zo vaak in het nieuws!

LIJST VAN ADVERTEERDERS

Restaurant Les Arcades, IJsselstein I Boer b.v., Nieuwendijk I

Van Dijk Modehuis Waalwijk b.v., Waalwijk I Willy Egbers, Arnhem I Hypotheek Centrum voor Academici, Rotterdam I In- tertop Travel b.v., Voorburg I I.V.M. Bouwverbetering b.v., Arn- hem I René Janssen b.v., Wijchen I Vakantieboerderij Klein Oe- ver, Balkbrug I Wijnkoperij van Tetering b.v., Bloemendaal I Tu- non, Den Haag I Westduin Budget Hotel, Vlissingen

ZUID-AFRIKA

zo vaak in het nieuws!

Verruim uw visie door er zelf eens te gaan kijken.

Oosteinde 87 2271 ED Voorburg Tel. 070-864286/864107

biedt u als gespecialiseerd reisbureau op Zuid-Afrika in samenwerking met Suid Afrikaanse Lugdiens re- tourreizen naar Johannesburg vanaf f 2. 100,--.

Bovendien kunnen volledige rondreizen, campers of huurauto's door ons worden geregeld tegen zeer aan- trekkelijke prijzen.

Vraag nadere inlichtingen of kom eens bij ons langs.

RESTAURANT LES ARCADES

gevestigd in 16e eeuwse Raadhuis van IJs- selstein.

Centraal gelegen 7 km onder Utrecht

~=~~~ ~;i6'~vi~

8

3

9

18-BJ

Willy Egbers

Bovag - Garage

AUTO-AIRCONDITIONING

6811 HSTrans 31, ARNHEM 085-421430

Vrijheid en Democratie

veertiendaagse uitgave van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

Nummer 1301 10 april1984

Hoofdredacteur:

Reny Dijkman Algemeen redacteur:

Victor Hafkamp Parlementair redacteur:

Miehiel Krom Buitenland redacteur:

drs. Jan van de Ven Vormgeving:

Siem Willems Redactie-adres en abonnementenadm.:

Koninginnegracht 57, 2514 AE 's-Gravenhage Telex 33564

t.n.v. VVD Den Haag.

Tel.: 070-614121 Druk:

Ten Brink Meppel b.v.

Stichtingsbestuur:

Drs. H. B. Eenhoorn W. J. A. v.d. Berg Mr. J. de Monchy Redactieraad:

Drs. H. B. Eenhoorn, vz.

W. J. A. v.d. Berg, secr.

H. F. Heijmans H.A. M. Hoefnagels Drs. Th. H. Joekes J. van Lier Ir. D. Tuijnman Advertentie-exploitatie:

Bureau Van Vliet b.v.

Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Tel.: 02507- 14745

brieven voor het 8 meinummer moeten uiterlijk 27 april binnen zijn

Mediaspecialisten Keja en He.rmans (foto Stokvis)

- Het pokerspel rond de medianota - VVD de boer op

• Ir. David Luteyn over de Europese Landbouwpolitiek

t ' " "A

DOCUMENT ATlECENTRUM NEDERLANDSE POLITIEKE

PARTIJEN

' ' '

V

nieuws is geen nieuws. Dat verklaart misschien waarom in de media zo weinig aandacht is besteed aan het goede nieuws dat het de liberale ministers van Binnenlandse Zaken, mr. J. C. Riet kerk, en van Justitie, mr. F. KorthalsAltes, is gelukt met de

politievakorganisaties volledige overeenstemming te bereiken over de arbeidsvoorwaarden bijrijks-en gemeentepolitie.

Goed nieuws waaraan veel narigheid is vooraf gegaan.

In het kader van de noodzakelijke bezuinigingen is door een aantal opeenvolgende kabinetten een serie maatregelen genomen, die een gevoelige aantasting betekenden van de inkomenspositie van de Nederlandse politieman en -vrouw. Steeds weer waren het regelingen die op zich niet zo ingrijpend leken. Het was een afkalving van de vergoeding voor onregelmatige diensten, van de verplaatsingskosten, een beperkingvan het aantal overuren ...

enzovoort. Maar bij elkaar opgeteld werd de materiële positie van de politie op de tocht gezet.

Dat leidde tot een ongekende onvrede die in 1983 de aanleiding werd tot een aantal uitbarstingen. De november-demonstratie van 8000 geuniformeerde politiemensen op het Haagse Binnenhof ligt nog vers in het geheugen. Een goed functionerend, en dus ook goed gemotiveerd, politie-apparaat heeft in de VVD-

verkiezingsprogramma's altijd hoog op de verlanglijst gestaan. Zo'n apparaat is de hoeksteen van onze rechtsstaat.

Het is een oprechte gelukwens waard aan onze liberale ministers dat zij kans hebben gezien, ondanks alle budgettaire beperkingen, met de politievakorganisatie tot een accoord te komen. Daardoor is thans een eind gemaakt aan de spanningen tussen overheid en politie, die in de loop van de jaren waren gegroeid.

10 april 1984

Meteen na de stemmingen in de Tweede Kamer over de wijzigingen op de medianota volgde een interview voor Vrijheid en Democratie met de twee VVD-media-

woordvoerders Wim Keja en Loek Hermans. Hun eerste reactie: "Wij zijn ernstig teleurgesteld over de

samenwerking tussen CDA en PvdA". Deze twee partijen bereikten overeenstemming over een derde televisienet en over omroepen op abonnee-televisie. Terwijl de

regeringspartijen bij het opstellen van de medianota goed konden samenwerken, pleegde het CDA later politiek overspel.

Voordat het zover kwam ging heel wat vooraf

I

mediagebeuren werd geschreven voor een VVD-partijraad in september. Dit rapport werd uiteindelijk leidraad voor de nota van het Kabinet. De ambtenaren van minister Brinkman (Welzijn, Volksgezondheid en

Cultuur) presenteerden in juni een dik pak papier wat een medianota zou moeten worden.

Van dit interne stuk had men op het departement al verschillende passages laten uitlekken. De CDA-minister gooide dit ambtelijke en wollige stuk in de pruliemand en schreef tijdens de 'zomervakantie een eigen nota van 14

vellen. De nota wordt ondertekend door zeven VVD en CDA

bewindslieden en op 29 augustus 1983 naar de Tweede Kamer gezonden. De visie van minister Brinkman komt verbluffend veel overeen met de

standpunten in de VVD-medianota.

