• No results found

Informatie endocrinologische testen_Franciscus Vlietland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Informatie endocrinologische testen_Franciscus Vlietland"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INFORMATIE ENDOCRINOLOGISCHE TESTEN

FRANCISCUS VLIETLAND

(2)

Algemene informatie

Op de polikliniek heeft de kinderarts besloten om bij uw kind een endocrinologische test te doen. Voor deze test is een

dagopname op de kinderafdeling gewenst. Deze folder geeft u in het kort informatie over de test zelf en hoe de dagopname verloopt.

Bij elke test, zie aangekruist vakje, staat vermeld of uw kind voor en tijdens de test mag eten en/of drinken. Als uw kind niets mag eten en drinken, dus nuchter moet zijn, mag hij/zij vanaf 24 uur niets meer eten of drinken. Om uw kind deze dag goed te kunnen begeleiden, is het belangrijk, dat u als ouder zelf goed eet en drinkt. Als uw kind elke dag medicijnen

inneemt, dan kan uw kind dit vandaag ook gewoon innemen met wat water, tenzij de kinderarts u verteld heeft om dit niet te doen.

Opname en voorbereiding

Bij aankomst in het ziekenhuis, meldt u zich op de afgesproken tijd bij de balie van de kinderafdeling op de 2e etage, lift C, route 2.16. Het kan zijn dat u daarna nog even moet wachten.

U kunt plaatsnemen op een bank in de hal, totdat u en uw kind opgehaald worden door een verpleegkundige.

Verdovende pleisters

U heeft van de kinderarts een recept meegekregen voor

emlazalf en een pleister. Dit is een verdovende zalf die er voor zorgt dat de prik die gegeven wordt, minder pijnlijk is

of zelfs helemaal niet meer pijnlijk is. De emlazalf en de pleister kunt u ophalen bij de apotheek.

Op de tekening hieronder is aangegeven waar u de zalf en de pleister het beste kunt plakken. Dit moet minimaal één uur voor het prikken gedaan worden. Breng een hoopje zalf,

ongeveer een kwart tube, aan op de aangegeven plaats zonder de zalf aan te raken. Daarna haalt u het papier van de plaklaag van de pleister af en plakt u de pleister voorzichtig over de zalf heen. Zorg ervoor dat de pleister op de huid plakt, om de zalf heen. Als de pleister onverhoopt loslaat, kunt u eventueel wat huishoudfolie om de hand of elleboog wikkelen.

(3)

Infuusnaaldje

Vervolgens wordt u beiden naar de onderzoekskamer gebracht.

De kinderarts of zaalarts brengt een infuusnaaldje in bij uw kind. De naald van het infuusje wordt direct weer verwijderd, er blijft een soort plastic buisje in de ader achter.

Bij het inbrengen van het infuusnaaldje wordt wat bloed afgenomen, als uitgangswaarde voordat de test begint. Door het buisje kunnen tijdens de test medicijnen toegediend worden en kan bloed worden afgenomen. Deze bloedafnames zijn

pijnloos.

Rustig blijven

Tijdens de test houdt een verpleegkundige uw kind goed in de gaten en meet regelmatig de bloeddruk. Uw kind mag af en toe een slokje water drinken. Bij de testen is het belangrijk dat uw kind zich rustig houdt door op bed te blijven liggen/zitten. Als dit niet nodig is, staat dat apart bij de test aangegeven.

Na de test mag uw kind weer gewoon eten en drinken. Als uw kind zich goed voelt, geen last meer heeft van eventuele

bijwerkingen en de controles goed blijven, mag uw kind naar huis.

(4)

Clonidinetest

Met deze test wordt de groeihormoonhuishouding

gecontroleerd. De hormoonafgifte wordt gemeten na toediening van het medicijn Clonidine. De test wordt meestal ’s morgens uitgevoerd, omdat uw kind voor de test nuchter moet blijven.

De test duurt ongeveer vier uur.

Het medicijn Clonidine wordt ingenomen als tablet. Vanaf die tijd wordt er ieder half uur via het infuusje bloed afgenomen.

Uw kind kan na het innemen van het medicijn wat slaperig worden, zelfs in slaap vallen, en bleek zien. Het heeft dan ook bedrust, maar mag eventueel wel bij u op schoot zitten. Tijdens de test mag uw kind af en toe een slokje water. Het slaperig worden en bleek zien is niet erg en hoort bij de test. Om deze reden komt de verpleegkundige regelmatig langs om de

bloeddruk te meten. De slaperigheid kan ongeveer 2 tot 4 uur na toediening van het medicijn optreden, en kan tot in de middag duren. Er wordt in totaal 6 á 7 keer bloed afgenomen.

