• No results found

DE VIER JAARGETIJDEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE VIER JAARGETIJDEN"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KNNV afdeling Apeldoorn

DE VIER JAARGETIJDEN

Jaargang 2018, nummer 1

(2)

2

De Vier Jaargetijden 2018-1

INHOUD

Voorwoord 3

Programma 1

e

kwartaal 2018 4

KNNV natuurboeken informatie 5

Leden voor Leden 17 januari 2018 6

Cursus Wilde Planten KNNV-Arnhem 2018 6

Wisselse mossen 7

Hoe gaat het met de insectenwerkgroep? 12

Zaterdagochtend 14

Nestelende Gierzwaluwen moeilijk traceerbaar 15

Paddenstoelen in de winter? 16

KNNV zwaait grote waternavel uit 18

Duiven in de tuin 19

---

Algemene informatie KNNV afdeling Apeldoorn 20

Bijlage bij de KNNV boeken informatie 22

Opzeggen van het lidmaatschap kan uitsluitend schriftelijk of per e-mail (wordt definitief als dit per e- mail bevestigd is) en wel per 1 januari met een opzegtermijn van 2 maanden (dus uiterlijk 31 oktober).

Ontwerp en foto’s voorpagina: Nina de Vries

UITERSTE INLEVERDATUM KOPIJ 2018 – nr. 2: 1 maart 2018

(3)

3

De Vier Jaargetijden 2018-1

Voorwoord

Jan den Held

Met zeer actieve werkgroepen, en in het vooruitzicht de Leden voor Leden-bijeenkomst, de voorjaars KNNV- lezing (met de intrigerende titel ‘Dood doet Leven’), een algemene excursie naar de Gelderse Vallei, goed lopende mini-vogelcursussen en plannen voor een doorstart van de plantencursus, mogen we best trots zijn op onze goed draaiende afdeling.

Sinds afgelopen oktober zijn wij nu ook aangesloten bij de Gelderse Natuur en Milieufederatie. Gesteund door een sterke achterban beschermt de GNMF de Gelderse natuur, helpt nieuwe natuur te realiseren en onze leefomgeving gezond en duurzaam te maken. Het bestuur meent dat wij als actieve en betrokken natuurorganisatie hieraan een bijdrage kunnen leveren.

Regelmatig overlegt het bestuur met IVN-Apeldoorn. Daaruit is de gezamenlijke nieuwsbrief voortgekomen en worden ook andere zaken overwogen, zoals het uitwisselen van artikelen tussen beide afdelingsbladen, de organisatie van een Natuurdag in oktober 2018 en het organiseren van gezamenlijke excursies.

Inmiddels heeft ook KNNV Epe-Heerde zich bij dit overleg aangesloten, wat meteen al nieuwe ideeën opleverde.

Maar nu eerst: de Nieuwjaarswandeling in januari!

Adoptie wandeling Uddeler Buurtveld: wie doet mee?

“Natuur in Nederland” is een prachtig boek over de Nederlandse natuur, waarin auteur Frank Berendse de lezer meevoert door de tien landschappen van Nederland. Er is een App: Natuur in Nederland, waarmee je de tochten die beschreven worden in het boek zelf kunt maken. Zie:

www.natuurinnederland.nl. Gevraagd wordt nu of KNNV en IVN afdelingen een wandeling uit de App Natuur in Nederland willen adopteren. Door de wandeling één keer per jaar na te lopen en te controleren of de route en beschreven soorten nog kloppen, blijft de informatie over de wandelingen in de App actueel. Voor IVN en KNNV Apeldoorn is de wandeling in het Uddeler Buurtveld een logische keuze.

Heb je zin om mee te doen? Laat dat dan weten aan Jan den Held jdenheld@lijbrandt.nl of 0575-517750

Nieuwjaarswandeling zondag 7 januari 2018

Jan en Jannie Kerseboom organiseren weer de traditionele nieuwjaarswandeling. De wandeling is ca. 10 km en gaat langs diverse sprengen door bos en over hei.

Verzamelen om 09.30 uur bij de Woonboulevard. Wij zorgen voor oliebollen. Deelnemers nemen zelf drinken en eten mee.

Opgeven verplicht: per mail j.kerseboom6@chello.nl of telefoon: 055 5338323.

Ook graag telefoonnummer vermelden zodat als de wandeling niet doorgaat, iedereen gebeld kan worden.

woensdag 18 april 2018

KNNV-lezing ‘Dood doet Leven’ door Bart Beekers (Stichting Ark)

(nadere info volgt) woensdag 4 april 2018

Algemene Ledenvergadering KNNV afdeling Apeldoorn

(nadere info volgt)

(4)

4

De Vier Jaargetijden 2018-1

Programma 1

e

kwartaal 2018

Voor alle excursies geldt: raadpleeg de website http://www.knnv.nl/agenda/310 of informeer bij de werkgroepcoördinator, in het bijzonder leden die deel willen nemen aan een activiteit van een werkgroep waar ze geen lid van zijn.

Voor de excursies van de Insectenwerkgroep geldt dat pas op het laatste moment wordt besloten of deze doorgaan en naar welke bestemming. Zie daarvoor de website.

datum activiteit toelichting

di 2 jan Vwg Werkgroepavond – Telprojecten en Vogel-apps

20.00 uur Wijkcentrum Orca, Germanenlaan 360 za 6 jan Vwg Excursie naar Vossemeer en

Ketelmeer

Vertrektijd en –plaats: zie website

zo 7 jan Nieuwjaarswandeling, zie ook pag. 3 9.30 uur Meubelboulevard; opgeven verplicht:

per mail j.kerseboom6@chello.nl of telefoon:

055 5338323

di 9 jan Plwg Werkgroepavond Vakantieplanten 19.30 uur Torricellistraat 2-26 ma 15 jan Wg Sprengen & Beken Wandelexcursie

Gravinnebeek en voormalig zwembad Zilven

13.30 uur, Boshofweg Eerbeek, direct na het eerste bochtje naar links.

di 16 jan Iwg Werkgroepavond 19.30 uur Torricellistraat 2-26 za 20 jan Vwg Wandeling De Poll 8.30 uur, Meubelboulevard ma 22 jan Pawg Excursie Radio Kootwijk Vertrektijd en –plaats: zie website

wo 17 jan Leden voor leden 20.00 uur De Groene Hoven zaal 1 en 2, Koninginnelaan 280

ma 5 feb Wg Sprengen & Beken Werkgroepavond

20.00 uur De Groene Hoven zaal 5, Koninginnelaan 280

di 6 feb Vwg Try-out Cursusmodule "Riet- en moerasvogels"

20.00 uur, Wijkcentrum Orca, Germanenlaan 360

za 10 feb Plwg Mossenexcursie Vertrektijd en –plaats: zie website za 10 feb Vwg Excursie Arkemheen Vertrektijd en –plaats: zie website di 13 feb Plwg Werkgroepavond Determinatie

mossen

19.30 uur Torricellistraat 2-26 ma 19 feb Wg Sprengen & Beken Wandelexcursie

Schalterberg infiltratiegebied

13.30 uur Schalterbergweg, na het viaduct over de A50

di 20 feb Iwg Werkgroepavond 19.30 uur Torricellistraat 2-26

za 24 feb Vwg Wandeling Hoog Buurlo 7.30 uur, uur carpoolplaats Europaweg/Hoog Buurloseweg

ma 26 feb Pawg Excursie Bruggelen Vertrektijd en –plaats: zie website di 6 mrt

♫♫♫ 25 jaar Vwg ♫♫♫

"De Eksterfluisteraar, ware en onware praatjes over een intelligente vogel", Philip Friskorn

20.00 uur, Wijkcentrum Orca, Germanenlaan 360

za 10 mrt Vwg Excursie Bestemming, vertrektijd en –plaats: zie website di 13 mrt Plwg Werkgroepavond Onderzoek

Drentse Aa, door Jacob Ruijter

19.30 uur Torricellistraat 2-26 ma 19 mrt Wg Sprengen & Beken Wandelexcursie

Ugchelse Beek

13.30 uur, vertrekplaats zie website di 20 mrt Iwg Werkgroepavond 19.30 uur Torricellistraat 2-26 za 24 mrt Vwg Wandeling De Poll 7.30 uur, Meubelboulevard ma 26 mrt Pawg Excursie Zuidbroek Vertrektijd en –plaats: zie website

(5)

5

De Vier Jaargetijden 2018-1

KNNV natuurboeken informatie

Joke Tammen

Met deze rubriek houden wij u op de hoogte van de meest recente publicaties van de KNNV Uitgeverij.

