• No results found

[DE INVLOED VAN DE BASISSCHOOL OP DE LEEFBAARHEID VAN SCHARSTERBRUG.]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "[DE INVLOED VAN DE BASISSCHOOL OP DE LEEFBAARHEID VAN SCHARSTERBRUG.]"

Copied!
83
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Robin Damen – S2003147 Begeleidster : Jessica Vogelzang

Bachelorthesis

[DE INVLOED VAN DE BASISSCHOOL OP DE LEEFBAARHEID VAN SCHARSTERBRUG.]

|Een kwalitatief onderzoek naar de invloed van basisschool de Brêge op de sociale dimensie van leefbaarheid in het Friese dorp Scharsterbrug|

(2)

Samenvatting

In dit onderzoek wordt beschreven wat de invloed is van een basisschool op de sociale dimensie van leefbaarheid van een dorp. Er is gekozen om dit onderzoek uit te voeren in het Friese dorp

Scharsterbrug. Dit dorp telt circa 700 inwoners en één basisschool, genaamd de Brêge. Volgens Van Bree (2006), Kooijman et al. (2009) en Van Ruijven et al. (2012) dragen scholen bij aan de

leefbaarheid van een dorp via de sociale interactie die plaats vindt via de school. Hierdoor ontstaat er volgens Lyson (2002) en Langdon (2000) een sociaal netwerk en is het volgens Vergunst (2003) van invloed op het gemeenschapsleven van een dorp. Een sociaal netwerk en het gemeenschapsleven worden in Leby et al. (2010) samen met sense of place gerekend tot de sociale dimensie van leefbaarheid en dienen daarom ook als factoren van de sociale dimensie van leefbaarheid in dit onderzoek.

De hoofdvraag die hieruit voortvloeit is; In hoeverre draagt de Brêge bij aan de sociale dimensie van leefbaarheid van Scharsterbrug? Om deze hoofdvraag te beantwoorden is er gekozen voor een kwalitatieve dataverzameling methode, namelijk die van in-depth interviews. Er zijn tien willekeurig gekozen inwoners van Scharsterbrug geïnterviewd waarbij de resultaten zijn verwerkt in een ‘code- tree’.

Het onderzoek wijst uit dat de Brêge bijdraagt aan de sociale dimensie van leefbaarheid in Scharsterbrug. Inwoners ervaren deze bijdrage door het sociaal netwerk wat ze via de Brêge opbouwendoen door de sociale interactie die in en rondom de school plaatsvindt. Daarnaast geven de respondenten aan dat de Brêge een grote bijdrage levert aan het gemeenschapsleven. Via activiteiten als voetbaltoernooien, schaatswedstrijden en dorpsfeesten die georganiseerd worden vanuit en samen met de Brêge voelen de inwoners zich betrokken bij het dorp. Hierbij ontmoeten inwoners elkaar waardoor het sociaal netwerk wordt vergroot. De Brêge is namelijk de enige plek in Scharsterbrug waar men elkaar ontmoet omdat andere faciliteiten als winkels verdwenen zijn. Door de bijdrage van de Brêge aan het sociaal netwerk van inwoners van Scharsterbrug en de activiteiten die via de Brêge voortvloeien ontstaat er voor de inwoners een binding met Scharsterbrug. Men voelt zich namelijk betrokken tot de inwoners en tot de Brêge via de activiteiten die er in het dorp

plaatsvinden. De betrokkenheid tot de Brêge wordt echter wel minder, of verdwijnt zelfs voor sommige inwoners, zodra er geen familieleden of bekenden meer onderwijs volgen op de Brêge.

Ondanks het feit dat de binding met de Brêge minder wordt blijft de binding met het dorp zelf wel bestaan door het sociaal netwerk wat er ontstaan is via de Brêge. Er kan worden geconcludeerd dat de Brêge een grote bijdrage levert aan de sociale dimensie van leefbaarheid in Scharsterbrug.

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1.1 Aanleiding 3

1.2 Probleemstelling 3

1.3 Opbouw van de thesis 4

2. Theoretisch kader 4

2.1 Conceptueel model 8

3. Methodologie 8

3.1 Dataverzameling 8

3.2 Ethiek 9

4. Resultaten 4.1 De invloed van de Brêge op het sociaal netwerk van inwoners van Scharsterbrug. 10

4.2 De invloed van de Brêge op het gemeenschapsleven in Scharsterbrug. 11

4.3 De invloed van de Brêge op de binding van inwoners met Scharsterbrug. 12

5. Conclusie 13

5.1 Discussie 14

5.2 Aanbevelingen 14

6. Referenties 15

7. Bijlage 19

7.1 Bijlage interviewguide 19

7.2 Bijlage Codering interview per respondent 21

(4)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De provincie Friesland krijgt de komende decennia te maken met krimp, vergrijzing en ontgroening (Haartsen et al., 2012). Deze demografische ontwikkelingen leggen een druk op het

voorzieningenniveau. Dat geldt in het bijzonder voor de basisscholen in de kleine kernen (Van Ruijven et al., 2012). In een aantal dorpen in Friesland zijn recent basisscholen gesloten. Een aantal van deze dorpen zijn Nes, Wierum, Westhoek en Zandhuizen (Provincie Friesland, 2008, in Van Ruijven, 2012).

Een basisschool wordt als ontmoetingsplaats gezien voor kinderen en ouders en draagt bij aan een basispakket van voorzieningen van een dorp, en daardoor ook aan de leefbaarheid van het dorp (Van Bree, 2006). Inwoners van een dorp vinden het gevoel van leefbaarheid belangrijk. Het zorgt er voor dat iemand zich fijn voelt op een plek (Van Bree, 2006). De sluiting van de school wordt dan ook vaak gezien als een aanslag op de leefbaarheid van het dorp (Kooijman et al., 2009). Op basis van deze studies lijkt een basisschool een belangrijke rol te spelen in de leefbaarheid van een dorp. Opvallend is echter de conclusie van Van der Wouw et al. (2011) wie stellen dat de leefbaarheid in dorpen zonder basisschool als zeer goed wordt ervaren. Deze conclusie met betrekking tot leefbaarheid die voortvloeide uit het artikel van Van der Wouw (2011) staat haaks op de stelling van Van Bree (2006), Kooijman et al. (2009) en Van Ruijven et al. (2012) wie stellen dat een basisschool juist van belang is voor de leefbaarheid van een dorp omdat een basisschool een grote bijdrage levert aan het

gemeenschapsleven en het sociaal netwerk van de inwoners van een dorp.

Aan de hand deze verschillende stellingen (Van Bree, 2006; Van Ruijven et al., 2012; Van der Wouw et al., 2011; Kooijman et al., 2009) rijst de vraag in hoeverre inwoners de basisschool daadwerkelijk ervaren als een bijdrage aan de leefbaarheid van het dorp. Het is relevant om de relatie tussen de aanwezigheid van een basisschool en leefbaarheid te onderzoeken omdat de trend van basisscholen die moeten sluiten zich voort zal zetten de komende jaren en er over de gevolgen op leefbaarheid geen consensus bestaat in de literatuur (Haartsen et al., 2012; Van Ruijven et al., 2012; Van der Wouw et al., 2011; Van Bree., 2006; Kooijman et al., 2009). In een bredere context kan dit onderzoek een bijdrage leveren aan het wetenschappelijk onderzoek naar het begrip leefbaarheid en hoe een basisschool daar op invloed van kan zijn in een dorp.

1.2 Probleemstelling

(5)

In dit onderzoek is voor het dorp Scharsterbrug gekozen. Dit dorp telt ongeveer 700 inwoners en heeft één basisschool genaamd de Brêge. Scharsterbrug ligt in Friesland en is te zien op de onderstaande figuur.

Figuur 1: Topografische kaart Friesland en Scharsterbrug Bron: Robin Damen (2014)

Scharsterbrug zou door de demografische druk beschreven in Haartsen et al. (2012) het gevaar lopen dat er een bevolkingsdaling ontstaat waardoor er een druk op de basisschool zou komen te liggen waardoor er sprake kan zijn dat deze basisschool moet sluiten waardoor de leefbaarheid wordt aangetast (Kooijman et al., 2009; Van Ruijven et al., 2012; Van Bree, 2006). Uit de conclusie van Van der Wouw et al. (2011), besproken in de eerste alinea van de aanleiding, kan echter worden geleidt dat een basisschool niet van grote waarde voor de leefbaarheid van een dorp hoeft te zijn. Om te bepalen in hoeverre de Brêge van invloed is op de leefbaarheid in Scharsterbrug is het volgende doel gestelt: Bepalen in hoeverre basisschool de Brêge een rol speelt in de sociale dimensie van

leefbaarheid van inwoners van Scharsterbrug.

Hieruit vloeit de volgende hoofdvraag voort: In hoeverre draagt de Brêge bij aan de sociale dimensie van leefbaarheid van Scharsterbrug?

(6)

De hoofdvraag zal worden beantwoord door de volgende drie deelvragen:

Wat is de invloed van de Brêge op de sociale contacten van inwoners van Scharsterbrug?

Wat is de invloed van de Brêge op het gemeenschapsleven in Scharsterbrug?

 Wat is de invloed van de Brêge op de binding van inwoners met Scharsterbrug?

De drie deelvragen hebben betrekking op de sociale dimensie van leefbaarheid en zullen verder behandeld worden in het theoretisch kader.

