.HQQLVYDQWDNHQ
J. Heerschop
.HQQLVYDQWDNHQ
Kennismanagement bij de afdeling planrealisatie wegen en groen
van de gemeente Groningen
Opdrachtgever: Begeleiding: Auteur:
Gemeente Groningen
Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken
Afdeling Planrealisatie wegen en groen Gedempte Zuiderdiep 98
9711 HL Groningen 050 - 3678123 Begeleider:
C.J. Muller
Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde Landleven 5
9747 AD Groningen 050 - 3637090 Begeleiders:
R.J.J.M. Jorna R.S. Cijsouw
J. Heerschop Akkerstraat 22a 9717 KJ Groningen 050 - 5777245 Studentnummer:
1083538
Groningen, augustus 2002
© 2002 Het auteursrecht van het rapport “kennis van taken” berust bij de auteur, die ook verantwoordelijk is voor de inhoud van dit rapport. De faculteit bedrijfskunde is slechts verantwoordelijk voor adequate begeleiding van het rapport en aanvaardt in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de inhoud. De afdeling planrealisatie wegen en groen van de Gemeente Groningen heeft gezorgd voor de inhoudelijke input voor het rapport en heeft faciliteiten ter beschikking gesteld, zij aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor de inhoud.
6DPHQYDWWLQJ
De afdeling Planrealisatie Wegen en Groen (PWG) is het ingenieursbureau van de gemeente Groningen op het gebied van wegen en Groen. De afdeling bestaat uit 50 verschillende
medewerkers, die allemaal taken uitvoeren waarbij ze verschillende typen kennis gebruiken. In dit onderzoek worden drie typen onderscheiden: stilzwijgende kennis, gecodeerde kennis en theoretische kennis. Stilzwijgende kennis wil zeggen, kennis die moeilijk onder woorden te brengen is en gebaseerd is op aspecten als ervaringen, gevoelens en waarden. Gecodeerde kennis is wel onder woorden te brengen en kan daarmee worden vastgelegd in regels
(bijvoorbeeld een handboek) of is goed te communiceren via een taal. Theoretische kennis is net als gecodeerde kennis voorzien van een code die door meer mensen wordt gekend. Bij theoretische kennis is de code echter veel sterker door een structureel en algemeen karakter, denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse taal. In dit onderzoek wordt de volgende
onderzoeksvraag gehanteerd: hoe vullen de medewerkers hun taken in en welke (typen) kennis gebruiken ze daarbij?
Inzicht in de taken en kennis van de medewerkers is voornamelijk gekregen door het afnemen van mondelinge interviews (bijlage 1). Op basis van deze interviews en de literatuur over kennis en taken zijn er 18 hypothesen gesteld die inzicht geven in de begrippen kennis en taken binnen PWG.
Uit analyse van de hypothesen volgt dat de medewerkers van PWG veel vrijheid genieten bij het invullen van taken en de medewerkers hebben over het algemeen de taken die ze moeten uitvoeren niet scherp op het netvlies. Zodra medewerkers niet meer dezelfde werkzaamheden uitvoeren dan neemt het inzicht in de taken van elkaar sterk af. Communicatie kan een middel zijn om dit inzicht weer omhoog te brengen.
