SOCIALE VREDE.
DOOR
MR. S. DE VRIES CZN.
De arbeidsgeschillenwet is slechts een bescheiden poging om den socialen vrede te bevorderen.
Bij hare totstandkoming waren de meeningen over hare doelmatigheid en over het effect, dat zij zou sorteeren, zeer verdeeld.
De Regeering zelve heeft de beteekenis er van zeker niet te veel opgeblazen. In de Memorie van Antwoord erkent zij, dat niet alle ge- schillen zullen kunnen worden voorkomen of beslecht. Doch wel meent zij te mogen verwachten, dat als eenmaal de speciale organen, met de bemiddeling belast, er zullen zijn, gunstige resultaten mogen worden verwacht ten aanzien van de beperking van het aantal, den duur en den omvang van stakingen en uitsluitingen. Menigmaal toch aarzelt ieder der partijen,. bij een conflikt betrokken, om het eerste woord van toe- nadering te spreken. Het gaat vaak gemakkelijker op een toenaderings- voorstel van den onpartijdigen Rijksbemiddelaar in te gaan, dan zelf zulk een voorstel te doen, dat allicht door de wederpartij voor een bewijs van zwakheid zou worden aangezien.
Het felst kantte zich tegen het ontwerp de oud-liberale Mejuffrouw van Dorp. Zij stond nog op het standpunt der Manchester-school: laissez faire, laissez passer. Reeds in 1878 had Mr. D. P. D. Fabius in stelling XXII achter zijn dissertatie terecht gezegd, dat deze leer bloot de econo- mische formule was voor het z.g. recht van den sterkste. In diezelfde stelling vroeg hij, in navolging van hetgeen Dr. A. Kuyper in 1874 reeds in de Tweede Kamer ge~ischt had, een Wetboek op den Arbeid, zoo goed als er een Wetboek van Koophandel was.
Iets minder fel, doch toch ook principieel - bloed verloochent zich niet - was de Vrijheidsbond tegen het ontwerp. Mr. O. Boon was niet tegen het instituut van bemiddelaars, doch wenschte, dat het aan partijen, indien zij er een wenschten, zou worden overgelaten er een te kiezen. Hij wees op de groote moeilijkheid voor de Regeering om de geschikte menschen te vinden. Hij citeerde Askwith, die in "Industrial problems and disputes" schrijft, dat de allerhoogste eischen aan een bemiddelaar gesteld moeten worden, vooreerst de psychologische quaestie: het inzicht, de tact, het kiezen van het juiste moment, het
A. St. 1I-2 5
58
begrip van de mentaliteit der partijen, bovendien de kennis van de technische geschilpunten.
Dergelijke qualiteiten mogen voor vele betrekkingen gewenscht geacht worden, voor rechters, voor burgemeesters, voor ministers, zelfs voor Kamerleden I
We hebben nu circa 1 ~ jaar practijk van de Rijksbemiddelaars achter den rug. Misschien mag gehoopt worden, dat de Regeering gebleken is bij de benoeming, zoo zij niet geheel geslaagd is, dan toch het ideaal van Askwith-Boon benaderd te hebben. Ernstige gegronde klachten althans kwamen tot dusver niet voor.
Om nu de linkerzijde maar ineens af te werken: de vrijzinnig-demo- craten gingen van harte met het ontwerp mee; de sociaal-democraten stonden er eenigszins sceptisch tegenover. Hetgeen te verklaren is. Wel verzekerde ook de heer Schaper, dat hij en zijn partijgenooten niets liever willen dan harmonie, doch in het bloed van iederen rechtgeaarden sociaal-democraat woelt toch nog de bacterie van den klassenstrijd. Hij beweerde dan ook, dat de arbeiders de stakingen noodig hebben om hun levenspeil te verheffen in tijden van opbloei der industrie en om in tijden als deze te waken tegen neerdrukking van dat peil.
Eenigszins schuchter stonden hij en zijn partijgenoot Brautigam tegen- over het te scheppen instituut van den Rijksbemiddelaar.
Art. 6 van het ontwerp bepaalde, dat de Rijksbemiddelaar zou trachten het geschil in der minne bij te leggen. Men zou zoo zeggen: de aan- gewezen taak voor den Rijksbemiddelaar I Maar neen, dat ging den sociaal-democraten te ver! Dat moest er uit; de Rijksbemiddelaar mocht alleen informeeren, of de strijdende partijen misschien ook een bemid- delingsraad of een scheidsgerecht wenschten, of misschien ook een bijzonderen bemiddelaar, als hoedanig zij dan, desgewenscht, den Rijks- bemiddelaar zouden kunnen kiezen.