Wim Keja en Loek Hermans: "Hij heeft onze nota gelezen, is daardoor op een zakelijke gedachtengang gekomen en heeft die gedachtengang gebruikt om zijn eigen nota te schrijven. Dat is herkenbaar voor ons. De kracht van zijn nota die er nu ligt is dat het ontdaan is van alle wollige teksten. De minister geeft in feite op veertien pagina's alle beslispunten aan, waar Kabinet en Kamer een oordeel over zouden moeten geven. De nota is door veel mensen, niet door ons,

bekritiseerd. Het zou geen filosofie

Ed Nijpels in discussie met Wim Keja en Loek Hermans tijdens het

stemmingsdebat over de media hebben en dat soort onzin. De filosofie is volstrekt duidelijk: laat het

omroepbestel het omroepbestel, zorg dat iedere Nederlander op kijk- en luistergebied aan zijn trekken kan komen en laat de nieuwe media (zoals het bedrijfsleven op abonnee-tv) volop de gelegenheid krijgen om alle nieuwe kansen op te pakken."

Natuurlijk is zo'n nota nooit voor 100 procent je eigen nota. Toch sloeg de VVD hier eigenlijk haar grote slag.

Door de liberale nota te presenteren was de VVD iedereen op mediagebied een stap voor. Het zijn immers liberale bouwstenen die nu het fundament van het mediabeleid vormen.

VVD-punten

V

1. Ruimere mogelijkheden voor de consument. Men moet een eigen en brede keuzemogelijkheid hebben. Het huidige omroepbestel is het best waard om in stand te houden.

(Maar niet om daarmee alle nieuwe ontwikkelingen tegen te houden). Ze komt uiteindelijk voort uit particuliere initiatieven. Daarnaast moeten nieuwe ontwikkelingen een kans krijgen.

2. Nederland mag een grote exportontwikkeling niet missen.

Momenteel is ons land het dichtst bekabelde land van Europa. Nu het buitenland ook steeds meer gaat bekabelen (TV en radio bereikbaar maken via kabelaansluitingen) moeten wij proberen die voorsprong te behouden. Wim Keja: "Het zou toch

te gek zijn als Nederland Duitse kabelsystemen moet gaan importeren, omdat Nederlandse bedrijven worden geblokkeerd in hun mogelijkheden."

3. De positie van de NOS moet veranderen. Zo moet deze organisatie worden opgesplitst in drie taken: de programma's (met minder zendtijd), het verzorgen van technische

faciliteiten (zoals behulpzaam zijn bij het maken van radio en tv opnames voor omroepen) en een onafhankelijk commissariaat voor de media. De culturele rol van 9e NOS moet in stand blijven. Dit punt was een compromis met het CDA. De VVD erkende dat het cultureel element van de NOS belangrijk is voor een goed functionerend omroepbestel. In dit compromis werd overigens ook afgesproken dat er vrijheid op de kabel zou komen. In februari 1984 zou blijken dat "afspraak is afspraak" bij het CDA niet altijd opgaat.

Overleg onmogelijk

T

behandeling van de medianota zou in januari 1984 plaatsvinden. Loek

Hermans en Wim Keja: "Voor het kerstreces zeiden wij al tegen het CDA: Moeten wij niet eens gaan overleggen. Wij zijn best bereid om de medianota aan te nemen, maar jullie hebben gezegd dat er hier en daar dingen in zitten die jullie niet leuk vinden. Het is niet helemaal een CDA- nota, het is ook niet helemaal een VVD-nota. Misschien kunnen we samen, heel voorzichtig, een aantal wensen aan de nota toevoegen of misschien wat vervelende punten eruit halen."

De VVD-woordvoerders waren het hele kerstreces beschikbaar om te praten. Collega's hoorden ze regelmatig mompelen: "We horen maar niets van het CDA. Ze willen niet." Het is op het Binnenhof geen geheim dat binnen het CDA nogal wat verdeeldheid heerste over de

opstelling bij de nota. Zolang dit zo was, kon het CDA niet tot een besluit komen en wilde deze partij niet met de coalitiepartner praten. "Toen we na het kerstreces terugkwamen had het CDA nog steeds geen besluiten genomen. Ze moesten de zaak intern overleggen. Het liep zelfs zo hoog op

dat minister Brinkman zich ermee begon te bemoeien. Pas op de woensdagavond voor het mediadebat (de maandag erna) zou plaatsvinden, hebben we met het CDA gesproken.

Dat gebeurde op dringend verzoek van de minister. In het torentje

(werkkamer minister-president) werd ons door het CDA officieel

aangekondigd dat men vond dat er een derde televisienet moest komen. Wij hebben meteen gezegd dat dit in strijd is met de medianota." Daarin staat dat de omroepbijdrage niet steeds

opnieuw verhoogd mag worden. Een derde net zou betekenen dat de jaarlijkse omroepbijdrage met minstens twintig tot veertig gulden omhoog zal gaan.

"Wij zeiden óók dat een derde net in strijd is met het regeerakkoord. De afspraak tussen CDA en VVD is dat we het omroep-bestel zouden beschermen in de huidige mpvang.

Daar moet je niet nog eens een derde poot (derde net) aan gaan zetten. Het CDA is dit tijdens het gesprek hoog op gaan spelen. Men dreigde toen al dat ze ook omroepen zelfstandig op de abonnee-tv wilden gaan toelaten. Met andere woorden: Ze wilden aan twee kanten het compromis breken dat wij hadden gemaakt (blijf van de omroepen af en laat de kabel en bijvoorbeeld abonnee-tv. over aan het bedrijfsleven). Het CDA zei verder dat als wij niet met hun dictaat zouden meegaan ze het met de oppositie zouden proberen.

Wij hebben toen gezegd dat ook de VVD het een en ander met de oppositie zou kunnen regelen. Maar

wij wilden liever met het CDA blijven praten en zaken doen." Wat wilden jullie met de oppositie regelen? "We noemden het invoeren van reclame bij de lokale en regionale omroep en de regionale omroepproblemen in Limburg". De VVD vindt dat de zendmachtiging van een regionale of lokale omroep door het commissariaat voor de media moet worden

afgegeven. Het CDA niet.

"Minister Brinkman zei toen wel meteen dat hij daarvan geen halszaak zou maken. Dat punt zouden we dus zo kunnen regelen met de oppositie. Wij bleven echter hameren op een goed óverleg tussen CDA en VVD. Het CDA zei lokale en regionale reclame onaanvaardbaar te vinden. Wij vonden dat van het derde net en de

zelfstandige rol van omroepen bij de abonnee-tv (zelfstandige rol wil zeggen dat ze onder eigen vlag op abonnee-tv programma's mogen uitzenden). Dit gesprek leverde dus geen enkel resultaat op." Wim Keja:

"Je leest weinig meer over de reclame op de regionale omroep. Wat nu gaat gebeuren is dat landelijke reclame wel mag worden uitgezonden op de regionale omroep, maar plaatselijke reclame niet. Dat is eigenlijk krankzinnig."

