wiskunde B pilot vwo 2016-II
De derde macht
1 maximumscore 3
• Er moet dan gelden f g x( ( ))= (of ( ( ))x g f x = )x 1
• f g x( ( ))=
(
3 x+ − +1 1 1)
3− =1(
3 x+1)
3− 1 1• f g x( ( ))= + − = (dus g is de inverse functie van f )x 1 1 x 1
of
• Spiegeling van het punt ( , )x y op de grafiek van f geeft x=(y+1)3−1 1
• Dit geeft x+ =1 (y+1)3, dus 3 x+ = +1 y 1 1
• Dus y=3 x+ −1 1, dus ( , )y x ligt op de grafiek van g (dus g is de
inverse functie van f ) 1
2 maximumscore 6
• Opgelost moet worden (x+1)3− =1 3 x+ − , dus 1 1 (x+1)3 =3 x+1 1
• Hieruit volgt (x+1)9 = +x 1 (of x+ =1 9 x+1) 1
• Hieruit volgt (x+1)((x+1)8− =1) 0 1
• Dus x+ =1 0 of (x+1)8 =1 1
• Dit geeft x= −2, x= −1 of x=0 1
• De gemeenschappelijke punten zijn ( 2,− − , ( 1, 1)2) − − en (0, 0) 1
of
• De gemeenschappelijke punten liggen op de lijn y=x 1
• Uit f x( )= volgt x x3+3x2+2x=0 1
• Hieruit volgt x x( 2+3x+2)=0 1
• Dus x x( +1)(x+2)=0 1
• Dit geeft x= −2, x= −1 of x=0 1
• De gemeenschappelijke punten zijn ( 2,− − , ( 1, 1)2) − − en (0, 0) 1
of
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Spots
3 maximumscore 4 • r2 =x2+d2 (en dus 12 2 1 2 r = x +d ) 1 • cos x r α = 1 • 2 2 x x r = x +d 1 •(
)
3 2 spot spot 2 2 2 2 2 2 1 4 4 I x I x E x d x d x d = ⋅ ⋅ = ⋅ π + + π + 1 4 maximumscore 7 •(
)
(
)
(
)
3 1 2 2 3 2 2 3 2 2 spot 2 2 1 100 100 2 d 4 d 100 x x x x I E x x ⋅ + − ⋅ ⋅ + ⋅ = ⋅ π + 2 • d 0 d E x = geeft(
)
(
)
3 1 2 2 2 100 3 2 2 100 0 x + − x x + = 1 •(
) (
)
1 2 2 2 2 100 100 3 0 x + x + − x = 1 • x2+100 3− x2 =0 (omdat(
)
1 2 2 100 0 x + ≠ ) 1 • x2 =50 dus (omdat x> ) 0 x= 50 1 • Het antwoord: 7,1 (mm) 1• De gemeenschappelijke punten liggen op de lijn y=x 1
• Uit f x( )= x volgt (x+1)3 =x 1+ 1
• Hieruit volgt (x+1)((x+1)2 − = 01) 1
• Dus x+ =1 0 of (x 1)+ 2 = 1 1
• Dit geeft x= −2, x= −1 of x= 0 1
• De gemeenschappelijke punten zijn (−2, − 2) , (−1, −1) en (0, 0) 1 Opmerking
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
5 maximumscore 6
• De horizontale afstand (in mm) van de rechterspot tot P is 40 d− 1
• De totale verlichtingssterkte in P is
(
)
3(
)
3 2 2 2 2 2 2 500 25 500 25 4π ⋅ 25 +d + 4π ⋅ 25 +(40−d) 2• Beschrijven hoe het maximum 0,074 (of nauwkeuriger) gevonden kan
worden 1
• Beschrijven hoe het minimum 0,061 (of nauwkeuriger) gevonden kan
worden 1
• Het minimum is 82% (of nauwkeuriger) (of: 80% van het maximum is 0,059), dus het deel van het werkoppervlak tussen de spots wordt
voldoende gelijkmatig belicht 1
Opmerkingen
− De factor 500
4π mag, mits toegelicht, in de berekening buiten
beschouwing worden gelaten.