PWG maakt als afdeling deel uit van een complexe organisatie die moeilijk snel te
doorgronden is. De complexiteit maakt het werk van de PWG-er afwisselend en uitdagend,
zodat het werk van de medewerkers een bepaalde dosis creativiteit eist. De complexiteit komt
in de stilzwijgende kennis het sterkst naar voren . Mensen hebben een rijk patroon aan
gevoelens, ervaringen en waarden die er voor zorgen dat ze hun primaire taken goed kunnen
uitvoeren. In bedrijfskundige termen wordt het voorgaande ook wel uitgedrukt als een hoge
mate van detail van stilzwijgende kennis. Deze kennis is niet perse noodzakelijk voor het
uitvoeren van de taken (primaire kennis), het maakt echter wel dat een medewerker beter kan
functioneren (secundaire kennis). Naast de hoge mate van detail van stilzwijgende kennis, is
dit type kennis ook het meest gebruikt voor de uitvoering van de taken. De complexiteit brengt
enkele moeilijkheden met zich mee. Zo is er bijvoorbeeld een lange inwerktijd nodig om een
nieuwe medewerker in te werken. Ook is de transparantie laag als de merendeel van de kennis
stilzwijgend is, hetgeen sturing op kennis moeilijk maakt voor het management. De afdeling
PWG staat of valt met de kennis die zij heeft, zodat sturing en inzicht in kennis zeer belangrijk
zijn. Het management van PWG zou er dan ook goed aan doen om de stilzwijgende kennis
meer te gaan coderen in gecodeerde kennis of in theoretische kennis. De keuze tussen
theoretische kennis en gecodeerde kennis zal afhangen van de situatie. Naast het coderen van
kennis zou het ook goed zijn om geen nadruk te leggen op het verhogen van de mate van detail
van stilzwijgende kennis. Het is beter om gecodeerde kennis sterker gecodeerd te maken en
theoretische kennis abstracter, omdat dit de transparantie van kennis ten goede komt.
Op basis van het voorgaande kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan:
½ Taken binnen PWG moeten beter worden omschreven (6.1.1).
½ De vrijheid voor de taakinvulling moet worden ingekaderd (6.1.2).
½ Het inzicht tussen medewerkers met verschillende taken moet worden vergroot (6.1.3).
½ Om taken inzichtelijker taken te maken is het goed een hogere frequentie van communicatie te stimuleren (6.1.4).
½ Het management moet zorg dragen voor voldoende creatieve mensen binnen de afdeling (6.1.5).
½ Stilzwijgende kennis moet niet worden gestimuleerd (6.2.1).
½ Geen nadruk leggen op het verhogen van de mate van detail van stilzwijgende kennis (6.2.2).
½ Stilzwijgende kennis dient te worden gecodeerd (in bijlage 25 zijn voorbeelden opgenomen, (6.2.3).
½ De bestuurbaarheid van de organisatie vergroten door een hogere mate van transparantie (6.3).
½ De formele gezagsstructuur meer afstemmen op de gezagsstructuur uit de praktijk (6.3).
Bij alle veranderingen die binnen PWG worden doorgevoerd is het belangrijk dat deze veranderingen op individueel niveau en organisatorisch niveau min of meer synchroon lopen.
De context van de medewerker veranderen zonder aandacht te schenken aan de individuele
representaties zal het verandertraject in moeilijkheden brengen.
,QKRXGVRSJDYH
6$0(19$77,1*
9225:225'
9((/*(%58,.7(%(*5,33(1
+22)'678.,1/(,',1*
+22)'678.25*$1,6$7,((1352%/(0(1
* (0((17( * 521,1*(1
3:*
2.2.1 P ROJECTEN 13
2.2.2 O RGANISATIE 15
( ;7(51(,19/2('(1