De VVD heeft zich niet echt sterk meer gemaakt voor het punt regionale reclame. Loek Hermans: "Zoals het nu is geregeld, lijkt het ons volledig in strijd met allerlei Europese

richtlijnen. Waarom mogen

middenstanders geen reclame maken op radio en tv? Op de STER is dat onbetaalbaar voor hen en vaak

1 0 april 1984

onmogelijk. Daarvoor moet regionale en lokale reclame als mogelijkheid geboden worden. Vroeg of laat zal blijken dat de VVD gelijk heeft en krijgt."

Hetdebat

A

commissieverband) over de medianota geen enkele motie in. Het CDA kwam, zoals aangekondigd, met een motie om een derde net in te voeren. "Wij·

hebben na afloop van de eerste termijn tegen het CDA gezegd. Laten we nou eens kijken wat het kabinet van een derde net vindt. Laten we nog eens praten en kijken of zo'n net past in de medianota. Overleg bleek opnieuw niet mogelijk."

De PvdA diende een motie in om omroepen zelfstandig te laten meedoen op de abonnee-tv. Omroepen zouden, volgens de socialisten, een duidelijke inbreng moeten hebben in dit project. In de medianota staat dat deze nieuwe vorm van

informatievoorziening bij het bedrijfsleven thuis hoort. De VVD vindt dat als het bedrijfsleven dat wil, zij natuurlijk altijd produkties van omroepen kan kopen. Deelnemende firma's hebben inmiddels laten weten dat als de omroepen een inbreng krijgen op de abonnee-tv het project wat hen betreft er niet hoeft te komen.

Zij doen dus niet mee als ze niet zelf kunnen bepalen wat aan de consument wordt aangeboden.

Opvallend detail is dat de PvdA aanvankelijk met een harde motie over abonnee-tv wilde komen. Uiteindelijk diende deze partij een meer vage motie over hetzelfde onderwerp in.

Door deze meer oppervlakkige motie zou de samenwerking (abonnee-tv- derde net) die het CDA met de socialisten wilde eenvoudiger worden.

Samenwerking CDA-PvdA

I

voor de uiteindelijke stemming over de moties van de medianota verspreidde het CDA het bericht dat de VVD in het geheim met de PvdA de

onderhandelingen was begonnen. Dit

gebeurde waarschijnlijk om "het overspel" van de Christen- Democraten naar het publiek te dekken.

Loek Hermans: "Dat bericht verscheen in een aantal kranten. Wij zouden afspraken hebben gemaakt met de PvdA. Er werd gesproken over een geheim bod. Dat is de grootste lariekoek! Wij hebben voortdurend gezegd: CDA: Wij zijn

coalitiepartners. Laten wij samen gaan praten. In een radioprogramma (VARA, Rooie Haan), waar CDA, PvdA en wij waren uitgenodigd om te discussiëren over de medianota, zei de CDA-woordvoerder: Wij gaan praten met de PvdA. Toen heb ik gezegd:

Dan doen wij het ook, maar wij willen liever met jullie blijven

onderhandelen." Toen de

samenwerking CDA en PvdA verder ging, heeft wel een gesprek

plaatsgevonden tussen woordvoerders van PvdA en VVD. "Wij hebben zitten praten, zonder concrete afspraken te maken. Wij hebben gesproken over interpretaties van de nieuwe PvdA-motie over omroepen op de abonnee-tv. PvdA en VVD

versehiJden te veel van mening!"

Destemming

D

Op de dag waarop gestemd zou moeten worden lagen zo'n kleine zestig moties (veel van de kleine politieke partijen) op tafel. Een aantal hiervan waren op het laatste moment nog ingediend. Op verzoek van Kamervoorzitter Dolman werd de stemming uitgesteld. Opnieuw moest de betreffende Kamercommissie over dit onderwerp vergaderen. Inmiddels probeerde het kabinet de .

samenwerking CDA-PvdA tegen te houden. Minister-president Lubbers verklaarde (ook om zijn eigen partij niet al te diep te laten vallen) dat een studie naar een derde net eventueel kan komen. Omroepen op abonnee-tv (de PvdA-wens) noemde hij

onaanvaardbaar. Wim Keja en Loek Hermans: "Deze uitspraken zijn belangrijk. Het betekent dat de overeenkomst tussen CDA en PvdA op losse schroeven komt te staan. Als het kabinet voet bij stuk houdt, en er dus geen omroepen op de abonnee-tv komen, zal de PvdA (die dit wel wil) niet meer zo happig zijn op het CDA-

deel van de overeenkomst: het derde net."

Tijdens de laatste

commissievergadering over de medianota werden zowel door minister Brinkman als door VVD-

staatssecretaris Scherpenhuizen ook nog eens duidelijk de argumenten tegen een derde net onderstreept. Het kost te veel. Het wordt een rommelnet (zo'n 20 organisaties zonder leden zouden op dit net zendtijd krijgen. Dit zijn zendgemachtigenden als NOS, Teleac en Socutera etc), een

voorgestelde zendtijduitbreiding van Nederland I en 11 overdag zou van de baan zijn en worden gebruikt voor het derde net. Door de sterkte van de nieuwe zender zal bovendien in grote delen van ons land de ontvangst van buitenlandse zenders, zoals Duitsland en België, onmogelijk worden. Daarna volgde de definitieve stemming. Een ' ingediende motie van de PvdA over de regionale omroep in Limburg werd met steun van de VVD aangenomen.

Een VVD-motie over regionale reclame op lokale omroepen werd afgewezen. CDA en PvdA stemden hand in hand voor een derde net en voor de omroeporganisatie op abonnee-tv.

Minister Brinkman heeft deze beide moties sterk ontraden. Dat betekent dat hij hier definitief niets van wil weten. Voert hij de moties niet uit dan kan iemand in de Tweede Kamer een motie van afkeuring indienen. Bij aanname van een dergelijke motie zou dit betekenen dat minister Brinkman alsnog de moties moet gaan uitvoeren of dat hij moet aftreden. CDA- fraktievoorzitter De Vries heeft al gezegd dat zijn partij een motie van afkeuring niet zal steunen. (Het gaat immers om een CDA-minister.) Volgens beide VVD-woordvoerders zal de VVD dan straks toch haar zin krijgen. De minister voert de moties niet uit (of in ieder geval die van de omroepen op abonnee-tv niet). De samenwerking tussen CDA en PvdA zal dan zijn verbroken. Wim Keja noemt het hele gebeuren rondom de medianota: "Politiek pokerspel". Als straks blijkt wie met de billen bloot moet is dit wel een heel bijzonder spelletje poker.