1.3 Opbouw van de thesis

In hoofdstuk twee van deze bachelorthesis wordt het theoretisch kader besproken. De concepten leefbaarheid, de sociale dimensie van leefbaarheid met bijbehorende factoren, sense of place en place attachment worden hier behandeld. Daarna volgt het conceptueel model waar dit onderzoek op is gebaseerd. In hoofdstuk drie wordt besproken hoe de data is verzameld, waarom er voor deze methode gekozen is en ethiek. Daarna wordt in hoofdstuk vier de resultaten per deelvraag besproken waarna er in hoofdstuk vijf een conclusie zal volgen. Tot slot wordt de discussie besproken en

aanbevelingen gedaan voor toekomstig onderzoek.

(7)

2. Theoretisch kader

De basis voor dit onderzoek wordt gevormd door het concept leefbaarheid. Binnen het concept leefbaarheid bestaan volgens Leby et al. (2010) verschillende dimensies om leefbaarheid te meten.

De definitie van leefbaarheid die in dit onderzoek wordt gehanteerd wordt besproken waarna de verschillende dimensies van leefbaarheid kort worden toegelicht. Vervolgens zal de sociale dimensie van leefbaarheid met de bijbehorende aspecten worden toegelicht.

2.1 Leefbaarheid

Het belang van een woonwijk, buurt, dorp of stad in het leven van een buurtbewoner is het onderwerp van een aantal studies (Myers, 1987; Omuta, 1988; Veenhoven, 1996; Lee, 2005), die verschillende termen gebruiken om de betekenis van goede leefomstandigheden te bepalen. Een van de meest voorkomende termen in bovenstaande onderzoeken is leefbaarheid. Hoewel leefbaarheid een veel voorkomend begrip in studies is, is een algemene definitie van leefbaarheid in de

beschikbare literatuur niet terug te vinden. De bestaande definities van leefbaarheid zijn divers en hoewel de term ‘ leefbaarheid’ doet suggereren dat het om de kwaliteit van leven of het menselijk welzijn gaat wordt de term leefbaarheid gezien als zowel een moeilijk te definiëren begrip als een moeilijk meetbaar begrip (Balsas, 2004; Leby et al., 2010; Wheeler, 2001; Heylen, 2006). Volgens Heylen (2006) is er geen algemeen geaccepteerde definitie van leefbaarheid in de wetenschappelijke literatuur.

In het artikel van Leby et al. (2010) worden aan de hand van literatuur van (Dasimah et al., 2005;

Nurizan et al., 2004; Heylen, 2006; Osman et al., 2004; Savasidara, 1988; Holt-Jensen, 2001) vier dimensies van leefbaarheid vastgesteld. De vier dimensies zijn gebaseerd op zestien indicatoren waarvan elke indicator wordt toegekent aan een dimensie. De dimensies van leefbaarheid die Leby et al. (2010) benoemen zijn de ‘sociale dimensie’, de ‘fysieke dimensie’, de ‘functionele dimensie’ en de ‘veiligheid dimensie’. Naast deze vier dimensies hanteren Leby et al. (2010) de definitie van Shafer et al. (2000) wie leefbaarheid definieren als het resultaat van interactie tussen de bewoners en hun omgeving. Volgens Leby et al. (2010) is er sprake van interactie tussen de bewoners en de zestien indicatoren die zij toekennen aan de dimensies waaruit leefbaarheid kan worden opgemaakt.

Aan de hand van (Dasimah et al., 2005; Nurizan et al., 2004; Heylen, 2006; Osman et al., 2004;

Savasidara, 1998; Holt-Jensen, 2001; Shafer et al., 2000) in Leby et al. (2010) is de definitie van leefbaarheid in dit onderzoek als volgt; de leefbaarheid van een leefomgeving wordt bepaald door de

(8)

sense of place, het sociaal netwerk en het gemeenschapsleven. De leefomgeving kan verschillen in omvang en kan variëren van buurten en landen tot verschillende disciplines, zoals ecologie, geografie, sociologie en stedelijke planning (Heylen, 2006). De gehanteerde definitie komt overeen met de indicatoren die Leby et al. (2010) gebruiken om de sociale dimensie van leefbaarheid te definiëren. In dit onderzoek is gekozen voor de sociale dimensie van leefbaarheid omdat deze dimensie wordt gemeten via relaties en statussen van sociale elementen en dus overeenkomt met dit onderzoek waarin de relatie van inwoners met de basisschool centraal staat in het verklaren van de leefbaarheid ervaren in Scharsterbrug.

2.2 Sociale dimensie

In Leby et al (2010) meten de indicatoren van de sociale dimensie van leefbaarheid de status en relatie van verschillende sociale elementen. In Throsby (2005) wordt gesproken over een sociaal netwerk als indicator van leefbaarheid en is door Leby et al. (2010) opgenomen in de sociale dimensie als eerste indicator van leefbaarheid. Volgens Lyson (2002) dragen scholen bij aan het sociale aspect van een omgeving, in dit onderzoek het dorp Scharsterbrug. Scholen zijn plekken waar mensen samen komen en waar interactie tussen mensen plaatsvindt waardoor er een sociaal

netwerk wordt gecreerd (Langdon, 2000). Op basis van bovenstaande stellingen van valt te verwachten dat de Brêge in Scharsterbrug heeft bijgedragen aan het sociale netwerk van de

inwoners. In dit onderzoek is het interessant om te onderzoeken of de inwoners daadwerkelijk via de basisschool sociale contacten hebben opgedaan waardoor de basisschool heeft bijgedragen aan de leefbaarheid op basis van de indicator sociaal netwerk.

De tweede indicator waarop in studies wordt gefocust is gemeenschapsleven. In Vergunst (2003) wordt gemeenschapsleven uitgelegd als de sociale interactie tussen bewoners en faciliteiten en daaruit voortvloeiende activiteiten. Scholen worden gezien als plekken voor sport, theater, muziek en andere burgeractiviteiten (Lyson, 2002). Als beschreven in Balsas (2004) en Lyson (2002) kunnen scholen culturele activiteiten faciliteren en daarmee een positieve bijdrage leveren aan de

leefbaarheid van een dorp. In Scharsterbrug valt te verwachten dat de Brêge activiteiten organiseert waarbij inwoners van Scharsterbrug samenkomen en hier sociale interactie plaatsvindt tussen inwoners van Scharsterbrug en de school als faciliteit.

Als derde indicator van de sociale dimensie van leefbaarheid in het artikel van Leby et al. (2010) wordt sense of place genoemd. In het artikel van Davidson en Milligan (2004) refereert sense of place naar de emoties, affectie en de ervaringen die mensen hebben opgedaan en ervaren op een plek en wordt door Davidson en Milligan (2004) ook wel place attachment genoemd. Scannell en Gifford

(9)

(2010) hanteren een model, genaamd het ‘PPP-model’, wat bestaat uit drie pijlers die moeten leiden tot place attachment. Deze drie pijlers zijn; Persoon, Psychologisch proces en Place. Er is in dit onderzoek gekozen om het ‘PPP-model’ te gebruiken omdat via dit model bepaald kan worden in hoeverre de Brêge van invloed is op de binding van inwoners van Scharsterbrug met het dorp

Scharsterbrug. Het ‘PPP-model’ is te zien in figuur 1 in de volgende paragraaf waarbij ook het concept place attachment en de driedeling van place attachment zal worden uitgelegd.

2.3 Place attachment

Persoon

Bij place attachment is het belangrijk om te bepalen wie zich daadwerkelijk verbonden voelt met een plek. In figuur 1 is te zien dat de dimensie persoon bestaat uit zowel het individu als groepen. Dit zijn volgens Scannell en Gifford (2010) niet per definitie gescheiden elementen waardoor overlap tussen de twee elementen mogelijk is. Individuen kunnen worden beïnvloed door groepen en een groep kan beïnvloedt worden door individuen (Scannell en Gifford, 2010).

Voor het individu ontstaat place attachment op basis van de persoonlijke connecties die het individu met een plek heeft. Plekken krijgen betekenis via persoonlijke ervaringen en herinneringen waardoor place attachment sterker is voor deze plekken (Manzo, 2005). In het kader van dit onderzoek valt hierbij te denken aan inwoners van Scharsterbrug die op de Brêge onderwijs hebben gehad of ouders die dagelijks hun kinderen naar de Brêge hebben gebracht of dat nog steeds doen. Volgens Manzo (2005) zorgt deze ‘ experience-in-place’ ervoor dat een persoon betekenis toekent aan een plek.

Deze ‘ experience-in-place’ is daarbij belangrijker dan de plek zelf voor de binding tussen het individu en de plek (Manzo, 2005).

Op groepsniveau uit place attachment zich in de waarde die een groep aan een plek toekent. Deze waarde die aan de plek wordt toegekend wordt gedeeld door de individuen binnen die groep (Scannell en Gifford, 2010).

Psychologisch Proces

De tweede dimensie van place attachment wordt het psychologisch proces genoemd en is volgens Scannell en Gifford (2010) te verdelen in drie pijlers; affectie, cognitie en gedrag. Affectie staat voor de emotionele band die individuen met een plek hebben ontwikkeld. Deze emotionele band bestaat vaak uit emoties die als positief worden ervaren, maar hoeven dit niet te zijn. Iemand kan een speciale band hebben met een plek, maar als op deze plek negatieve ervaringen hebben afgespeeld kan er zelfs aversie ten opzichte van die plek ontstaan (Scannell en Gifford, 2010). Op basis van deze

(10)

uitspraak van Scannell en Gifford (2010) kan worden verwacht dat iemand die vroeger gepest is op de Brêge een aversie ten opzichte van de Brêge heeft ontwikkeld en hierdoor een sense of place heeft wat verschilt van iemand die deze ervaring niet heeft gehad. De ervaringen hoeven niet direct op de plek zelf plaats te vinden om een sense of place te creëren. Inwoners van Scharsterbrug kunnen ook een sense of place ontwikkeld hebben omdat hun kinderen naar de Brêge gaan waardoor de school een rol speelt in hun dagelijks leven en routines en hierdoor dus een bepaalde sense of place heeft voor de inwoners van Scharsterbrug (Witten et al., 2001; Haartsen et al., 2012).