Voor een totaal overzicht van alle KNNV uigaven is het beslist de moeite waard om eens op de website www.knnvuitgeverij.nl rond te neuzen. Er zijn regelmatig nieuwe uitgaven en

aanbiedingen.

Hieronder een overzicht van de boeken die we in Apeldoorn op dit moment in voorraad hebben.

UIT VOORRAAD LEVERBAAR:

• Zakgids Vogels van Nederland en België Ledenprijs:

€ 14,35

• Minigids Vogels van Nederland en België. Ledenprijs:

€ 5,35

• Herkenningskaart (wilde) Dieren in de tuin. Ledenprijs:

€ 4,45

• Herkenningskaart Wildplukken. Ledenprijs: € 4,45

• Tuinieren voor Wilde Dieren. Ledenprijs: € 11,25 hardcover

• Tuinieren voor Wilde Dieren. Ledenprijs: € 10,50 paperback

UIT VOORRAAD LEVERBAAR UIT DE SERIE “IN BEELD”:

• Nog maar enkele exemplaren!!!! Ledenprijs actieprijs

€ 3,00 per boekje zolang de voorraad strekt ! Deze leuke boekjes komen niet meer in herdruk !

NIEUWE UITGAVEN EN AKTIES VAN DE KNNV UITGEVERIJ: O.A:

Nieuw: Minigids Eetbare bloemen Auteur: Anna Koster ledenprijs: € 5,35

Nieuw: Natuurwijzer Bos, Tuin, Sporen, Kust. Auteur: Jasper de Ruiter ledenprijs per stuk: € 5,35 Wilde apen, Natuurbescherming in Nederland. Auteur: Frank Berendse : € 9,95

Aanbieding: Handboek Vogels van Nederland en België € 29,95 i.p.v.€ 34,95 Auteur: Ger Meesters, Luc Hoogenstein t/m 15-02-2018

Aanbieding: Archeologische parels van de Veluwe.€ 25,- i.p.v. € 29,95. Auteur:Sake Jager, Ruben Smit Zie verder website: www.knnvuitgeverij.nl

BINNENKORT:

• Minigids Boerenlandvogels € 5,95 Auteur: Elwin v.d.Kolk

• Minigids Hommels en Bijen € 5,95 Auteur: Maureen Kemperink

• Crossbill Guide Dordogne € 28,95 Auteur: David Simpson, Frank Jouandoudet

• Crossbill Guide Southern Portugal € 28,95 Auteur: Dirk Hilbers, Kees Woutersen Uitgaven te bestellen via tel: 055-3664087 of mail: joke.tammen@12move.nl

Vanaf 01-01-2018 via Ben Keizer tel: 06-37419143 of mail: b.keizer9@upcmail.nl

• Levering boeken voor de ledenprijs.( 10% korting )

• U betaalt geen verzend- of administratiekosten.

• Uw bestelling wordt in Apeldoorn gratis thuis afgeleverd.

• Zodra de boeken binnen zijn krijgt u bericht over de bezorging (of ophalen van de boeken).

• Betaling contant, pas bij aflevering. (op verzoek per bank)

• De KNNV afdeling Apeldoorn wordt er ook nog financieel sterker van.

Het kan gebeuren dat bestelde boeken enige levertijd hebben, dit is afhankelijk van hoeveel boeken er op de bestellijst staan om weer een bestelling te kunnen plaatsen. Advies: bestel ruim op tijd.

OUDE BOEKEN SERVICE

Wat doet u met die mooie maar wellicht oude natuurboeken die u niet meer leest?

Zonde om ze weg te gooien. De OUDE BOEKEN SERVICE helpt je om een KNNV-lid te vinden die jouw mooie boeken wil overnemen.

Wil je boeken aanbieden?

Neem contact op met Jan Kerseboom, tel.

055-5338323 of mail

j.kerseboom6@chello.nl. Overleg met hem wanneer de boeken bij hem gebracht kunnen worden. Hij maakt een lijst van alle titels en bepaalt de prijs. Tijdens lezingen en op natuurmarkten, waar wij als afdeling aan meedoen, worden de boeken

aangeboden. De opbrengst is voor onze eigen afdeling.

Wil je boeken overnemen?

Op de website staat een lijst van

beschikbare boeken (onder "overige info/

boeken"). Maak je keuze en neem contact op met Jan. Maak met hem een afspraak om het boek te bekijken en op te halen.

Wat gebeurt er met de onverkoopbare boeken?

Wanneer de boeken binnen 1 jaar niet verkocht zijn dan worden ze afgestaan aan de landelijke KNNV. Zij verkopen dan onze overgebleven boeken en de opbrengst is voor de landelijke KNNV.

(6)

6

De Vier Jaargetijden 2018-1

Leden voor Leden, 17 januari 2018

Op woensdag 17 januari houden we onze Leden voor Leden bijeenkomst, met korte presentaties van alle werkgroepen en na afloop een gezellig samenzijn met een drankje. Hier krijg je een goede indruk van de grote variatie aan onderzoeksactiviteiten van onze afdeling!

De volgende onderwerpen komen aan bod:

Werkgroep Sprengen en Beken: Nog vast te stellen

Insectenwerkgroep: Het Gentiaanblauwtje op de Hoge Veluwe. Presentatie: Nina de Vries

Plantenwerkgroep: Het Wisselse Veen. Over het mossen- en vegetatieonderzoek in dit fraaie moerasgebied. Presentatie: Marchien van Looij

Paddenstoelenwerkgroep: Zwammen over zwammen. Presentatie: Ruud Knol

Vogelwerkgroep: Foto-rondje Texel met de Vogelwerkgroep. Presentatie: Evelien Schermer

De bijeenkomst vindt plaats in De Groene Hoven, zaal 1 en 2; aanvang 20.00u.

Cursus Wilde Planten KNNV-Arnhem 2018

De afdeling Arnhem van de KNNV organiseert al sinds meer dan twintig jaar jaarlijks een cursus Wilde Planten. Inmiddels hebben meer dan vijfhonderd mensen deze cursus gevolgd. Hoofddoel van de cursus is deelnemers te leren hoe ze met behulp van een flora zelf de naam van wilde planten kunnen vinden.

Daarnaast komen ook andere onderwerpen aan bod zoals de bouw van planten, de voortplanting, de relatie met insecten en de systematiek. Verder is er ruimte voor bewondering en verwondering. De volgende cursus wordt gegeven in de periode begin april tot half juni 2018.

De cursus omvat negen lessen op woensdagavond van 19.30 tot 22.00 uur en drie excursies op de zaterdagochtend. De lessen beginnen met een (meestal korte) inleiding. Daarna volgen praktische oefeningen in het zelf determineren van planten. Dat doen we in kleine groepjes met begeleiding van ervaren mensen.

Bij de excursies bezoeken we plekken met een voor Nederland bijzonder rijke flora.

Praktische informatie

De cursusdata zijn: 4, 11, 18 en 25 april, 9, 16, 23 en 30 mei en 6 juni. De excursies zijn op 21 april, 12 mei en 2 juni.

De cursus wordt gegeven in de Thomas a

Kempisschool, Thomas a Kempislaan 25, 6822, LR Arnhem.

De cursusprijs is €55 voor IVN- en KNNV-leden en

€60 voor niet-leden. Daarbij is een reader inbegrepen.

Als flora gebruiken we de achtste druk van de KNNV-uitgave: "Veldgids Nederlandse Flora" van

Henk Eggelte. Verder zijn nodig een loep (vergroting 10x), en een spits pincet. De flora kan via de cursus worden besteld.