3 52%/((09(5.(11,1*
3 52%/((067(//,1*
2.5.1 D OELSTELLING 20
2.5.2 V RAAGSTELLING 20
2.5.3 D EELVRAGEN 20
2.5.4 U ITWERKING VAN DE DEELVRAGEN 21
2.5.5 R ANDVOORWAARDEN 21
+22)'678.7+(25,(
5 (Í),&$7,(
' (),1,7,(9$1.(11,6
9 (5635(,',1*9$1.(11,6
5 (35(6(17$7,(6
&$6725
. (11,69(5$1'(5(1
6 /27620
+22)'678.23(5$7,21$/,6$7,(
0 (7+2'2/2*,(
4.1.1 M EET - EN WAARNEMINGSMETHODEN 31
4.1.2 A NALYSE METHODEN 32
4.1.3 A GGREGATIE NIVEAU 33
4.1.4 M ODEL 33
2 3(5$7,21$/,6$7,(
4.2.1 I NLEIDING 35
4.2.2 A LGEMEEN 36
4.2.3 I NZICHT IN TAKEN 37
4.2.4 C OMMUNICATIE 37
4.2.5 K ENNIS NODIG VOOR DE TAAK 38
4.2.6 K ENNIS IN DE ORGANISATIE 38
+22)'678.$1$/<6(
, 1/(,',1*
+ <327+(6(1
5.2.1 F REQUENTIE COMMUNICATIE EN INZICHT TAAKINVULLING 42
5.2.2 I NZICHT TAAKINVULLING EN COMMUNICATIE 44
5.2.3 V RIJHEID EN INZICHT TAAKINVULLING 46
5.2.4 S OORT COMMUNICATIE EN VRIJHEID 47
5.2.5 V RIJHEID EN AFWISSELLING / UITDAGING TAKEN 50
5.2.6 V ERANDERING KENNIS EN AFWISSELING / UITDAGING TAKEN 51
5.2.7 A FWISSELING EN UITDAGING TAKEN EN CREATIVITEIT 52
5.2.8 F REQUENTIE COMMUNICATIE EN SAMENWERKINGSVERBANDEN 53
5.2.9 P ERIODE WERKZAAM EN SOORT COMMUNICATIE 54
5.2.10 K ENNIS TYPEN KOMEN OVEREEN 56
5.2.11 K ENNIS EN INZICHT TAAKINVULLING 62
5.2.12 O PLEIDING EN KENNIS 63
5.2.13 K ENNIS EN INWERKTIJD NIEUWE MEDEWERKER 64
5.2.14 S TILZWIJGENDE KENNIS EN VRIJHEID 65
5.2.15 S OORT COMMUNICATIE EN STILZWIJGENDE KENNIS 66
5.2.16 S OORT COMMUNICATIE EN GECODEERDE KENNIS OF THEORETISCHE KENNIS 67
5.2.17 P ERIODE WERKZAAM EN KENNIS 69
5.2.18 P ERIODE WERKZAAM EN VERANDERING KENNIS 69
5.2.19 D ETAILS KENNIS EN VERANDERING KENNIS 71
5.2.20 O VERZICHT HYPOTHESEN DIE WORDEN ONDERSTEUND 73
2 5*$1,6$7,(
+22)'678.&21&/86,(6(1$$1%(9(/,1*(1
7 $.(1
6.1.1 A LGEMEEN 81
6.1.2 V RIJHEID 82
6.1.3 I NZICHT 83
6.1.4 C OMMUNICATIE 84
6.1.5 A FWISSELING ( CREATIVITEIT ) 85
. (11,6
6.2.1 T YPEN 85
6.2.2 D ETAILS 86
6.2.3 V ERANDERING 87
2 5*$1,6$7,(
$ '9,(6
(9$/8$7,(
/,7(5$7885/,-67
%,-/$*(1
B IJLAGE 1: V RAGENLIJST
B IJLAGE 2: O VERZICHT K OLMOGOROV S MIRNOV TOETSEN
B IJLAGE 3: F REQUENTIE COMMUNICATIE EN INZICHT TAAKINVULLING
B IJLAGE 4: INZICHT TAAKINVULLING EN COMMUNICATIE
B IJLAGE 5: V RIJHEID EN INZICHT TAAKINVULLING
B IJLAGE 6: S OORT COMMUNICATIE EN VRIJHEID
B IJLAGE 7: V RIJHEID EN AFWISSELING / UITDAGING TAKEN
B IJLAGE 8: VERANDERING KENNIS EN AFWISSELING / UITDAGING TAKEN
B IJLAGE 9: AFWISSELING / UITDAGING TAKEN EN CREATIVITEIT
B IJLAGE 10: FREQUENTIE COMMUNICATIE EN SAMENWERKINGSVERBANDEN
B IJLAGE 11: PERIODE WERKZAAM EN SOORT COMMUNICATIE . B IJLAGE 12: TYPEN KENNIS KOMEN OVEREEN
B IJLAGE 13: K ENNIS EN INZICHT TAAKINVULLING
B IJLAGE 14: OPLEIDING EN KENNIS
B IJLAGE 15: KENNIS EN INWERKTIJD NIEUWE MEDEWERKER
B IJLAGE 16: STILZWIJGENDE KENNIS EN VRIJHEID
B IJLAGE 17: SOORT COMMUNICATIE EN STILZWIJGENDE KENNIS
B IJLAGE 18: S OORT COMMUNICATIE EN GECODEERDE KENNIS OF THEORETISCHE KENNIS
B IJLAGE 19: PERIODE WERKZAAM EN KENNIS
B IJLAGE 20: PERIODE WERKZAAM EN VERANDERING KENNIS
B IJLAGE 21: D ETAILS KENNIS EN VERANDERING KENNIS
B IJLAGE 22: UITWERKING VRAGEN E1 T / M E13 ( HOOFDSTUK 5.3) B IJLAGE 23: O VERIGE CORRELATIES
B IJLAGE 24: K ENNISSTRUCTUREN IN ORGANISATIE
B IJLAGE 25: M OGELIJKHEDEN VOOR EXPLICITEREN
9RRUZRRUG
