• No results found

Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40130 holds various files of this Leiden University dissertation

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40130 holds various files of this Leiden University dissertation"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cover Page

The handle http://hdl.handle.net/1887/40130 holds various files of this Leiden University dissertation

Author: Meiboom, W.E.

Title: Bijzonder bestraft : context, analyse en waardering van de bijzondere rechtspraak door de Kamer Groningen van het Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden en van cassaties in Groningse zaken

Issue Date: 2016-06-08

(2)

HOOFDSTUK 4 JURISPRUDENTIE, PUBLICATIES EN DOCUMENTATIE TEN BEHOEVE VAN DE BIJZONDERE RECHTSPLEGING

4.1 Inleiding

Het nieuwe buitengewone strafrecht stelde raadsheren, raadslieden, procureurs-fiscaal, advocaten- fiscaal en officieren-fiscaal in de jaren 1945-1951 voor een geweldig probleem. Vele ‘politieke delinquenten’ moesten worden berecht. De vraag was wat de nieuwe strafbaarstellingen in het Besluit Buitengewoon Strafrecht inhielden en wat de interpretaties van deze strafbaarstellingen waren. Het buitengewoon strafrecht was een heel nieuwe strafrechtsoort, waarin slechts gedeelten van het vertrouwde Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering van toepassing waren. Ook de grondslag van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1, werd voor het buitengewoon strafrecht opzijgezet. Over de bijzondere rechtspleging bestond voor 1945 geen juridische wetenschappelijke literatuur, noch over omvang en inhoud van in het buitengewoon strafrecht gebezigde begrippen, noch over de reikwijdte van de diverse artikelen in Besluit D61. De functionarissen konden ook niet terugvallen op bestaande jurisprudentie. Er werd duidelijk op vertrouwd dat een geschoold rechter ook dit nieuwe strafrecht goed zou kunnen uitvoeren.

Vanaf 1945 werd getracht via jurisprudentie, circulaires van het Directoraat-Generaal voor de bijzondere rechtspraak, door de Bijzondere Raad van Cassatie naar de Kamers van alle Bijzondere Gerechtshoven verstuurde arresten, overzichten van de opgelegde strafmaten en literatuur de invulling en grenzen aan te geven van de diverse delicten opgenomen in het Besluit Buitengewoon Strafrecht. Er zijn in archieven geen brieven of aantekeningen gevonden over overleg tussen raadsheren in diverse hoven.

4.2 Jurisprudentie over verschillende begrippen in de bijzondere rechtspleging

Omdat er recht gesproken moest worden op een heel nieuw strafrechtsgebied, hebben de Bijzondere Raad van Cassatie en de verschillende Bijzondere Gerechtshoven in uitspraken getracht een aantal begrippen uit het Besluit Buitengewoon Strafrecht (D61) en het Wetboek van Strafrecht nader juridisch te definiëren en toe te lichten. De belangrijkste arresten van de Bijzondere Raad van Cassatie en de sententies van verschillende Kamers van de Bijzondere Gerechtshoven zijn gepubliceerd in Tribunalen in Nederland en andere Na-oorlogsche rechtspraak, een bundeling van arresten en sententies in vijf delen door G.C.M. van Nijnatten en H.J.J. van den Burg (red.). Deze bron staat bekend als de ‘NOR’.

De belangrijkste jurisprudentie betrof:

- Interpretatie en reikwijdte van het delict ‘blootstellen aan’, artikel 26 BBS;

- Interpretatie en reikwijdte van het delict ´economisch voordeel trekken´, artikel 27 BBS;

- Afbakening en interpretatie van het delict ‘hulpverlenen aan de vijand’, artikel 102 Sr;

- Interpretatie en reikwijdte van het delict ´vrijwillig toetreden tot vijandelijke buitenlandse krijgsdienst´, artikel 101 Sr;

- Interpretatie en reikwijdte van de begrippen ‘Duitse Staatsdienst’ en ‘Duitse Publieksdienst’;

- Interpretatie van het begrip ‘toetreden tot de NSKK’;

- De vraag of toetreden tot de Nederlandsche Landwacht vrijwillige vijandelijke krijgsdienst was of niet;

- Invulling van het begrip ‘ambtelijk bevel’ in de bijzondere rechtspleging;

- Invulling van de begrippen ‘overmacht’ en ‘noodweer’ in de bijzondere rechtspleging;

- Interpretatie en reikwijdte van de delicten ‘misdaden tegen de vrede’, ‘oorlogsmisdaden’ en

‘misdaden tegen de menselijkheid’, artikel 27a BBS en Handvest van San Francisco, artikel 6a-6c.