Inlichtingen en aanmelding bij:

Wil Wamelink 026-3643990 w.wamelink2@upcmail.nl of bij

Margriet Dernee 06-42564229 tussen 18.00 u. – 20.00 u. margrietdernee@upcmail.nl

(7)

7

De Vier Jaargetijden 2018-1

Wisselse mossen

Jan den Held, Marchien van Looij, Patrick Meertens, Jacob Ruijter, Joke Tammen en Miep Verwoerd Moerassen zijn ongetwijfeld de mooiste en boeiendste ecosystemen die ons land kent. Geef botanici een moeras om te onderzoeken, en zij wanen zich in de zevende hemel.

Dit gebeurde ons in de afgelopen zomer. In overleg met de stichting Geldersch Landschap en Kasteelen togen we aan het werk in het Wisselse Veen bij Epe. De vraag die we wilden beantwoorden was: welk resultaat heeft het herstel van dit gebied tot nu toe opgeleverd?

Het Wisselse Veen is een moeras op de flank van de Veluwe (zie figuur 1), gevoed met kalkarm kwelwater uit het Veluwemassief. De kwel is vrijwel constant en van goede kwaliteit, zonder meststoffen of

verontreinigingen. Het moeras is daardoor – een zeldzaamheid in ons land – gevrijwaard van storende invloeden uit de omgeving. Plantensoorten als moeraskartelblad, sterzegge en kleine zonnedauw komen er veel voor.

Mossen, met name veenmossen, spelen in dit soort moerassen een uiterst belangrijke rol. Niet alleen maken ze een groot deel uit van de begroeiing, maar ze hebben ook grote invloed op de waterkwaliteit en

bodemvorming. Daarom namen ze een centrale plaats in in ons onderzoek. Eén van deze veenmossen, het moerasveenmos (Sphagnum subsecundum), is strikt beperkt tot goed ontwikkelde kalkarme kwelmoerassen.

Buiten het Wisselse Veen komt het slechts op enkele andere plaatsen in Nederland voor en ook elders in Europa is het zeldzaam.

Haakveenmos (groot, lichtgroen), moerasveenmos (goudgeel) en beekstaartjesmos (linksboven en -onder)

(8)

8

De Vier Jaargetijden 2018-1 Figuur 1 De ligging van het Wisselse Veen op de noordoostflank van de Veluwe

(bron: Kiwa, 2000)

Na ontginning en ontwatering in de voorgaande eeuw verdwenen de meeste zeldzame planten uit het gebied. In 1993 werd het belangrijkste deel opnieuw ingericht, nu ten behoeve van een optimale ontwikkeling van de natuur.

Een goed overzicht van de geschiedenis en het herstel van het gebied is te vinden in ‘Het Wisselse Veen’, Natuurklanken 2011 nr 3, KNNV afdeling Epe-Heerde.

We geven hier het resultaat van het onderzoek beknopt weer in de vorm van enkele verspreidingskaartjes van de mossen in het gebied en een globale kaart van de vegetatiezonering. Wie meer wil weten,

bijvoorbeeld over de onderzoeksmethode en de precieze samenstelling van de vegetatietypen, verwijzen we naar het onderzoeksrapport ‘Wisselse mossen’.

Mossen

Figuur 2 laat de verspreiding zien van enkele karakteristieke mossen. Het merendeel van het gebied wordt ingenomen door een zone die matig zuur en matig voedselarm is. Geoord en gewoon veenmos (figuur 2A) en verder fraai, glanzend en wrattig veenmos, en gewoon haarmos, gewoon haakmos, roodviltmos en sliertmos zijn hier de kenmerkende soorten. Voorts komen in geringe mate voor grof draadmos, hoogveenveenmos, kussentjesveenmos, zacht veenmos en broedkelkje.

In het zuidoosten ligt een nog zuurder en voedselarmer gebied. Waterveenmos en fraai veenmos (indien met hoge bedekking) typeren deze zone (figuur 2B).

Het iets lager gelegen en nattere centrum van het gebied is zwak zuur en matig voedselrijk; hier is de grondwaterinvloed maximaal. Haakveenmos en moerasveenmos (figuur 2C) en ook beekstaartjesmos en gewoon puntmos komen hier algemeen voor en daarbuiten nauwelijks. Ook voor slank veenmos en geveerd sikkelmos ligt het zwaartepunt van hun verspreiding in deze zone (figuur 2D). Plakkaatmos, gewoon

moerasvorkje, hol moerasvorkje en gewimperd veenmos werden hier enkele malen gevonden.

Wisselse Veen

IJssel

m tov NAP

(9)

9

De Vier Jaargetijden 2018-1

Figuur 2 Verspreiding van enkele mossen in het Wisselse Veen

Vegetatiezonering

Uit figuur 3 en 4 blijkt dat de vegetatie van het Wisselse Veen een duidelijke zonering vertoont.

In het relatief droge westen ligt een zone van hoofdzakelijk Veldrus-Gewoon struisgras-vegetaties. Deze zet zich voort naar het oosten, ten noorden van het natte centrum, maar dan met bijmenging van Veldrus-Fraai veenmos-vegetaties.

Langs de noordwest-, west- en zuidrand liggen drie grote voedselarme complexen. Het noordwestelijke is relatief droog en bestaat vooral uit Struikhei-Bosbes-vegetaties. Het westelijke is vochtiger en bestaat hoofdzakelijk uit Veldrus-Fraai veenmos-, Dophei-Waternavel- en Veldrus-Gewoon struisgras-vegetaties.

Het zuidelijke complex is natter en bestaat vooral uit Veldrus-Waterveenmos-, Dophei-Waternavel- en Veldrus-Fraai veenmos-vegetaties. Het lijkt erop dat zich hier een slecht doorlatende laag in de ondergrond bevindt waarop regenwater stagneert.

haakveenmos moerasveenmos

fraai veenmos (hoge bedekking) waterveenmos

geoord veenmos gewoon veenmos

A B

C

slank veenmos geveerd sikkelmos

D

(10)

10

De Vier Jaargetijden 2018-1 grondwaterstroming

slecht doorlatende laag wintergrondwaterstand

zomergrondwaterstand B, C enz. vegetatiezones, zie figuur 3

Figuur 4 Schematische dwarsdoornede van het gebied

De rest van het gebied, uitgezonderd het nattere centrale deel, bestaat uit een vegetatiecomplex waarin Veldrus-Fraai veenmos-vegetaties domineren, maar ook regelmatig Veldrus-Gewoon struisgras-vegetaties voorkomen. Het milieu kan worden getypeerd als oppervlakkig verzuurd maar met een duidelijke

grondwaterinvloed in de diepere wortelzone.

Het natte centrale deel van het gebied tenslotte wordt ingenomen door vegetaties die wijzen op een grote grondwaterinvloed tot in het maaiveld. Binnen dit natte centrum is nog weer een duidelijke zonering te zien

N

A1 B

E G C

H

L

J K E L

C

J F

L

D A2

H A1

F A1

100 m

F

zone kenmerkend vegetatietype grondwater- invloed A1, A2 Veldrus-Gewoon struisgras-type vrij groot

B Struikhei-Bosbes-type afwezig

C Dophei-Waternavel-type gering

D Veldrus-Waterveenmos-type gering E Duizendknoopfonteinkruid-type vrij groot F, G Veldrus-Fraai veenmos-type vrij gering H Haakveenmos-Moerasrolklaver-type vrij groot J Haakveenmos-Klein blaasjeskruid-type groot K Paddenrus-Klein blaasjeskruid-type groot

L Riet-type groot

Figuur 3 Vegetatiezonering in het Wisselse Veen

B,C

?

C

H D

J K J H

F F

ZUID NOORD

20,3 m

19,7 m hoogte tov NAP

(11)

11

De Vier Jaargetijden 2018-1 van matig grote (Haakveenmos-Moerasrolklaver-vegetaties) naar

grotere (Haakveenmos-Klein blaasjeskruid-vegetaties) tot nog grotere grondwaterinvloed (Paddenrus-Klein blaasjeskruid- vegetaties). Moerasveenmos komt vrijwel uitsluitend voor in de zones H en J.