De tweede pijler van psychologisch proces is cognitie en wordt door Scannell en Gifford (2010) gedefinieerd als herinneringen, overtuigingen, betekenis en kennis die iemand heeft van een plek. De kern van deze definitie is het geven van een betekenis door een persoon aan plek (Scannell en Gifford, 2010). Via herinneringen en kennis krijgt iemand een beeld van een plek. Dit kan ontstaan door ervaringen die inwoners vroeger als leerlingen op hebben gedaan op de Brêge. Hierdoor wordt er aan de plek een eigen identiteit gegeven die voor die persoon, het individu, uniek is. Hierdoor zal de sense of place die inwoners van Scharsterbrug hebben ten opzichte van de Brêge per persoon verschillen en is daardoor interessant om te meten voor de leefbaarheid omdat iedereen een andere sense of place heeft bij de de Brêge.

Als derde pijler van psychologisch proces hanteren Scannell en Gifford (2010) gedrag waarbij place attachtment ontstaat door middel van acties van één of meerdere personen. Hidalgo en Hernández (2001) stellen dat gedrag in dit geval gedefinieerd kan worden als de positieve affectieve binding die een persoon heeft met een bepaalde plek. Hay (1998) vult deze definitie aan door te stellen dat een persoon graag terugkeert op deze plek. De mate waarin een persoon terugkeert op deze plek is niet tijdsgebonden en varieert per persoon. In het geval van de Brêge valt hierbij te denken aan een reünie van oud leerlingen en docenten. Leerlingen en docenten die hun tijd op de Brêge als een goede herinnering bewaren zullen hierbij, indien mogelijk, terugkeren op de basisschool omdat er place attachment is ontstaan

Place

De derde en laatste pijler die door Scannell en Gifford (2010) wordt gebruikt in het ‘PPP-model’ is place. Dit is misschien wel de belangrijkste dimensie van place attachment (Scannell en Gifford, 2010). Dit is de plek zelf. De omvang van de plek kan variëren van bijvoorbeeld een kamer in een huis tot een stad of zelfs de wereld (Low en Altman, 1992). Place wordt verdeeld in de twee dimensies, namelijk sociale place attachment en fysieke place attachment waarbij sociale place attachment als sterker wordt ervaren. De beide dimensies beïnvloeden elkaar in de binding die een persoon met een

(11)

plek heeft. Sociale place attachment bestaat uit sociale binding, verbondenheid met de omgeving en bekend zijn met mede inwoners. Hier valt in de context van dit onderzoek te denken aan de

verbondenheid van inwoners van Scharsterbrug met het dorp zelf, de verbondenheid met de Brêge en de verbondenheid met andere inwoners van Scharsterbrug. Fysieke place attachment wordt in Scannell en Gifford (2010) uitgelegd als de binding met een plek die onstaat aan de hand van fysieke aspecten van die plek. In het kader van dit onderzoek kan hierbij worden gedacht aan bijvoorbeeld de Brêge als gebouw. De fysieke place attachment wordt voorspeld aan de hand van het aantal jaren wonen op één plek, plannen om te blijven wonen op die plek en eigendom die men heeft op die plek zoals een huis.

De vierde indicator waarop de sociale dimensie van leefbaarheid door Leby et al. (2010) wordt gedefinieerd is het hinderlijke gedrag van buren en buurtbewoners. Deze indicator heeft echter betrekking op stedelijke milieus en is daardoor niet toepasbaar op Scharsterbrug (Dasimah et al., 2005; Nurizan et al., 2004) en wordt door Omuta (1988) aan een andere dimensie toegekend. Deze indicator wordt daardoor in dit onderzoek verder buiten beschouwing gelaten.

Figuur 2: PPP-model van Scannell en Gifford (2010).

(12)

2.4 Conceptueel model

Figuur 3: Conceptueel model leefbaarheid Bron: Robin Damen (2014)

Het conceptueel model is als volgt uiteengezet. Leefbaarheid bestaat in Leby et al. (2010) uit vier verschillende dimensies waarbij in dit onderzoek is gekozen voor de sociale dimensie. Uit de sociale dimensie vloeien drie factoren voort die elk een bijdrage levert aan de sociale dimensie waarbij sense of place wordt gemeten via place attachment (Scannell en Gifford, 2010) Place attachment bestaat uit drie aspecten; place, persoon en psychologisch proces.

Sociaal netwerk

Gemeenschaps- leven

Leefbaarheid Sociale

dimensie Persoon

Sense of place

Psychologisch Proces

Place attachment

Place

(13)

3. Methodologie

In dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar de gevoelens en ervaringen van inwoners van Scharsterbrug met betrekking tot de Brêge die bijdragen aan de leefbaarheid. Er is daarom gekozen voor een kwalitatieve onderzoeksmethode. De methode die gekozen is is de methode van diepte- interviews. Een diepte-interview kan gebruikt worden om emoties, gevoelens, inzichten en ervaringen van een respondent te achterhalen (Flowerdew & Martin, 2005; O’Leary; 2012). Het voordeel van een diepte-interview ten opzichte van kwantitatieve methodes zoals enquêtes of vragenlijsten is de mogelijkheid om door te vragen op antwoorden waardoor er specifiek is gekozen voor diepte-interviews (O’ Leary, 2012). Volgens Flowerdew & Martin (2005) zijn interviews

persoonlijker en zullen respondenten zich minder opgelaten voelen bij het geven van informatie.

Diepte-interviews kennen echter ook nadelen. De interviews zijn erg tijdrovend en het is niet altijd eenvoudig om respondenten te vinden (O’ Leary, 2012). Echter is het voordeel bij interviews dat men als onderzoeker na een interview een goede ingang heeft tot meerdere respondenten en interviews (Heckathron, 1997).

In dit onderzoek worden tien diepte-interviews afgenomen. Deze diepte-interviews worden afgenomen onder inwoners van Scharsterbrug die willekeurig gekozen zijn. In het diepte-interview worden vragen gesteld aan de respondenten om antwoord te krijgen op de deelvragen van het onderzoek. De invloed van de Brêge op de aspecten die aan bod komen in het diepte-interview staat centraal. Allereerst wordt er een vraag aan de respondenten gesteld wat hun begrip van leefbaarheid is. Daarna worden er vragen aan de respondenten gesteld over de invloed van de Brêge op de sociale contacten van de inwoners, de invloed van de Brêge op het gemeenschapsleven van Scharsterbrug, de invloed van de Brêge op de binding met het dorp en de invloed van de Brêge op de ervaren leefbaarheid van de inwoners in het dorp. Een overzicht van de respondenten is te zien in de figuur hieronder.

Respondent Geslacht Leeftijd

Respondent 1 Man 23

Respondent 2 Man 24

Respondent 3 Vrouw 29

Respondent 4 Vrouw 56

Respondent 5 Man 59

Respondent 6 Vrouw 57

Respondent 7 Man 25

Respondent 8 Man 26

(14)

Respondent 9 Man 46

Respondent 10 Vrouw 33

Figuur 4: Overzicht respondenten Bron: Robin Damen (2014)

De verzamelde gegevens worden gecodeerd. Dit gebeurd aan de hand van de concepten die een rol spelen bij leefbaarheid in dit onderzoek en zijn te zien in ‘code tree’ hieronder.

Leefbaarheid Sociaal netwerk

Gemeenschaps- leven

Sense of place

Persoon Proces Place

Figuur 5: Code Tree Bron: Robin Damen (2014)

Hierbij is place attachment in de ‘code tree’ opgedeeld in de drie pijlers waardoor place attachment volgens Scannell en Gifford (2010) ontstaat. Hierdoor ontstaat er een overzicht op welke manier elke pijler heeft bijgedragen aan de binding van inwoners met Scharsterbrug. Per respondent is er een tabel opgemaakt. Hierdoor ontstaat er per respondent een overzicht van het diepte-interview waarin alleen de relevante informatie voor het onderzoek zal worden opgenomen en gekoppeld worden aan één van de factoren van leefbaarheid of leefbaarheid zelf. Daarna zal op basis van de coderingen, die te zien zijn in de bijlage, de resultaten van het onderzoek worden besproken in hoofdstuk vier waarna er in hoofdstuk vijf een conclusie zal worden geformuleerd.

3.1 Ethiek

Tijdens het verzamelen van data voor een onderzoek is het mogelijk dat de onderzoeker bedrog of letsel veroorzaakt bij een respondent door verkregen informatie openbaar te maken. Daarnaast is kan de onderzoeker misbruik maken van de positie die de onderzoeker ten opzichte van de respondent heeft. Als de onderzoeker hiervan niet op de hoogte is dan is het mogelijk dat er onbetrouwbare informatie door de respondent gegeven wordt (O’Leary, 2012).