Deze jurisprudentie is per strafrechts- of BBS-artikel opgenomen in rubriek 7.6 Kwalificaties in zaken behandeld in de Kamer Groningen: jurisprudentie, interpretatie, strafmaat en voorbeeldzaken per kwalificatie.

(3)

4.3 Publicaties en documentatie

Daarnaast stuurde de Bijzondere Raad van Cassatie vanaf de eerste dag in september 1945 aan alle Kamers van de Bijzondere Gerechtshoven, naar alle procureurs-fiscaal en de advocaten-fiscaal arresten die in de Kamers van de Bijzondere Raad van Cassatie uitgesproken waren. Dit betrof arresten waarvan de Bijzondere Raad van Cassatie meende dat de inhoud juridisch-interessante informatie zou

verschaffen voor de berechting van ´politieke delinquenten´. Over alle strafartikelen uit het BBS is jurisprudentie vervaardigd en gedrukt, om alle Kamers van de Bijzondere Gerechtshoven te helpen bij hun vonnissen.571

Naast de jurisprudentie van de Bijzondere Raad van Cassatie en de Bijzondere Gerechtshoven zijn tussen 1945 en 1949 publicaties en overzichten vervaardigd die de functionarissen in de bijzondere rechtspleging konden ondersteunen. Een aantal personen en instanties heeft nog in de tijd zelf overzichten vervaardigd of publicaties uitgegeven om iedereen, werkzaam in het bijzonder strafrecht, behulpzaam te zijn bij het nemen van beslissingen op dit totaal nieuwe strafrechtterrein.

D. van Eck: Het misdrijf van hulp aan den vijand, in verband met de bepalingen van het Besluit Buitengewoon Strafrecht

Van de hand van D. van Eck verscheen al in 1945 het boek getiteld Het misdrijf van hulp aan den vijand, in verband met de bepalingen van het Besluit Buitengewoon Strafrecht.Dit boek geeft een helder overzicht en juridische onderbouwing van een van de lastigste onderdelen van het

buitengewone strafrecht: de reikwijdte en invulling van het misdrijf opgenomen in artikel 102 van het Wetboek van Strafrecht, hulpverlening aan de vijand, in artikel 22 BBS uitgebreid met bevorderen en verspreiden van vijandelijke propaganda.

D. van Eck schetst uitgebreid de objectieve elementen van de delictsomschrijving van zowel artikel 102 van het Wetboek van Strafrecht als van artikel 77 van het Wetboek van Militair Strafrecht.572

Bovendien geeft hij een overzicht van toepasbaarheid van schulduitsluitingsgronden en

rechtvaardigingsgronden.573 Daarnaast bespreekt hij de toepasselijkheid van algemene leerstukken op de delicten in het buitengewoon strafrecht.574

L.G. Kortenhorst: Was samenwerking met den vijand geoorloofd?

Een van de problemen bij de berechting van mensen die hadden samengewerkt met de Duitse bezetter was het feit dat Nederland volgens het Landoorlogreglement van 18 oktober 1907 een bezet land was tussen 1940 en 1945. L.G. Kortenhorst publiceert al in 1945 een boek met de intrigerende titel: Was samenwerking met den vijand geoorloofd? Naast het Landoorlogreglement uit 1907 gaat hij uitgebreid in op de Aanwijzingen uit 1937. Op grond van het Landoorlogreglement en de Aanwijzingen575 concludeert L.G. Kortenhorst dat collaboratie in sommige gevallen zelfs noodzakelijk was, namelijk wanneer dat geschiedde in het belang van de burgerbevolking. Veel reacties zijn er echter niet op dit boek verschenen. Het zou een interessante discussie over de invulling en reikwijdte van de term collaboratie opgeleverd kunnen hebben!576