Er bevinden zich vijf poelen in het terrein. Die in het westen en noordwesten zijn blijkens hun begroeiing met

duizendknoopfonteinkruid en geoord veenmos matig zuur en tamelijk voedselarm; regenwater heeft naast grondwater een belangrijk aandeel in hun voeding. De andere drie poelen zijn lager gelegen; ze zijn blijkens hun rietvegetatie veel voedselrijker.

Het is niet duidelijk wat de bron van deze grotere voedselrijkdom is.

Overigens geeft de vegetatiekaart slechts een vereenvoudigd beeld van de werkelijke situatie, die uit een veel kleinschaliger mozaïek van vegetaties bestaat. Figuur 5 laat het resultaat zien van de detailkartering van een noord-zuid transect in het midden van het gebied.

Conclusies

Het Wisselse Veen is botanisch gezien een schitterend moerasgebied. De laagveenvegetatie heeft zich door de inrichtingsmaatregelen goed hersteld. Er is een duidelijke en stabiele vegetatiezonering in het gebied ontstaan, in samenhang met hoogteligging en kwel. Moerasveenmos komt weer algemeen voor.

De verdere ontwikkeling zal mogelijk de terugkeer van nog andere karakteristieke soorten mogelijk maken, zoals veenmosorchis. Ook is een toename van moerasheide en hoogveenachtige vegetaties te verwachten. De resultaten van dit onderzoek bieden een uitgangspunt om zulke toekomstige ontwikkelingen in de vegetatie tegen af te zetten.

Literatuur

Held, J.J. den, Looij, M. van, Meertens, P., Ruijter, J., Tammen, J., &

Verwoerd, M. (2017). Wisselse mossen. KNNV afdeling Apeldoorn.

KIWA (2000). Macrogradiënt van de noordoostelijke Veluwezoom ten noorden van Apeldoorn [in: Milieueffectrapport Epe - Veiligstellen drinkwaterwinning door infiltratie. TAUW 2011]

Figuur 5 Detailkartering transect Wisselse Veen

Legenda

1A Veldrus-Gewoon struisgras-type

1B Veldrus-Gewoon struisgras-Veenmos-type 1C Pitrus-type

2 Struikhei-Bosbes-type 4 Dophei-Waternavel-type 5 Haarmos-type

6B Veldrus-Fraai veenmos-type 7 Duizendknoopfonteinkruid-type 8 Haakveenmos-Moerasrolklaver-type 10 Paddenrus-Klein blaasjeskruid-type 11 Riet-type

20 m 5/1C

6B/8 6B/8 A

2 4

5/1C

5/6B 5

5 5/1C 4

10 6B

8

8/6 1B

1A

8/1B

8 10

8 5/1C

8/1B 8/1B

1B 6B/7

1B

1A 6B/1B

6B

1A

6B

4 8

8

8

8 6B 8

8

8

6B/8 11

10

4 1A

5 6B/4

*

*

N

(12)

12

De Vier Jaargetijden 2018-1

Hoe gaat het met de insectenwerkgroep?

Koos Middelkamp

Sinds 2010 worden alle werkgroepen van de KNNV geacht voor elk nummer van De Vier Jaargetijden een bijdrage aan te leveren. Dat levert nu al jaren mooie inhoudelijke

verhalen op over wat er door de leden van de diverse werkgroepen zoal gedaan wordt en hoe daar door het betreffende werkgroepslid tegenaan gekeken wordt.

Bij de insectenwerkgroep is een rooster opgesteld waarop de leden al een paar jaar in het voren kunnen zien wanneer het hun beurt is voor een bijdrage. Omdat vrijwel iedereen hieraan wel kan en wil meedoen heeft men na het afleveren van een stukje weer meerdere jaren de tijd om nieuwe inspiratie op te doen.

Aangezien het nu dus mijn beurt is biedt dat een mooie gelegenheid om de bezigheden van de insectenwerkgroep en de veranderingen daarin in de laatste jaren weer eens op een rij te zetten.

In het Nederlandse Soortenregister (www.nederlandsesoorten.nl) worden zo’n 36.000 gevestigde soorten genoemd. Het betreft rond 2500 planten, 10.000 schimmels en 24.000 dieren. Van die 24.000 dieren zijn 21.000 geleedpotigen en daarvan 18.000 insecten. Die insecten zijn ondergebracht in ruim twintig orden. Drie daarvan hebben elk meer dan 4000 soorten: kevers, vliesvleugeligen (bijen, wespen en mieren) en tweevleugeligen (muggen en vliegen). Bij de dag- en nachtvlinders gaat het om ruim 2000 soorten en bij de snavelinsecten (plantenluizen, wantsen en cicaden) om ongeveer 1500. Tot de beter behapbare orden, met zo’n 50 tot 100 soorten horen dan bijvoorbeeld libellen, sprinkhanen en gaasvliegen. Dan zijn er ook nog kleine orden met minder dan tien soorten, zoals bijvoorbeeld zilvervisjes, kakkerlakken, oorwormen, elzenvliegen en schorpioenvliegen.

Het zal duidelijk zijn dat we ons als werkgroep slechts met een bescheiden fractie van die veelheid aan soorten kunnen bezighouden. Zo is er bij meerdere leden wel een redelijke

hoeveelheid kennis aanwezig van dagvlinders en libellen. Daarnaast zijn sommige leden ook heel aardig op de hoogte van nachtvlinders, sprinkhanen, wantsen en lieveheersbeestjes. En een enkeling weet dan ook nog behoorlijk veel van bijvoorbeeld vliegen, bijen of spinnen. Die laatste zijn weliswaar geen insecten, maar worden natuurlijk bij inventarisaties en excursies regelmatig gezien en gelukkig ook gefotografeerd.

Het streven is om vanaf mei tot ergens halverwege september enkele keren per maand bij voorkeur in het weekend een excursie te organiseren. Helaas werken de weersomstandigheden daarbij niet altijd mee en verder blijken veel

werkgroepsleden toch ook wel een druk leven te leiden buiten de insecten om.

Daardoor is het vaak een selectie uit hetzelfde kleine groepje dat zich meldt. Dat is best gezellig, maar met wat meer

deelnemers met verschillende

deskundigheden zou er ook nog wat meer uitwisseling en daarmee vermeerdering van

stadsreus - zweefvlieg

moerassprinkhaan

gewone mijnspin

(13)

13

De Vier Jaargetijden 2018-1 kennis kunnen plaatsvinden.

Ook op de werkgroepsavonden, elke derde dinsdag van de maand, behalve in juli, is het ons streven onze bescheiden kennis van de vele soortgroepen op z’n minst bij te houden en liefst verder uit te breiden, zowel in de breedte als in de diepte. Dat geldt dan zowel voor de individuele leden als voor de werkgroep als geheel. Er wordt door de meeste leden behoorlijk veel gefotografeerd en met laptop en beamer kunnen de foto’s tegenwoordig gemakkelijk gedeeld en besproken worden. Daarbij gaat het soms om een systematische behandeling van een bepaalde soortgroep, maar ook vaak over wat er waargenomen is tijdens een veldbezoek of

excursie. Waar we ons meestal beperken tot de Nederlandse entomofauna kijken we zeker bij de dagvlinders wat verder om ons heen, vooral ook omdat meerdere werkgroepsleden zich hier op hun vakanties in diverse hoeken van Europa uitdrukkelijk mee bezighouden.

Voor het op naam brengen van soorten zijn naast de vele veldgidsen, tabellen en fotogidsen waarmee het gefotografeerde vergeleken kan worden, ook steeds meer mogelijkheden op internet aanwezig.

