering van het decreet op het lokaal cultuurbeleid waar de toenadering en interactie tussen de Vlaamse overheid, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Brusselse gemeentebesturen toch wel werd (en wordt) versterkt.

Nieuwe perspectieven voor samenwerking met de lokale besturen worden tevens geopend met het Vlaams decreet op het lokaal sociaal beleid, de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie zorgen hier voor een betrokkenheid van de lokale besturen door de Conferentie van Vlaamse Schepenen en OCMW- voorzitters uit te nodigen op een informatieve vergadering omtrent het decreet sociaal beleid. Ik verwijs tevens naar de werkgroep en pilootprojec- ten lokaal sociaal beleid die een hefboom zijn om de dialoog met de Brusselse gemeentebesturen en lokale mandatarissen aan te gaan.

Voor de implementatie van het decreet "lokaal sportbeleid", dat ik in het najaar wil voorleggen

(2)

aan het parlement, wil ik op analoge wijze de Brusselse gemeenten betrekken bij het Vlaamse beleid.

Naast deze toch wel zeer concrete initiatieven om de samenwerking en informatiedoorstroming met de Brusselse gemeentebesturen te bevorde- ren, wens ik ook te verwijzen naar de belangrijke rol die de Vlaamse infolijn en de bevoegde admi- nistraties van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie vervullen bij informatieverstrekking en projectbegeleiding. Het lijkt me evident dat een lokale mandataris bij zijn zoektocht naar ondersteuning in het kader van bij- voorbeeld de uitbreiding van een Nederlandstalige school, de oprichting van een Nederlandstalige bibliotheek enz.. .zich tot deze administraties kan richten.

Ten slotte maak ik u attent op de beleidsverkla- ring van het VGC-college waarin er opnieuw aan- dacht is voor samenwerking met de gemeenten en OCMW's . In haar Werkplan 'samenwerking met andere overheden' stelt zij acties voor om de samenwerking met de Brusselse gemeenten en OCMW's op te drijven. Ik ben er mij van bewust dat deze relatie tussen de VGC en de lokale bestu- ren niet rechtlijnig en evenwichtig evolueert, maar gekenmerkt wordt door sterke verschillen tussen gemeenten die afhankelijk zijn van individuen en hun slagkracht.

Uw suggestie om het gebrek aan ondersteu- ning vanwege de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake gemeenschapsaangelegenheden

(cultuur, onderwijs en welzijn) op te lossen via de financiering van een ambtenaar bij de Vereniging van Steden en Gemeenten is om diverse redenen niet opportuun:

– Uit de hiervoor aangehaalde voorbeelden blijkt dat de informatiedoorstroming en begeleiding van lokale besturen reeds op een meer gerichte en structurele wijze wordt opgevolgd;

– het gebrek aan kennis/ ondersteuning vanwege de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het BHG inzake gemeenschapsaangelegen- heden zal zich niet alleen aan Vlaamse, maar tevens aan Franstalige kant stellen. Bijgevolg moet dit worden opgevangen op het niveau van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, waar de gemeenschapsmateries in consensus worden behandeld door de Brusselse vereniging en de vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten enerzijds en de Brusselse vereni- ging en de Union des Villes et Communes de Wallonië anderzijds;

– voor het onderwijs bestaat er zelfs een afzonderlijke structuur, met name het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap;

de vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten is een ondersteuner en belangenbehartiger van de 308 Vlaamse gemeenten en OCMW's en kan vol- gens haar opdrachtomschrijving ook niet optreden voor de Brusselse gemeent

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

6.1. De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap, zodat gebeurlijk beroep kan worden gedaan op de polis B.A. Het zich bevinden

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, het betreden van het gebied van een half uur na zonsondergang tot een

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat de

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, het betreden van het gebied van een half uur na zonsondergang tot een

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bi j krachtige wind, betreding van een half uur na zonsondergang tot een half uur voor

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de eigenaar om het geheel of gedeeltelijk, voor alle of bepaalde categorieën bezoekers ontoegankelijk te