Eind 2000 ben ik als stafmedewerker gaan werken bij de afdeling planrealisatie wegen en groen van de gemeente Groningen. Tijdens management overleggen van deze afdeling kwam een aantal malen naar voren dat het management meer inzicht wilde hebben in kennis van de medewerkers die werd gebruikt voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Het management was van mening dat er kansen lagen om kennis beter te benutten. Als bedrijfskundig
stafmedewerker leek het mij interessant om deze kansen eens nader te onderzoeken.
Ten tijde dat ik bij de gemeente Groningen begon te werken was ik ook doende om de opleiding bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen af te ronden. Eén van de laatste stappen die ik nog moest zetten voor deze opleiding was het “afstuderen”, of terwijl een onderzoek bij een organisatie uitvoeren naar een bedrijfskundig probleem. In mei 2001 ben ik in contact gekomen met de heer Jorna van de faculteit bedrijfskunde en samen hebben wij de mogelijkheden besproken om het onderzoek van de gemeente naar kennis in een
afstudeeronderzoek te gieten. Tot mijn grote vreugde waren de mogelijkheden er en stond mij niets meer in de weg om het onderzoek naar kennis te starten met de begeleiding van de universiteit.
In november 2001 ben ik daadwerkelijk van start gegaan met het onderzoek en het resultaat ligt voor u. Het onderzoek was echter niet mogelijk geweest zonder de bijdrage van de heer Jorna, waar ik hem zeer dankbaar voor ben. Ook de begeleiding van de heer Cijsouw vanuit de universiteit was zeer welkom, mijn hartelijke dank. Ook de mensen, die vanuit de afdeling planrealisatie wegen en groen hun medewerking hebben verleend, ben ik zeer dankbaar en in het bijzonder wil het afdelingshoofd van deze afdeling, de heer Muller, bedanken voor de mogelijkheden die hij heeft geboden om een afstudeeronderzoek mogelijk te maken bij de gemeente.
Al met al is het een leerzame periode geweest, waar ik met plezier aan zal terug denk.
Tenslotte wil ik de lezer veel plezier toe wensen bij het lezen van dit rapport.
Jelmer Heerschop, Groningen juni 2002
9HHOJHEUXLNWHEHJULSSHQ
Abstract Theoretische kennis die veel uitleg vereist, veel omvattend is en algemeen
Abstracte kennis Theoretische kennis
Actor Medewerker van de afdeling PWG Afdeling Afdeling planrealisatie wegen en groen
Castor Conversion of knowledge And Semiotic Theories of Organization and Representations
Concern Het ambtelijke apparaat van de gemeente Groningen
Concreet Theoretische kennis die weinig uitleg vereist, weinig omvattend is en specifiek
Correlatie Een samenhang tussen bepaalde variabelen (afkomstig uit afgenomen interviews)
Dienst Dienst ruimtelijke ordening en economische zaken Expliciete kennis Gecodeerde kennis en theoretische kennis
Gecodeerde kennis Kennis die binnen de organisatie goed is vast te leggen in regels of goed gecommuniceerd kan worden. Voorbeelden hiervan zijn handboeken, checklijsten, (vak)taal of procedures
Gemeente Gemeente Groningen en over het algemeen wordt alleen de afdeling PWG van de gemeente Groningen bedoeld, tenzij anders vermeld Impliciete kennis Stilzwijgende kennis: kennis die moeilijk onder woorden te brengen is,
en gebaseerd is op ervaringen, gevoelens, individuele gedragingen, persoonlijke idealen, waarden, betrokkenheid en handelingen.
