• No results found

West-Europa - een belangrijk document

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "West-Europa - een belangrijk document "

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

oktober 1962

olitiek · uituur

,·--~---~··

uit de inhoud:

Behoefte en behoefteverandering

Geneesmiddelen en winst

Imperialistische "integratie" in

West-Europa - een belangrijk document

1 0

40 cent

(2)

OKTOBER 1962

Behoefte en behoefteverandering A. Averink 433 De Softenon-kinderen van de farmaceutische

industrie A. de Leeuw 444

Frans Hals M. V. 448

Verlichting en opstandigheid Ch. N. Momdzjian 455

DOCUMENTATIE:

Imperialistische "integratie" in West-Europa (De Gemeenschappelijke Markt)

Stellingen van het Instituut voor Wereldeconomie en Internationale Betrekkingen van de Academie der Wetenschappen van de USSR

PAR TIJ- DOCUMENTEN:

Communiqué van het Partijbestuur der CPN Oproep van het Dagelijks Bestuur der CPN Geeft Uw bijdrage aan het donatiefondsl De CPN feliciteert

POLITIEK en CULTUUR

460

479

480

verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus

Leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 35957.

De abonnementsprijs is f 4,50 per jaar, f 2,25 per half jaar, losse nummers 40 cent.

Ons gironummer is 173127, gemeentegiro: P 1527.

Correspondentie over betalingen en verkoop zenden naar de administratie pja Pegasus.

Alle correspondentie over de inhoud naar de redactie van P. en C.

Prinsengracht 473, Amsterdam-C., tel. 62565.

(3)

22e Jaargang no. 1 0 oktober 1982

Politiek en Gultuur

maandblad gewijd aan de theorie ~n praktijk van het

marxisme-leninisme onder lelding van het partijbestuur der .n.

Behoefte en behoefteverandering

NA

de Tweede Wereldoorlog werd de .. leer van Marx nog vaker doodverklaard dan ervoor.

Van klassenstrijd was geen sprake meer, zo beweerden sommige rechtse socialisten van de Partij vd Arbeid, de RK politici en de re- visionisten.

Het opmerkelijke 1s nu, dat de problemen van de klassenstrijd en het einddoel van het marxisme, het communisme, steeds meer het onderwerp van gesprek worden, van sociologen en andere hoog- geleerde heren.

Het feit, dat de Vrije Universiteit in Amsterdam zich gedrongen voelde een congres te houden over "Communisme anno 1962", waar het nieuwe program van de CPSU werd besproken, spreekt voor zichzelf.

Eén der inleiders, prof. Kuijpers, moest toegeven dat "hun ide- aal", [van de communisten), "een mensheidsideaal is gebleken te zijn". Maar, zo zei de professor, "de communistische doelstelling is grotendeels onze eigen doelstelling, maar we zien onze eigen doelstellingen te vaag" ...

Als bewijs daarvoor dienden de bijbelwoorden: "Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten" en "aan een ieder werd uitge- deeld naar betwefte".

Nu is het niet moeilijk om aan te tonen, dat het christendom in tweeduizend jaar nergens deze bijbelwoorden in praktijk heeft gebracht, doch steeds de heersende maatschappijvorm van uitbui- ting diende.

De toestanden in de mlnderontwikkelde landen, in AzU!, Afrika, en zelfs in Europa, zoals Zuid-Italië, Siclli~, Spanje en Portugal, waar in naam van het christendom de scherpste uitbuitlngssystemen worden toegepast, getuigen daarvan.

Ook in de ontwikkelde industrielanden, zoals Nederland, waar we volgens de doodverklaarders van het marxisme in een "welvaarts- staat" leven, ontvangt de. arbeider niet naar behoefte, en staat het kapitalisme voor onoplosbare problemen.

Het staat voor de "uitdaging" van de socialistische landen, zoals men dat pleegt te noemen, waarop "het westen een antwoord moet geven". Dat antwoord heeft ook prof. Kuijpers niet gevonden.

433

!'

(4)

De agressieve groeperingen in de bourgeoisie menen dat het antwoord moet zijn, versnelde, hypermoderne bewapening, om op een bepaald ogenblik in staat te zijn de socialistische landen te vernietigen. Anderen zoeken naar een sociaal tegenwicht. Zij spre- ken over verbetering van de sociale toestanden en "herverdeling van de inkomens", om te zorgen dat de communistische doelstelling:

"een maatschappij waar ieder werkt naar vermogen en ontvangt naar behoefte", geen vat op de massa's zal krijgen.

Dat is het doel zowel van sociologen als Pater Hoefnagels, die aantoonde dat Nederland "geen sociaal paradijs is" en dat van gelijkgerechtigdheid van de arbeider geen sprake is, als van hen die het omgekeerde beweren, tot wie ook de hierboven genoemde prof. Kuijpers behoort.

Het spreekt dan ook vanzelf, dat deze laatste tot zeer vreemde constructies moet komen.

In zijn rede stelde prot: Kuijpers volgens het Dagblad "Trouw"

het volgende:

"leder geeft naar zijn vermogen" was honderd jaar geleden, toen er een werkende en een niet-werkende stand bestond, een vreemde fantasie.

Thans wordt niet-werken steeds meer als abnormaal beschouwd.

Een tweede adagium, "ieder ontvangt naar behoefte", klonk wel wat vreemd iq de eeuw van de ijzeren loonwet, toen de behoefte van de arbeider werd gezien in termen van de behoefte van de on- dernemer.

Thans is de behoefte de maatstaf aan de hand waarvan allerlel uitkeringen worden berekend, belastingmaatregelen worden toege- past en beloningsstelsels worden ingericht".

U ziet, de communistische doelstelling Is totaal overbodig ge- worden.

Het kernpunt ziet de professor echter over het hoofd, n.l. dat een handjevol mensen nog altijd bezitters zijn van de productie- middelen en profiteren van de meerwaarde voortgebracht door de arbeid van de massa der werkers.

De fundamentele klassentegenstelling tussen kapitaal en arbeid, bestaat in alle kapitalistische landen en is door de vorming van de monopolies in de tegenwoordige tijd zelfs groter geworden.

Zonder het liquideren van deze fundamentele tegenstelling in het economische productiesysteem, kan er geen produceren en ont- vangen naar behoefte plaatsvinden.

Ook nu geldt de ijzeren wet van het produceren om de winst en ziet de ondernemer de behoeften van arbeiders anders dan de zijne.

Het loon is niet in overeenstemming met de behoeften en ligt da.arop altijd achter.

Men kan echter geen juist Inzicht in deze vraagstukken krijgen, zonder te stellen, dat de behoefte niet los gezien kan worden van het peil der technische en maatschappelijke ontwikkeling.

De behoefte wordt door de historische en maatschappelijke ont- wikkeling gevormd en bepaald, en is daardoor een veranderlijlo gegeven.

(5)

Vroeger en nu QUDEREN zeggen graag tegen jongeren, dat zij het zoveel beter

hebben dan hun ouders en grootouders.