In dit onderzoek heeft de onderzoeker zich als ‘outsider’ opgesteld. De onderzoeker is op geen enkele manier bekend met Scharsterbrug of de Brêge waardoor er geprobeerd is om het interview zo open mogelijk te houden. Daarom zijn er zoveel mogelijk open vragen gesteld. Hierdoor wordt de

respondent niet gestuurd in het geven van zijn of haar antwoorden waardoor er geen misbruik gemaakt wordt van de macht van de onderzoeker. De verkregen informatie is hierdoor veel betrouwbaarder (O’Leary, 2012).

Onder een aantal respondenten heerste enige onzekerheid over het bekend maken van hun

identiteit. Er is daarom gekozen om de respondenten in dit onderzoek niet bij hun naam te noemen

(15)

maar te benoemen als respondent 1 t/m respondent 10 met het geslacht en de leeftijd. Hierdoor wordt voorkomen dat er letsel of bedrog veroorzaakt wordt bij respondenten omdat de identiteit van de respondenten niet bekend is. Er is wel gekozen om de respondent zich te laten voorstellen. Hier is voor gekozen zodat de onderzoeker en de respondent van elkaar weten wie ze zijn. Daarnaast is het een manier om het diepte-interview op gang te krijgen (O’Leary, 2012). Er is echter aan het begin van het diepte-interview duidelijk gemaakt dat er met de identiteit van de respondent anoniem blijft. Dit is ook niet van belang voor het onderzoek omdat het hier om een gevoel gaat en niet om bepaalde personen.

4. Resultaten

4.1 De invloed van de Brêge op de sociale contacten van inwoners van Scharsterbrug.

Volgens Lyson (2002) zou een school bijdragen aan het sociaal netwerk van een persoon. Dit betekent niet per definitie dat men er vrienden maakt. Het zijn plekken waar mensen samenkomen en waar sociale interactie plaats vindt (Lyson, 2002). De respondenten geven aan dat de Brêge een belangrijke rol speelt in het vergroten dan wel het creëren van een sociaal netwerk voor een persoon.

(16)

‘Mensen brengen kinderen naar school, halen kinderen van school, ze doen dingen op school dus je maakt elkaar mee.’ [Vrouw, 57 jaar oud]

‘Toen de kinderen nog klein waren bracht je ze naar school, later niet meer, maar dan had je wel met een aantal ouders een praatje. Ik denk dat dat nog steeds wel zo is, mensen ontmoeten elkaar bij school. Nieuwe mensen bijvoorbeeld ook. Ik denk dat het wel een sociale plek is om elkaar te ontmoeten.’ [Vrouw, 56 jaar oud]

De respondenten geven aan dat de Brêge bijdraagt aan het sociale netwerk van een persoon. Het sociale netwerk ontstaat hier door de interactie die plaatsvindt tussen de ouders van kinderen die naar school gaan. Het zijn dus niet alleen de kinderen tussen wie er sociale interactie plaats vindt op de Brêge. De interactie vindt in en rondom de school plaats tussen verschillende generaties (Langdon, 2000). Voor de onderstaande respondenten was de rol van de Brêge in het creeeren van een sociaal netwerk zelfs zo belangrijk dat de contacten die zij via de Brêge hebben opgedaan tot op de dag van vandaag deel uitmaken van hun sociaal netwerk:

´Daar heb ik al mijn maten aan overgehouden. Ik ga nog steeds om met de maten die ik op de basisschool ook al had, die ik daar heb leren kennen.´ [Man, 25 jaar oud]

‘…je vriendjes zaten op de basisschool… voor mij heeft het persoonlijk, en nog steeds, bijgedragen aan mijn sociale contacten.’ [Man, 23 jaar oud]

De Brêge draagt niet alleen bij aan het sociaal netwerk van een persoon gedurende de tijd dat hij of zij op de Brêge zit, maar zelfs daarna. Een vrouw (29) bestempelt de rol van de Brêge in haar sociale netwerk gedurende de tijd dat zij er les heeft gehad als volgt:

‘...dat is eigenlijk je sociale leven tot groep acht’. [Vrouw, 29 jaar oud]

Voor de vrouw (29) bestond haar leven in haar kindertijd zelfs alleen uit mensen die zij via de Brêge heeft leren kennen. De rol van de Brêge in haar sociaal netwerk is daarbij ontzettend groot geweest omdat zij pas, nadat zij de Brêge verlaten had, mensen op een andere manier leerde kennen dan via de Brêge.

Op basis van de uitspraken van de respondenten speelt de Brêge een belangrijke rol in het vergroten en creëren van een sociaal netwerk voor inwoners van Scharsterbrug. In en rondom de school vindt

(17)

interactie plaats waar men sociale contacten opdoet en zelfs vrienden aan overhoudt. De interactie vindt volgens de respondenten niet alleen plaats tussen de kinderen die daar naar school gaan. Het zijn namelijk ook de ouders die elkaar daar leren kennen als ze bijvoorbeeld hun kinderen naar school brengen. Verschillende generaties leren elkaar daardoor kennen via de Brêge. Hierdoor heeft de Brêge een grote invloed op het sociaal netwerk van inwoners van Scharsterbrug en draagt de Brêge dus bij aan het sociaal netwerk in de sociale dimensie van leefbaarheid.

4.2 De invloed van de Brêge op het gemeenschapsleven van Scharsterbrug.

Volgens Lyson (2002) draagt een school bij aan het gemeenschapsleven van een dorp. Dit doet een school door activiteiten te organiseren in en voor het dorp waar de inwoners aan deel kunnen nemen. De Brêge draagt bij aan het gemeenschapsleven van Scharsterbrug door activiteiten te organiseren in het dorp. De activiteiten die worden georganiseerd verschillen in soort. Zo zijn er sportactiviteiten die worden georganiseerd door basisschool de Brêge maar ook culturele activiteiten als een toneelspel. De Brêge betrekt bij sommige activiteiten de gemeenschap erbij door samen activiteiten te organiseren.

‘ …wanneer er nieuwe leden nodig zijn voor de tennisvereniging, dan gaan we naar de school en dan geven we aan op die en die middag is er mogelijkheid tot tennis. Dat wordt via de school

georganiseerd dat er bij de tennisvereniging nieuwe leden komen.’ [Man, 59 jaar oud]

‘…één keer per jaar is er een toneeluitvoering voor de kinderen. En rond dorpsfeest doen ze altijd spelletjes met de kinderen. Ze organiseren dat dan samen met de feestcommissie maar voeren het zelf uit.’ [Man, 26 jaar oud]

‘…Sinterklaas bijvoorbeeld. Daar kan iedereen heen in het dorp’ [Vrouw, 56 jaar oud]

De Brêge richt zich dus niet alleen op de leerlingen van de school maar op het hele dorp. Het gemeenschapsleven van een dorp wordt gezien als een belangrijk aspect om de leefbaarheid te beïnvloeden op een positieve of een negatieve manier. Naast het organiseren van activiteiten vanuit de Brêge is er nog een andere manier waarop de Brêge invloed heeft op het gemeenschapsleven van Scharsterbrug.

‘…Ouders die met elkaar praten op straat, kinderen die rondrennen en oorlogje spelen. Het zou een stuk rustiger zijn als die school er niet zou zijn. Dan zou het hier wel leeg lopen.’ [Man, 25 jaar oud]

(18)

Het zijn dus niet alleen de activiteiten die door de basisschool worden georganiseerd die bijdragen aan het gemeenschapsleven. Door de aanwezigheid van de Brêge zijn er families met kinderen in het dorp aanwezig. Respondenten verwachten dat als de school er niet zou zijn dat het aantal kinderen in het dorp flink zal afnemen. De school speelt volgens de respondenten dus een rol in het aantrekken van jonge families naar het dorp.

Een opvallend feit wat voortvloeit uit het onderzoek is dat de respondenten zich niet allemaal betrokken voelen tot de activiteiten die worden georganiseerd door de Brêge.

‘…nu nog niet echt direct, maar straks denk ik wel als mijn dochter er ook aan mee zou doen.’ [Vrouw, 29 jaar oud]

De vrouw (29) geeft aan dat zij zich niet direct betrokken voelt tot de activiteiten. Zodra haar dochter, een familielid, hier aan mee doet zal dit naar verwachting anders zijn.

Op basis van de uitspraken van de respondenten speelt de Brêge een rol in het gemeenschapsleven van Scharsterbrug. De Brêge organiseert activiteiten voor zowel de school zelf als voor het dorp, soms in samenwerking met een andere instantie zoals de feestcommissie. De respondenten voelen zich echter niet altijd betrokken bij deze activiteiten. De participatie van bijvoorbeeld een familielid of een bekende aan deze activiteiten bepaald de betrokkenheid. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van de Brêge voor jonge gezinnen in het dorp die volgens de respondenten ervoor zorgen dat het dorp leeft en niet leegloopt.

4.3 De invloed van de Brêge op de binding van inwoners met het dorp Scharsterbrug.

Verbonden zijn met het dorp Scharsterbrug betekent dat er place attachment heeft plaatsgevonden (Scannell en Gifford, 2010). De respondenten voelen zich verbonden met het dorp door de ervaringen en herinneringen die zij hebben opgedaan als inwoner van Scharsterbrug via de Brêge.