Waarnemingen die via bijvoorbeeld iObs of ObsMapp, liefst met foto, worden doorgegeven naar www.waarneming.nl worden door validatoren van de betreffende soortgroep beoordeeld. Ook is er de

mogelijkheid om een onzekere waarneming voor te leggen aan het forum van Waarneming.nl. De nieuwste ontwikkeling in dezen is de app ObsIdentify, die, voorlopig alleen voor Android, op basis van patroonherkenning ook offline vlinders, wantsen, lieveheersbeestjes en libellen met meer of minder zekerheid op naam kan brengen.

Doorgeven van waarnemingen via Waarneming.nl heeft tevens het grote voordeel dat goedgekeurde waarnemingen automatisch in de NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna) terecht komen. Daarmee zijn ze ook beschikbaar voor bijvoorbeeld gemeenten en andere terreinbeheerders als basisgegevens voor gebiedsontwikkeling en beheersplannen.

Daarmee belanden we als vanzelf bij de inventarisaties die meerdere leden van de werkgroep uitvoeren ten dienste van diverse terreinbeheerders en soortenorganisaties.

Naast de gebruikelijke inventarisaties in het vliegseizoen van insecten, grofweg van half april tot half september worden op diverse plekken in Apeldoorn in

januari de eitjes van de sleedoornpage geteld, omdat die op kale struiken het makkelijkst te vinden zijn.

Het overgrote deel van de inventarisaties moet dus in ruim een half jaar gerealiseerd worden.

Daarbij geldt als restrictie dat het weer natuurlijk ook zodanig moet zijn dat een geldige telling mogelijk is, dus moet er af en toe nog behoorlijk gepuzzeld worden om alles af te krijgen.

Het project Licht op Natuur in het Deelerwoud dat eerder veel tijd vergde is inmiddels beëindigd.

De libelleninventarisaties in een aantal terreinen van Staatsbosbeheer gingen de afgelopen jaren wel gewoon door, maar worden waarschijnlijk de komende jaren meer aangepast aan de vereisten van het SNL, het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer. Zo’n aanpassing heeft al plaatsgevonden bij de

soortgerichte inventarisatie van de beekoeverlibel in

het Korte Broek bij Vaassen: naast de monitoring van deze soort voor de Vlinderstichting wordt dit terrein van Geldersch Landschap (GLK) nu uitdrukkelijker dan voorheen geïnventariseerd op alle relevante soorten, waarbij de gegevens via Waarneming.nl ook beschikbaar gemaakt kunnen worden voor het GIS van GLK.

In het Kroondomein loopt al jaren de telling van de bosparelmoervlinder bij de Elspeterweg en het Cannenburgergat; daarnaast worden in het gebied de Bieze de eitjes van gentiaanblauwtjes geteld.

Ook de inventarisatie van dagvlinders, libellen en sprinkhanen in het Beekbergerwoud ten behoeve van Natuurmonumenten loopt al jaren.

Meerdere leden van de insectenwerkgroep zijn tevens actief in de faunawerkgroep van de Hoge Veluwe;

daar worden onder meer op meerdere plekken libellen, dagvlinders en sprinkhanen geteld; daarnaast westelijk dambordje - Spanje

sleedoornpage

eitjes tellen van de sleedoornpage

(14)

14

De Vier Jaargetijden 2018-1 is een aantal insectentellers ook nog actief op een tweetal

reptielenroutes, die ook elk weer zeven keer per jaar geteld moeten worden.

Verder zijn er nog enkele leden betrokken bij andere tellingen in het Kroondomein, het Leusveld en andere terreinen van

Natuurmonumenten. Op verzoek van de Vlinderstichting wordt zo mogelijk ook de plaatselijke bijdrage aan de nationale

nachtvlindernacht georganiseerd.

Daarmee zal het wel duidelijk zijn dat je als lid van de insectenwerkgroep niet om

bezigheden verlegen hoeft te zitten. Maar als de omstandigheden een beetje meewerken is het toch vooral een kwestie van heel veel genieten van die diversiteit aan tellingen. Het zal ook duidelijk zijn dat er bij de insectenwerkgroep zeker nog ruimte is voor meer actieve leden. Daar wordt overigens al aan gewerkt: een van de opvallendste

veranderingen van de laatste paar jaar, zeker in een toch overwegend vergrijzende KNNV, is de daling van de gemiddelde leeftijd van de leden.

Twee leden, geboren in het laatste decennium van de vorige eeuw plus een drietal uit deze 21-ste eeuw hebben gezorgd voor een geflatteerde gemiddelde leeftijd van ongeveer 55 jaar. Wie doet het ons na?

(foto’s: Nina de Vries)

Zaterdagochtend

Patrick Meertens

Vroeg naar de markt voor vis, groenten en bloemen. Het is nog rustig onderweg. Het lijkt wel of ik bij de eersten behoor die zich bij de kramen melden. De mobiele pinautomaten moeten nog opstarten. Inkopen, vaak poon en witte rozen. Vandaag of morgen: poon met salieboter, met dank aan Rick Stein. Snel naar huis, uitpakken. Inpakken hoeft niet meer want dat is vanochtend al gedaan. Dan de rugzak en de laarzen in de auto, afscheid nemen en op weg naar onze verzamelplek. Meestal rijden we gezamenlijk, afhankelijk van de plannen die voor de middag of de avond gemaakt zijn of hoe ver het is, soms niet. Rijden.

bosparelmoervlinder

nachtvlindernacht 28 augustus 2017

vuurwantsen bladhaantje

(15)

15

De Vier Jaargetijden 2018-1 We verzamelen ons nogmaals, nu op ons startpunt. De bij onze groep behorende parafernalia worden aangetrokken, omgehangen en bij ons gestoken. Een waarnemer zou alleen al aan het door een ieder om de hals gedragen loepje de groep herkennen. De exacte positie en route worden bepaald en dan starten maar met de inventarisatie. De rollen zijn van te voren al min of meer verdeeld. Er is een scribent en er zijn aangevers. De aangevers melden welke planten zij zien op de route.

Er is soms overleg nodig voor een juiste toewijzing en als dat overleg geen eenduidig resultaat oplevert worden uit broekzakken, jaszakken of rugzakken de ipods, smartphone’s en boeken gehaald die het

determineren moeten ondersteunen. Maar het merendeel van de planten die we onderweg tegenkomen is al benoemd voordat iedereen ze gezien heeft. Er staan zelfs planten op de definitieve lijst die je helemaal niet gezien hebt, realiseer je je als je een paar dagen na de excursie de definitieve lijst toegezonden krijgt! Maar soms lukt het niet om een plant ter plekke op naam te brengen. Met name de vertegenwoordigers van de Russenfamilie, de Cypergrasfamilie en de Grassenfamilie vergen soms een nadere beschouwing in de rust van de (studeer)kamer. Mossen vallen daarom ook buiten de inventarisaties. Er is te vaak microscopisch onderzoek nodig voor het definitief op naam brengen van deze planten.

Als we 10 meter onderweg zijn is alles wat daarvoor nog op mijn gemoed drukte weggevallen. Min of meer één met de omgeving is voor mijn gevoel het einde van de route altijd in een vloek en een zucht bereikt. Meestal zijn we dan toch 3 á 4 uur onderweg geweest. Terug bij het startpunt een beetje napraten en dan terug naar het oorspronkelijke

verzamelpunt. Thuis nog nagenieten van het groot springzaad, de winterpostelein, echt

duizendguldenkruid, fraai haarmos, allerlei insecten en altijd verassend, kikkers. En me verheugen op de volgende excursie.

(foto’s: Joke Tammen)

Nestelende Gierzwaluwen moeilijk traceerbaar

Yvonne Zwikker

Steeds meer is er het besef dat de stad als biotoop mogelijkheden biedt voor de natuur. De boeken Natuur in de stad geschreven door Jaap Dirkmaat en Stadsnatuur maken geschreven door de drie architecten Jacques Vink, Piet Vollaard en Niels de Zwarte laten zien dat steden en dorpen natuur binnen hun poorten willen houden en soms halen. Bepaalde planten en dieren hebben de weg al gevonden, dit komt de biodiversiteit ten goede. Veel gemeentes zetten nu stappen om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van bepaalde diersoorten of planten. Zo was in 2016 en 2017 een van de activiteiten van de gemeente

Apeldoorn het inventariseren van de nesten van Gierzwaluwen in de stad. De Gierzwaluw verblijft ongeveer honderd dagen in ons land en vult in die periode het luchtruim met zomerse, gierende geluiden. Om de bestaande populaties duurzaam te behouden is het nodig goed inzicht te krijgen in hun nestplaatsen met het oog op onder andere de beoordeling van bijvoorbeeld sloop-, bouw- en verbouwplannen. Ook specifieke ontheffingen vragen om recente gegevens van nestplaatsen.