Veranderingen zijn niet te ontkennen. Toen onze grootouders jong waren, wa~ Nederland een agrarisch land, met een beperkte, zwak ontwikkelde industrie. Vrouwen en kinderen werkten 14 uur per dag voor een hongerloon. De arbeiders woonden in krotten en kel- ders en de tbc tierde welig.

Daarin is verandering gekomen. De industriële ontwikkeling maakte het mogelijk, dat de arbeidersklasse als een georganiseerde kracht ging optreden.

De industriële ontwikkeling vereiste tegelijkertijd arbeiders die over kennis beschikten. Ook waren ondervoede arbeiders in een halfslaperige toestand niet geschikt om ingewikkelde machines te bedienen en een arbeidsduur vol te houden die hun krachten te boven ging. Door de mechanisatie nam de productiekracht toe. "Hoe meer de productiekracht van de arbeid groeit", zo schreef Marx,

"des te meer kan de arbeidsdag verkort worden en hoe meer de ar- beidsdag verkort wordt, des te meer kan de intensiteit van de ar- beid groeien".1 J

De strijd voor de 8-urendag en de 48-urlge werkweek is een mas- sale en heroïsche strijd geweest.

Over de arbeidstijd schreef Marx: "Iemand die geen vrije tijd te zijner beschikking heeft, wiens gehele levensduur, afgezien van de louter fysieke onderbrekingen door slaap en maaltijd, door zijn ar- beid voor de kapitalisten in beslag wordt genomen, is minder dan een lastdier. Hij is niets anders dan een machine voor het voort- brengen van anderer rijkdom, lichamelijk gebroken en geestelijk tot dier geworden" .1 J

De productiekracht is sindsdien als gevolg van de technische ont- wikkeling, die niet te vergelijken is met die van de vorige eeuw, enorm gestegen.

In de denkwijze van prof. Kuijpers zou de vrije zaterdag, slechts zijn het voldoen aan een behoefte van de arbeiders door de onder-

nemers. ,

De arbeiders weten wel beter. Ook als men zegt: "Die vrije zater- dag is een zegen", bedoelt men daar niets anders mee, dan dat die twee vrije dagen noodzakelijk geworden zijn om van de gevolgen van de hoge arbeidsintensiteit, bij te komen.

Voor vele industrieën was het economischer die halve dag werken af te schaffen.

Door de vrije zaterdag is de arbeidsdag verlengd met een half uur, en dat halve uur doet de meesten de das om en wordt algemeen als te lang gevoeld.

De werkelijke arbeidstijdverkorting is slechts 3 uur per week, de arbeidstijd is te lang in vergelijking met de verbruikte arbeids- kracht, te lang ook vergeleken ~et andere Westeuropese landen.

lJ U1t: Loon, prtjs en wtnst.

(6)

De ondernemers beweren nu, dat de verkorting van de werkweek een daling van de productiviteit bewerkstelligd heeft.

Uit de winsten die de ondernemers zich toeëigenen, valt dat niet af te lezen. In de beslissende bedrijfstakken zijn zij zelfs verder ge- stegen.

De verkorting van de werkweek was niet alleen een verovering van de arbeidersklasse, maar ook een noodzaak.

De behoefte is echter: nog korter werken.

Behoefteveranderingen DOOR dè industriële en technische ontwikkeling, veranderen ook de behoeften van de mensen en krijgt het leven een ander aan- zien, waardoor de schijn gewekt wordt, alsof iedereen op fluweel zit en het kapitalisme toekomst biedt.

Maar in principe verandert er niets.

Om aan de behoeften van de arbeiders, de moderne mensen van deze tijd te voldoen, blijft de kapitalistische klassenmaatschappij altijd achter.

De bezitters maken zulke grote winsten, dat zij de maximale per- soonlijke behoeften van deze heren en hun gezinnen duizendvoudig overschrijden, zodat zijzelf niet eens beseffen, hoe rijk zij zijn.

De doorsnee Nederlandse huismoeder weet echter wel hoe zij er- voor staat. Zij hoeft slechts in haar portemannale te kijken om te weten, dat haar man een arbeider is, een uitgebuite door de "ijze- ren loonwet anno 1962", van de monopolies.

Dat allerhande uitkeringen, belastingmaatregelen en belonings- stelsels, aangepast zijn aan "de behoefte van de arbeider", is op praktische gronden dadelijk te weerleggen.

Verschillende hooggeleerde heren die hun pen gebruiken om het kapitalistische productiesysteem te bewierroken, zel:!'gen dat nie- mand in de welvaartsstaat tevreden is en zelfs de hoogleraren vin- den dat zij onderbetaald worden, hetgeen in het algemeen juist is

ook. ·

Het ls nodig schijn van werkelijkheid te onderscheiden.

Men kan zeggen: de arbeiders hebben het nu toch beter, zij heb·

ben op zijn minst een fiets, een brommer, een scooter, radio, tele- visie, een electrische wasmachine, producten die vrij algemeen in- gang hebben gevonden.

Het zijn verworvenheden die arbeiders vroeger niet bezaten, om- dat zij niet bestonden.

Nu zijn er in ons land industrieên, waar arbeiders deze gebruiks- goederen produceren. Maa.r men kan moeilijk van hen verlangen, dat zij genoegen zouden nemen met het levenspeil van de Papoea's, waar de meerderheid nog met de stenen bijl werkt en de enige kleding bestaat uit een gordel van boombast.

De ontwikkeling van de productiekrachten, waarbij de arbeiders de belangrijkste rol vervullen, is bepalend voor het teweegbrengen van de behoefteverandering van de mensen.

Tegelijkertijd hebben de kapitalisten de arbeiders nodig als con- sumenten, als kopers.

(7)

De bezittende klasse maakt het kleinste deel uit van de bevol- king; de arbeiders, de loontrekkers en hun gezinnen, het grootste deel.

De kapitalistische industrie produceert om de winst en heeft een zo groot mogelijk afzetgebied nodig.

De arbeiders maken de goederen en zijn tegelijkertijd de consu- menten er van. De industrie kan het zonder hen niet stellen.

Dat kunnen alle kapitalistische moraalpredikers in hun zak ste- ken, die de mensen "gebrek aan deugdzaamheid" verwijten, omdat zij steeds mooier, beter en anders willen, want juist op dit kapita- listische winstsysteem is de onderlinge concurrentie en de daaraan verbonden reclame gebouwd.

Tientallen keren per dag worden in rijm en zang, door pers en radio de mensen Duet-nylo11;s, Nur-Die-Anklets, dranken en verma- geringsmiddelen tot vervelens toe, aanbevolen.

De duurzame gebruiksgoederen worden meestal op afbetaling ge- kocht, of met behulp van bankcredieten.

Voordat de arbeider in het bezit komt van zijn wasmachine, brom- mer, televisie of ijskast, wordt er dubbel aan hem verdiend, de winst die de fabrikant maakt, de tussenhandel en de extrawinst van het kopen op afbetaling.

In Nederland zijn thans 1.570.000 televisietoestellen in gebruik.