Miehiel Krom •

foto's: cover en art. Bureau Stokvis

---·~--··-

IM

HYPOTHEEKCENTR~,

WAAROM EIGENLIJK?

Waarom is het Hypotheekcentrum (al sinds 1973 in het Bouwcentrum gevestigd) zo succesvol?

De adviezen voor woningfinanciering van één enkel jaar gaan over een totale waarde van

f 500.000.000,-en ze worden uitgebracht door mensen die samen meer dan 100 .. manjaren" ervaring hebben in hypotheekadvisering!

Let wel, het gaat om gratis adviezen en daarna desgewenst gratis bemiddeling.

Veel mensen plaatsen hier een vraagteken. Gratis? Hoe kan dat dan. Waar leven die deskundige adviseurs dan van?

Het antwoord is eenvoudig. Het Hypotheekcentrum biedt zijn diensten naar twee kanten aan, naar u om uw zaak zo goed mogelijk te dienen èn naar geldgevers, om voor hen een verantwoorde veilige belegging te regelen.

Het zijn die geldgevers die voor de diensten van het Hypotheekcentrum betalen.

Wie die geldgevers zijn? Eigenlijk alle grote geldinstellingen zoals banken (AMRO- NMB- MEES & HOPE enz.) verzekeraars (NATIONALE NEDERLANDEN- AEGON- STAD ROTTERDAM enz.) hypotheekbanken (WESTLAND-UTRECHT- ROHYP- R.P.S. enz.) en sommige pensioenfondsen die belegging voor hun mid- delen zoeken.

De kwaliteit en de integriteit van het Hypotheekcentrum is voor geldgevers belangrijk. Zo belangrijk dat ze voor die .. toegevoegde waarde" willen betalen.

Precies dezelfde eigenschap maakt het voor u nuttig om met het Hypotheekcentrum in zee te gaan als u een hypotheek nodig hebt.

En als u nu nog geen directe plannen hebt, ... dan kan het toch goed zijn het Hypotheekcentrum te raad- plegen.

Als zich een kans voordoet een fijn huis te kopen, dan weet u alvast wat uw mogelijkheden zijn.

Gedetailleerde informatie begint met een telefoontje, om toezending van het .. Oranje Boekje" te vragen.

Dat gebeurt ogenblikkelijk.

Ook gratis!

voor a c a d e m i c i

RAAD VAN TOEZICHT:

01 0-14.33.11. * (of 05 3-35.1 3.04 voor Oost-Nederland)

POSTBUS 2600 ROTTERDAM

voorzitter: prof. dr. R. Bannink (econoom); leden: -prof. dr. J. Bergsma (klinisch psycholoog). ir. D.J. Brink b.i.

(architect B.N.A.). prot. dr. H.G. Schulte Nordholt (cultureel antropoloog). J.P. Kostense (register accountant).

5

Het landbouwbeleid heeft het laatste half jaar binnen de EG voortdurend in de belangstelling gestaan. Elders in dit blad treft u "De VVD de boer op", het binnenland gebeuren en hieronder vindt u een artikel dat ir. David Luteijn,

landbouwspecialist en VVD-Eerste-Kamerlid, op verzoek van de redactie schreef over het Europees beleid. Beide artikelen werden geschreven voordat de EG-

landbouwministers in Brussel overeenstemming bereikten op 30 maart 1984.

Redactie

Europees

landbouwbeleid

Gedurende ruim 20 jaar

gemeenschappelijk landbouwbeleid in de EG is de produktie in alle

belangrijke sectoren sterk toegenomen. De introductie van nieuwe produktietechnieken, de intensivering en specialisatie op de agrarische bedrijven hebben er voor gezorgd dat voor sommige produkten, zoals melk, de produktie aanzienlijk sneller is toegenomen dan de reële afzetmogelijkheden binnen en buiten de EG. De voorraden boter en magere melkpoeder, maar ook rundvlees, zijn daardoor weer fors gegroeid. Qp dit moment ligt er 900.000 ton boter en bijna l miljoen ton magere

melkpoeder in de koelhuizen. Het is duidelijk dat dit niet zo kan doorgaan, mede gezien de grote kosten die dit met zich meebrengt voor een toch al slecht bij kas zittende EG.

De produktie van

overschotsprodukten en met name van melk zal niet verder mogen groeien en zo mogelijk iets dienen in te krimpen.

De centrale vraag is natuurlijk hoe dat moet gebeuren.

In feite kan dat op twee manieren. Via het marktmechanisme door de prijs van de melk te verlagen. Ofwel door voor elk bedrijf een bepaald

gegarandeerd kwantum toe te wijzen.

Structureel gezien is een verlaging van de melkprijs het beste. Daardoor blijft immers het uitgangspunt overeind dat zoveel mogelijk de produktie daar gaat plaats vinden waar de produktieomstandigheden het gunstigst zijn en de kostprijs dus het laagst. Bij een contingentering per

David Luteijn bedrijf wordt daarentegen de

produktieontwikkeling op efficiënte en moderne bedrijven als het ware afgeremd ten gunste van meer marginaal producerende bedrijven.

Vooral voor Nederland is

contingentering daarmee een slechte zaak.

Superheffing

Toch lijkt in EG-verband een herstel van evenwicht niet alleen via het prijsmechanisme mogelijk. In de eerste plaats zou een vrij forse prijsdaling nodig zijn en dat is niet aanvaardbaar met het oog op de toch al matige inkomens in de veehouderij.

En een beperkte prijsaanpassing naar beneden betekent weer dat het effect op het produktievolume pas na enige jaren zichtbaar wordt.

Naast een terughoudend prijsbeleid in de komende jaren is dan nu gekozen voor de invoering van een zogenaamde Superheffing. Deze heffing zal 75 % van de garantieprijs gaan bedragen en betaald moeten worden over de meerproduktie in vergelijking met

1981 + l %.

Voor de Nederlandse melkveehouder betekent dit dat hij zijn huidige produktieniveau met gemiddeld 7 % zal moeten verlagen, wil hij niet onder de Superheffing gaan vallen.

Natuurlijk is dat voor alle bedrijven een uiterst zware opgave. Immers minder produktie betekent bij gelijkblijvende vaste kosten minder inkomen. Voor een aantal bedrijven betekent deze Superheffing een direct gevaar voor het voortbestaan.

Bedrijven die bijvoorbeeld recent geïnvesteerd hebben in een nieuwe, grotere stal; of bedrijven die een lage produktie hebben gehad in het basisjaar als gevolg van veeziekte, wateroverlast in uiterwaarden e.d.

