kerk & leven
podium
20
10 december 2014Jozefien Van Huffel
Sinds mei 2012 rukte het Wildlife Taxi Team (WTT) van Vogelbescherming Vlaanderen zo’n zeshonderd keer uit, na een oproep over een noodlijdend wild dier.
Vijftien dispatchers
beantwoorden de telefoon, een vijftigtal chauffeurs rijdt rond in de hele provincie. Allemaal samen legden de vrijwilligers in die tweeënhalf jaar duizenden kilometer af. „Hoe meer ervaring je hebt, hoe vlotter het contact met de dieren verloopt”, klinkt het.
„Intussen kan ik al goed inschatten hoe een vos zal bewegen of hoe ik een grote vogel het best vastneem.”
Tien Erkende Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren (VOC) telt Vlaanderen, maar die zijn niet vanuit elke gemeente even goed bereikbaar.
In Vlaams-Brabant nemen de vrij- willigers van het Wildlife Taxi Team het transport voor hun rekening.
Wildlife Taxi Team
Brengt wilde dieren naar het dichtstbijzijnde Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren
H
outduiven en mollen, vos- sen, ganzen en buizerds.Maurice en Anne Vandeput uit Zaventem vervoerden de voorbije twee jaar tientallen die- ren in hun auto. Ze zijn wellicht de meest actieve leden van het WTT. „Gisteren rukten we nog uit voor een bonte specht, een prachtige en interessante vogel, en nadien voor een egel”, zegt Maurice Vandeput.
Eenmaal in het opvangcen- trum in Malderen bleek die laat- ste echter kerngezond. „Verant- woordelijke Marc vroeg of wij hem konden vrijlaten. Dat deden we in Nossegem Boske, het laat- ste natuurgebied van Zaventem”, vervolgt Vandeput. „De egel was tevreden, dat zag ik aan zijn li- chaamstaal. En wij waren dus ui- teraard ook gelukkig.”
Het WTT kwam er omdat Vlaams-Brabant, anders dan
de andere Vlaamse provincies, slechts één Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren telt.
Sinds 2012 worden oproepen er doorgeschakeld naar de vrijwil- lige dispatcher met dienst. „Die heeft een online kaart met alle chauffeurs en hun beschikbaar- heid”, legt Jimmy Pijcke van Vo- gelbescherming Vlaanderen uit.
„De dispatcher beoordeelt de si- tuatie en belt vervolgens rond naar de chauffeurs. Dat zijn zo- wel gepensioneerden met een hart voor dieren als jongeren die dierenzorg studeren.” Het WTT is afhankelijk van giften.
Opvangcentra, en dus ook het WTT, krijgen het meest oproe- pen tussen maart en augustus.
„Dan vallen veel jonge vogels uit het nest. De dispatchers raden dan eerst aan om de vogel op- nieuw in het nest te zetten, maar soms lukt dat uiteraard niet”,
zegt Pijcke. „De herfst is dan weer erg rustig. Aan het aantal oproepen kun je overigens ook het weer afleiden. Als de mensen massaal buiten komen, treffen ze meer dieren in nood aan.”
Sommige dieren zitten vast in prikkeldraad, andere zijn vast- gevroren of vlogen tegen een ruit aan. Het WTT vervoert enkel de wilde dieren die terechtkunnen in de opvangcentra. Meestal gaat het om egels, merels en houtdui- ven. „Bij grotere dieren vraagt de dispatcher telkens of de chauf- feur het ziet zitten”, zegt Pijcke.
„Ons sturen ze af en toe naar een vos”, zegt Maurice Vandeput.
„Die zijn schichtig en beweeg- lijk, dus je moet voorzien welke kant op ze zullen vluchten. We leerden dat we een net moeten gebruiken en de vos vervolgens tegelijk aan de snuit en de staart moeten vastnemen. Bij een bui- zerd gebruik je dan weer een op- gerolde handdoek die de vogel kan vastgrijpen.”
Vandeput kreeg van de lokale politie ook al een keer een op- roep over een reiger. „Ik maakte mijn stationwagen zorgvuldig dicht met netten, aangezien een reiger niet in de doos zou passen die we doorgaans gebruiken”, zegt hij. „De vogel bleek ech- ter een fuut. De agenten lach- ten nogal toen ik vertrok met de fuut in die veel te grote koffer- ruimte, maar tot mijn verbazing bleef hij gewoon rustig zitten.”
Een keer jaarlijks volgen de WTT-vrijwilligers opleiding bij Vogelbescherming Vlaanderen.
Dan krijgen ze theorie en leren ze van experts hoe ze met be- paalde dieren moeten omgaan.
„In negen op de tien gevallen zit het dier echter al in een doos en is het verzwakt”, zegt Pijcke.
Na het herstel komen de die- ren opnieuw vrij in de natuur.
„Vooral beginnende vrijwilli- gers volgen ‘hun’ dieren op de voet”, zegt Pijcke. „Ze maken bovendien ook een klein dos- sier op, zodat de mensen die de oproep deden, nadien ook in- formatie kunnen opvragen. Een vrijwilliger die een havik bin- nenbracht, liet die zelf weer vrij.
Dat is uiteraard goed voor de motivatie.”
Woont u in of nabij Vlaams- Brabant en zou u misschien dispatcher of chauffeur willen worden? Neem dan contact op via 03 296 26 80 of e-mail naar info@vogelbescherming.be met als onderwerp „WTT”.
Advertentie
Een zieke kokmeeuw wordt voorzichtig gevangen. © Vogelbescherming Vlaanderen Een nest egels zonder moeder. © Natuurhulpcentrum
Ook jonge reeën komen soms in de opvangcentra terecht. © Natuurhulpcentrum Hoeft niet.
Onze prijzen zijn al aangepast.