Arginine test

Deze test wordt uitgevoerd om afgifte van het groeihormoon te meten na toediening van het medicijn Arginine. Uw kind moet voor deze test vanaf 24 uur nuchter zijn, maar mag wel water drinken. De test duurt ongeveer 4 uur. Inspanning kan de test beïnvloeden, dus uw kind moet gedurende de test op bed

blijven.

Na de eerste bloedafname krijgt uw kind, via het infuus, gedurende een half uur vocht toegediend met het medicijn Arginine. Dit houdt in, dat gedurende dit half uur uw kind via een dun flexibel buisje verbonden is met een apparaat. Na dit half uur wordt uw kind van het infuus losgekoppeld. In de ader blijft het plastic buisje achter, waaruit nog 6 tot 8 keer bloed wordt afgenomen.

LHRH test

Met de LHRH test controleert de kinderarts de gevoeligheid van de hypofyse en er wordt gekeken of uw kind (te vroeg) in de puberteit is. De hypofyse is een klein orgaantje in de hersenen dat allerlei hormonen kan produceren. Tijdens de test wordt, door toediening van het medicijn, de hypofyse gestimuleerd tot

(5)

het maken van de hormonen LH en FSH. Door bloed af te nemen wordt gekeken of de waarden passen bij de puberteit.

De arts brengt via het infuus het medicijn LHRH in. Er wordt vervolgens na 30 en 60 minuten bloed afgenomen.

Uw kind hoeft voor deze test niet nuchter te zijn. De test zelf duurt ongeveer 1,5 uur. Bedrust is bij deze test niet nodig.

Wat moet uw kind van tevoren weten

 Het inbrengen van een infuusnaaldje kan best pijn doen, maar uw kind krijgt van tevoren een verdovingspleister, zodat uw kind minder voelt.

 Indien aangegeven bij desbetreffende test, kan uw kind suf, bleek en slaperig worden van de medicijnen die uw kind

krijgt toegediend. Uw kind moet dan, totdat het goed wakker en alert is, op bed blijven.

 Indien aangegeven bij desbetreffende test, moet uw kind gedurende de test nuchter blijven. Het drinken van water is wel toegestaan, maar als uw kind suf is, opletten met

verslikken.

 Het afnemen van bloed tijdens de test via het infuusnaaldje is pijnloos. Hoe vaak bloed moet worden afgenomen, hangt af van de test die uw kind krijgt.

 De ouder/verzorger mag tijdens de hele dagopname bij het kind blijven.

 Het verwijderen van het infuusnaaldje doet geen pijn.

 Na de test mag uw kind als het goed wakker en alert is en iets gegeten/gedronken heeft, weer snel naar huis.

U kunt uw kind tijdens de dagopname helpen door:

 zelf zo rustig mogelijk te blijven, uw kalmte maakt uw kind rustiger;

 uw aandacht op uw kind te richten, het heeft uw steun nodig;

 ons vragen te stellen wanneer u of uw kind iets niet begrijpt;

 vertrouwd speelgoed of een voorleesboek mee te brengen als afleiding, en eventueel een speentje en/of drinkfles.

(6)

Vragen

Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen, bel ons gerust. Telefoon: 010 893 93 93.

Februari 2014 6050203

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij hopen dat u na een paar uur met uw kind naar huis kan gaan en dat het niet nodig is dat uw kind opgenomen wordt op de

Wanneer uw kind geopereerd wordt, moet het nuchter blijven, wij bedoelen daarmee dat uw kind vanaf een bepaalde tijd niets meer mag eten en drinken.. (Hierover krijgt u nog

Indien azathioprine een gunstig effect heeft, kunt u het jarenlang blijven gebruiken.. Helaas is dit niet bij iedereen

Patiënt 1 is een 65-plusser, heeft een kwaliteit van leven van 2 op 10, ondervindt veel ongemak van zijn ziekte en zal vijf jaar eerder sterven dan normaal.. Patiënt 2 is

Na een TIA worden standaard de volgende medicijnen voorgeschreven: Acetylsalicylzuur, Clopidogrel (Plavix) en Simvastatine (Zocor).. In het schema op de volgende bladzijde ziet u

Begin met afbouwen van de zwaarste pijnstillers (morfine), daarna de diclofenac/ibuprofen/naproxen en als laatste de paracetamol. Doe dit stapsgewijs: neem per dag 1 dosering

• geef klachten die kunnen wijzen op beschadiging van het kaakbot meteen door aan uw arts en tandarts: loszittende kiezen of tanden, pijn, zwelling, zweren en/of pus in uw mond.

Andere pijnstillers mag u alleen innemen na overleg met een arts omdat deze niet veilig zijn voor de nieren.