Volgens ir. Philips is de "verkoop gevoeliger" geworden. "Om de overblijvenden tot t.v.-bezitters te maken, moet men vechten", maar niet door de prijzen te verlagen.

"Het belangrijkste is dat wij met ons allen gaan trachten het verschil tussen datgene wat onze producten kosten en datgene wat wij er voor krijgen, groter maken", legde ir. Philips uit op een bijeenkomst van het concern-bestuur met kernen en ondernemings- raden.

Om de overblijvenden tot t.v.-bezitters te maken, worden er nu huizen gebouwd met een gemeenschappelijke antenne en aanslui- ting in de hulzen. Hiervoor moet door elke huurder een extra be- drag bij de huur betaald worden, ook al zal hij nooit een t.v. willen hebben.

Zo worden de Philipsproducten de mensen als het ware opge- drongen.

Ook op het gebled van de wooncultuur is veel veranderd. Er wor- den hogere eisen aan het wonen gesteld. De huiskamers kunnen niet meer bestaan uit een tafel, ruwe houten stoelen en stenen vloer bedekt met zand, als in de oudhollandse binnenhuisjes. Deze verandering van behoefte is ook op het platteland doorgedrongen.

De kleurrijke stoffen die de industrie voortbrengt, het moderne meubilair, hebben de smaak veranderd en het wonen aangenamer gemaakt, voor wie met de tijd mee kan gaan.

Het "zelf doen", behangen, schilderen, moderniseren van de oude woningen, is zeer toegenomen doordat de hulsbazen deze lasten die hun woningbezit verbeteren, niet meer voor hun rekening nemen.

Menige "vrije" zaterdag wordt aan woningverbetering besteed.

De behoefte aan een moderne woning is gestegen, Amsterdam

(8)

heeft officieel 25.000 krotten die nodig opgeruimd moeten worden.

Het toegenomen verkeerslawaai, de bedompte en kleine behuizing, maakt het vooral voor de arbeiders die in continubedrijven werken en overdag moeten slapen, dubbel noodzakelijk om uit de binnen- stad te verhuizen naar de nieuwe buitenwijken, ook al gaan de hu- ren de draagkracht te boven.

Men kan al deze verworvenheden van de moderne tijd, die meest- al verkregen worden door extra arbeidsinspanning, niet als een luxe beschouwen. Het gaat om het voldoen aan een noodzaak die zich opdringt.

Dan zijn er de grotere afstanden van huls naar het werk. In de industrie en de bouw door het groter worden van de steden, op het platteland waar de vroegere landarbeider opgezogen wordt door de industrie - kilometers van zijn woonplaats vandaan, wordt de brom- mer tot een noodzakelijk bezit en een auto, waarin men beschermd is tegen ons Hollandse weer en wind, zelfs zeer begerenswaardig.

Ook kan men met deze vervoermiddelen gemakkelijker en goed- koper met vacantie gaan. Nog afgezien van het feit, dat de ver- moeienissen van het rij den met een dure en overvolle bus en tram de aanschaf van deze snellere vervoermiddelen bevordert.

Evenmin kan men van de vrouwen verwachten, dat ze de vloe- ren vegen rpet een stoffer zoals hun moeders nog moesten doen, nu de stofzuiger een algemeen verschijnsel is geworden, of met de hand wassen, nu er wasmachines bestaan. Voor grote gezinnen is een droogapparaat in ons natte klimaat zeer aanbevelenswaardig.

De moderne huishoudelijke apparaten die het geestdodende, steeds weerkerende schoonmaak- en andere werk verlichten, _waar- door de vrouw meer vrije tijd krijgt om haar aandacht en activiteit op andere gebieden te richten, zijn met het bezit van een wasma- chine en een stofzuiger niet uitgeput.

Het gaat er hier slechts om, de richting waarheen het gaat, aan te duiden, de behoefteverandering te verklaren en wat er nodig is om daaraan te voldoen.

Een soort cirkelgang DE getrouwde vrouwen moeten gaan werken, omdat het loon van de man niet toereikend is om aan de tegenwoordige behoeften te voldoen. Ze wordt bovendien verzocht om te gaan werken, hetzij omdat er tekort aan werkkrachten in de industrie is, hetzij omdat zij minder loon ontvangt en dus meer winst oplevert.

Als zij gaat werken, ontstaat de onafwijsbare behoefte, om naar middelen te zoeken ten einde haar taak als huisvrouw te verlichten.

De industrie voorziet erin, zij levert geschilde aardappelen, soep in een zakje, panklare groente tegen hogere prijs, stofzuigers, wasmachines, droogapparaten, koelkasten, enz. enz. Dit dwingt de arbeidersfamilie op zijn beurt weer, harder te werken, ten einde de hogere kosten voor het dagelijkse voedsel en de extra-bedragen voor huishoudelijke voorzieningen te kunnen bekostigen. De nood-

(9)

zaak voor de huisvrouw om wat bij te verdienen, wordt dus groter.

De cirkel is gesloten, of beter gezegd: de spiraal is in werking.

De industrie bevordert deze behoefteverandering om zoveel mo- gelijk winst te kunnen maken.

Er komen ieder seizoen talloze nieuwe modellen schoenen op de markt, maar de kwaliteit vermindert, waardoor de koper gedwon- gen wordt vlug weer nieuwe te kopen.

Steeds minder artikelen worden op de duurzaamheid gemaakt.

De verhoging van de leerplichtige leeftijd tot 15 jaar, welke onze volledige instemming heeft, verhoogt ook de behoeften.

Niet alleen heeft een arbeidersgezin daardoor oas later de steun van meeverdienende kinderen en moet vader in de benodigdheden van de opgroeiende kinderen voorzien - , ook het leren zelf, al is het onderwijs gratis, brengt kosten mee.

Doordat het kind een ULO of HBS bezoekt, ontstaan er nieuwe behoeften, zoals het meedoen aan schoolreisjes, excursies, feestjes, het net zo goed gekleed gaan als de kinderen uit de "betere mi- Heus", enz.

Ook vereisen vele nijverheidsscholen nog een behoorlijk offer voor schoolmaterialen op het altaar van de verworven leerplicht.

Meer onderwijs legt ook de grondslag voor het stellen van ho- gere culturele eisen. De behoefte naar een concert te gaan, de schouwburg te bezoeken, bestaat zeker en waar ze niet bestaat zou ze aangemoedigd moeten worden. Maar in de kapitalistische maat- schappij is cultuur duur.

Dat geldt ook voor boeken.

De behoefte aan reizen naar andere landen is sterk toegenomen, ook onder de arbeiders. De afstanden zijn sneller te overbruggen dan vroeger (al is de weg duur) waardoor men in korte tijd toch veel zien kan.

Het verminderen van de recreatiemogelijkheden in eigen land, het weinig zonnige klimaat, de drang die er is om andere mensen en andere culturen te leren kennen, of alleen maar om lekker bruin te bakken, beïnvloeden stellig deze ontwikkeling, die vijftig jaar geleden nog een elite-behoefte was.