N.J.G. Sikkel: ‘Documentatie’, samengesteld door het Openbaar Ministerie van het Bijzonder Gerechtshof Amsterdam

N.J.G. Sikkel, procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam, liet in 1947 door zijn afdeling Documentatie een boek samenstellen, met als titel: Documentatie. Dit boek geeft een overzicht van Duitse en Nederlandse instellingen en hun werkzaamheden ten dienste van de Duitse bezetter tijdens de bezetting.577 Dit overzicht werd al snel hét standaardwerk voor de Bijzondere

571 Archief van de Bijzondere Raad van Cassatie aanwezig bij de Hoge Raad, inv.nr 8.

572 Van Eck 1945, p. 143-290.

573 Van Eck 1945, p. 291-367.

574 Van Eck 1945, p. 45-142.

575 Zie rubriek 2.1.1.

576 L.G. Kortenhorst Was samenwerking met den vijand geoorloofd?, uitgeverij Pax ‘s-Gravenhage, 1945, p. 5-47.

577 N.J.G. Sikkel, Documentatie. Status en werkzaamheden van organisaties en instellingen uit de tijd der Duitse Bezetting van Nederland,

(4)

Gerechtshoven en het Openbaar Ministerie in de bijzondere rechtspleging. Naderhand is veel kritiek geleverd op de onvolledigheid en fouten van deze Documentatie, maar in de tijd zelf prees ieder zich gelukkig met dit boek.

De documentatieafdeling van de procureur-fiscaal van Amsterdam stelde niet alleen Documentatie samen, maar ook rapporten over afzonderlijke onderwerpen, onder andere over de arrestaties, verhoren en fusilleringen door de Duitse politie, over het weekblad De Waag, over het Deutsches Nachrichtenbüro en over de Verkeerscontroledienst.578

D.J. Veegens: Overzicht van de bijzondere rechtspraak (Bijzondere Raad van Cassatie en Bijzondere Gerechtshoven)

D.J. Veegens, jurist en raadsheer in de Bijzondere Raad van Cassatie, heeft een overzicht opgesteld van de uitspraken, uitgevaardigd door de Bijzondere Raad van Cassatie en de Bijzondere Gerechtshoven over rechtsvragen op artikelen uit het Landoorlogsreglement, het Wetboek van Strafrecht, het Besluit Buitengewoon Strafrecht, de Wet op de rechterlijke organisatie, het Besluit op de Bijzondere Gerechtshoven, het Wetboek van Strafvordering en het Besluit Buitengewone Rechtspleging.579 Het eerste gedeelte van zijn jurisprudentieoverzicht verscheen in 1947 in druk, de aanvulling uit 1948 was slechts in gestencilde versie verkrijgbaar. Hij kondigde tijdens de jaarvergadering van de Orde van Advocaten de aanvulling uit 1948 aan en deelde mee dat iedereen die interesse had in deze aanvulling een gestencild exemplaar bij hem kon krijgen na afloop van de vergadering.

Pas in januari 2014 is het gelukt om één exemplaar van deze gestencilde aanvulling te vinden, niet bij de Orde van Advocaten, noch bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag of bij het Nationaal Archief in Den Haag, maar in de bibliotheek van de Hoge Raad der Nederlanden.580

W.M.E. Noach: De bijzondere rechtspleging. Straf en Tuchtrechterlijk optreden tegen onvaderlandslievend gedrag in de bezettingstijd

W.M.E. Noach was van november 1946 tot juli 1948 gewestelijk directeur voor de westelijke provincies van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. Hij was uit dien hoofde goed bekend met de

bijzondere rechtspleging en de geïnterneerden.581 Hij publiceerde in 1948 een dissertatie waarin niet alleen de wettelijke grondslag van de bijzondere rechtspleging wordt beschreven, maar ook de praktijk van de bijzondere rechtspleging en de jurisprudentie hierover.582 In zijn dissertatie behandelt hij niet alleen de rechtspleging van de Bijzondere Gerechtshoven, maar ook de berechting door de Tribunalen.