‘…ik woon hier mijn hele leven al dus ik heb hier enorm veel contacten...het is wel mijn dorp, Scharsterbrug.’ [Vrouw, 56 jaar oud]

(19)

‘…ik zit bij de toneelvereniging van Scharsterbrug, ik word volgend jaar voorzitter van de

feestcommissie van Scharsterbrug. Ik doe veel omdat ik graag mijn steentje bij wil dragen aan het dorp. Ik vind het ook heel belangrijk dat je dingen doet voor je eigen dorp.’ [Man, 26 jaar oud]

De man (26) en vrouw (56) voelen zich betrokken tot het dorp Scharsterbrug, elk op zijn of haar eigen manier. Er is sprake van cognitie. Elke respondent heeft zijn of haar eigen en unieke herinneringen, overtuigingen, betekenissen en kennis van Scharsterbrug als plek. Hierdoor heeft Scharsterbrug als dorp voor elke respondent een eigen betekenis (Scannell en Gifford, 2010). Er is sprake van een sense of place (Davidson en Milligan, 2004). De vraag is echter wat de rol van de Brêge in de binding met het dorp is.

De respondenten geven aan dat een sociaal netwerk in Scharsterbrug een rol speelt in hun binding met het dorp. Het sociaal netwerk ontstaat via de Brêge.

‘...in mijn verbondenheid met het dorp? Nou met de contacten die ik hier nu heb. Daar heeft de Brêge bijvoorbeel aan bijgedragen.’ [Man, 46 jaar oud]

‘ ...de Brêge is eigenlijk het centrale punt van Scharsterbrug. Iedereen komt daar bij elkaar. Ouders, kinderen, er wordt een praatje gemaakt… Je hebt geen supermarkt, geen winkeltje of een slager heb je ook niet meer… Je hebt nergens meer een plek waar je elkaar dagelijks kunt ontmoeten’. [Man, 26 jaar oud]

In Scharsterbrug is er geen plek meer naast de Brêge waar men elkaar dagelijks kan ontmoeten.

Faciliteiten als supermarkten en winkels zijn hier niet aanwezig. Volgens de respondenten is de Brêge hierdoor de belangrijkste plek in Scharsterbrug waar mensen elkaar ontmoeten. Het is een plek waar generaties samenkomen, zowel ouderen als jongeren (Langdon, 2000). Hierbij ontstaat sociale place attachment (Scannell en Gifford, 2010). De respondenten voelen zich namelijk verbonden met het dorp maar tegelijkertijd ook met de inwoners van het dorp waarmee zij via de Brêge in contact kunnen komen of zijn gekomen. De Brêge is hier de plek waar deze sociale interactie plaatsvindt, een sociale arena (Scannell en Gifford, 2010).

Niet alleen het sociale netwerk in Scharsterbrug vinden de respondent belangrijk, ook de activiteiten in Scharsterbrug zijn van belang:

‘Vooral activiteiten die vanuit school georganiseerd worden. Daardoor raak je betrokken bij het dorp.

(20)

Ik ben hier niet geboren dus in principe had ik hier niet veel mensen die ik kende. Maar doordat je overal aan mee doet verbreed je je kenniskring.’ [Man, 59 jaar oud]

De man (59) onderstreept het belang van sociale contacten voor de betrokkenheid met Scharsterbrug en geeft daarnaast ook aan dat de activiteiten die vanuit de Brêge worden georganiseerd bijdragen aan de binding met Scharsterbrug. Er is sprake van een positieve cognitie door de ervaringen die zijn opgedaan door deelname aan de activiteiten van de Brêge (Scannell en Gifford, 2010). De man (59) heeft positieve herinneringen aan de Brêge door het feit dat hij zijn kenniskring verbreed heeft via de Brêge.

De Brêge heeft voor de respondenten een belangrijke rol gespeeld in hun verbondenheid met Scharsterbrug. Het lijkt er echter op dat de Brêge vooral in het verleden van de respondenten belangrijk was voor de binding met Scharsterbrug:

‘Maar ik geloof niet dat ik er om zou verhuizen, dat ik hier weg zou gaan omdat de kinderen in Joure naar school moeten.’ [Vrouw, 56 jaar oud]

‘Voor mij persoonlijk zou het niet zoveel uitmaken als de Brêge verdwijnt...’ [Man, 59 jaar oud]

‘Ik zou me nu niet meer verbonden voelen met het dorp door de basisschool’ [Man, 24 jaar oud]

Op basis van bovenstaande uitspraken kan er geconcludeerd worden dat als de binding met

Scharsterbrug ontstaan is en het sociaal netwerk gecreerd is, dat de Brêge niet meer van invloed is op de binding van de inwoners met het dorp.

Op basis van de uitspraken van de respondenten speelt de Brêge een grote rol in de binding met het dorp. De respondenten geven aan dat een sociaal netwerk in Scharsterbrug zeer belangrijk is voor de binding met het dorp. De Brêge is volgens de respondenten namelijk de plek in Scharsterbrug waar men elkaar ontmoet, simpelweg omdat er verder geen faciliteiten in Scharsterbrug zijn waar men elkaar tegenkomt. Via de Brêge wordt een sociaal netwerk dus gecreeerd danwel vergroot. Daarnaast organiseerd de Brêge activiteiten waardoor men elkaar ontmoet waardoor een sociaal netwerk vergroot of gecreeerd wordt. Als een sociaal netwerk gecreerd is en de binding met het dorp ontstaan is speelt de Brêge, op basis van de uitspraken van respondenten, geen rol meer op de binding met Scharsterbrug.

(21)

5. Conclusie

Volgens Langdon (2000) en Lyson (2002) zijn basisscholen plekken waar generaties elkaar ontmoeten en een sociaal netwerk opbouwen. Uit de resultaten van dit onderzoek is gebleken dat inwoners van Scharsterbrug bovenstaande stellingen daadwerkelijk zo ervaren. De respondenten geven aan dat ze veel mensen hebben leren kennen via de Brêge. Dit geldt niet alleen voor de respondenten die daadwerkelijk les hebben gehad op de Brêge maar ook voor de respondenten die zelf niet op de Brêge onderwijs hebben gehad maar wel kinderen hebben die daar naar school gaan. Een sociaal

(22)

netwerk wordt door de respondenten als zeer belangrijk ervaren voor de leefbaarheid in

Scharsterbrug. Daarmee is het concept sociaal netwerk een belangrijke factor in de sociale dimensie van leefbaarheid (Throsby, 2005; Leby et al., 2010).

Daarnaast kan geconcludeerd worden dat de Brêge een rol speelt in het gemeenschapsleven van Scharsterbrug. In Lyson (2002), Vergunst (2003) en Balsas (2004) wordt gestelt dat scholen een positieve bijdrage aan de leefbaarheid leveren door het organiseren van activiteiten. In Scharsterbrug levert de Brêge een bijdrage aan de leefbaarheid door activiteiten te organiseren zoals

voetbaltoernooien, schaatswedstrijden en een sinterklaasintocht wat voor zowel de school zelf als voor het hele dorp toegangbaar is. Soms vindt er zelfs samenwerking plaats tussen de Brêge en andere instanties als de feestcommissie om activiteiten te organiseren en uit te voeren. De betrokkenheid bij deze activiteiten varieert echter wel. De respondenten voelen zich eerder betrokken tot de activiteiten als er een bekende of een familielid aan meedoet.

Ook speelt de Brêge een grote rol in de binding van inwoners met Scharsterbrug. Scannell en Gifford (2010) geven in hun ‘PPP-model’ aan dat een plek via sociale place attachment gezien kan worden als een sociale arena. Inwoners van Scharsterbrug zien de Brêge als een sociale arena in Scharsterbrug.

Dit is namelijk de plek in Scharsterbrug waar men zijn of haar sociaal netwerk creert danwel vergroot omdat er geen andere plekken in Scharsterbrug zijn waar men elkaar ontmoet. De respondenten hebben daarbij een positieve cognitie van de Brêge. Zij hebben goede herinneringen van, en ervaringen gehad op de school (Scannell en Gifford, 2010). Deze positieve cognitie hebben de

respondenten vooral door het feit dat hun sociaal netwerk, wat zo belangrijk wordt gevonden voor de leefbaarheid, gecreeerd wordt via de Brêge. Ook de activiteiten die de Brêge organiseerd zijn

belangrijk voor de binding met het dorp. Via deze activiteiten ontmoeten de inwoners elkaar waardoor het sociaal netwerk wordt vergroot. De Brêge is hierbij de sociale arena. De rol van de Brêge voor de binding van inwoners met Scharsterbrug veranderd echter wel. De respondenten geven aan dat zodra zij niks meer met de Brêge te maken hebben dat de aanwezigheid van de Brêge voor hun binding met het dorp niet meer uitmaakt.

De Brêge speelt dus een grote rol in de sociale dimensie van leefbaarheid voor inwoners van Scharsterbrug. Door de enorme invloed die het heeft op het sociaal netwerk van de inwoners van Scharsterbrug is de Brêge enorm belangrijk in Scharsterbrug. Het draagt daarnaast ook ontzettend bij aan het gemeenschapsleven door de vele en varierende activiteiten die door de Brêge voor het dorp worden georganiseerd. Daarmee draagt de Brêge ook weer bij aan het sociaal netwerk voor de inwoners van Scharsterbrug. Voor de binding met het dorp is de Brêge ook een belangrijke factor. Het

(23)

is de enige plek in Scharsterbrug is waar men elkaar ontmoet en waaruit activiteiten voortvloeien.

Hierdoor levert het een bijdrage voor de inwoners aan de binding met Scharsterbrug en draagt de Brêge in tegenstelling tot Van der Wouw et al. (2011) wie stellen dat een basisschool niet hoeft bij te dragen aan de leefbaarheid, wel degelijk bij aan de leefbaarheid in Scharsterbrug.

5.1 Discussie

Er moet bij dit onderzoek rekening gehouden worden met het feit dat dit gebaseerd is op een case study. Dit betekent dat de resultaten en conclusie alleen toepasbaar zijn op Scharsterbrug en de Brêge. De uitslag van dit onderzoek is dus niet representatief voor andere scholen en dorpen.