Op woensdagavond 15 november bracht Paul Vermeulen van onze vogelwerkgroep na de pauze tijdens de zeer goed bezochte avond ‘Leden voor Leden-extra’ in De Groene Hoven de ervaringen met het

inventariseren van laagvliegende Gierzwaluwen en het noteren van invliegopeningen voor het voetlicht.

In 2016 en 2017 is er in 14 van de 72 wijken in Apeldoorn geteld. De vogelwerkgroep van de KNNV nam 8 wijken voor haar rekening met 14 tellers in 2016 en 10 tellers in 2017. Als je denkt dit zo even te doen, dan heb je dat echt helemaal mis. Aan de hand van tal van foto’s liet Paul zien in wat voor onooglijke spleten, achter afgebroken balken en licht opgewipte dakpannen gierzwaluwen nestplekken kunnen vinden. Een nadeel van de stad is dat je zelden gebouwen van alle kanten kunt bekijken, de gevels van winkels bieden weinig plek en dichte bomen benemen het zicht. Met meer personen, meerdere teams tellen is niet alleen gezellig maar ook haast een voorwaarde. Daar komt nog bij dat de periode waarin de ouders de jongen

Groot springzaad Echt duizendguldenkruid

(16)

16

De Vier Jaargetijden 2018-1 voeren tussen begin juni en medio juli en ‘s avonds de invliegopening opzoeken duurt van 21:15 uur – 22:00 uur. Bovendien zijn de activiteiten van de vogels sterk weersafhankelijk. Ook niet-broeders kunnen met hun

‘bouncing’ nestlocaties aangeven, dat wil zeggen ze vliegen tegen een wand bij een nestopening aan, tikken die als het ware aan en gaan weer verder. Dat gaat razendsnel en heb je zo gemist.

Alle tellers hebben op de avonden Gierzwaluwen

waargenomen, dat geeft al voldoening. Bij alle tellingen zijn ook laagvliegende groepen gezien. Soms kleine groepen maar ook grote groepen met meer dan 20 vogels. Op een avond werden in bepaalde wijk wel eens 100 vogels geteld. Zo troffen de tellers bijvoorbeeld op 4 juli zeker 12 groepen laagvliegers in de Parkenbuurt aan. In de omgeving van het Oranjepark werden met zekerheid 6 nestlocaties vastgesteld, in centrum zuid 2 en in Ugchelen 3. Het betrof telkens afzonderlijke plekken, geen kolonies.

Onder de leden van onze vogelwerkgroep zijn een aantal MUS-tellers (Meetnet Urbane Soorten). Zij noteren ook Gierzwaluwen, maar volgens een andere methode. Zo zijn ze niet gericht op nestlocaties. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen laag- en hoogvliegers. De tellingen van vijf minuten op één punt zijn zeer beperkt. Toch liggen er kansen om gebruik te maken van elkaar. Dit is slechts een zeer beknopt weergave van een zeer goed uitgewerkte lezing van Paul. Duidelijk is wel dat er nog veel (leuk) werk aan de winkel is.

De tellers zijn er van overtuigd lang niet alle nestlocaties in beeld gebracht te hebben. De Europese

populatie wordt momenteel geschat op 19 tot 32 miljoen broedparen. De afname van de populatie met 30%

in de laatste 30 jaar maakt maatregelen zeer gewenst zijn. Dus wordt vervolgd!

Paddenstoelen in de winter?

Ruud Knol

Zo eind november zijn de meeste paddenstoelen wel verdwenen, d.w.z. de “grondsoorten”. Maar niet getreurd, bij gunstige weersomstandigheden, lees vocht en niet te koud, kunnen we ook in de

wintermaanden van paddenstoelen genieten. Dan zijn het de houtbewonende soorten die de kop opsteken.

Vooral de tonderzwammen kunnen het dan lang volhouden. Zoals bekend werd in het verleden tonderzwam gebruikt voor het maken van vuur. Zie voor meer informatie hierover onderstaande links.

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=21813 http://www.eifelnatur.de/Niederl%E4ndisch/Seiten/Fomes%20fometarius.html http://zienenweten.blogspot.nl/2012/10/tonderzwam-tondeldoos.html

Echte tonderzwam, 19 januari 2017

Echte tonderzwam naast oranje aderzwam, 8 januari 2017

(17)

17

De Vier Jaargetijden 2018-1 Een prachtig tonderzwammengebied vormt het Kroondomein. Gelukkig blijft steeds meer dood hout liggen, dat is vooral te zien op de Dassenberg, een van de hoogste punten in onze regio. Daar verpaupert een oud beukenwoud, al tientallen jaren leggen de beuken aldaar het loodje, oud en der dagen zat. En die

omgevallen bomen zijn een perfecte voedingsbodem voor paddenstoelen. In goede jaren kun je zelfs in januari, hartje winter, minstens 50 soorten scoren. Iedereen kent de echte tonderzwam wel. Tot in de jaren 70 van de vorige eeuw was het een soort, die slechts mondjesmaat tijdens excursies werd gevonden. Nu is het een algemene soort, die we op menige levende, dode beuk of berk tegen kunnen komen. Minder algemeen is de roodgerande houtzwam. Ook deze soort was zo’n 50 jaar geleden amper aan te treffen, nu verschijnt hij steeds vaker op omgevallen beukenstammen. Een fotogenieke soort die je ook in januari niet snel over het hoofd ziet op de Dassenberg. Heel fotogeniek, vooral als ’t net gesneeuwd heeft. Hij zal steeds vaker gevonden worden, dankzij al dat dode hout dat mag blijven liggen.

Winter in het beukenwoud, echte tonderzwam op stammen, 19 januari 2017

Roodgerande houtzwam, 8 januari 2017

(18)

18

De Vier Jaargetijden 2018-1

KNNV zwaait grote waternavel uit

Enorm snel groeiende exoot. Die omschrijving past de grote waternavel. Het gevolg: watergangen groeien dicht en de afvoer van teveel water vindt niet goed plaats. Geen wenselijke situatie en daarom is

Waterschap Vallei en Veluwe erg blij met het werk van de Apeldoornse KNNV Werkgroep Sprengen en Beken. In een deel van de Papegaaibeek - tussen de Oude Zwolseweg en de Zwolseweg in Wenum Wiesel - verwijderde zij de afgelopen vier jaren(!) de plant. De Papegaaibeek behoort tot Ruud Lorwa’s

‘werkgebied’.

Hij vertelt daar graag over. “Voornamelijk kwel en regenwater voeden de smalle Papegaaibeek met z’n kleine sprengkop. Op twee plaatsen ontdekte ik de grote waternavel. Waarschuwde direct

gebiedsbeheerder Sjaak van den Bosch. Hij was er snel bij om de planten weg te halen. De exoot wordt deels machinaal bestreden, tijdens het schonen van de beek, maar ook handmatig, lopend door de beek. Op mijn vraag of onze groep een handje kon helpen reageerde Sjaak positief. In wisselende samenstelling liepen we met twee of drie personen door de beek en verwijderden de exoot met de hand. In de eerste jaren was dat dankbaar werk, we kwamen honderden planten tegen. Het verwijderen bleek echt effectief toen we met een klein schepje de wortels op de waterlijn uit

de beekwand verwijderden. We kijken met voldoening terug op deze klus, ons realiserend dat met name de verspreiding in de Grift en het Apeldoorns Kanaal een probleem zou blijven als uit de Papegaaibeek steeds weer nieuw materiaal zou worden aangevoerd.