Kennis Representaties die mensen hebben en gebruiken bij de uitvoering van taken in organisaties.
Medewerker Een persoon die werkzaam is binnen PWG, tenzij expliciet anders is vermeld
PWG Planrealisatie Wegen en Groen
Reïficatie Aan een begrip wordt op bepaalde momenten een zelfstandig,
dingachtig bestaan toegekend, terwijl het begrip in wezen abstract is en ook alleen als abstractie gebruikt mag worden (organisatie kan een begrip zijn).
Representaties Door representaties geven de mensen hun omgeving en hun handelen in de omgeving betekenis en voorzien representaties een cognitieve basis om gebeurtenissen te begrijpen en er adequaat op te reageren
Respondent Een persoon van PWG die aan het onderzoek heeft meegewerkt en de afdeling als zodanig vertegenwoordigd
ROEZ Ruimtelijke ordening en Economische zaken (dienst) Samenhang Een correlatie/verband tussen bepaalde onderzoeksvragen
Taak Een opdracht of activiteit die de medewerker uitvoert om zijn functie goed te kunnen vervullen.
Theoretische kennis Kennis die algemeen beschikbaar (ook buiten de organisatie) is en een structureel karakter heeft. Deze kennis kan goed verkregen worden door opleiding, studie of cursus.
Verband Een correlatie/samenhang tussen bepaalde onderzoeksvragen
+RRIGVWXN,QOHLGLQJ
Vrijheid is misschien wel de meest fundamentele waarde van de mens, het ontnemen van die vrijheid wordt meestal als zeer zware straf gezien. Zo is ook binnen organisaties waar mensen werken vrijheid een gemeen goed, dat wordt gekoesterd. De vrijheid van de mens is in de organisatie, echter ook daarbuiten, altijd beperkt. Een mens kan niet doen en laten wat hij wil, er worden bepaalde zaken van hem verwacht of hij moet zaken juist nalaten. Een organisatie verwacht ook altijd iets van de mens die zij in dienst neemt. De verwachting van de
organisatie vertaalt zich voor de medewerker terug in een taak die hij moet uitvoeren.
Theoretisch gezien zou de taak ook gelijk moeten zijn aan de beperking van de medewerker:
de taak geeft immers aan wat een medewerker moet doen. Dit heeft als gevolg heeft dat hoe duidelijker de taak is geformuleerd, hoe duidelijker wordt aangegeven wat er van een medewerker wordt verwacht. Sommige organisaties zijn zeer ver gegaan in het omschrijven van taken. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan schoonmaakbedrijven waar werknemers een bepaalde tijd hebben om een kamer schoon te maken en ook hebben de medewerkers een duidelijke opdracht over wat er precies schoongemaakt moet worden. Kortom, een zeer duidelijke beschrijving van de taken. In andere beroepen zijn de taken juist veel minder duidelijk gedefinieerd en hebben de medewerkers veel meer vrijheid om de taken naar eigen inzicht in te vullen. Iemand met een eigen zaak mag in principe werken wanneer hij wil en het is goed mogelijk dat deze persoon geen duidelijke omschrijving van zijn taken heeft, omdat hij zelf de invulling van zijn taken kan bepalen. Het lijkt wel of de “vrije” ondernemer alle vrijheid van de wereld geniet, zo is het echter ook weer niet. Ook in een dergelijk vrij beroep zijn er allerlei beperkingen, want in werkelijkheid kan deze ondernemer niet zonder meer vrij nemen wanneer hij wil, als hij graag zijn producten wil verkopen aan de klanten. Wel moge het duidelijk zijn dat de ondernemer veel meer zeggenschap heeft over de invulling van zijn taken, dan een medewerker van een schoonmaak bedrijf.