Zijn dissertatie is vanaf het ogenblik van publicatie in de bijzondere rechtspleging veelvuldig als naslagwerk gebruikt. Tot aan het standaardwerk van A.D. Belinfante In plaats van Bijltjesdag fungeerde het als het overzichtswerk over de bijzondere rechtspleging.

Het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie

Na de oorlog werd in Amsterdam een nieuwe organisatie opgericht: het Rijksinstituut voor

Oorlogsdocumentatie (RIOD). Een van de geestelijk vaders van het RIOD was L. de Jong. De Joodse L.

de Jong was op 14 mei 1940 naar Londen gevlucht, en werkte daar als omroeper en verslaggever van Radio Oranje. Hij wist de regering in ballingschap te overtuigen van zijn missie om een Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie op te richten. In maart 1944 schreef hij een radiospeech voor minister G.

Bolkestein van Onderwijs, waarin deze aankondigde dat na de bevrijding dit Rijksinstituut zou worden opgericht. Ook riep G. Bolkestein luisteraars op hun dagboeken en brieven te bewaren. Een van de mensen die deze toespraak hoorde was de ondergedoken Anne Frank. Zij heeft hierna haar dagboek omgewerkt voor publicatie en hierin onder andere alle namen van de andere onderduikers veranderd.583

578 Publicaties van de documentatieafdeling van de procureur-fiscaal van Amsterdam, 1945-1948.

579 D.J. Veegens: Overzicht van de bijzondere rechtspraak (Bijzondere Raad van Cassatie en Bijzondere Gerechtshoven), Zwolle:

Uitgeversmaatschappij W.E.J. Tjeenk Willink 1947.

580 Informatie verstrekt door functionarissen bij de Koninklijke Bibliotheek, de Nederlandse Orde van Advocaten, het Nationaal Archief en de Hoge Raad der Nederlanden, alle gevestigd in Den Haag.

581 Archief STPD, inv. nr. 1632.

582 Belinfante 1978 prijst op p. 12 van zijn boek ‘In plaats van Bijltjesdag’ het boek van Noach aan.

583 www.npogeschiedenis.nl/na-de-bevrijding/boek/Ad-van-Liempt-Na-de-bevrijding-Het-dagboek-van-een-meisje-Anne-Frank.html:

Toespraak van G. Bolkestein op 28 maart 1944 via Radio Oranje uit Londen.

(5)

Eenmaal terug in Nederland, kort na de bevrijding, kwam L. de Jong tot de ontdekking dat in bezet Nederland N. Posthumus hetzelfde idee gehad had. De Amsterdamse hoogleraar N. Posthumus, bij wie L. de Jong nog colleges geschiedenis had gevolgd, had tijdens de oorlog precies hetzelfde idee gehad als L. de Jong en was al voortvarend begonnen met het aanleggen van een geheime verzameling documenten. N. Posthumus had eerder een historisch instituut opgericht, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), en wist dus hoe je zoiets moest aanpakken. Niet gehinderd door de bezetter overlegde hij over de oprichting van een instituut met een ambtenaar, op het onder Duits gezag staande Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming, terwijl de oorlog nog in volle gang was. Drie dagen na de bevrijding had N. Posthumus het RIOD opgericht. Posthumus had alles voor elkaar: er was een bestuur – keurig verzuild, zoals het hoorde – er was een pand aan de Herengracht in Amsterdam en er waren al een paar medewerkers. Hij zocht alleen nog iemand voor de dagelijkse leiding en wie lag er meer voor de hand dan L. de Jong? De Jong werd benoemd en meteen begonnen hij en zijn medewerkers aan hun grote taak: documenteren van alle organisaties en gebeurtenissen uit de oorlog en het verzamelen van dagboeken, films, foto’s en ander materiaal. N.