Op advies van Sjaak gooiden we de verwijderde planten hoog op het beektalud weg. Met name aan de zonkant heeft de plant geen schijn van kans en verdroogt snel. Door de beek lopend kwamen we op plekken die je anders nooit ziet. We genoten van de dotterbloemen, penningkruid, waterweegbree en vele andere bloeiende planten. Zo nu en dan ontmoetten we nieuwsgierige koeien en soms reeën, op enige afstand grazend in de wei. Een enkele keer verraste de waterdiepte of modderbodem ons. Dat leverde dan een paar

natte laarzen op. Vooral als je zelf droog bleef was dat natuurlijk lachen geblazen.” Eind september leverde de groep de schone beek ‘officieel’ op aan Sjaak. De vrijwilligersgroep pleegt in 2018 nazorg. “We lopen de beek nog een jaar na, zodat we voorkomen dat achtergebleven delen zich toch nog verspreiden,” aldus coördinator Ruud.

25 september 2017

De KNNV / Apeldoorn, Werkgroep Sprengen en Beken draagt hierbij de Papegaaibeek

‘Grote Waternavel schoon’ over aan:

Sjaak van den Bosch

Gebiedsbeheerder Waterschap Vallei en Veluwe

De laatste exoot:

Breedtegraad 52.237546 Lengtegraad 5.961729

André, Andries, Hans, Jan, Peter, Philip, Ruud, Theo

(Artikel met toestemming overgenomen uit Vrijwilligersjournaal Waterschap Vallei & Veluwe november 2017) i

(19)

19

De Vier Jaargetijden 2018-1

Duiven in de tuin

Ineke Klaver

Er zijn mensen, die een hekel hebben aan duiven. Ik ben blij, dat ik ze in de tuin heb. Als je ze goed bekijkt, zien ze er prachtig uit. De Turkse Tortel mooi lichtgrijs met een vleugje roze en een subtiel streepje in de hals. Als ze gaan zitten doen ze dat altijd met gespreide staart, zodat wij goed kunnen zien, dat daar een witte rand aan zit. De Houtduif donkergrijs met zo'n glanzend paars vlekje. Het koeren van de Houtduiven doet mij altijd aan warme, zwoele zomeravonden denken. Van die avonden, waarop je lang buiten kunt zitten. En de Turkse Tortels herinneren me aan mijn vakanties op Lesbos. Daar hoorde ik ze continu in de tuin van het hotel en als ik mijn ogen dicht doe, voel ik de voorjaarswarmte van daar.

In mijn tuintje had ik altijd 2 Houtduiven en 2 Turkse Tortels. Als er al eens een derde of vierde duif kwam, werd die meteen weggejaagd. Ze zijn bijna altijd samen. Ik heb een voedersilo met een opvangschaal. Daar kunnen die duiven ook op zitten. De Turkse Tortels zitten regelmatig samen uit één gaatje te eten. Dat ziet er heel knus uit, al mij lijkt het makkelijker als ze elk een gaatje zouden nemen. Maar ze doen hun naam eer aan en laten zien, dat ze van tortelen houden.

Sinds dit jaar heb ik 4 Turkse Tortels. Die tolereren elkaar wel. Soms willen ze alle vier op de opvangschaal zitten. Ze passen er net op met z'n vieren, maar dat is dan eerst een heel gefladder voordat de laatste ook een plekje heeft tussen de andere drie.

Op een regenachtige dag zat één van de Turkse Tortels op de schutting met zijn vleugel wat vreemd omhoog. Ik veronderstelde, dat die in de verdrukking had gezeten op de opvangschaal en dat een veer gebroken was of zo. Terwijl ik bleef even kijken of hij nog wel goed kon vliegen, leek zijn vleugel weer normaal te zitten. Maar toen ik nog eens keek, zat die toch weer zo vreemd omhoog. De verrekijker er maar bij gepakt om beter te kunnen zien hoe die vleugel er nu bij zat. Daarbij zag ik dat de tortel zich aan het poetsen was. Terwijl ik keek, schudde hij nog eens zijn verenpak en vouwde zijn vleugels er netjes overheen. Even later vloog hij normaal weg.

Ik heb wel eens in een documentaire gezien, waarin een Steenuiltje in de regen op een paaltje zat en afwisselend zijn linken- en rechtervleugel omhoog deed om de regen eronder op te vangen. Die nam dus een douche in de regen. En nu had ik een Turkse Tortel in mijn eigen tuin, die dat ook deed. Dat vond ik wel heel leuk om te zien. Misschien doen ze dat wel vaker, maar je moet maar net op dat moment naar buiten kijken.

(foto’s: www.vogeldagboek.nl)

(20)

20

De Vier Jaargetijden 2018-1

Algemene informatie KNNV afdeling Apeldoorn

Doel van de KNNV is het verbreiden van de kennis van de natuur in de ruimste zin van het woord en meewerken aan de bescherming van natuur en landschap door het voeren of steunen van acties die hierop gericht zijn. De afdeling Apeldoorn van de KNNV is opgericht op 16 december 1911.

Afdeling Apeldoorn heeft een paddenstoelen-, planten-, insecten-, vogel- en een sprengen en bekenwerkgroep. Iedere werkgroep organiseert excursies en lezingen. Deze worden als regel in de

algemene agenda opgenomen. Alle leden en huisgenootleden van de afdeling mogen aan deze activiteiten deelnemen.

De werkgroepavonden zijn 1 x per maand op dinsdagavond. Voor tijdstip, plaats en over wat de groepen doen kunt u informatie krijgen bij onderstaande werkgroepcoördinatoren en op de afdelingswebsite:

www.knnv.nl/apeldoorn.

Locaties: Gebouw ’t Hoefijzer, Torricellistraat 2-26, Apeldoorn (Kerschoten) Wijkcentrum De Groene Hoven, Koninginnelaan 280, Apeldoorn Wijkcentrum Orca, Germanenlaan 360

Bestuur

Voorzitter Jacob Ruijter 055-5761383 voorzitter@apeldoorn.knnv.nl Secretaris Patrick Meertens 06-41454399 secretaris@apeldoorn.knnv.nl Penningmeester Gerrian Tacoma 055-5340943 penningmeester@apeldoorn.knnv.nl Activiteitencoördinator Jan den Held 0575-517750 jdenheld@lijbrandt.nl

Lid vacant

Ledenadministratie

Ledenadministrateur Jan Noorlander 055-5331497 ledenadministratie@apeldoorn.knnv.nl Werkgroepcoördinatoren

Insectenwerkgroep Koos Middelkamp 055-3667693 midtip@planet.nl Paddenstoelenwerkgroep vacant

Plantenwerkgroep Marchien van Looij 055-3550149 m-vanlooij@hetnet.nl Vogelwerkgroep Rein van Putten 055-5412454 rein.van.putten@online.nl

Ineke Klaver 055-5412107 icklaver@hotmail.com Paul Vermeulen 055-5789978 paul.vermeulen@hetnet.nl Evelien Schermer 055-5336273 evelienschermer@hetnet.nl Werkgroep Sprengen en

Beken

Hans van Eekelen 055-5330988 hans.ve@upcmail.nl

Commissies en overige adressen Activiteitencommissie Jan den Held

Miep Verwoerd Klaske de Jong Philip Claringbould

0575-517750 055-5337328 0578-614190 06-36173548

jdenheld@lijbrandt.nl m.verwoerd3.1@kpnmail.nl klaske.de.jong@gmail.com p.zonnig@gmail.com Promotiecommissie Jacob Ruijter

Jan Kerseboom Evelien Schermer Frank de Vries

055-5761383 055-5338323 055-5336273 055-3601640

voorzitter@apeldoorn.knnv.nl j.kerseboom6@chello.nl evelienschermer@hetnet.nl franklindevries@hotmail.com De Vier Jaargetijden

Redactie

Joke Tammen Jan den Held Jannie Aalders

055-3664087 0575-517750 055-3664140

redactie@apeldoorn.knnv.nl redactie@apeldoorn.knnv.nl redactie@apeldoorn.knnv.nl

Bezorging Ineke Klaver 055-5412107 icklaver@hotmail.com

Boekenverkoop Joke Tammen Ben Keizer

055-3664087 06-37419143

joke.tammen@12move.nl b.keizer9@upcmail.nl Contributie per jaar: € 32,00, huisgenootleden € 18,00 jeugdleden (jonger dan 25 jaar) € 15,00.