Dat neemt niet weg, dat ondanks de wettelijke vacantieregeling, 55 procent van de mensen de vacantie thuis doorbrengen, ongetwij- feld omdat hun inkomen hen niet in staat stelt met vacantie te gaan.

Grondslagen der schiJnwelvaart }-!ET arbeidsloon is samengesteld uit twee elementen: a 1 de zuiver

.a fvsieke. waArin de waarde van de bestaansmiddelen ziin be- grenen die absolunt noodzakeliik ziin om te kunnen leven. om ar- beidsgeschikt te blijven en ziin gezin te kunnen onderhouden;

b] uit een historisch of maatschappeliik element, dat afhangt van de levensbehoeften en culturele eisen, die de arbeidersklasse van het betreffende land aan het leven stelt.

(10)

"De waarde van deze absoluut noodzakelijke levensbenodigdhe- den vormt dus de onderste grens der waarde van de arbeid", zo schreef Marx.

Door vast te stellen dat de mensen in de onderontwikkelde lan- den het veel slechter hebben dan wij, bewijst men b.v. allerminst, dat de werkende mensen in de ontwikkelde landen ontvangen naar behoefte. Dat er onderontwikkelde landen zijn is het resultaat van de ongelijkmatige ontwikkeling van het imperialistische stelsel, dat op roof en koloniale uitplundering gebaseerd is.

De verschillen in ontwikkeling berusten juist op deze root en onderdrukking. Of anders gezegd: het hogere levenspeil in de in-

dustri~le landen berust voor een belangrijk deel op de grotere ar- moede van de arbeiders en boeren in de onderontwikkelde landen.

De behoefte zal een steeds hogere trap bereiken, en reikt ver uit boven wat een doorsnee arbeider verdient, want het kapitalistische loonsysteem beoogt slechts het arbeidsloon neer te drukken tot aan de onderste grens.

Om van de techniek mee te protlteren, om aandeel in de cultuur te hebben, om te voldoen aan de noodzaak dat de kinderen voort- gezet onderwijs kunnen volgen, Is een voortdurende strijd nood- zakelijk voor hQgere lonen.

Het steeds op grotere schaal gaan werken van vrouwen brengt, zoals hierboven betoogd is, ook weer behoefteveranderingen mee.

Een vrouw, die hele of halve dagen heeft gewerkt, zal er de ·voor- keur aan geven alle middelen te baat te nemen, die het huishoude- lijke werk verlichten en tot een minimum beperken.

Verschillende diepvriesfirma's zien deze ontwikkeling e!n ma- ken daar weer business mee, door tientallen versch1llende warme maaltijden in te vriezen voor f 2,75 per portie.

De nieuwe rage vormen de ijskasten. Het Albert Heyn-concern heeft achter de rug van de importeur om, 20.000 Duitse ijskasten gekocht. Op basis van het bestaande spaarsysteem en afbetaling voor f 252,- (winkelprijs f 498,-) kan men een ijskast kopen.

Albert Heyn slaat hier twee vliegen in één klap: hij verdient op de ijskasten en bindt zijn klanten, en schiet onder de duiven van de middenstand.

Een ander voorbeeld: de bestaande ijskasten verouderen tech- nisch, een ijskast met een nieuw koelsysteem Is op komst. Zo houdt men de vraag aan de gang.

Opmerkelijk is, dat de schijnwelvaart ten koste gaat van de voe- ding. Het gebruik aan hoogwaardige voedingsmiddelen is laag.

Zo is het gemiddelde gebruik van roomboter per hoofd van de be- volking vergeleken met vóór de oorlog gedaald. Het kaasgebruik ligt ongeveer op hetzelfde peil als voor de oorlog, terwijl het gebruik van rund- en kalfsvlees met 1 kilogram per jaar per hoofd van de bevolking is gestegen.

Het is zonder meer duidelijk, dat meestal de mindere vleessoorten in de arbeidersgezinnen gegeten worden.

Het gebruik van consumptiemelk vertoont - na een aanvanke- lijke stijging - een dalende lijn.

(11)

Behoefte en uitkeringen WANNEER men het voorgaande overweegt, valt het onzinnige op van de beweringen van prof. Kuypers, alsof het communisme, dat door hem als een "mensheidsideaal" wordt erkend, onder het kapitalisme verwezenlijkt zou worden.

Wat kan de professor bedoeld hebben met "allerlei uitkeringen"

die dit ideaal benaderen? De werkloosheidswet, de weduwen- en wezenwet, de Algemene Ouderdoms Wet misschien?

De mensen die uitkeringen krachtens deze wetten ontvangen, zijn voor het grootste deel geheel of gedeeltelijk niet in staat in eigen onderhoud en dat van hun gezin te voorzien.

Nog afgezien van het feit, dat iedere Nederlander vanaf zijn 15-de jaar daar premie voor betaalt, zal de professor toch niet wil- len beweren, dat deze groepen mensen ontvangen naar behoefte.

En hier komen we tot de kern van de zaak.

Wat is het perspectief van een arbeider in een staat waarin de productiemiddelen in handen zijn van een minderheid der bevol- king?

Na een leven van werken, eventueel door kortere of langere werkloosheid onderbroken, ontvangt hij op zijn 65-ste jaar voor zich en zijn vrouw de AOW-uitkering van circa f 41,50 per week (na de verhoging met 15 pct) en verder bezit hij niets.

Op zijn oude dag zal hij àf bijverdienste moeten zoeken, àf af- hankelijk zijn van zijn kinderen, of bij bijsteun bij Sociale Zaken moeten vragen, hetgeen hem tot een minimumlij der maakt, waardoor hij aan zijn behoeften, die voortspruiten uit de maatschappelijke omstandigheden niet kan voldoen.

De beloningsstelsels, de uitkeringen en belastingmaatregelen waarover prof. Kuypers sprak, zijn kapitalistische systemen, ge- richt op uitbuiting van de arbeidskracht, ten behoeve van de mono- polies.

Men moet dus wel ver afstaan van het dagelijkse leven en ge- speend zijn van elke kennis van de inhoud van de beloningsstelsels, belastingmaatregelen en uitkeringen, die de prof. noemde, om tot de slotsom te komen, dat de leuze "Iedereen ontvangt naar behoef- te géén monopolie van Moskou" is.

Het communisme de wereld van morgen HET economische stelsel van het communisme is volgens prof.

Kuypers tot geweldige prestaties in staat, maar er ontbreekt veel aan. Hoe dit systeem moet leiden tot realisering van de regel

"ieder naar zijn behoefte", kon prof. Kuypers nog steeds niet inzien.

De bestudering van het nieuwe program van de CPSU "Communisme de wereld van morgen", waarover het in de aanhef genoemde con- gres handelde, had hem blijkbáar niet op weg geholpen.

Dat er nog veel ontbreekt in de Sowjet-Unie, dat weten de Sowjet- mensen zelf beter dan wie ook. Maar de geachte professor vergeet, dat 45 jaar geleden de Russische boer nog achter de houten ploeg liep en zijn vrouw er vóór als trekdier.