Posthumus wordt dan ook gezien als de tweede geestelijk vader van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.584

De rapporten die medewerkers van het RIOD vervaardigden over de verschillende Duitse instanties in Nederland, vonden ook hun weg naar de Bijzondere Gerechtshoven. In het archief van de Rechtbank Groningen, waar de Kamer Groningen gevestigd was, waren in 2011 nog verschillende rapporten van het RIOD aanwezig, gebruikt tijdens de zittingen van de Kamer Groningen.585

Circulaires verstuurd door de verschillende afdelingen van het Directoraat-Generaal voor de bijzondere rechtspleging

Vanaf de start van het Directoraat-Generaal voor de bijzondere rechtspleging (DGBR) hebben de verschillende afdelingen van het DGBR een stroom van circulaires verstuurd naar alle Kamers van de Bijzondere Gerechtshoven en naar alle procureurs-fiscaal en de advocaten-fiscaal. 586 Daarnaast verzamelde het Directoraat-Generaal arresten over rechtsvragen.587 In 1947 werd het Bureau

Coördinatie van het Directoraat-Generaal voor bijzondere rechtspleging opgericht. Doel van dit Bureau was om landelijke gegevens te verzamelen over de diverse soorten misdrijven en collaboraties die vielen onder de bijzondere rechtspleging. Het Bureau Coördinatie, onder leiding van mw. J.M.C.

Romeijn, heeft getracht met adviezen eenheid te brengen in interpretatie van de onbekende strafbepalingen en eenheid in de waardering en zwaarte van de in de tenlastelegging opgenomen feiten zowel voor oorlogsgerelateerde misdrijven als voor internationale oorlogsmisdrijven.588

584 Ontleend aan: geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/21377598/Het oude RIOD, 1 maart 2005 en www.niod.nl/nl/geschiedenis-van-het-niod/oprichting.

585 Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, Serie Bronnenpublicaties monografieën en processen, 1946-1952.

Een deel van deze rapportages is aangetroffen in het archief van de rechtbank Groningen. Deze informatie bevindt zich nu in het Archief CABR, inv. nr. 112926. Namelijk: Buijten en Schipperheijn, Max Blokzijl. Zijn berechting, veroordeling en executie. Amsterdam:

1946 (Bronnenpublicaties. Processen 1).Buijten en Schipperheijn, Het proces Van Genechten. Amsterdam: 1946 (Bronnenpublicaties.

Processen 2).

586 Archief DGBR, circulaires bijzondere rechtspleging inv. nrs. 1-30, 2329-2346, index hierop inv. nr. 31.

587 Archief DGBR, inv. nr. 1277.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Title: Bijzonder bestraft : context, analyse en waardering van de bijzondere rechtspraak door de Kamer Groningen van het Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden en van cassaties in

Nu het niet mogelijk was om wetgeving vanuit Londen uit te vaardigen in overeenstemming met de Grondwet en de Nederlandse regering geen staatsnoodwet had, noch een formele

Eind april 1945 bleek dat de taak om de Bijzondere Gerechtshoven en de Bijzondere Raad van Cassatie te bemensen eigenlijk te ingewikkeld was voor de Sectie Juridische Zaken van

611 Heel bijzonder is dat in de Kamer Assen alle gerechtelijke beslissingen, de sententies van de Kamer Assen, de maatregelen van de Tribunaalkamers en de

Tussen april en juli 1945 werden op deze manier alleen al in de provincie Groningen rond de 12.000 mensen

712 Hiervan waren elf personen in Nederland gearresteerd en daarna gevlucht, twee verdachten waren vóór hun arrestatie gevlucht naar Duitsland en werden door de Duitse regering

De Bijzondere Raad van Cassatie heeft, in afwijking van de procedure bij de Hoge Raad, niet in alle zaken waarbij cassatiemiddelen te laat of niet waren ingediend, besloten tot

Door de advocaten-fiscaal zijn 51 zaken die berecht hadden moeten worden door de Kamer Groningen, doorgestuurd naar het Tribunaal en 14 zaken naar de rechtsopvolger van het