Contributiereductie is mogelijk voor leden die gebruik kunnen maken van RegelRecht.

(21)

21

De Vier Jaargetijden 2018-1 Opgeven als lid van onze afdeling Apeldoorn bij Jan Noorlander, tel 055-5331497 of

ledenadministratie@apeldoorn.knnv.nl.

Opzeggen van het lidmaatschap kan uitsluitend schriftelijk of per e-mail (wordt definitief als dit per e-mail bevestigd is) en wel per 1 januari met een opzegtermijn van 2 maanden (dus uiterlijk 31 oktober).

Betaling vóór 1 februari van het lopend jaar op IBAN rekeningnummer NL88 TRIO 0338 7457 34 , ten name van KNNV, afd. Apeldoorn te Apeldoorn. LET OP: dit is een nieuw rekeningnummer!

Ledenmutaties

Nieuwe leden 4e kwartaal 2017:

Albert Kok (Paddenstoelenwerkgroep) Edo Kreuzen (Vogelwerkgroep)

Hilde Ham, huisgenootlid (Vogelwerkgroep) Letty Moerel

Margot Klein

Mariët Ebbinge, cursuslid Marja Vink

Michiel Visch, (Paddenstoelenwerkgroep) Joop Weijn, cursuslid (Vogelwerkgroep) Linda Smit (Paddenstoelenwerkgroep) Lidmaatschap beëindigd per 01-01-2018:

Albert Fopma Anne Sauter Jelly Gorter Carel ter Horst Eric Hartgers Erik Drent Klaas Nauta Henriet Nauta Marieke Sprey Paul Tomassen Yvonne Verhoef

(22)

22

De Vier Jaargetijden 2018-1

Bijlage bij de KNNV natuurboeken informatie

De geïllustreerde editie van zijn beroemde reisverslag

Auteur: Charles Darwin; vertaald door Frank van der Knoop

Prijs: € 49,95 Ledenprijs: € 44,95

De geïllustreerde uitgave van Charles Darwins beroemde reisverslag - toonaangevende editie over een van de belangrijkste natuurhistorische expedities uit de geschiedenis

Darwins bijna vijf jaar durende reis aan boord van de H.M.S. Beagle, die begon toen hij pas 22 was, was een cruciale periode in het leven en de carrière van deze jonge natuurvorser. Dit verslag van zijn reis rond de wereld vestigde zijn reputatie in de wetenschappelijke wereld. Het was de inspiratiebron voor zijn beroemdste en meest spraakmakende werk, Het ontstaan der soorten, dat nog altijd wordt gezien als de grote unificatietheorie voor de biowetenschappen.

Deze schitterend geïllustreerde uitgave laat de mensen, plaatsen en soorten zien waarover Darwin tijdens de expeditie schreef. Tevens bevat deze editie met zorg geselecteerde passages uit o.a. Het ontstaan der soorten. Deze dienen als

aanvulling op de hoofdtekst en maken dit tot de toonaangevende editie van Darwins boek.

levendig, spannend reisverslag

55 soorten - gemakkelijk determineren - Benelux

Auteur: Karel Kreutz

Prijs: € 21,95

Al onze orchideeën in een handzame fotogids bijeen

Dit boek behandelt alle 55 orchideeënsoorten van de Benelux. De Basisgids heeft een aantal korte inleidende hoofdstukken, een determinatiesleutel en een deel waarin de soorten worden getoond en beschreven.

Aan elke soort zijn twee hele pagina’s gewijd. Per soort is er een korte beschrijving van de kenmerken, biotoop, bloeitijd en bodemtype. De nadruk ligt op het beeld;

voor elke soort wordt een overzichtsfoto van de groeiplaats getoond, plus verschillende foto’s die inzoomen op de onderscheidende kenmerken.

Alle 55 soorten orchideeën van de Benelux in één gids bijeen, rijk geïllustreerd

Achtergrondinformatie over ecologie en voorkomen

Praktische informatie over herkenning, inclusief determinatiesleutel

Karel (C.A.J.) Kreutz (1954) werkt bij Naturalis in Leiden. Hij bestudeert al vanaf zijn jeugd de orchideeën van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hij schreef talloze orchideeënboeken en ruim 200 artikelen in amateur- en wetenschappelijke tijdschriften.

(23)

23

De Vier Jaargetijden 2018-1 meer dan 140 soorten - gemakkelijk determineren - ruim 600 foto's

Auteur: Arie van den Bremer

Prijs: € 21,95

Verschijnt in januari 2018 - reserveer alvast via info@knnvuitgeverij.nl Een handzame gids, boordevol foto’s, waarmee beginners en gevorderden snel composieten kunnen determineren. Veel kennis en ervaring zijn er niet voor nodig;

de zoeksleutel gebruikt kenmerken als kleur, grootte van de bloem, de lengte van de stengel en de eerste bloeimaand.

140 soorten composieten: zelf herkennen op soortniveau

Per soort gemiddeld zes foto’s en heldere beschrijvingen

Zoeksleutel op basis van goed zichtbare kenmerken

Arie van den Bremer is al van jongs af aan gefascineerd door planten. Hij weet uit ervaring dat determineren met een traditionele flora vaak lastig is. Daarom besloot hij zich toe te leggen op het fotograferen van planten en het vastleggen van

basiskenmerken.

25 eenvoudige projecten met gevonden hout en natuurlijke materialen

Auteur: Amen en Maria Fisher

Prijs: € 19,95

Verschijnt in januari 2018 - reserveer alvast via info@knnvuitgeverij.nl Maak zelf een vogel- of bijenhuisje van natuurlijke, zelf gevonden materialen, waar vogels, vleermuizen of bijen graag in willen wonen. Dit boek geeft volop inspiratie!

Waar vind je natuurlijke materialen, hoe bouw je het perfecte vogelhuisje of bijenhotel en wat zijn goede plekken om ze op te hangen? En welk voedsel, welke nestmaterialen en schuilplaatsen kun je het beste aanbieden aan je wilde buren?

Een creatieve natuurgids voor liefhebbers van tuindieren.

Amen en Maria Fisher zijn de mensen achter de website

Givenbackbirdhouses.com. Ze maken nestkasten van gevonden materialen en geven de materialen in de vorm van nestkasten weer terug aan de vogels en andere dieren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens X deugt niet alleen de beoordeling van het beoordelingsteam, maar ook de motivering van de voorlopige gunningsbeslissing door het Hoogheemraadschap niet.. X stelt dat

Dit gaat bij uitstek over het bedienen en bereiken van het publiek van de toekomst zowel met live­ervaringen als via online verhalen, zoals de nieuwe digitale en online

In Post Mortem lezen we niet alleen via drie schrijvers hoe de dochter van Peter Terrin, Renée Steegman in het boek, door een infarct getroffen werd en hoe dat het leven van haar

o Artikel 24 lid 3 E’98 bepaalt dat de netbeheerder zich onthoudt van iedere vorm van discriminatie tussen degenen voor wie de verplichting uit het eerste lid van dit artikel geldt.

Figuur 4: op de bodemkaart van het plangebied is goed te zien dat de kern van het Tongerense Veen in het veen ligt en de randen (waaronder het in te richten perceel) op de

De eerste periode van beekherstel, daarna, was gericht op hermeandering en het ontwikkelen van een zogenaamd accoladeprofiel (geleidelijk oplopende oevers). Het probleem blijft

Als het formulier niet binnen twee jaar na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand wordt ingediend moeten de ex-partners

Doordat de VCWI tweede adviezen opstelt voor alle Vlaamse CWI’s, is zij uniek geplaatst om verschillen vast te stellen tussen de werking van de verschillende CWI’s en hierbij