• No results found

Samenwerkingsovereenkomst financieel toezicht op scholen in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenwerkingsovereenkomst financieel toezicht op scholen in Amsterdam "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

)(

)(

)(

Gemeente Amsterdam

Samenwerkingsovereenkomst financieel toezicht op scholen in Amsterdam

De Inspectie van het Onderwijs, ten deze vertegenwoordigd door mevrouw M. Vogelzang, Inspecteur- Generaal van het Onderwijs;

En

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door S. Kukenheim, wethouder Onderwijs, Jeugd en Diversiteit, daartoe

aangewezen door de burgemeester van Amsterdam krachtens artikel 171 Gemeentewet en artikel 10:3, eerste lid Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende

dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vanuit zijn zorg voor voldoende aanbod van onderwijs in de gemeente, te kennen heeft gegeven een nauwere samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs tot stand te willen brengen op het gebied van financieel toezicht;

dat beide partijen gebaat zijn bij een nauwe samenwerking tussen de Inspectie van het Onderwijs en het college van burgemeester en wethouders op het gebied van financieel toezicht zodat snel en adequaat kan worden opgetreden indien een Amsterdamse school in financiële problemen raakt of dreigt te raken;

dat beide partijen de samenwerking wensen te bevorderen en wensen te komen tot het maken van afspraken hieromtrent;

dat in artikel 3 van de Wet op het onderwijstoezicht het toezicht op het onderwijs is opgedragen aan de Inspectie van het Onderwijs en dat dit toezicht mede inhoudt het beoordelen en bevorderen van de financiële rechtmatigheid door in ieder geval het verrichten van onderzoek naar de

rechtmatige verkrijging van de bekostiging, naar de controlerapporten van de door het bestuur aangewezen accountant, naar de rechtmatigheid van de bestedingen en naar de rechtmatigheid van het financieel beheer van de bekostigde instellingen;

dat het financieel toezicht mede gericht is op de vragen of de financiële situatie van de onderwijsinstellingen goed genoeg is om nu en de komende jaren onderwijs van voldoende kwaliteit te verzorgen en of zij snel en effectief kunnen bijsturen bij onverwachte financiële problemen hebben (financiële continuïteit);

komen het volgende overeen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

Inspectie: de Inspectie van het Onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het onderwijstoezicht;

(2)

school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;

Artikel 2 Periodiek overleg

1. De Inspectie en het college overleggen, indien daar voldoende aanleiding voor is, ieder halfjaar over de financiële situatie van Amsterdamse scholen.

2

2. In het in het eerste lid bedoelde overleg wordt informatie gedeeld en worden signalen en

waarnemingen met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit van scholen besproken.

Het kan gaan om informatie die afkomstig is uit door de Inspectie uitgevoerde financiële analyses, maar ook om informatie die aangeleverd is door de gemeente Amsterdam. De wederkerigheid van de informatie-uitwisseling vormt het uitgangspunt.

Artikel 3 Incidenteel overleg

1. Indien zich een situatie voordoet waarbij een Amsterdamse school acuut in financiële problemen raakt of dreigt te raken, vindt zo spoedig mogelijk overleg plaats tussen de Inspectie en het college.

2. Het in het vorige lid bedoelde overleg kan geïnitieerd worden door zowel de Inspectie als het college.

Artikel 4 Onderzoek naar aanleiding van signalen

1. Indien het college in het periodiek overleg gemotiveerd aangeeft dat het signalen heeft ontvangen die duiden op financiële problemen bij een Amsterdamse school, kan de Inspectie naar aanleiding daarvan een onderzoek instellen naar de financiële continuïteit. De Inspectie maakt de finale afweging over het uitvoeren van het onderzoek.

2. De resultaten van het in het eerste lid bedoelde onderzoek worden, op het moment dat de informatie gedeeld kan worden, door de Inspectie met het college gewisseld.

Artikel 5 Mededeling aangepast financieel toezicht

Indien de Inspectie, al dan niet naar aanleiding van door het college afgegeven signalen, een bestuur onder aangepast financieel toezicht plaats, doet zij hiervan mededeling aan het college.