In sommige gevallen kiest een werkgever of het management er expliciet voor om haar
werknemers een grote vrijheid te geven voor het invullen van de taken, om zo bijvoorbeeld het creatieve denkproces te bevorderen. De vraag die het management haar zelf dan kan stellen is:
hoeveel vrijheid geven we de werknemers zodat bijvoorbeeld de creativiteit wordt bevorderd?
Teveel vrijheid kan wellicht ontaarden in chaos en te weinig vrijheid bij het invullen van de taken beïnvloedt misschien wel in negatieve zin het creatieve proces. Dergelijke beslissingen kan het management alleen goed nemen als zij inzicht heeft in de taken die een medewerker moet uitvoeren. Met wie en hoe communiceert de medewerker, wat is het product van zijn taak, welke kennis gebruikt hij voor de uitvoering van de taak; dit zijn voorbeelden van het inzicht dat het management moet hebben, voordat dergelijke beslissingen goed kunnen worden genomen.
Om een taak goed te kunnen uitvoeren is een medewerker van allerlei zaken afhankelijk. Een
goed ingerichte werkplek, een goede relatie met collegae, niet teveel stress en zo zijn er nog
legio voorbeelden te bedenken over zaken waarvan een medewerker afhankelijk is. Een zeer
belangrijke afhankelijke factor voor taken is kennis, zonder kennis kan een medewerker geen
taak uitvoeren. Sterker nog, kennis is juist hetgeen waarop een werkgever zijn werknemer
selecteert. Kennis wordt ook wel eens de vierde productiefactor genoemd naast natuur, arbeid
en kapitaal. Het belang van kennis moet dan ook niet worden onderschat, veel organisaties
zijn volledig afhankelijk van de kennis van de medewerkers. Denk bijvoorbeeld eens aan een
adviesbureau, zij doen niets anders dan kennis verkopen. Een adviseur die zijn taak goed wil
uitvoeren is sterke mate afhankelijk van welke kennis hij voorhanden heeft. Naast inzicht in de taken, moet de manager ook inzicht hebben in de kennis van de medewerker.
Kennis en taken zijn sterk met elkaar verweven, dat het soms moeilijk is om de twee
begrippen los van elkaar te zien. Een medewerker heeft kennis om de taak uit te voeren en de taak vereist kennis: een dynamische relatie. De taak is hiervan het meest zichtbaar voor de buitenwereld, een ieder kan zien hoe een metselaar de stenen op elkaar stapelt om zijn taak, een muur bouwen, te volbrengen. De kennis die de metselaar voor de taak nodig heeft is veel minder zichtbaar, wellicht is het ervaring of misschien gebruikt hij een bouwtekening. Wil men inzicht krijgen in de kennis van een werknemer, dan is het beschrijven van de taak een goed uitgangspunt.
Een taak kan over het algemeen redelijk goed concreet worden gemaakt, hetgeen voor een abstract begrip als kennis veel moeilijker is. In dit onderzoek zal worden getracht het kennis te operationaliseren door het aan taken te koppelen. Hierdoor wordt een abstract begrip als kennis concreet gemaakt en kan het management van een organisatie beter sturen op de
‘productiefactor’ kennis.
De afdeling planrealisatie wegen en groen (PWG) van de gemeente Groningen is als
organisatie genomen om de taken te beschrijven om zo het begrip kennis te concretiseren. Om een goed beeld van deze organisatie te krijgen wordt de gemeente als geheel en de afdeling PWG in het bijzonder in het tweede hoofdstuk beschreven. Nadat de lezer een goed beeld heeft van de organisatie zal worden aangegeven welke specifieke problemen er tot betrekking van kennis en taken bij PWG aanwezig zijn. De doelstelling- en vraagstelling zullen
vervolgens op basis van deze problemen worden geformuleerd. Hiermee wordt duidelijk wat men van dit onderzoek mag verwachten op het gebied van kennis en taken.