"'

'1 )

!

(12)

Het oude tsarenrijk was één van de meest achtergebleven landen van de wereld, waar barbaarse toestanden heersten.

Onder de Sowjet-regering is het land tot bloei gekomen en maak- te het een stormachtige industriële ontwikkeling door, waarvoor de oude landen 100 jaar nodig hadden.

De Sowjet-regering nam een land over dat behalve de traditionele achterlijkheid, uitgeput was door de Eerste Wereldoorlog.

Na 1917 had het land te kampen met de strijd tegen de gewapen- de interventie van andere kapitalistische landen, die er van droom- den, zo snel mogelijk de oude macht te herstellen.

De Tweede Wereldoorlog door 'Hitler-Duitsland ontketend, heeft enorme verwoestingen aangericht.

De gevolgen van het grote verlies aan mensen doen zich nu nog voelen.

De hoofdzaak heeft de Russische arbeidersklasse in 1917 bereikt, toen zij een einde maakte aan het kapitalistische productiesysteem en de politieke macht in handen legde van de arbeiders en boeren.

Het privé-bezit van de productiemiddelen werd afgeschaft, waar- door de uitbuiting van de ene mens door de andere, onmogelijk is geworden.

Ook in een socialistisch land wordt de maatschappeliJke rijkdom door arbeid voortgebracht, maar de vruchten er van komen het ge- hele volk ten goede.

Aan het hoofd van de bedrijven staan geen directeuren en com- missarissen die jaarlijks honderdduizenden aan salaris en tantièmes onder elkaar verdelen!

De beloning der werkers geschiedt nu nog naar prestatie. Het doel van het 20-jarenplan is echter de productie door verbetering van de techniek, mechanisatie en doelmatiger arbeidsmethoden, een overvloed van industriële en agrarische producten voort te brengen, zodat het mogelijk wordt, dat ieder werkt naar vermogen en ont- vangt naar behoefte.

Een deel van de bevrediging van de behoeften zal niet in geld uitgedrukt zijn, maar in diensten, zoals gratis vervoer, kosteloos gebruik van gas, water, licht en wonen. Ook het verblijf in sana- toria en vacantiehuizen zal gratis worden. Voor alle hier genoemde diensten, worden reeds nu bedragen betaald, die ver beneden de kostprijs liggen.

Deze diensten zijn dus nu al onvergelijkelijk veel goedkoper dan . in de kapitalistische landen, waar de tendentie is, dat zij steeds

duurder en slechter worden.

Om het verschil in systeem duidelijker te maken het volgende.

In 1959 organiseerde Amerika een tentoonstelling in Moskou, die er op gericht was de Sowjet-burgers te verblinden met allerlei mo- derne gebruiks- en consumptiegoederen, die Amerika voortbrengt.

Daaronder was ook een modelwoning met hypermoderne keuken.

De toenmalige vice-president Richard Nixon, die gekomen was om de tentoonstelling te openen en premier Chroestsjow rondleid- de, schreef hierover in zijn memoires:

"Ik dacht, dat dit een uitstekende plaats was om in te gaan op de

(13)

beschuldigingen in de Sowjet-pers, als zouden alleen "de rijken"

in Amerika een huis als dit kunnen betalen. Ik wees er op, dat dit een typisch Amerikaans huis was, van 14.000 dollars. Veel Ameri- kaanse oorlogsveteranen uit de Tweede Wereldoorlog hebben zo'n huis gekocht, in de prijsklasse van 10 tot 15.000 dollars en ik voegde er aan 'toe, dat vrijwel iedere staalarbeider zo'n huis kon kopen".

Een overzicht hoeveel van die kopers bij de hypotheekbanken in de schuld stonden, en hoeveel werkloze staalarbeiders het eigen huis weer kwijt zijn, voegde Richard Nixon er niet bij, maar premier Chroestsjow gaf een treffend antwoord:

"U denkt zeker, dat de Russen stomverbaasd zullen staan over deze inzending. Maar de kwestie is, dat alle nieuwe huizen op deze manier worden ingericht. In Amerika heb je dollars nodig om dit huis te kopen, hier is het voldoende om als burger geboren te zijn".

Om echter aan de behoefte die de arbeiders en hun gezinnen in de kapitalistische maatschappij hebben enigszins te kunnen voldoen, moeten zij een niet aflatende klassenstrijd voeren voor verhoging van de lonen en verbetering van het levenspeil.

De loonstrijd is daarom een revolutionaire strijd, die onontbeer- lijk is en die tot successen leidt. Maar het uitbuitingssysteem als zodanig verdwijnt er niet door.

De stijgende behoeften stimuleren de loonstrijd. Bij het bepalen van haar eisen moet de arbeidersklasse uitgaan van de tegenwoor- dige omstandigheden, zoals deze in ons land historisch zijn ge- groeid.

A. AVERINK

..

(14)

De Softenon-kinderen

van de farmaceutische industrie

.

ENKELE jaren geleden, bracht de Westduitse firma Chemie Grue- nenthal GmbH een nieuw slaapmiddel in de handel. Teneinde de artsen te suggereren dat dit nieuwe middel - Softenon - als

"het feilloos werkende a toxische [niet schadelijke) slaapmiddel"

moest worden beschouwd, werden zij bestookt met een intensief propaganda spervuur volgens de kunsten van de moderne reclame- techniek. Deze "lancering" onderscheidde zich in niets van die van de duizend en één andere geneeskundige spécialité's, die jaarlijks door de chemische industrie op de markt worden geworpen. Tien- duizenden, misschien wel honderdduizenden mensen in heel West- Europa slikten Softenon, à raison van f 2.35 per buisje. En ieder kent nu de afschuwelijke gevolgen. De fabrikant had het middel

"volkomen onschadelijk" genoemd, doch waarschijnlijk meer dan 10.000 moeders die het tijdens de zwangerschap innamen, brachten ernstig mismaakte kinderen ter wereld. De ledematen van deze kin- deren zijn sterk misvormd of zelfs totaal afwezig, daarnaast komen misvormingen voor van ogen, oorschelpen, het hart en het maag- darmkanaal.

Wat moet er niet omgaan in de moeders van dergelijk mismaakte kinderen?

Zonder twijfel is dit het ernstigste geval van schadelijke bijwer- king van geneesmiddelen uit de laatste jaren. Doch wat erger is, deze vergiftiging op massale schaal had vermeden kunnen worden en is zeker niet aan te merken als een "noodzakelijk bijverschijn- sel" van de ontwikkeling van de farmaceutische wetenschap.

Soortgelijke gevallen, zij het misschien niet zo extreem tragisch, zijn reeds eerder voorgekomen en zullen blijven voorkomen als het systeem van geneesmiddelenproductie om de winst blijft bestaan.

De Softenon-affaire is namelijk een typisch uitvloeisel van dit systeem.

