2 Ik kijk naar het

Taal actief • Instaplessen spelling • groep 4 • © Malmberg ’s-Hertogenbosch

spelling

Dit ga je leren

Je leert hoe je woorden schrijft met twee

medeklinkers aan het begin.

k l a p

Dit moet je weten

• Woorden als klap zijn luisterwoorden.

• Je schrijft het woord zoals je het hoort.

1 Vul het woord in.

Kies uit: kroon gras plat droom staan trap

1 Tom ligt in het g r ^{a s .}

2 Hij heeft een d r ^{oo m .}

3 Daarin draagt hij een k r ^{oo n .}

4 Dan krijgt Tom een t r ^{a p .}

5 Hij gaat snel weer s t ^{aa n .}

6 Het gras is p l ^{a t .}

2 Trek een lijn van de vlek naar de goede letters.

Schrijf dan het woord op.

1 In het park is het 2uk. sp

druk

2 Ik kijk naar het @el in de kast. kn spel

3 Jan is heel €oot. gr groot

4 Trijn is heel @ap. dr knap

5 Jan lacht om een €ap. kl grap

6 Trijn geeft Jan een 2ap. sl klap

7 Jan houdt niet van @aan. tr slaan

8 Hij huilt met een €aan. gr traan

groep 4 vakantie instaples 1

Taal actief • Instaplessen spelling • groep 4 • © Malmberg ’s-Hertogenbosch

spelling

Dit ga je leren

Je leert hoe je woorden schrijft met twee

medeklinkers aan het eind.

t e n t

Dit moet je weten

• Woorden als tent zijn luisterwoorden.

• Je schrijft het woord zoals je het hoort.

1 Vul het woord in.

Kies uit: best eens kort naast tent kans

1 Ik slaap in een t e n t ^.

2 Mijn broer slaapt n aa s t ^me.

3 Dat past nu nog b e s t ^.

4 Maar ee n s past het niet meer.

5 Dan is de tent te k o r t ^.

6 En grijp ik mijn k a n s ^.

2 Trek een lijn van de vlek naar de goede letters.

Schrijf dan het woord op.

1 Fien droomt vaak ie@ fijns. rt

iets

2 Vooral als ze ko€ slaapt. ns kort

3 Fien droomt van een da2 ts dans

4 In haar droom danst ze be@ goed. nt best

5 Op de pu2 van haar teen. ns punt

6 Dansen is een we€ van Fien. st wens

groep 4 vakantie instaples 2