Artikel 6 Overleg met scholen

1. De Inspectie en het college kunnen gezamenlijk overleggen met besturen van scholen die naar het oordeel van de Inspectie een financieel risico lopen. Een gezamenlijk overleg moet dienstbaar zijn aan het bereiken van een oplossing van de financiële problemen en laat onverlet dat de inspectie ook afzonderlijke gesprekken kan voeren met het bestuur.

2. In het in het vorige lid bedoelde overleg kunnen aan de orde komen:

a. de maatregelen die nodig zijn om de financiële positie van de school te verbeteren;

b. eventuele ondersteuning die het college de school kan bieden bij de te nemen maatregelen;

c. de vraag of samenwerking met andere scholen mogelijk en gewenst is;

d. de wijze waarop het bestuur van de school, de Inspectie en het college elkaar op de hoogte houden over de uitvoering van de maatregelen.

Artikel 7 Sluiting school

Indien een bekostigde school dreigt te (moeten) sluiten, werken het college en de inspectie samen om te zorgen voor een goede overgang van de leerlingen van deze school naar een andere school. Partijen zullen daarbij het bestuur van de betrokken school en de Minister van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap betrekken.

Artikel 8 Atbandeling van Wob-verzoeken

Indien het college een verzoek om informatie ontvangt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur betreffende de uitvoering van deze overeenkomst, vindt afstemming met de Inspectie plaats over de afhandeling van het verzoek.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening.

(3)

Elke partij kan deze samenwerkingsovereenkomst op elk moment onder opgaaf van redenen opzeggen.

Artikel 10 Publicatie

Binnen 14 dagen na ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst wordt de tekst ervan gepubliceerd op de website van de Inspectie en de website van de gemeente Amsterdam.

Artikel 11 Evaluatie

Twee jaar na inwerkingtreding van deze samenwerkingsovereenkomst vindt een evaluatie plaats omtrent de inhoud en de uitvoering van de overeenkomst.

Artikel 12 Afdwingbaarheid

De bepalingen van deze samenwerkingsovereenkomst zijn rechtens niet afdwingbaar.

Aldus in drievoud ondertekend te Amsterdam op 17 februari 2016.

De Inspecteur-Generaal van het Onderwijs,

~-- -

drs. M. Vogelzang

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze,

de wethouder Onderwijs, Jeugd en Diversiteit

S. Kukenheim

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten opzichte van het eerste kwartaal zijn de baten toegenomen met AWG 208 miljoen, gelijk aan een stijging van 22 procent ten opzichte van de totale baten in de ontwerp BW..

Dit is AWG 4 miljoen hoger dan in het eerste kwartaal 2019, en gelijk aan 15 procent van de vastgestelde begroting voor heel 2020.. In onderstaande tabel worden de begroting en

Vanwege een voorziening die getroffen dient te worden als gevolg van het niet uitkeren van AWG 14 miljoen aan dividend door Refineria di Aruba (RdA) wordt het financieringssaldo

Artikel 17 lid 5 van de LAft bepaalt dat als de jaarrekening op 31 augustus nog niet is vastgesteld, de minister verantwoordelijk voor Financiën de in voorbereiding zijnde

Daarnaast zou de accijns op minerale oliën met AWG 10 miljoen stijgen in het tweede kwartaal, maar de opbrengsten van deze accijns zijn in het derde kwartaal vergelijkbaar met

In zowel het advies op de ontwerpbegroting 2018 (Cft 201800072) als op de vastgestelde begroting (Cft 201800112) heeft het CAft echter geoordeeld dat de door de LAft voorgeschreven

Het negatieve resultaat van het Land in enge zin (AWG 46,2 miljoen) verbetert met AWG 18,2 miljoen door het positieve resultaat van de overige entiteiten, waardoor het

Hierbij ontvangt u de reactie van het College Aruba financieel toezicht (CAft) op het door de minister van Financiën, Economische Zaken en Cultuur toegezonden bericht op basis