Voor deze bedrijven zullen uitzonderingen moeten worden toegepast met alle administratieve rompslomp die daarbij hoort.

Grootste probleem voor onze Nederlandse, op export gerichte zuivelsector, is evenwel dat nu voor de komende jaren een verdeling van het produktievolume tussen de lidstaten heeft plaats gevonden en individuele bedrijven zich aanzienlijk moeilijker zullen kunnen ontwikkelen.

Een dergelijke Superheffing past dan ook helemaal niet in het beeld van een moderne, efficiënt producerende landbouw. Het past ook niet in onze liberale visie op het

Gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Het is dan ook van levensbelang dat er alles door de Nederlandse regering aan gedaan wordt om deze

contingentering zo tijdelijk mogelijk te laten zijn. En dat vooral de re- nationalisatietendens die met de landenquota is binnengeslopen, geen

verdere kans krijgt. Zo gauw de markt weer in redelijk evenwicht is, dient dan ook tot het "normale markt- en prijsbeleid" teruggekeerd te worden.

Het zal duidelijk zijn dat in deze visie niet past om als het ware de noodzaak tot contingentering voor langere tijd te bevestigen door naast de Superheffing toch weer de melkprijzen te gaan optrekken.

Overschotten

Hoewel de zuivel in het middelpunt van de belangstelling staat, worden ook andere produkten met

overschotten geconfronteerd. Met name geldt dit voor rundvlees, wijn, suiker en granen. Voor rundvlees lijkt men vooral de oplossing van lagere prijzen te kiezen. Dit mede om te voorkomen dat de consument steeds meer overschakelt van rundvlees naar het goedkopere varkens- en

pluimveevlees. Voor suiker neemt de producent reeds geheel de kosten van overproduktie via heffingen voor z'n rekening.

Ook voor granen kiest de Europese Commissie voor een beleid gericht op lagere prijzen die dichter bij het lage wereldmarktniveau komen te liggen.

Voor onze akkerbouw, waar graanteelt toch al geen vetpot is, een vrij

zorgelijke ontwikkeling. Overigens zal de Europese Commissie hier toch moeten oppassen. Immers l op de 3 ha cultuurgrond in de EG wordt met graan beteeld en lagere graanprijzen zou vooral op de vele gemengde bedrijven wel eens kunnen leiden tot verschuiving naar veehouderij- produkten.

Samenhang

Het is dan ook van groot belang dat bij het gestalte geven aan het

landbouwbeleid in de EG goed rekening wordt gehouden met de samenhang tussen de diverse produktenen sectoren. In feite is er voor de Europese boer alleen nog de

mogelijkheid van uitbreiding bij de produktie van plantaardig eiwit (erwten en bonen) als grondstof voor veevoeder. Hier zijn we immers nog voor zo'n 80% afhankelijk van import van soya uit met name de VS en Brazilië.

Eigenlijk zou het natuurlijk,

economisch gezien, verreweg het beste zijn indien een oppervlakte marginale gronden uit produktie werd genomen.

Dat is evenwel voor landen, waar de plattelandsgebieden toch al dun bevolkt en economisch zwak zijn, moeilijk te aanvaarden. Overigens zal voor deze gebieden in vooral Midden en Zuid-Europa uiteindelijk toch enkel een meer omvattend regionaal beleid een oplossing kunnen bieden.

Al met al staan we met het Europese landbouwbeleid op een kruispunt van beleidswegen. Het is te hopen dat de tendens naar contingentering en re- nationalisering die zich (onder druk van de noodzaak om èn de voorraden èn de kosten op korte termijn terug te dringen) nu aandient, snel weer kan worden omgebogen in de richting van een werkelijk gemeenschappelijk beleid. Een beleid waarin bedrijven de ruimte behouden om te moderniseren en zich aan te passen aan

ontwikkelingen elders in de wereld.

Een beleid bovenal ook waarbij de grenzen binnen de EG geopend blijven voor onzeproduktenen ook reële afzetmogelijkheden blijven bestaan naar de wereldmarkt. De toekomst van de Nederlandse land- en tuinbouw, waar 2 op de 3 gulden met export moet worden verdiend, staat of valt ermee.

David Luteijn •

VVD-Eerste Kamerlid 26 maart 1984

.J n deze ingezonden briePenrubriek worden retu:ties ••n ten hoogste 100 woorden opgenomen.

Langere brinen worden door de redtu:tie ingekort. A•n•llllen op persollen of •fschriftell ••n

correspondentie komen niet •oor platsing in anmerking.

De rubriek is •lleen 11oor leden bestemd.

Platsing betekent niet d11t de t;edtu:tie het

"'et de inhoud eens is.

Midden-Amerika

Het regime in Nicaragua heeft de verkiezingen al geregeld. Er doen mee communisten, socialisten, Christen- Democraten en Liberalen. De naar Costa- Rica uitgeweken voormalige

sandinistische guerilla-commandant, Eden Oastora. wordt bij verstek als .. contra-revolutionair" veroordeeld.

Nederland zal dus behalve waarnemers bij de verkiezingen ook vóór de verkiezingen onderhandelaars moeten sturen en desnoods de enorme opbouwsteun moeten opschorten. Ik ben het met het VVD- Kamerlid We is glas (V & D. 27-3) eens dat .. het verzet" in El Salvador meer gehaat dan geliefd is. De morele steun aan deze terroristen moeten we tegenwerken. Zij die morele steun geven aan .. het verzet" zijn volgens mij mede-verantwoordelijk voor de 50.000 oorlogslachtoffers.

Gestraften

L. Nelen Kruisland

Mijn artikeltje in V & D nr. 1298 is geschreven vanuit een 30-jarige ervaring als LBO-leraar.

Ruim 90 % van onze leerlingen is theoretisch zwak-begaafd. Hun aversie tegen algemene vakken neemt- met het ouder worden- alleen maar toe. Algemene vorming is toegenomen ten koste van de technische vorming. Het bedrijfsleven haalt zijn vakmensen uit het buitenland, want wij leiden niet goed genoeg meer op.

Door wat wij van het LBO gemaakt hebben.

worden onze leerlingenjuist steeds kansarmer. De middenschool zal dit probleem dusdanig verergeren dat er een nieuwe klasse van misdeelden zal ontstaan. ondanks alle goede bedoelingen.

W. Schuddeboom Hoorn (vervolg zie pag. 23)

10 april 1984

Op 29 maart bezocht deAmerikaanse ministervan Defensie, Weinberger, het Nederlands parlement.