Waarom werd Softenon in de handel gebracht? Op medische gron- den bestond daarvoor geen dwingende noodzaak. Er bestaat name- lijk reeds een uitgebreide reeks doeltreffende slaapmiddelen. Sof- tenon dankt zijn bestaan alleen aan het feit, dat de firma Gruenen- thal hoopte door middel van een nieuw preparaat een aantrekkelijk deel van de markt voor slaapmiddelen te veroveren.

Het werd op massale schaal in de handel gebracht zodra de in- druk bestond, dat het geen schadelijke bijwerkingen vertoonde.

Want de farmaceutische industrie is altijd gehaast het in onder- zoek geïnvesteerde geld terug te verdienen. Zorgvuldige studie van

(15)

de werking van het middel onder verschillende omstandigheden, zo- als bij zwangerschap, heeft kennelijk ontbroken. Hetgeen natuurlijk onvergefelijk is, zeker omdat Softenon speciaal voor praemenstruele klachten werd aanbevolen.

De schoonklinkende "voorlichting" van de fabrikant over zijn pre- paraat blijkt op de beslissende punten onjuist te zijn geweest. Ove- rigens geheel in overeenstemming met de ervaringen van artsen, dat mededelingen van de industrie over haar producten niet te ver- trouwen zijn.

Er staan ons op het ogenblik geen gegevens ter beschikking over de kostprijs van Softenon. Wij mogen echter aannemen, dat on- danks misvormde kinderen, de fabrikant - zoals in deze branche ge- bruikelijk - zwaar aan de verkoop zal hebben verdiend. Een aan- bod tot betaling van schadevergoeding is echter tot op heden uitge- bleven.

Winsten en volksgezondheid

HET doel van de farmaceutische industrie - onder kapitalistische verhoudingen - is in laatste instantie winst te leveren op de erin belegde kapitalen. Maar het rnaken van winst op geneesmidde- len is nog iets geheel anders dan het dienen van de volksgezond- heid. Zodat deze laatste in de bestaande verhoudingen in het ge- drang komt - en soms ernstig.

Gelukkig behoren tragische gebeurtenissen als die van de Softe- nonvergiftigingen tot de uitzonderingen. De industrie heeft immers geen belang bij de productie van duidelijk giftige rommel.

Natuurlijk worden er door farmaceutische fabrieken ook goede en, belangrijke ontdekkingen gedaan. De belangenverdedigers van deze industrie plegen dat breed uit te meten. Maar dat kan natuurlijk in geen enkel opzicht de ongewenste en kwalijke kanten van hun acti- viteiten vergoelijken.

Het zou natuurlijk het toppunt zijn als de particuliere chemische industrie nooit iets goeds zou leveren. Bovendien worden die ont- dekkingen gedaan door de wetenschappelijke werkers en niet door ondernemers die er winst uit slaan.

Die ondernemers zijn er daarentegen voor verantwoordelijk dat de in hun dienst staande wetenschappelijke staf zijn aandacht niet uitsluitend kan richten op medisch belangrijk werk, doch dat het belangrijkste deel van hun werk besteed wordt voor zaken van al- leen commercieel belang.

Het is een feit, dat het overgrote deel van de duizenden genees- middelen die de markt overstromen, medisch gezien overbodig is, en door het feit dat zij door hun veelheid grote verwarring zaaien, bovendien schadelijk. Deskundigen schatten dat zeker 75 pct van alle nieuwe geneesmiddelen van de gezarnenlij ke industrie in deze categorie valt en beter vandaag dan morgen zou kunnen verdwijnen.

Miljoenen worden er b.v. besteed om stoffen van bekende wer- king zo te versieren, dat zij als "nieuw" en concurrerend op de markt kunnen worden gebracht. Daarna worden miljoenen besteed

(16)

aan reclame om die nieuwbakken geneesmiddelen er in te brengen.

In de Verenigde Staten wordt jaarlijks voor geneesmiddelen-reclame een bedrag uitgegeven, dat in dezelfde orde van grootte ligt als het bedrag van de Nederlandse begroting van Defensie.

Naast de artsen, richt de propaganda zich tot het grote publiek om bij hen nieuwe behoeften te scheppen. Van neusverkoudheid tot futloosheid, er is altijd wel een geneesmiddel wat aanbevolen kan worden, dag in dag uit, in de krant, in de bioscoop en wellicht bin- nenkort ook hier voor de TV.

Het resultaat van al deze inspanningen is, dat er door de farma- ceutische industrie fabelachtige winsten worden gemaakt. Vooral geldt dit voor enkele machtige internationale monopolies. Want het zijn vooral de groten van de groten, die elkaar op dit lucratieve ter- rein beconcurreren.

Reusachtige chemische. concerns, als bijvoorbeeld l.G. Farben, die naast asperientjes duizenden andere producten fabriceert, van kunst- mest tot gifgas. Geneesmiddelen-productie is voor hen zeer aanlok- kelijk, want in de farmaceutische handel wordt met winstmarges gerekend, die aan het ongelofelijke grenzen.

Bijvoorbeeld wordt door Philips voor een vitamine-preparaat als DOHYFRAL AD een prijs gevraagd, die 700 pct hoger is dan de kostprijs. Dit, terwijl in de burgerlijke dagbladpers een reclame- campagne gevoerd wordt voor dergelijke vitamine-preparaten, die werkelijk aan oplichterij grenst. Volkomen ten onrechte probeert men leken wijs te maken, dat normale volwassenen door het extra gebruik van vitamines en speciaal natuurlijk 10 of 15 tegelijk, ver- kwikt zouden worden.

Winstmarges voor andere geneesmiddelen liggen meestal op soortgelijke astronomische hoogte.

In het algemeen wordt geprobeerd door de uitbundige genees- middelen-propaganda de oude medische waarheid in de schaduw te stellen, volgens welke ieder geneesmiddel naast positieve ook negatieve werkingen heeft. Daarom is het voorschrijven van genees- middelen ook het werk van de arts, die voor de individuele patiënt het een tegen het ander kan afwegen.

Daarbij komt nog, dat het vaststellen van voor- en nadelen van een bepaald geneesmiddel een geduldig klinisch onderzoek van maanden en soms jaren vergt.

Zolang de farmaceutische industrie uit commerciële overwegin- gen de markt blijft overstromen met nieuwe preparaten, is het on- doenlijk voor het medisch onderzoek om "bij te blijven".

Als men bij gebrek aan klinische ervaring afgaat op de mede- delingen van de fabrikant, blijkt vaak, dat deze of het werkingsge- bied van het nieuwe middel schromelijk overdrijft, of dat ongewen- ste bijwerkingen onvoldoende onderzocht zijn - zoals dat bij Sof- tenon ook het geval was of dat de gevaren opzettelijk worden ge- kleineerd.

Een ander bijzonder bedenkelijk punt is de poging van sommige fabrieken, artsen te corrumperen en tot het voorschrijven van hun geneesmiddelen te verleiden, door het geven van fraaie geschenken

(17)

of geld voor onderzoek of medische films. Berucht is bijvoorbeeld het geval van de farmaceutische fabriek DAGRA, die enige tijd geleden probeerde artsen op voordelige voorwaarden tot aandeel- houder van haar bedrijf te maken, dat zich - zoals •bekend - als geen ander toelegt op de vitamine-handel, waarvoor nagenoeg geen medische noodzaak bestaat, doch uitsluitend winst de drijfveer is.