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Twee snijdende cirkels
6 maximumscore 4
• (Pythagoras in driehoek NDA geeft) AD2+DN2 =r2 1
• (Pythagoras in driehoek MDA geeft) AD2+(DN−1)2 =12 1
• Samen geeft dit 1 (− DN−1)2 =r2−DN2 1
• Herleiden tot DN= 12r2 1 7 maximumscore 4 • DM =DN− =1 12r2− 1 1 • 1 1 2 2( 1) CD= CM = r− 1 • CD=DM geeft r2− − =r 1 0 1
• Exact oplossen geeft 1 1 2 2 5
r= + (of een gelijkwaardige uitdrukking)
(r= −12 12 5 voldoet niet) 1 of • DM =DN − =1 12r2− 1 1 •
(
1 2)
1 2 2 1 1 2 CD=CN−DM −MN = −r r − − = −r r 1 • CD=DM geeft r2− − =r 1 0 1• Exact oplossen geeft 1 1 2 2 5
r= + (of een gelijkwaardige uitdrukking)
(r= −12 12 5 voldoet niet) 1
of
• DM + =1 DN, dus DM =12r2 − 1 1
• CD+DM + =1 CN, dus 2DM + =1 r 1
• Samen geeft dit r2− − =r 1 0 1
• Exact oplossen geeft r= +12 12 5 (of een gelijkwaardige uitdrukking)
( 1 1
2 2 5
r= − voldoet niet) 1
of
• Een redenering waaruit volgt ∆NCA∼ ∆AMC 1
• Hieruit volgt AC AN CM = AC dus 1 1 1 r r− = 1 • Dit geeft r2− − =r 1 0 1
• Exact oplossen geeft r= +12 12 5 (of een gelijkwaardige uitdrukking)
( 1 1
2 2 5
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Sinusoïde met perforaties
8 maximumscore 5
• De noemer is nul als cos( )x =0, dus als x= π of 21 x=112π 1
• 2 1 2 cos ( ) 1 ( ) 1 cos( ) x f x x + − = + 1
• Dit is gelijk aan 2 cos( ) 1x + (voor x≠ π , 12 1 2 1 x≠ π ) 1 • 1 2 lim 2 cos( ) 1 1 x→ π x + = en 1 2 1 lim 2 cos( ) 1 1
x→ π x + = (of: als x nadert tot
1
2π of tot 1
2
1 π, dan nadert f x( ) tot 1) 1
• Dus de coördinaten van de perforaties zijn
(
12π, 1)
en(
112π, 1)
1 OpmerkingAls het stelsel {1 cos(2 )+ x = , cos( ) 0}0 x = opgelost wordt, resulterend in
1 1
2 , 12
x= π =x π, zonder daarna op exacte wijze tot y= te komen, hiervoor 1
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Getransformeerde grafiek
9 maximumscore 3 • AP=ln(
p2+ − en1)
1 2 2 e 1 ln 1 BP p = − + 1 • BP= −1(
ln e( ) (
2 −ln p2+1)
)
1 • BP= − +1 2 ln(
p2+ =1) (
ln p2+ − (1)
1 = AP) 1 of• De y-coördinaat van het midden van lijnstuk AB is ( ) ( ) 2 f p +g p 1 •
(
)
2(
)
(
)
2 2 2 2 e ln 1 ln ln 1 2 ln 1 1 ( ) ( ) 2 2 2 p p p p f p g p + + + + − + + + = = (of( )
2 ln e 2 ) 1 • ( ) ( ) 2 1 2 2 f p +g p= = , dus het midden van lijnstuk AB is P, dus AP=BP 1
10 maximumscore 5
• (Vanwege de symmetrie in de lijn met vergelijking y= geldt) de1 inhoud is gelijk aan
1 2
0
2⋅ π
∫
x dy, met y=ln(
x2+1)
2• y=ln
(
x2+ herleiden tot 1)
x2 =ey−1 1• Een primitieve van ey− is 1 ey−y 1
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
11 maximumscore 8
• Een vergelijking van de verschoven grafiek is y=ln
(
(
x−2)
2+1)
1• Voor de x-coördinaat van het snijpunt geldt x2+ =1
(
x−2)
2+1 1• Hieruit volgt x=1 1 • ( ) 22 1 x f x x ′ = + 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek van f in het
snijpunt is f ′(1) 1= 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de verschoven grafiek is ( 1) 1
f ′ − = − (of 2(1 2)2 1 (1 2) 1
− = −
− + ) 2
• Het product van de richtingscoëfficiënten is 1− , dus de grafieken
snijden elkaar loodrecht 1
of
• Een vergelijking van de verschoven grafiek is y=ln
(
(
x−2)
2+1)
1• Voor de x-coördinaat van het snijpunt geldt x2+ =1
(
x−2)
2+1 1• Hieruit volgt x=1 1 • ( ) 22 1 x f x x ′ = + 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek van f in het
snijpunt is f ′(1) 1= 1