Weinberger werd ontvangen door de voorzitter van de defensiecommissie Albert Jan Evenhuis. In het gesprek

met de commissie drong de

Amerikaanse minister van Defensie , aan op voortzetting van de uitvoering van het NAVO dubbelbesluit van 1979, waarbij Nederland zich verplichtte -onder voorbehoud- kernraketten te plaatsen. Het niet plaatsen beschouwt hij als een beloning voor de Russen die voortijdig de onderhandelingstafel in Genève verlieten.

'·-:'

Vrijheid en Democratie blijft Stichting

Bas Eenhoorn, voorzitter Stichting Vrijheid en Democratie

Vrijheid en Democratie blijft een stichting. Nadat de algemene vergadering in het voorjaar 1983 het concept- redactiestatuut in die vorm niet accepteerde (veel

wijzigingsvoorstellen, maar ook een roep om minder

• regelgeving) heeft het

hoofdbestuur van de VVD de voorkeur gegeven aan

handhaving van de reeds sinds 1948 bestaande stichtingsvorm.

Voorzitter van deze stichting is de heer drs. H. B. Eenhoorn, als db-lid belast met het beheer van Vrijheid en Democratie.

De redactieraad, waarvan u de namen in het colofon kunt aantreffen, heeft de functie vantoetsings-en

adviescollege. Redactieraad en hoofdredacteur vergaderen elk kwartaaL

Bij de hoofdredacteur ligt primair de

eindverantwoordelijkheid voor de inhoud van het partijblad. Hijjzij is gebonden te handelen in de lijn van de VVD. Hij/zij kan daarover te allen tijde door het hoofdbestuur ter verantwoording worden geroepen.

De algemene vergadering voorjaar 1984 is hiermee accoord gegaan.

In verband met het beperkt aantal pagina's dat ons partij-orgaan mag tellen, verzoekt de redactie u nogmaals vriendelijk niet op eigen initiatief artikelen in te sturen. Het landelijke kopij-aanbod is bij elk nummer aanzienlijk groter dan de financiële mogelijkheden ter realisering toestaan. Het is voor de schrijvers(sters) zo teleurstellend na al hun inspanning van ons te moeten vernemen dat er geen plaatsruimte is.

De ingezonden brievenrubriek staat echter voor elk individueellid open.

Echter ook hier geldt de beperking dat wij het 1 00-woordencriterium moeten toepassen om zoveel mogelijk VVD- (st)ers aan bod te laten komen.

Reny Dijkman •

Naturalisatie

Deze week is de nieuwe wet op het Nederlanderschap behandeld, die noodzakelijk is in verband met de

goedkeuring van enkele verdragen, die onder meer beperking van meervoudige nationaliteit en

staatloosheid beogen.

De nieuwe wet op het

Nederlanderschap regelt onder andere de verkrijging van het

Nederlanderschap; de

weigeringsgronden; het verlies van het Nederlanderschap.

Belangrijke punten

1. Het Nederlanderschap wordt verkregen door afstamming van een Nederlandse vader of moeder. Tot dusverre was alleen van belang of de vader Nederlander was. Vanwege de gelijkberechtiging van man en vrouw is dit derhalve een volkomen logische verandering.

2. De zogenaamde derde generatie, dat zijn de kleinkinderen van vreemdelingen, die in Nederland zijn komen wonen, worden van rechtswege Nederlander. Dit is in

overeenstemming met de huidige wet, maar wijkt af van het wetsvoorstel.

Daarin is opgenomen dat aan de derde generatie een optierecht zou moeten worden toegekend, dat bij

meerderjarigheid voor het Nederlanderschap kan worden gekozen.

Voordelen van het van rechtswege toekennen zijn; het schept duidelijkheid en geeft derhalve minder spanningen binnen families van vreemdelingen; het past in het integratie beleid, waarbij er naar gestreefd wordt te bevorderen, dat vreemdelingen die blijvend in Nederland zijn, Nederlander worden.

De Staatssecretaris verdedigde de toekenning van het optierecht door te

stellen, dat sommige groepen het Nederlanderschap niet willen, zoals de Molukkers.

Het betreft overigens een relatief kleine groep. Daartegen is onder meer van VVD-zijde aangevoerd, dat de uitzondering niet tot regel moet worden verheven. Indien bijvoorbeeld tegemoet dient te worden gekomen aan de Molukse verlangens dan moet voor deze groep een wettelijke uitzondering worden gemaakt. Dit is thans ook het geval.

3. In de nieuwe wet vervalt het optierecht voor de buitenlandse vrouw, die met een Nederlander is gehuwd. Tot dusverre kon zij door een min of meer administratieve

handeling de Nederlandse

nationaliteit verkrijgen. Volgens de nieuwe wet zullen partners van Nederlanders gelijk worden

behandeld. Dit komt erop neer, dat zij door naturalisatie Nederlander kunnen worden, maar de termijn voor naturalisatie is 3 jaar geworden in plaats van 5 jaar.

Een bijkomend voordeel van

afschaffing van het optierecht voor de buitenlandse, met een Nederlander gehuwde, vrouw is dat daardoor de schijnhuwelijken worden

tegengegaan.

4. Volgens het wetsvoorstel moet een buitenlander, die Nederlander wil worden in de Nederlandse

samenleving zijn "ingeburgerd". De VVD acht dit begrip te vaag. Tezamen met het CDA werd een amendement ingediend, om het begrip inburgering meer inhoud te geven. Vereist zal worden dat de verzoeker voor , verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie een redelijke kennis van de Nederlandse taal heeft. Ook zal overigens moet blijken, dat hij/zij is ingeburgerd.

5. De VVD is met de regering van oordeel, dat de meervoudige nationaliteit zoveel mogelijk moet worden beperkt. Er zijn twee uitzonderingen, vanwege:

a) aanvaarding van de

gelijkberechtiging van man en vrouw b) integratiedoeleinden.

Dientengevolge heeft de VVD gestemd tegen amendementen van linkse partijen, die ertoe strekten om buitenlanders de oorspronkelijke nationaliteit te laten behouden. Een andere reden is, dat naar ons oordeel door degene die Nederlander wil worden een duidelijke keuze moet worden gemaakt.

Tot slot nog dit. De VVD is voor een ruimhartig naturalisatie beleid. Het is beter vreemdelingen, die legaal in Nederland zijn en blijven, Nederlander te laten worden.

Bij het debat over deze wet is

mijnerzijds namens de VVD nogmaals benadrukt, dat tegelijkertijd een restrictief toelatingsbeleid noodzakelijk is. Dit is voor een evenwichtige en stabiele Nederlandse samenleving nodig; de

maatschappelijke gevolgen van de toestroom zijn te lang onderschat gebleven.

In grote lijnen is het beleid ook restrictief, maar een spoedige herziening van de Vreemdelingenwet kan aan duidelijkheid hiertoe bijdragen.