Welke remedie?

OE bezwaren tegen particuliere geneesmiddelen-productie kan men aldus samenvatten:

De productie is niet gericht op de volksgezondheid, maar op winst; onverantwoordelijke productie van veelal onnuttige preparaten; waardoor gevaarlijke verwarring en onzeker- heid over de werkingen ontstaat.

Voorlichting en propaganda voor deze geneesmiddelen die gaat van misleiding tot leugenachtigheid; het scheppen van kunstmatige behoeften.

Misbruik van ziekte en menselijk lijden door daar woeker- winsten uit te kloppen, en opslokken van voor de volksge- zondheid bestemde gelden.

Pogingen tot het omkopen van artsen ten koste van de be- langen van de patiënten.

Naar aanleiding van de Softenon-vergiftigingsgevallen heeft men alom geroepen om veranderingen van de situatie. In vele kringen wordt controle gevraagd op de producten van de farmaceutische in- dustrie. En er wordt in dat verband op gewezen, dat b.v. de Neder- landse geneesmiddelenwet [heel toevallig?] reeds bijna drie jaar op inwerkingtreding wacht. Het is duidelijk, dat een dergelijke con- trole noodzakelijk is, en dat op korte termijn op dit vlak tot daden gekomen moet worden. Doch een dergelijke controle is niet vol- doende, slechts het tweede bezwaar zou ondervangen kunnen wor- den. Doch men spant op deze manier het paard achter de wagen.

Wat nodig is, is niet slechts controle op eventuele onverantwoor- delijk verspreide geneesmiddelen, maar een systeem waarin slechts op verantwoorde wijze geneesmiddelen worden geproduceerd. De volksgezondheid is een zaak van algemeen belang, de geneesmidde- len-productie is daarvan een belangrijk onderdeel. Deze moet dan ook geschieden in het algemeen belang. Daarom is de nationalisatie van de farmaceutische industrie noodzakelijk.

A. DE LEEUW

(18)

FRANS HALS

QP 30 september zijn de deuren van de Frans Hals-tentoonstelling in Haarlem gesloten. Dan kunnen ongeveer een kwart miljoen landgenoten en buitenlanders met dankbaarheid terugdenken aan de- ze boeiende en met zorg bijeengebrachte verzameling van 's meesters heinde en ver verspreide werken. Het honderdjarig bestaan van het Haarlemse Gemeentemuseum, dat naar de schilder genoemd is en diens belangrijkste werken bezit, werd op deze wijze grandioos ge- vierd. Maar over vier jaar, op 1 september 1966, zal het drie eeuwen geleden zijn, dat graf no. 56 onder het koor van de Bavo-Kerk werd geopend en de schilder daarin werd bijgezet. Op grootscheepse wijze 's meesters sterfdag te herdenken zal dan voor Haarlem en voor ons land niet meer mogelijk zijn.

Zo onopvallend als zijn graf is, zo onopvallend was Frans Hals' leven. Wat wij er thans met zekerheid van weten, werd in enkele bescheiden teruggevonden: zijn twee huwelijken, de doop van zijn tien kinderen; zijn lidmaatschap van het schuttersvendel der St. Jo- risdoelen en, in 1616, van de Rederijkerskamer "De Wijngaertran- ken". Ook weten wij, dat hij in 1644 bestuurslid van het St. Lucas- gilde werd, waartoe hij in 1610 was toegetreden. De stukken maken ons voorts bekend met zijn constante geldnood en schulden: toen hij ruim 70 jaar oud was, legde een bakker, om een schuld van f 200.-, beslag op zijn inboedel en vijf schilderijen; in 1661 - hij was 80 jaar - onthief het Lucasgilde hem van de jaarlijkse contributie, zijnde 6 stuivers; en gedurende zijn laatste vier levensjaren ontving hij van burgemeesterert een jaartoelage van f 200.-. Hij werd van de armen begraven.

Hij moet een honkvast man zijn geweest, die niet hield van reizen.

Slechts eenmaal verliet hij Haarlem, in 1616, voor een bezoek aan zijn geboortestad Antwerpen.

Zelfs het jaar van zijn geboorte aldaar staat niet vast. Er wordt aan getwijfeld, of hij in 1580 - zoals werd aangenomen - dan wel enige jaren later het levenslicht zag. Zijn ouders waren afkomstig uit Mechelen. Na 1585, na de val van Antwerpen, verliet de vader - op onbekende datum - met zijn gezin deze stad om de wijk te nemen voor de Spaanse onderdrukking en ook, omdat - sinds de Zeeuwen de Scheldemond sloten - er geen droog brood meer te verdienen viel. Zij trokken, evenals tienduizenden, noordwaarts naar de provinciën waar de vrijheid had overwonnen en vestigden zich te Haarlem, waar in 1591 hun zoon Dirck - Frans' jongere broer be- , kend geworden als schilder van genre-stukken - ten doop werd ge- houden. De vader, die "droochscheerder en lakenbereider" was, heeft er door zijn arbeid mede toe bijgedragen, dat in Haarlem de damast- en lakenweverijen tot bloei zijn gekomen.

Heel de jeugd van Frans Hals is in duister gehuld. Over zijn werk

(19)

FRANS HALSMUSEUM-HAARLEM

Frans Hals - Zelfportret ( détail uit het Schuttersstuk van 1639 j

449

(20)

is niets bekend tot 1610/'11. Het schijnt aannemelijk, dat de ontwik- keling, die Haarlem juist tijdens zijn jeugd doormaakte, op Frans Hals een invloed heeft gehad, die gedurende zijn latere leven heeft doorgewerkt in diens intransigerende waarheidszin, kenmerkend voor heel zijn realistische oeuvre.

Het gezin Hals was een kleinburgerlijk gezin. Het behoorde dus tot de klasse, die bij ons tijdens de vrijheidsstrijd eind 16de eeuw aan de macht was gekomen, maar deze strijd in het zuiden had ver- loren tengevolge van het spel, door adel en burger-aristocratie daar tezamen met de Spanjaarden gespeeld. In Haarlem echter lag de glorie van de dappere strijd tegen de Spaanse omsingeling, eervol in 1573 verloren, nog vers in de herinnering. Kenau Simonsdochter Hasselaar was kort voor Hals' aankomst gestorven in 1588/'89, maar zij moet nog het symbool van deze strijd zijn geweest. In openbare gebouwen en in veel huiskamers hing haar portret. Juist in'de jaren, waarin Hals zich vormde, consolideerde de kleine- en middelbour- geoisie de door haar veroverde macht: het waren jaren van krachts- inspanning op economisch terrein. Het waren ook de jaren, waarin de nieuwe, de Calvinistische leer zich verbreidde: de godsdienst, waaraan deze klasse behoefte had ter rechtvaardiging van haar macht. De eenvoud, soberheid en waarheidszin, die deze kHlinbur- gers kenmerkten (en altijd de revolutionaire klassen eigen zijn] von- den hun bevestiging in de nieuwe godsdienst, welke hun gerechte trots en gevoel van eigenwaarde een door god voorziene bestaans- reden gaf. Het kan niet anders, of het nieuwe revolutionaire en bruisende denken uit die jeugdjaren is van invloed geweest op het latere realisme van Frans Hals.