Het abstracte begrip kennis wordt binnen de bedrijfskunde op velerlei manieren opgevat en daarmee kan kennis in organisatorische context op vele manieren worden beschreven. In hoofdstuk drie wordt een theoretische achtergrond gegeven van het begrip kennis. Wat houdt het begrip kennis precies in en op wat voor manieren gebruiken werknemers kennis in een organisatie. Ook zal er in dit hoofdstuk een standpunt uiteen worden gezet over hoe men naar een organisatie kan kijken om het begrip kennis goed te kunnen operationaliseren.
In het vierde hoofdstuk wordt de probleemstelling uit hoofdstuk twee geoperationaliseerd. Er zal worden aangegeven welke middelen nodig zijn om het probleem op te lossen en hoe deze middelen ingezet gaan worden. Eén van de belangrijk middelen is een vragenlijst die gebruikt is om kennis en taken binnen de afdeling planrealisatie wegen en groen (PWG) inzichtelijk te maken. Deze vragenlijst is als bijlage 1 bijgevoegd aan dit onderzoek. In hoofdstuk vier wordt de vragenlijst besproken, zodat het duidelijk wordt waarom bepaalde vragen worden gesteld.
In het vijfde hoofdstuk zal aan de hand van de vragenlijst de begrippen kennis en taken worden geanalyseerd. Middels achttien gestelde hypothesen wordt er mogelijke samenhangen tussen taken en kennis gezocht, om zo een beter inzicht in beide begrippen te krijgen in. Ook zal in dit hoofdstuk worden aangegeven welke kennisstructuur van toepassing is voor de afdeling planrealisatie wegen en groen.
In het zesde en laatste hoofdstuk zal al het voorgaande worden samengevat tot conclusies en
aanbevelingen om zo inzicht in de taken en kennis te geven.
+RRIGVWXN2UJDQLVDWLHHQSUREOHPHQ
Als eerste zal er in dit hoofdstuk een beschrijving van de gemeente Groningen worden gegeven, hetgeen de context voor de afdeling PWG vormt . Vervolgens worden de
werkzaamheden van PWG beschreven. Externe invloeden die inwerken op PWG zullen na de beschrijving van de werkzaamheden worden behandeld. Nadat de organisatie goed in kaart is gebracht, zal er op de problemen van PWG op het gebied van kennis en taken worden gefocust. Vanuit deze problemen zal een doel- en vraagstelling voor dit onderzoek worden geformuleerd.
*HPHHQWH*URQLQJHQ
Vroeger was de gemeente duidelijk de baas van de stad, tegenwoordig is de relatie tussen de bijna 3000 ambtenaren van de gemeente Groningen en de samenleving veel meer gericht op samenwerking. Dynamiek is een belangrijke factor geweest voor het verruilen van hiërarchie voor meer overleg. Binnen de gemeentelijke organisatie heeft een dergelijke verschuiving ook
een grote impact,
langzamerhand is de oude machtsstructuur aan het verdwijnen. Toch is de erfenis uit het verleden nog duidelijk zichtbaar in de organisatie. De
gemeenteraad is het hoogste orgaan binnen de gemeente Groningen.
Direct hier onder vallen de wethouders en de
burgemeester, ook wel het college van B en W
genoemd. De burgemeester is voorzitter van de twee gescheiden organen, het college en de
gemeenteraad. Hij zorgt er voor dat de uitwisseling van informatie tussen twee organen goed verloopt.
Strikt genomen concentreert de gemeenteraad zich op kaderstelling, controle en volksvertegenwoordiging en het college bestuurt. Het college is met de
gemeenteraad het politieke gedeelte van de gemeente
Hulpverleningsdienst
Dienst ruimtelijke ordening en economische Dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid
Dienst Sociale Werkvoorziening stadspark Dienst, onderwijs, cultuur, sport en welzijn
Bestuursdienst
Dienst informatie en Administratie
Milieudienst
Politie Wethouders (B&W)
Gemeenteraad
burgermeester