Benk Kort hals •

VVD- Tweede-Kamerlid

1 0 april 1984

De VVD- Tweede Kamerfractie in het parlement

Overheid nu afslanken

De VVD vindt dat het dringend nodig is dat de overheid afslankt. Het

ambtelijk apparaat is veel te groot, er zijn enorm veel (overbodige) regels en de overheid kost te veel.

In een uitgebreide commissie vergadering (UCV) van de Tweede Kamer over de reorganisatie

rijksdienst zei VVD-woordvoerder Jan Kees Wiebenga: "Mijn fractie is van mening dat de overheid, en met name de rijksoverheid, uit haar voegen is gegroeid. Als we kijken naar de konijnsgewijze uitbreiding van het ambtelijk apparaat, als we kijken naar het steeds toenemend beslag van de overheid op het nationaal inkomen (ook in vergelijking met andere landen) en als we kijken naar het aantal regels en voorschriften dat de overheid produceert, dan moet de conclusie zijn dat het zo niet meer kan." Zeker nu het economisch minder goed gaat, is de overheid teveel een remmende factor.

De VVD vindt dat het Kabinet haast moet maken met het saneren van de overheid. De liberalen vinden dit om twee belangrijke redenen: een principiële en een praktische. Zo zei Jan Kees Wiebenga: "Om praktische redenen, omdat de

overheidsmachinerie doldraait. Om principiële redenen, omdat een overheid die te zeer bureaucratiseert, die teveel regelt, door de burger niet meer erkend zal worden." Zes grote operaties moeten een eind maken aan het uitdijen van de overheid: de heroverweging ( = algemene

bezuinigingsrondes), de privatisering

functioneren van ministeries). Het is duidelijk. De VVD vindt het belangrijk dat de rijksbureaueratie wordt teruggedrongen. "Het wordt tijd om tot daden over te gaan. Als het ons niet snel genoeg gaat, zal de VVD zonodig de rol van aanjager

opnemen", zei de VVD-woordvoerder aan het slot van zijn betoog.

Onderministers

Bij de commissievergadering over de reorganisatie van de rijksdienst kwam ook de rol van ministers en

staatssecretarissen ter sprake. De VVD wil het functiepakket van staatssecretarissen verbreden tot die van onderminister. Zo'n onderminister kan dan optreden als plaatsvervanger van de minister, zowel in de Kamer als in de Ministerraad. Momenteel heeft een staatssecretaris deze bevoegdheid niet. (m.u.v. staatssecretaris

Bolkestein, red.).

Bovendien wil de VVD dat

bewindslieden tussentijds vervangen kunnen worden. Hierover zei het VVD-Tweede Kamerlid Jan Kees Wiebenga: "Het zou wellicht niet slecht zijn voor het land, als

bijvoorbeeld de minister-president en de vice-president (uiteraard alleen in onderlinge overeenstemming met de fractievoorzitters van de

regeringspartijen) tussentijdse verschuivingen tussen

bewindspersonen in het kabinet zouden kunnen bewerkstelligen. Op dit punt zijn de zaken te verstard komen te liggen."

IM

Jan Kees Wiebenga

Politieke adviseurs

Tot slot bleek dat de VVD-fractie van opvatting is veranderd over politieke adviseurs voor bewindslieden. Het nieuwe standpunt van de VVD is dat een minister of staatssecretaris zelf kan beslissen om wel of niet een politiek adviseur aan te nemen. De liberale fractie stelt wel een paar voorwaarden. Zo moet de aanstelling van een politiek adviseur open en bloot gebeuren en niet in de vorm van een gewone ambtenarenpositie. Politiek assistenten moeten weer verdwijnen als hun minister opstapt. (Een rechtspositieregeling en een goede wachtgeldregeling zijn noodzakelijk.) De VVD vindt verder dat iedere bewindsman of -vrouw slechts één adviseur mag nemen.

Miehiel Krom •

( = meer overlaten aan bedrijfsleven i.p.v. aan de overheid), de

formatievermindering ( = minder personeel bij de overheid) de deregulering ( = minder en eenvoudiger wetten), de

decentralisatie ( = taken van hogere overheid naar lagere overheid, bijv.

van rijk naar gemeente) en de

reorganisatie rijksdienst ( = efficienter

ZEELAND'S NIEUWSTE VAKANTIE-HOTEL AAN ZEE:

-,. WESTDUIN BUDGET HOTEL"- te Koudekerke bij Vlissingen, 100 meter

van het strand! ·

OPENT 1 JUNI voor u, met feestelijke zomerarrangementen·

BEL NU voor alle info:

01184-71012/01185-2510 Telex: 30186

Minister Winsemius bepleit gezamenlijke aanpak chemische grondstoffen

VVD-milieuminister, dr. Pieter Winsemius, opende eind maart een vierdaagse conferentie, die plaats vond onder

verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties te

Noordwijk. Dit congres werd gehouden om tot wereldomvattende

maatregelen te komen om het gebruik van gevaarhjke landbouwgrondstoffen zoveel mogelijk te

voorkomen en tegen te gaan.

Winsemius begon zijn toespraak met een pleidooi voor ... "Eén

gezamenlijke zorg; één gezamenlijke verantwoordelijkheid en één gezamenlijke aanpak ... "Zijn zorg betreft vooral de vele stoffen die in het verleden werden gebruikt en waarvan men pas na vele jaren begon te ontdekken dat zij schadelijk waren.

"In Gouderak, een klein dorp vlakbij de kaasstad Gouda, werd van 1953 tot ongeveer 1960 chemisch afval gestort uit het industriegebied van

Rotterdam. Hoewel al in de jaren vijftig en zestig massale vissterfte werd geconstateerd, werd weinig aandacht gegeven aan de aanwezigheid van gevaarlijke chemicaliën. Later werden op de plaats waar eerst chemisch afval was gestort, nieuwe huizen gebouwd. Pas enkele jaren geleden werd het gevaar van de aanwezigheid van

organochloor-verbindingen zoals drins onderkend. De verontreinigde grond kan niet worden verwijderd zonder de huizen te beschadigen. Zelfs het grondwater onder het dorp aan de overkant van de rivier is verontreinigd.

Verschillende saneringsmogelijkheden worden thans bekeken. De schattingen van de kosten komen tot nu toe alle neer op meer dan 30 miljoen dollar.

Voor de gebrekkige informatie in het verleden is de Nederlandse overheid nu gedwongen hoge kosten te maken ...