Met zekerheid valt niet te zeggen, bij wie Frans Hals in de leer is geweest. Men ging toen heel jong bij een schilder werken om, vanaf het mengen van verf, het hele pandwerk grondig te leren. Ook in de 17de eeuw is de schilder nog in de eerste plaats handwerks- man.

De belangrijkste leermeester in het toenmalige Haarlem met zijn rijke, anderhalve-eeuw-oude schilderstraditie, was de Vlaming Carel van Mander, in 1548 geboren in. de omgeving van Kortrijk. Uit Italië, waarvandaan hij in 1582 naar de Spaarnestad kwam, had hij de me- thode van het tekenen naar naaktmodel meegebracht en, als eerste in ons land, op zijn academie ingevoerd. Hij verhuisde in 1603 naar Amsterdam, waar hij drie jaar later stierf. Al was hij allesbehalve een aanhanger van de vrije uitbeelding der werkelijkheid, doch een academist voor wie gefantaseerde compositie hoger stond dan het reeds doorbrekende realisme, dit veroorlooft ons toch niet te bewe- ren, dat deze man met zijn fijne geest en onbevooroordeelde, vrije denken, geen invloed kan hebben uitgeoefend op zijn jonge leerling.

Invloeden van het academisme zijn te bespeuren in het vroege, ons bekende werk van Frans Hals. Maar onmiskenbaar vooral is Hals' bewondering voor Cornelis Ketel (Gouda 1548-A'dam 1616), één der pioniers van onze realistische portretkunst en vernieuwer van het groepsportret. Het is interessant, een passage over Cornelis Ketel aan te halen uit Carel van Mander's in 1604 verschenen "Schilder-

(21)

Boeck", dat een reeks levensbeschrijvingen bevat van Nederlandse schilders en dat nog altijd een studiebron is, ook al liet de schrijver er zijn fantasie soms wat te veel de vrije loop. Hij vertelt in zijn le- vensbeschrijving van Ketel, hoe hij deze in Amsterdam heeft zien schilderen met zijn vingers en hoe deze zelfs met zijn voeten zou hebben geschilderd in plaats van met het penseel (Ketel was vanaf 1610 totaal verlamd en had misschien al enige jaren tevoren moeite het penseel te hanteren). Van Mander richt zich met de volgende woorden tot de kritikasters:

" ... wat iemand zo uit eigen aandrift doet, diende men niet kwalijk te nemen, noch moest men misprijzen dat men de mo- gelijkheid aantoont van iets, dat onmogelijk schijnt ... Ten- slotte laat ik de verantwoording ... vooral aan de werken .. . "/

[blz. 46H, uitg. W.B. 1936).

Hier is dus voor Van Mander de schilder als individu vrij in de keuze van zijn middelen en verantwoordelijk voor het resultaat van zijn kunstschepping. De afwezigheid van enig benepen vooroordeel valt des te meer op, als men bedenkt, dat nog in onze eeuw Vincent van Gogh werd becritiseerd, omdat hij met zijn vingers schilderde!

Het gemis aan jeugdwerken van Frans Hals doet zich bijzonder- sterk voelen op de Haarlemse tentoonstelling. Immers, geen der vier enkelportretten, gedateerd vóór 1616, maken ons het ontstaan van het grandiose eerste schuttersstuk "Officieren van de St. J orisdoe- len" van 1616 aannemelijk. Dit groepsportret komt als het ware uit de lucht vallen. Het kan onmogelijk Hals' eerste grote compositie zijn geweest, niet slechts omdat hij hier talloze moeilijkheden heeft overwonnen, maar bovendien omdat hij niet de bestelling der offi- cieren zou hebben ontvangen, zo hij niet reeds als groepsschilder be- kend was geweest.

Nog altijd veranderen om de zoveel jaar de etiketten onder som- mige schilderijen, omdat de jonge wetenschap der kunsthistorie tel- kens nieuwe ontdekkingen doet. Wie weet of misschien niet eenmaal door de specialisten zal worden aangenomen, dat schilderijen, thans aan anderen toegeschreven, in werkelijkheid door de jonge Frans Hals zijn gemaakt. Het schuttersstuk van 1616 is al zó vrij en open van compositie, bovendien reeds van een zó overwogen werking der kleuren en van zulk een trefzekere toets [typerend voor de meester, al zal deze toets later aan kracht en verfijning winnen), dat men zich hier ongetwijfeld voor het resultaat van lange vooroefening bevindt.

Tot omstreeks 1630 zien wij Hals in steeds briljanter, lichtender kleuren schilderen, die echter nooit schreeuwerig zijn, maar voor- naam en ingetogen. Uit zijn kinderfiguren spreekt argeloze onbe- zorgdheid, uit de drinkers en potsenmakers veeleer gewilde vrolijk- heid.

Sinds twee-en-een-halve eeuw wordt door zijn geschiedschrijvers allereerst Houbraken) de legende verspreid, dat de schilder een zat- lap was, die zijn eerste vrouw dood sloeg - legende, des te gemak- kelijker aanvaard aangezien men over Hals' omgang niets weet en geen tijdgenoot iets over zijn leven vermeld heeft. Hals' enige

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘ Toen mijn vriendin weer op de been was, was het belangrijk voor haar om dicht bij huis weer onder de mensen te komen en goed te eten.. Verpleeg- en verzorgingshuizen moeten

Deze resultaten betekenen dat als jongeren chronisch eenzaam worden de wens naar herstel van sociale relaties afneemt, er minder voldoening wordt gehaald uit situaties van

“Ook voor bedrijven en vereni- gingen lassen we een voor- verkoop in van 29 oktober tot 11 november.. Zij kunnen zich aan- melden

In het kader van de Warmste Week schen- ken ze de opbrengsten van de eetavond weg aan De Stappaert, een lokale vzw die zich inzet voor kansar- me jongeren en jonge al-

Dublin Londen Glasgow Liverpool Amsterdam Brussel Antwerpen Luxemburg Berlijn Hamburg Keulen München Parijs Lyon

Een jong stel dat je al lang kent, dat op zomerse avonden soms binnenvalt om effe uit te blazen (uiteraard voor corona) en dat een volgende keer niet meer met

- dat type ‘begrijpend lezen’-onderwijs is zeer goed te toetsen omdat vormkenmerken van teksten bevraagd worden, maar het levert volgens PISA een vorm van leesbegrip op die

Gods volk moet zijn ogen gericht hebben op Zijn komst en Hem in alle dingen behagen, zichzelf niet behagen en niet le- ven voor deze wereld.. Deze brief bevat geboden over zaken