Daarnaast draait het in dit onderzoek om de sociale dimensie van leefbaarheid. Dit is volgens Leby et al. (2010) slechts één van de vier dimensies van leefbaarheid. Dit betekent dat er slechts een deel van de leefbaarheid zoals Leby et al. (2010) het definiëren wordt besproken en behandeld waardoor er geen uitspraken kunnen worden gedaan op basis van het gehele concept leefbaarheid.

Verder had er in dit onderzoek nog wel dieper kunnen worden ingegaan op antwoorden die door de respondenten werden gegeven. Er werd soms te snel genoegen genomen met een antwoord op de gestelde vraag. Hierdoor waren sommige vragen achteraf niet volledig beantwoord of riepen sommige antwoorden toch nog vragen op. Een voorbeeld hierbij is de rol van de Brêge in de binding met het dorp. Er werd aangeven door de respondenten dat ze via de Brêge een sociaal netwerk hebben opgedaan. De binding met het dorp is in dit geval dus vooral ontstaan door het sociaal netwerk wat via de Brêge is ontstaan. Echter had er nog kunnen worden doorgevraagd over de Brêge als fysieke aspect, het gebouw. Wat dat nou betekend voor de binding met het dorp is hierdoor onduidelijk gebleven, terwijl de mogelijkheid om erachter te komen er wel was.

Bij het analyseren van de data zijn de antwoorden van drie á vier respondenten vooral gebruikt. Om wat meer diversiteit in het onderzoek te hebben qua respondenten was het misschien goed geweest om de tien respondenten wat te verdelen over de resultaten. Aan de andere kant is dit misschien ook wel niet nodig omdat de gegeven antwoorden het belangrijkste zijn. Als een bepaalde respondent voor het onderzoek de interessantste en relevanste antwoorden geeft dan is dat natuurlijk belangrijk om het in de resultaten te verwerken.

5.2 Aanbevelingen

Voor toekomstig onderzoek zouden er andere dorpen met basisscholen of zelfs complete regio’s

(24)

kunnen worden onderzocht. Dit zou een aanvulling op dit onderzoek kunnen zijn. Door meerdere onderzoeken te doen in andere contexten kan er een bredere conclusie worden geformuleerd aan de hand van de sociale dimensie van leefbaarheid, of zelfs leefbaarheid als geheel. Ook zou er onderzoek kunnen worden gedaan naar Scharsterbrug met betrekking tot de Brêge in de vorm van één van de andere drie dimensies van leefbaarheid (Leby et al., 2010).

6. Referenties

Balsas, C.J.L. (2004). Measuring the livability of an urban centre: an exploratory study of key performance indicators. Plan. Pract. Res. 19. (p. 101–110).

Bree, P. van (2006) Rimpels in de Ruimtelijke Ordening; verbetering van leefbaarheid in dorpen, BOXTEL: Aeneas

Dasimah, O., Puziah, A. and Muna, S. (2005,). Urbanisation and the well being of female headed

(25)

households in Malaysia: The case study of lower income single mothers in urban centres. Paper presented at 8th International Conference of the Asian Planning Schools Association, September 11–

14, 2005, Penang, Malaysia

Davidson, J. Milligan, C. (2004). Editorial embodying emotion sensing space: introducing emotional geographies. Social and Cultural Geography, 5 (4), 523-32.

DUO (2013). Aantal inwoners Scharsterbrug. Geraadpleegd op 31-10-2013 via http://10000scholen.nl/6282/basisscholen-scharsterbrug/de-brege/leerlingen

Flowerdew, R. & Martin, D. (2005). Methods in Human Geography: a guide for students doing a research project. Second editor. Harlow: Pearson Education Limited.

Haartsen, T., Wissen, L. van (2012). Causes and concequences of regional population decline for primary schools.

Hay, R. (1998). Sense of place in developmental context. Journal of Environmental Psychology, 18, 5–

29.

Heckathorn, D. (1997). Respondent-driven sampling: a new approach to the study of hidden populations. Social Problems, 1997 (44), 174-199.

Heylen, K. (2006). Liveability in social housing: Three case-studies in Flanders. Paper presented at the ENHR conference "Housing in an expanding Europe: Theory, policy, participation and

implementation", Goverment Malaysia (2006) 2–5 July 2006, Ljubljana, Slovenia.

Hidalgo, M. C., & Hernandez, B. (2001). Place attachment: conceptual and empirical questions.

Journal of Environmental Psychology, 21, 273–281.

Holt-Jensen, A. (2001). Individual relational space in deprived urban neighbourhoods. Paper presented at ENHR conference, 25–29 June, 2001, Pultusk, Poland

Kooijman, H., S. Huijbregts en P. Gerrits (2009). Kleine basisscholen op weg naar hogere opbrengsten .Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en Advies.

(26)

Langdon, P. (2000). The school consolidation plague. American Enterprise, 11(1), 22.

Leby, J.L., Hashim, A.H. (2010) Their relative importance in the eyes of neighbourhood residents, J.

Constr.Dev. Ctries. (p67–91).

Lee, Y.J. (2005). Subjectively measuring the quality of life in Taipei. Paper presented at 8th International Conference of the Asian Planning Schools Association.

Low, S.M., & Altman, I. (1992). Place attachment: a conceptual inquiry. Place attachment: 1–12. New York: Plenum Press.

Lyson, T, A. (2002). What does a school mean to a community? Assessing the social and economic benefits of school to rural villages in New York. Journal of Research in Rural Education, vol. 17 (no. 3), 131-137.

Mook, D.G. (2001) Psychological Research; The Ideas Behind The Methods. New York: W.W. Norton &

Company.

Myers, D. (1987). Community-relevant measurement of quality of life: A focus on local trends. Urban Affairs Quarterly, 23(1): 108–125.

Nurizan, Y., Oh, L.S. and David, M.P. (2004). Housing satisfaction index of middle income households.

Man and Society, 13: 167–178

O’Leary, Z. (2012). The Essential Guide To Doing Your Research Project. 4e druk. Londen: SAGE Publications.

Omuta, G.E.D. (1988). The quality of urban life and the perception of livability: A case study of neighbourhoods in Benin City, Nigeria. Social Indicators Research, 20(4): 417–440.

Osman, A., Zaleha, M.I. and Mohd Rizam, A.R. (2004). The effect of urbanisation on the health of urban residents. Akademika, 65(Juli), p111–124

Ruijven, E. van, M. Jokhan en L. Crommentuyn (2012). Leefbare dorpen zonder basisschool. Een analyse van verschillen tussen dorpen met een basisschool, dorpen zonder een basisschool en dorpen met een recent gesloten basisschool. Leeuwarden: Partoer.

(27)

Savasdisara, T. (1988). Residents‟ satisfaction and neighbourhood characteristics in Japanese urban communities. Landscape and Urban Planning, 15(3–4): 201–210.

Scannell, L., & Gifford, R. (2010). Defining place attachment: A tripartite organizing framework.

Journal of Environmental Psychology, 30 (1), 1–10.

Shafer, C.S., Lee, B.K. and Turner, S. (2000). A tale of three greenway trails: User perceptions related to quality of life. Landscape and Urban Planning, 49(3–4): 163–178

Throsby, D. (2005). Cultural heritage as financial asset in strategies for urban development and poverty alleviation. Paper for International Conference for Integrating Urban Knowledge &

Practice, Gothenburg, Sweden.

Veenhoven, R. (1996). Happy life-expectancy: A comprehensive measure of quality-of-live in nations.

Social Indicator Research, 39: 1–58.

Vergunst, P. (2003). Liveability and ecological land use. PhD diss., Swedish University of Agricultural Sciences.

Wheeler, S.M. (2001). Livable communities: Creating safe and livable neighborhoods, towns and regions in California (Working Paper 2001–2004). Berkeley: Institute of Urban and

Regional Development, University of California.

Witten, K., T. McCreanor, R. Kearns & L. Ramasubramanian (2001), The Impacts of a School Closure on Neighbourhood Social Cohesion: Narratives from Incercargill, New Zealand. Health & Place 7, pp.

307–317.

Wouw, D. van der., Kraker, P., Schellekens, H. (2011). Sluit de basisschool: sluit het dorp?

Middelburg: Scoop.

(28)

7. Bijlage

7.1 Bijlage 1: Interviewguide Introductie

Mijn naam is Robin Damen, ik ben 23 jaar oud en ik studeer Sociale Geografie en Planologie aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Voor mijn bachelorthesis doe ik onderzoek naar de invloed van een basisschool op de leefbaarheid in een dorp. De hoofdvraag van mijn onderzoek luidt als volgt: In hoeverre heeft basisschool de Brêge invloed op de leefbaarheid van het dorp Scharsterbrug. Ik ben hierin geïnteresseerd omdat leefbaarheid een subjectief begrip is waaraan door iedereen een andere betekenis wordt toegekend. Volgens een aantal wetenschappers draagt een basisschool bij aan de leefbaarheid van een dorp. Ik ben daarom geïnteresseerd om te onderzoeken of dit door inwoners van

(29)

een dorp daadwerkelijk zo wordt ervaren. Ik heb als methode voor een interview gekozen omdat ik opzoek ben naar persoonlijke gevoelens en ervaringen van inwoners . Daarom heb ik u als inwoner van Scharsterbrug benaderd om te mogen interviewen. Ik wil u alvast hartelijk bedanken voor u komst en de tijd die u hiervoor heeft vrij gemaakt. Ik zal dit interview na afloop gaan uitwerken en de informatie die u mij gegeven heeft gebruiken voor mijn scriptie. Het interview zal na het afronden van mijn scriptie vernietigd worden tenzij u om een exemplaar vraagt. Het interview zal verder niet verspreid worden en u zult anoniem blijven tenzij u mij toestemming geeft om uw eigen naam te gebruiken bij het verwerken van de resultaten. Het interview zal ongeveer 30 tot 40 minuten duren.