Jammer genoeg is het amendement aangenomen; al moet er direct
bijgevoegd, dat die aanneming in de practijk niet veel kwaad heeft
gedaan. De practijk heeft zich n.l. van die aanneming niet veel aan-
getrokken. Al direct in het belangrijke conflict in de Twentsche textiel-
industrie werd de Rijksbemiddelaar, de heer Van Ysselsteijn, als het ware
genoopt, zelf een voorstel te doen tot bijlegging van het geschil. En
met goed resultaat. Het werd aanvaard en de staking was weldra ge-
eindigd, na veel ellende veroorzaakt te hebben. Wel heeft de heer
Albarda den Minister gevraagd, of de Rijksbemiddelaar zijn bevoegdheid
niet overschreden had, doch de Minister heeft den Rijksbemiddelaar
gedekt; o. i. terecht. Wel is door aanneming van het amendement-Schaper
de uitdrukkelijke bevoegdheid om zelf een poging tot bijlegging van het
geschil te doen uit het artikel verwijderd, doch een verbod om het te
doen is er niet ingebracht. En gelukkig I Partijen wenschen in den regel
zelf, dat de Rijksbemiddelaar een voorstel zal doen, in ieder geval dat
hij zijn meening over het geschil onomwonden zal uitspreken. Nog niet
eenmaal is een voorstel om het geschil aan het oordeel van een be- middelingsraad of een arbitrage-commissie te onderwerpen, aangenomen.
De strijdende partijen wenschen dien langen weg niet. Het zou ook vaak niet gemakkelijk vallen deze commissie of dezen raad zoo samen te stellen, dat beide partijen er zich mede zouden vereenigen.
In het allereerste geschil dat ik te behandelen kreeg - de uitnoodiging er toe kwam op den dag zelve, dat wij beëedigd waren - hoorden partijen er vreemd van op, dat ik zelf geen bemiddelingsvoorstel mocht doen; ik was toen nog onder den indruk van het aangenomen amendement- Schaper; later is deze indruk door het antwoord van minister Aalberse aan den heer Alberda weggenomen. De arbeiders vroegen, waarom ik dan Rijksbemiddelaar heette, als ik geen bemiddelingsvoorstel doen mocht I
De Rechterzijde der Tweede Kamer kon zich over het algemeen met het ingediende wetsvoorstel vereenigen. De rechtsgrond voor dit ingrijpen der Overheid in het vrije bedrijf werd door den heer Smeenk zeer juist aangegeven. Op pag. 216 der Handelingen 1922/'23 zegt hij: "Het bedrijf is niet een liefhebberij van een enkelen ondernemer of van een groep van ondernemers of van de arbeiders, maar aan dat bedrijf zitten zoo- danige gemeenschapsbelangen vast, dat er hier voor de Overheid alle aanleiding is om te trachten, ernstige conflicten te voorkomen. Op het oogenblik, dat het conflict uitbreekt, is het buitengewoon moeilijk zich aan te bieden, maar wanneer men iemand bij de hand heeft, die ambts- halve kan optreden, dan heeft dat groote voordeelen."
De heer Smeenk heeft zich daarbij aangesloten bij de houding, die steeds van antirevolutionaire zijde is aangenomen, waar het betrof het bepalen der overheidsmacht bij het ingrijpen in het vrije maatschappelijke leven. Gelijk Mr. Fabius het zeide: de oud liberale theorie van het laissez passer is slechts de economische formule voor het recht van den sterkste. Laat men den arbeider geheel alleen staan, zonder eenige be- scherming der Overheid, dan ontstaat weer moderne slavernij. Het is het belang van het geheele volk, het zedelijk en geestelijk belang, dat de Overheid toezicht houdt op de veiligheidsmaatregelen in de fabrieken en werkplaatsen, opdat de arbeider niet door verontreinigde lucht of door onbeschermde machinedeelen gevaar loope aan gezondheid en leven;
het is ons aller belang, dat vrouwen- en kinderarbeid aan strenge regelen van overheidstoezicht worde gebonden en ook, dat de mannelijke vol- wassen arbeider niet door overmatigen arbeidsduur te gronde ga. Wij, antirevolutionairen, aanvaarden de taak der Overheid om het zwakke in de maatschappij, dat zich zelf niet beschermen kan, te beschermen door de wet.
Gevaar schuilt in een te ver gaande regeling. Zonder twijfel is de
machtspositie der arbeiders, dank zij hunne organisatie, veel sterker
geworden dan een 50 jaar geleden, toen de eerste bescheiden pogingen
tot bescherming van vrouwen en kinderen door den heer Van Houten
,', 'r
: Ij!
i i ii
, i:
q
i , ' 11' I'
I"
"
I , i! 1
I1