• No results found

Bijlage 2 Geschiedenis van de Europese Unie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 2 Geschiedenis van de Europese Unie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 2 Geschiedenis van de Europese Unie

In 1950 werd op 4 november één van de twee als ‘Verdrag van Rome’ bekend staande verdragen gesloten. Het verdrag heet voluit het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het wordt gesloten tussen de lidstaten die deel uitmaken van de Raad van Europa. Deze is in 1949 opgericht door België, Denemarken, Groot-Brittannië, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden; momenteel maken 46 landen er deel van uit. De Raad van Europa staat los van de EU, maar nog nooit is een toegetreden tot de Unie, zonder zich eerst bij de Raad van Europa te hebben aangesloten.

De Europese samenwerking die wij nu kennen als de Europese Unie vindt zijn oorsprong op 9 mei 1950 als de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman zijn initiatief lanceert voor de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Op 18 April 1951 wordt in Parijs het verdrag tot oprichting van de EGKS ondertekend. De Fransman Jean Monnet werkt het plan uit en op 23 juli 1952 is de EGKS een feit. Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Italië, Belgie, Luxemburg en Nederland stellen zich binnen de organisatie tot doel een gemeenschappelijke markt te creëren voor kolen en staal. In 2002 verstreek het verdrag en gingen de bevoegdheden over naar de Europese Gemeenschappen; de verzamelnaam van de EGKS, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie).

Op 25 maart 1957 wordt, met de ondertekening van het Verdrag van Rome, een nieuw samenwerkingsverband een feit. Het hield in dat vanaf 1 januari 1958 de zes landen die in 1951 de EGKS oprichtten, binnen de Europese Economische Gemeenschap (EEG) de gezamenlijke hoofddoelstelling zouden hebben een Europese economische integratie te realiseren. Dit zou mede bereikt moeten worden door een gemeenschappelijke markt en een Economische en Monetaire Unie in te stellen. Tegelijk met de totstandkoming van de EEG werd ook de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA) opgericht. De EGA creëerde een gemeenschappelijke markt om het vreedzame gebruik van kernenergie te bevorderen. In 1957 werd ook bepaald dat er een Europees Parlement en Hof van justitie kwamen. Sinds het Fusieverdrag van 1967 werkten de EGKS, EEG en EGA verder onder de verzamelnaam Europese Gemeenschappen. Ze kregen een gezamenlijke Commissie, Raad en budget, maar bleven wel afzonderlijk bestaan.

(2)

basis van unanimiteit besluiten genomen kon worden. Op een aantal oordelen kon voortaan gestemd worden met gekwalificeerde meerderheid.

Het Verdrag van Maastricht, dat op 7 februari 1992 ondertekend werd, realiseerde de intenties van de Europese Akte. Bij de totstandkoming van het verdrag, dat op 1 november 1993 in werking trad, werd afgesproken de naam EEG te veranderen in EG, Europese Gemeenschap. De reden hiervoor was dat de EEG geleidelijk verantwoordelijkheden had gekregen op andere beleidsterreinen, dan alleen de zuiver economische. Verder kwamen de regeringen van de lidstaten overeen om samen te gaan werken op het gebied van buitenlandse zaken, veiligheid, en justitie en binnenlandse zaken. Hiermee werd de Europese Unie gecreëerd. Deze wordt omschreven als een politieke en economische structuur met drie pijlers. De eerste pijler wordt gevormd door wat binnen de EU het ‘communautair domein’ wordt genoemd: de gemeenschappelijke beleidsgebieden, vastgelegd in de verschillende verdragen. Hierbij werd ook de afspraak gevoegd samen een Economische en Monetaire Unie te vormen. Onderdeel hiervan is de invoering van de Euro. De samenwerking op het gebied van buitenlandse zaken en veiligheid vormt de tweede pijler. De derde pijler is die van de samenwerking op het gebied van politie en justitie. In het verdrag van Maastricht werd ook vastgelegd dat het Europees Parlement meer bevoegdheden kreeg (hierover volgt later meer). Tevens werd de Europese Rekenkamer ingesteld. Deze onderzoekt of de ontvangsten en uitgaven van de EG in orde zijn.

Op 1 mei 1999 trad het verdrag van Amsterdam in werking. Dit was op 2 oktober 1997 getekend. De persoonscontroles binnen de EU werden hierbij afgeschaft. Ook werden onder ander gemeenschappelijk afspraken gemaakt over beleid op het gebied van visa, asiel en immigratie, sociaal beleid, milieuwetgeving, gezondheidszorg en mensenrechten. De samenwerking op het gebied van politie werd uitgebreid. Burgers kregen met het verdrag toegang tot de documenten van de Europese Commissie en het EP. Het laatste kreeg, net als de Europese Rekenkamer, opnieuw meer bevoegdheden.

Op 26 februari 2001 werd het verdrag van Nice ondertekend. Dit trad op 1 februari 2003 in werking en bracht opnieuw wijzigingen aan in de oude verdragen. Ook werd de besluitvorming in de EU vereenvoudigd zodat de besluitvaardigheid na de toetreding van de Europese lidstaten in 2004 niet teveel in gevaar zou komen.

(3)

en juni 2005 verwierpen de twee landen het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa. De grondwet is hierna voor onbepaalde tijd uitgesteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie

(5) Op basis van de ontwerplijst die met instemming van elke van de betrokken lidstaten door de Commissie is opgesteld en waarop ook de gebieden met prioritaire

1.1 Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) kan instemmen met de instrumenten die de Europese Commissie in onderhavige mededeling voorstelt om de demonstratie van de opvang

1107/2009 zal de Commissie in gevallen waarin niet uiterlijk drie jaar vóór de respectieve vervaldatum, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening, een aanvraag tot

1831/2003 verzocht om de verlening van een vergunning voor het gebruik van L‐isoleucine, geproduceerd door Escherichia coli FERM ABP‐10641, in drinkwater voor

Het Comité is het met de Commissie eens dat álle asielzoekers recht moeten hebben op menswaardige opvangvoorzieningen, ongeacht of zij in aanmerking komen voor de vluchtelingen-

Het moet informatie bevatten over de naam en het volledige adres van de aanvrager, zijn fiscaal identificatienummer (Taxpayer Identification Number, TIN), een

b) voor flexfuelvoertuigen op benzine en E85 worden de CO 2 -besparingswaarden voor benzine geregistreerd. http://www.emis.vito.be Publicatieblad van de Europese Unie d.d.. De