Om te beginnen zou ik u graag een paar introducerende vragen over u en uw relatie met de

basisschool stellen. Daarna komen de inhoudelijke vragen en wordt het interview afgesloten met een aantal algemene vragen. Vindt u het goed dat het interview wordt opgenomen? Het interview zal nu van start gaan.

Introducerende vragen

Zou u zichzelf kunnen voorstellen? (Naam, leeftijd, geslacht, opleiding, werk, kinderen ja of nee, geboorteplaats, woonplaats, etc.)

Bent u geboren in Scharsterbrug? (hoe lang woont u hier al, wat vindt u van het dorp, wat vindt u van de inwoners, wat vindt u van de voorzieningen in het dorp, etc.)

Kernvragen

Wat verstaat u onder het begrip leefbaarheid?

- Wat voor rol spelen voorzieningen hierin?

- Wat voor rol spelen sociale contacten hierin?

- Wat voor rol speelt de Brêge hierin?

Voelt u zich verbonden met het dorp Scharsterbrug - Welke rol speelt de basisschool hierin?

- Op wat voor manier ervaart u dit?

- Als de basisschool zou verdwijnen zou de binding voor u met het dorp dan veranderen?

Wat voor rol speelt de Brêge in uw dagelijks leven?

- Hoe komt het dat de Brêge deze rol in uw dagelijks leven speelt?

- Is deze rol veranderd door de jaren heen?

- Waardoor is deze rol veranderd?

In welke mate heeft de Brêge bijgedragen aan uw sociale contacten in Scharsterbrug?

- Hoe belangrijk zijn deze sociale contacten voor u?

- Zijn dit contacten die u alleen via de Brêge zou/heeft kunnen opdoen?

- Draagt een basisschool volgens u bij aan het vergroten van een sociaal netwerk?

In hoeverre heeft de basisschool invloed op het gemeenschapsleven?

- Voelt u zich meer verbonden met de gemeenschap doordat er een basisschool is?

(30)

- Op welke manieren?

- Als de school zou verdwijnen zou dit voor u invloed hebben op het gemeenschapsleven?

Wat betekent voor u de aanwezigheid van basisschool de Brêge in het dorp?

- In welke mate draagt de Brêge bij aan het begrip leefbaarheid voor u?

- Wat zou het met u doen als de Brêge verdwijnt?

- Heeft de basisschool positieve/negatieve invloed op het dorp?

- Waar komt dat volgens u door?

- Ervaart u eventuele overlast van de Brêge? Zo ja in welke mate?

- In hoeverre heeft deze eventuele overlast invloed op uw gevoel van leefbaarheid?

Draagt basisschool de Brêge bij aan activiteiten in het dorp?

- Zo ja, wat voor activiteiten zijn dit?

- Dragen deze activiteiten bij aan een beter gevoel van leefbaarheid voor u?

- Voelt u zich betrokken bij activiteiten georganiseerd door de Brêge - Zo nee, zou de Brêge meer activiteiten kunnen organiseren?

- Zouden activiteiten georganiseerd door de Brêge kunnen bijdragen aan het gemeenschapsleven van het dorp en hiermee indirect aan de leefbaarheid

Afsluitende vragen

Zijn er nog dingen die je kwijt wilt over gegeven antwoorden in het interview of nog specifieker, over het interview zelf?

Had u nog andere vragen verwacht in het interview die ik niet heb gesteld?

Bent u als respondent tevreden over de gestelde vragen en gegeven antwoorden en/of wilt u nog iets toevoegen aan het interview?

Ik wil u nogmaals hartelijk bedanken voor uw komst en tijd. Wilt u op de hoogte gehouden worden van het interview?

Bijlage 7.2: Topografische kaart Friesland

(31)

Bijlage 7.3: Topografische kaart Scharsterbrug

(32)
(33)
(34)

7.4 Bijlage 4: Coderingen interview per respondent

Respondent 1

Leefbaarheid Sociaal netwerk Gemeenschapsleven Sense of place Persoon Psychologisch Proces

Place Dat is, ik denk

van hoe jij ziet, hoe jij in je.. in je behoeftes in je omgeving wordt voldaan.

De mate waarin je wordt voldaan denk ik.

Dat je zegt van het is hier leefbaar in de zin van veilig en dat soort variabelen.

Veilig en schoon, en gemoedelijk, zoiets. Ik denk dat dat leefbaarheid is...

Dat was ideaal, dat was gewoon...daar kende je iedereen ook door en...dat was mooi dichtbij altijd dus dat zat wel goed. Ja, dat droeg wel bij aan de leefbaarheid denk ik.

En ik denk dat het voor heel veel mensen zo is dat als de

...ik ben hier geboren en getogen dus ik ken ook

iedereen, en de mensen die ik ken, daar zitten natuurlijk leuke en wat minder leuke mensen bij maar over het algemeen ervaar ik de meeste mensen in Scharsterbrug wel als positief.

Dus ik voel me daar wel thuis.

Nou toen ik op de basisschool zat natuurlijk nog wel. Toen, ja toen waren de mensen waar mee je op de basisschool zat gewoon je vrienden.

...toen ik naar de middelbare school ging en later ook ging studeren dan krijg je ook andere vrienden.

Maar opzich is het contact met vrienden van vroeger die nog steeds in Scharsterbrug wonen nog steeds goed, wat

Een kroeg zou wel leuk geweest zijn.

Want we hebben nu een tenniskantine en daar worden wel eens evenementen in georganiseerd...

en dat is eigenlijk een soort van plaatselijke kroeg maar het blijft wel een tenniskantine dus voor bepaalde doeleinden, dus het is niet zo dat je daar op zondag zo even naar binnen kan lopen en ik denk dat dat opzich wel jammer is...Dat er wel aanloop zou zijn want Scharsterbrug ligt aan het water en heeft een

passantenhaven maar er is voor de rest geen kroeg of wat dan ook, dus ook geen

supermarkt dus mensen moeten dan alles zelf hebben meegenomen vanaf het water.

... als er bijvoorbeeld iets is in het dorp of wat dan ook dan is het altijd wel goed.

... en die mensen zaten ook gelijk, gingen gelijk in het bestuur, in het schoolbestuur en die

Dus ik voel me daar wel thuis.

...ik ben er nu al een tijdje van af

natuurlijk en ik heb zelf geen kinderen dus in die zin heb ik er niet heel veel meer met de Brége te maken. Maar ja vroeger zeker wel ja, we hadden een leuke klas altijd en iedereen uit het dorp zat er ook op dus ja uit school kon je altijd met iedereen zeg maar spelen, noemde je dat dan vroeger dus dat kon je dan...dat was altijd wel handig.

Ja zeker, ik voel me nog wel verbonden met het dorp via de Brêge...zoals laatst hadden ze een reünie van de

basisschool en dat was eigenlijk een soort van klein dorpsfeest

Dus ik voel me daar wel thuis.

nou de rol van de Brêge is vooral, voor mij is het heel erg van dat ik daar zelf op heb gezeten en mijn vrienden van toen dus ook.

nou de rol van de Brêge is vooral, voor mij is het heel erg van dat ik daar zelf op heb gezeten en mijn vrienden van toen dus ook.

Als de school zou verdwijnen zou het voor mij niet heel veel uitmaken maar ik denk dat als ik

Ja zeker, ik voel me nog wel

verbonden met het dorp via de Brêge...zoals laatst hadden ze een reünie van de basisschool en dat was eigenlijk een soort van klein dorpsfeest want veel mensen zaten daar op.

Dus ik voel me daar wel thuis.

...dan voel je je toch nog wel

verbonden met het dorp Scharsterbrug en in die zin ook met de Brêge.

Op het moment speelt de Brêge niet echt een rol in mijn dagelijks leven, maar vroeger dus wel.

Ja zeker, ik voel me nog wel

verbonden met het dorp via de Brêge...zoals laatst hadden ze een reünie van de basisschool en dat was eigenlijk een soort van klein dorpsfeest want veel mensen zaten daar op.

...met dorpsfeest ben ik er altijd bij en met andere evenementen zoals estafette of schaatsen zet ik me wel in, dus in die zin ben ik zeker nog betrokken bij Scharsterbrug.

En ik denk dat het voor heel veel mensen zo is dat als de school er niet is dat ze dan liever iets hebben waar ze anders dicht bij een basisschool

(35)

school er niet is dat ze dan liever iets hebben waar ze anders dicht bij een

basisschool zouden zijn...dus in die zin ja, zal de Brêge zeker qua

voorzieningen bijdragen aan de

leefbaarheid.

... stel ik woon hier over een paar jaar nog steeds en ik zou kinderen hebben dan zou ik het zeer zeer fijn vinden dat er in het dorp een basisschool is.

En ik denk dat het voor heel veel mensen zo is dat als de school er niet is dat ze dan liever iets hebben waar ze anders dicht bij een

basisschool zouden zijn.

minder intensief maar als er bijvoorbeeld iets is in het dorp of wat dan ook dan is het altijd wel goed.

Het is wel leuk dat ik heel veel mensen ken en voor mij is dat heel normaal maar voor mensen die er bijvoorbeeld net nieuw komen wonen dat dat dan minder belangrijk is.