U ziet hoe belangrijk het is zowel goed geïnformeerd te zijn over

eigenschappen van chemische stoffen en om verantwoordelijkheidsgevoel te hebben als men die informatie bezit ... "

... "Door middel van wetgeving, voorlichting en het stimuleren van verantwoordelijkheidsgevoel is in

~

Nederland de laatste tien jaar veel tot stand gekomen met het oog op het voorkomen van door chemische stoffen veroorzaakte

milieuproblemen ... " De

bewindsman wees op de Nederlandse mogelijkheid om op grond van de bestrijdingsmiddelenwet strenge voorschriften te stellen ter bescherming van mens en milieu.

Pi eter Winsemius benadrukte de noodzaak van een internationale aanpak, omdat een levendige internationale handel in chemische stoffen bestaat. Vaak gebeurt dat naar derde-wereldlanden, die nog niet de kennis van en ervaring met deze stoffen hebben. De minister bepleitte eenjaarlijkse publikatie, waarin alle geëvalueerde gegevens van chemische stoffen worden opgenomen.

"De aanwezigheid hier van

deskundigen uit zoveel verschillende landen en organisaties beschouw ik als een aanwijzing dat men wereldwijd doordrongen is van het besef dat bezorgdheid over

milieuverontreiniging vertaald moet worden in daadwerkelijke

maatregelen."

Reny Dijkman •

~ KLEIN - OEVER

Zorgeloze pony-vakantie in mooie natuur; binnen- en buitenmane- ge, zwembad, sport en (samen)spel, fietscrossbaan, creatief bezig zijn, buitenritten e.d.; alles onder ervaren en enthousiaste leiding.

6-15 jaar.

Inl. J. Maat, Oud-Avereest 60, Balkbrug, 05230-19204.

10 april 1984

Kostenbeheersing Volksgezondheid

De kosten van de gezondheidszorg moeten sterk worden beperkt.

Daarvoor zijn tal van maatregelen nodig. Op grond van het

regeeraccoord is afgesproken dat het grootste deel van de bezuiniging moet worden gevonden in het aanbod van de gezondheidszorg. Dáár ligt de hoofdmoot van het ombuigingsbeleid.

Dat program staat op de rol en wordt uitgevoerd. Daarbij gaat het om vermindering van overtollige ziekenhuis bedden, stringentere tarieven, verschuivingen van duurdere naar goedkopere zorg en tal van andere mogelijkheden.

Daarnaast is het nodig om ook binnen het verzekeringsstelsel tot een vermindering van het collectief gefinancierde deel van de kosten te komen. Kostenbeheersing dus via de vraagzij de. Het is dit onderdeel van de ombuigingsoperatie waarover de afgelopen weken zoveel rumoer is ontstaan.

De mogelijkheden tot invulling hiervan zijn beperkt. Hoewel de tijd dringt zijn noch de adviesorganen noch de regering tot nu toe erin geslaagd met voorstellen te komen.

Dat is jammer omdat uitstel nu, alleen maar kan betekenen dat een maatregel straks meer ingrijpend zal moeten zijn.

Daarom zijn VVD en CDA zelf aan het werk gegaan, zich daarbij

rekenschap gevend van het feit dat het hier gaat om dat deel van de

ombuiging dat aan de vraagzijde binnen het verzekeringsstelsel moet worden gevonden. Aan een ombuiging die louter een verschuiving van een

collectieve last naar een particuliere last zou betekenen had en heeft de VVD geen behoefte. Zo'n

verschuiving heeft alleen maar zin als het leidt tot een zuiniger gebruik van de gezondheidszorg. Met als uiteindelijk resultaat lagere premies voor de verzekerden.

Prikkels ontbreken Wie het ziekenfondssysteem analyseert moet constateren dat prikkels tot een zuinig gebruik daarin ontbreken. De verstrekkingen worden in natura gegarandeerd, de verzekerde ziet zelf de rekening niet en er is geen mogelijkheid tot het dragen van een eigen risico. Dit systeem vormt ongetwijfeld één van de redenen waarom ziekenfondsverzekerden aanzienlijk meer gezondheidszorg consumeren dan particulier verzekerden.

In het verleden zijn er daarom door de VVD al suggesties gedaan om de verzekeringsvorm te veranderen.

Elementen die b.v. in de particuliere verzekering goed werken zouden daarbij ook in de

ziekenfondsverzekering kunnen worden geïntroduceerd.

Het gaat daarbij dan om invoering van een restitutiesysteem (de verzekerde ontvangt zelf de rekening) en een algemeen eigen risico aan de voet (de verzekerde gaat ook zelf een

financieel-economische afweging maken). Die prikkels tot

kostenbeheersing wilden VVD en CDA introduceren.

Uit de adviezen van de

Ziekenfondsraad en de SER bleek dat invoering van een eigen risico in het ziekenfonds niet goed mogelijk is.

Daarom is de gedachte ontstaan om het ziekenfondspakket in twee trajecten op te splitsen. Voor het overgrote deel zou het

ziekenfondssysteem ongewijzigd blijven, voor een klein deel zou een nieuwe verzekeringsvorm worden geïntroduceerd, die beneden de loongrens nog steeds verplicht blijft.

Anderevorm

Door Ed Nijpels is een en ander op het VVD-Congres uitvoerig uiteen gezet.

Uit zijn bijdrage blijkt overduidelijk dat het de VVD niet te doen is om de verzekerden voortaan zelf voor een aantal voorzieningen te laten opdraaien. Het gaat ons om een andere verzekeringsvorm, die prikkels tot kostenbeheersing bevat en meer keuzevrijheden biedt.

Door voortijdige en onvolledige perspublicaties is de discussie helaas op het verkeerde been gezet.

Niettemin bestaat er tussen VVD en CDA nog steeds overeenstemming over deze globale richting. Veel alternatieven zijn er niet.

De VVD wijst premieverhoging af.

Een fikse uitbreiding van eigen bijdragen binnen het ziekenfonds heeft ook nogal wat bezwaren. En hetzelfde geldt ook voor het uitdunnen of sterk beperken van het verplichte ziekenfondspakket. Daarom hebben we een poging gedaan om tot een meer fundamentele en structurele aanpak te komen.

Tot nu toe heeft niemand realistische voorstellen gedaan. Moet men dan nu de regeringsfracties verwijten dat zij wel een poging doen? Ik denk van niet.

De voorstellen zijn mede gebaseerd op de rapporten waarin een

herwaardering van de verzorgingsstaat werd bepleit. Met verschuivingen van

"minder collectief' naar "meer eigen verantwoordelijkheid" en "minder regelgeving" naar "meer markt".

Echte bezuinigingen moeten vooral de kosten van de gezondheidszorg omvatten. Maar ook voor

veranderingen aan de vraagzijde is een beleid nodig.

DickDees •

VVD- Tweede Kamerlid