• De afgeleide die hoort bij de verschoven grafiek is
2 d 2( 2) d ( 2) 1 y x x x − = − + (of
een gelijkwaardige uitdrukking) 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de verschoven grafiek is ( 2 2(1 2) (1 2) 1 − = − + ) −1 1
• Het product van de richtingscoëfficiënten is −1, dus de grafieken
snijden elkaar loodrecht 1
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
• f(− =x) ln((−x)2+ =1) f x( ) (voor elke waarde van x) 2
• Uit de verschuiving (en de symmetrie) volgt x=1 1
• ( ) 22 1 x f x x ′ = + 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek van f in het
snijpunt is f ′(1) 1= 1
• De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de verschoven grafiek is ( 1) 1 f ′ − = − (of
(
)
(
)
2 2 1 2 1 1 2 1 − = − − + ) 2• Het product van de richtingscoëfficiënten is −1, dus de grafieken
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Droogligtijd
12 maximumscore 4
• De vergelijking
( )
2745
125 cos π t =40 moet worden opgelost 1
• Beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden 1
• t1≈147, 6 en t2 ≈597, 4 1
• Het antwoord: 450 (minuten) 1
13 maximumscore 5
• Op t= is h zt1 = , dus z=125 cos
(
7452π t1)
1• Een redenering waaruit volgt dat 745 1 1 2 2 t = − D 2 • Substitutie van 745 1 1 2 2 t = − D in z=125 cos
(
7452πt1)
geeft(
)
(
2 745 1)
745 2 2 125 cos z= π − D 1• Hieruit volgt z=125 cos
(
π −745π D)
114 maximumscore 5
• Voor de formule van de grafiek van figuur 2 geldt
(
745)
745 d 125sin d z D D π π = − π − ⋅ − 1 • D=372, 5 geeft d 125745 d z D π = (of (ongeveer) 0,53) 1• Dus de helling bij de grafiek van figuur 3 is 745
125π≈1, 9 1
• Voor de formule van de grafiek van figuur 4 geldt
4 2 d 2, 4 10 1, 7 d D z z −
= ⋅ + (of een gelijkwaardige uitdrukking) 1
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
Punt bewegend over een lijn
15 maximumscore 5
• AP2 =(2 4 )+ t 2+(5t−1)2 1
• BP2 =(4t−4)2 +(5t+1)2 1
• AP2 =BP2 herleiden tot een lineaire vergelijking 1
• Dit geeft 3 7
t= 1
• Invullen in de vectorvoorstelling van k geeft
(
5 1)
7 73 , 3
P 1
of
• Een vergelijking van lijn k is 1 1 4 2
1 1
y= x− 1
• AP2 =x2+
(
114x−312)
2 en BP2 =(x−6)2 +(
141x−112)
2 1• AP2 =BP2 herleiden tot een lineaire vergelijking 1
• Dit geeft x=357 1
• Invullen in de vergelijking van k geeft 1 7
3
y= (dus P
(
3 , 357 17)
) 1of
• Een vergelijking van lijn k is 1 1 4 2
1 1
y= x− 1
• Een vergelijking van de middelloodlijn n van lijnstuk AB is van de
vorm 6x−2y+ =c 0 1
• Het punt (3, 1) ligt op n; hieruit volgt voor n de vergelijking y=3x−8 1
• 1 1
4 2
3x− =8 1 x−1 exact oplossen geeft 5 7
3
x= 1
• Invullen in de vergelijking van k geeft y=317 (dus P
(
3 , 357 17)
) 1of
• Een vergelijking van lijn k is y=114x−112 1
• Een richtingsvector van de middelloodlijn n van lijnstuk AB is
( )
26 1
• Een vectorvoorstelling van de middelloodlijn is
( ) ( ) ( )
3 21 6
x t
y = + ⋅ 1
• 1 1
4 2
wiskunde B pilot vwo 2016-II
Vraag Antwoord Scores
16 maximumscore 7
• Er moet gelden d P m( , )=d P y( , -as) 1
• d P y( , -as) (of de straal) is gelijk aan 2+4t (of 2+4t ) 1
• Lijn m heeft vergelijking x+3y=6 1
• 2 2 | 2 4 3(1 5 ) 6 | |19 1| ( , ) ( ) 10 1 3 t t t d P m = + + + − = − + 1
• Beschrijven hoe de vergelijking d P m( , )=d P y( , -as) kan worden
opgelost 1
• Dit geeft t≈ −0,17 of t≈1,15 1
• Invullen in 2+4t geeft stralen 1,33 en 6,61 1
Opmerking