Dat was ideaal, dat was gewoon...daar kende je iedereen ook door en...dat was mooi dichtbij altijd dus dat zat wel goed.

Ja, dat droeg wel bij aan de leefbaarheid denk ik.

Ik ken dan ook wel mensen die er net wonen en die zijn dan bijvoorbeeld verder niet heel bekend in het dorp behalve of met hun directe buren

bijvoorbeeld.

Want ik ben laatst zelf ook verhuisd van het ene deel van

raakten gauw betrokken en daardoor horen zijn ook al tussen de mensen van Scharsterbrug zeg maar.

... zoals laatst hadden ze een reünie van de basisschool en dat was eigenlijk een soort van klein dorpsfeest want veel mensen zaten daar op.

... met dorpsfeest ben ik er altijd bij en met andere

evenementen zoals estafette of

schaatsen zet ik me wel in, dus in die zin ben ik zeker nog betrokken bij Scharsterbrug.

...en die zijn nu nog steeds in de buurt, vooral met

dorpsfeesten zijn het je oude

schoolgenootjes die je dan weer ziet. Ja, in die zin heeft de basisschool daar natuurlijk aan bijgedragen.

... na schooltijd spelen enzo dat soort dingen, je kent iedereen alleen het is wel heel

toegankelijk allemaal.

... met dorpsfeest

want veel mensen zaten daar op.

...dan voel je je toch nog wel verbonden met het dorp Scharsterbrug en in die zin ook met de Brêge.

...met

dorpsfeest ben ik er altijd bij en met andere evenementen zoals estafette of schaatsen zet ik me wel in, dus in die zin ben ik zeker nog betrokken bij

Scharsterbrug.

nou de rol van de Brêge is vooral, voor mij is het heel erg van dat ik daar zelf op heb gezeten en mijn vrienden van toen dus ook.

Als de school zou verdwijnen zou het voor mij niet heel veel uitmaken maar ik denk dat als ik jonger zou zijn dat dat zeker het geval zou zijn.

En ik denk dat het voor heel

jonger zou zijn dat dat zeker het geval zou zijn.

Op het moment speelt de Brêge niet echt een rol in mijn dagelijks leven, maar vroeger dus wel.

...het is nu omdat ik er niet meer naar toe ga natuurlijk.

Dus in die zin is die rol veranderd inderdaad.

zouden zijn

(36)

Scharsterbrug naar het andere deel. En toen kregen we daar ook nieuwe buren. En die nieuwe buren die kwamen ergens anders vandaan. Die kwamen ook nog maar net in Scharsterbrug.

Maar zij hadden hun kinderen daar gelijk op en die hadden dus ook gelijk vriendjes en dat kon je snel zien, en die mensen zaten ook gelijk, gingen gelijk in het bestuur, in het

schoolbestuur en die raakten gauw betrokken en daardoor horen zijn ook al tussen de mensen van Scharsterbrug zeg maar.

Zij kennen daar nu ook veel mensen dus in die zin draagt de Brêge zeker bij ook qua sociale contacten.

...en die zijn nu nog steeds in de buurt, vooral met

dorpsfeesten zijn het je oude schoolgenootjes die je dan weer

organiseert de basisschool een mini playback show waar iedereen aan mee kan doen en een spelletjesdag voor alle kinderen en dat gaat hand in hand met het dorpsfeest, plus je hebt genoeg activiteiten zoals die van de

tennisvereniging in Scharsterbrug. En dan heb je wel eens om klanten te werven voor de tennisvereniging en dan heeft de Brêge één keer in het jaar een tennismiddag georganiseerd waar leerlingen dan naartoe kunnen.

... bijvoorbeeld de dorpskrant die wordt ook gemaakt en verwerkt op school, als voorziening...

Als de Brêge zou verdwijnen zou er minder interactie zijn tussen activiteiten en inwoners denk ik.

...mensen en het sociale plaatje eraan en die activiteiten dat is gewoon, dat is goed.

...dat gaat in

groepjes dan en dan gaan ze met stokken prikken en met containers het dorp door en dan gaan ze

veel mensen zo is dat als de school er niet is dat ze dan liever iets hebben waar ze anders dicht bij een

basisschool zouden zijn.

Op het

moment speelt de Brêge niet echt een rol in mijn dagelijks leven, maar vroeger dus wel.

...het is nu omdat ik er niet meer naar toe ga

natuurlijk. Dus in die zin is die rol veranderd inderdaad.

...de Brêge echt wel een centraal punt in Scharsterbrug.

Letterlijk en figuurlijk.

(37)

ziet. Ja, in die zin heeft de

basisschool daar natuurlijk aan bijgedragen.

...na schooltijd spelen enzo dat soort dingen, je kent iedereen alleen het is wel heel toegankelijk allemaal.

Ik ken ook mensen die altijd in Scharsterbrug hebben

gewoond maar in Joure naar school gingen. Zij hadden veel minder met de andere kinderen in Scharsterbrug dan ik.

...ik denk dat dat wel voor hun ook jammer was, zij zullen ergens anders vriendjes hebben gehad maar ik denk voor mensen die er net komen wonen of die net kinderen hebben dat het wel ideaal is dat het zo’ n dorp is want in principe als ze zich op een gegeven moment zelf kunnen redden dan hoef je ze ook niet meer ergens anders naartoe te brengen.

troep opruimen. Dat is natuurlijk ook om tussen de kinderen milieubewustzijn te creëren...te laten zien wat het effect is als je rotzooi laat slingeren, en dat wordt ook vanuit de basisschool

georganiseerd dus dat zijn dingen, goede dingen, daar fix je, knap je het dorp natuurlijk mee op, en daar maak je het dus letterlijk mee schoon.

Om nog wat activiteiten te noemen, er wordt ook geschaatst als er ijs ligt... dan wordt er ook een estafette of wat dan ook of sleetje rijden of wat dan ook wordt georganiseerd door de Brêge, en dat gaat dan weer in samenwerking met de ijsvereniging.

(38)

...je vriendjes zaten op de basisschool.

Ik denk dat je klasgenootjes gewoon je vrienden worden.

Respondent 2 Leefbaarheid Sociaal

Netwerk

Gemeenschapsleve n

Sense of place Persoon Psychologisch Proces

Place Dat waar je

woont dat je daar met de faciliteiten die je hebt dat je daar prettig kan wonen. Dus de dingen die je zeg maar nodig hebt, dat je dat een beetje om handen hebt, dat je fijn kunt wonen...dat je dat allemaal beetje binnen handbereik hebt. Dat je

... met Scharsterbrug heb ik

persoonlijk niet heel veel sociale

contacten, met die mensen daar... ja met een aantal vrienden van school misschien...

...Ik heb meer mijn vrienden in de

omliggende dorpen waar ik mee omga.

Ook

Ik kan me

voorstellen dat als je een gezin hebt dan wil je een wat hechte gemeenschap hebben, dat soort dingen, dat voegt denk ik toe aan de leefbaarheid.

...met sport ben ik dan wel uitgeweken naar andere dorpen.

Dat is trouwens ook nog iets van een faciliteit wat ik wel nodig vind, een sportvereniging en dergelijke...

We hebben geen

...het gevoel hebben dat je een hechte gemeenschap hebt dat je met criminaliteit en dergelijke dat dat ook beperkt is...

... de afstand naar grote dorpen vind ik nog wel meevallen.

Voor mezelf vind ik het wel belangrijk om een kroeg bijvoorbeeld in de buurt te

...het gevoel hebben dat je een hechte gemeenschap hebt dat je met

criminaliteit en dergelijke dat dat ook beperkt is...

...ik zou het persoonlijk wel heel jammer vinden als de Brêge verdwijnt...ik denk dat het heel erg bij gaat dragen aan de

vergrijzing van

... de afstand naar grote dorpen vind ik nog wel meevallen.

Ik zou nu niet meer met het dorp

verbonden worden door de basisschool.

Tenzij ik hier zou blijven wonen en mijn kinderen zouden naar de basisschool gaan. Maar het heeft nu geen impact meer.

...de afstand naar grote dorpen vind ik nog wel meevallen.

Voor mezelf vind ik het wel belangrijk om een kroeg bijvoorbeeld in de buurt te hebben waar ik dan elk

weekend naar toe ga. Dat is voor mij dan heel

belangrijk...

...ik denk dat als je jonge

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En als de Geest tot mij komt en zegt “bid” (3x) Dan gehoorzaam ik Hem, o mijn Heer, o mijn Heer Want als de Geest tot mij komt en zegt “zing” (3x) Dan gehoorzaam ik Hem, o

Ze gaan ervan uit dat de school zelf het beste weet hoe het kind aan te pakken en zijn soms gewoonweg niet in staat om de schoolloopbaan van hun kind te ondersteunen zoals dat bij

aangewezen is. De leerling mag gedurende maximaal vijf opeenvolgende schooldagen de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen.. directeur kan, mits motivering aan

Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de leefregels te

2. dat hun kind een cursus niet-confessionele zedenleer volgt. Voor het lager onderwijs heeft het departement Onderwijs het model van de ondertekende verklaring

§ 2 Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van

Een preventieve schorsing is een uitzonderlijke maatregel die de directeur voor een leerling in het lager onderwijs kan hanteren als bewarende maatregel om de.. leefregels te

2. dat hun kind een cursus niet-confessionele zedenleer volgt. Als ouders op basis van hun religieuze of morele overtuiging bezwaren hebben tegen het volgen van één van de