Het beoordelen van bronnen
Bij het beoordelen van bronnen, moet je letten op bruikbaarheid, representativiteit en betrouwbaarheid.
Bruikbaarheid
Als je iets wilt onderzoeken over het verleden of over een economisch verschijnsel begin je met het stellen van vragen.
Een bruikbare bron geeft (voor een deel) antwoord op je vraag.
Of je een bron kunt gebruiken, hangt af van de vragen die je stelt.
Representativiteit
Geldt de bron voor één uitzonderlijk geval, dan is je bron niet echt representatief.
Geldt de bron voor meer gevallen/voor meer mensen, dan is je bron meer representatief en daardoor waardevoller.
Betrouwbaarheid
Om de betrouwbaarheid van een bron te beoordelen, moet je letten op:
a. De persoon
Wat voor persoon wad de schrijver of maker van de bron?
Welke rol speelde hij in de in de bron beschreven gebeurtenis?
b. De tijd
Heeft de schrijver/tekenaar de informatie die de bron bevat direct na de gebeurtenissen opgeschreven, of pas vele jaren later?
c. De informatie
Hoe kwam de schrijver/tekenaar zelf aan de informatie?
Was hij er zelf bij? Kon hij het gebeuren/proces dat hij beschrijft zelf overzien?
Heeft hij het van horen zeggen? En waar haalde deze zegsman zijn info vandaan?
d. De bedoeling
Met welk doel heeft de schrijver/tekenaar de gegevens vastgelegd?
Wil hij propaganda ergens voor maken, of ‘een waar verhaal’ schrijven?
Was hij zich ervan bewust dat mensen zijn verhaal later zouden lezen? Of schreef hij iets op dat later toevallig is overgebleven? (bewuste of onbewuste bron)
Was de bron bedoeld voor iedereen (publieke bron) of privé, of geheim, bijvoorbeeld een brief of dagboek?
Onbewuste, niet- publieke bronnen zijn meestal betrouwbaarder dan bewuste, publieke bronnen.