• No results found

Welk prikkeltype is jouw kind?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Welk prikkeltype is jouw kind?"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Welk prikkeltype is jouw kind?

Beantwoord de 10 vragen en ontdek wat de manier van prikkelverwerking van jouw kind is.

(2)

Wat voor manier van prikkelverwerking heeft jouw kind?

Elk kind heeft zijn eigen bijzonderheden op het gebied van prikkelverwerking.

Het kan van waarde zijn om de prikkelverwerking van je kind in kaart te brengen zodat je je kind beter leert begrijpen en een sensorisch waardevolle omgeving kunt creëren voor je kind.

Dr. Winnie Dunn - expert op het gebied van sensorische informatieverwerking - heeft de vier manieren van prikkelverwerking omschreven. Dat zijn:

1. Prikkelzoekers

2. Gevoelige prikkelverwerkers 3. Prikkelvermijders

4. Verminderde registreerders

Met deze eenvoudig test kun je een eerste inschatting maken van de manier van prikkelverwerking die bij jouw kind dominant is. We hebben daarvoor 10 vragen gemaakt. Aan jou om de vragen samen met je kind te beantwoorden met het antwoord dat het beste bij hem of haar past.

Veel plezier!

Inleiding

(3)

A. Mijn kind heeft echt een hekel aan stilzitten, dus een kappersbezoek is soms lastig. Maar door het aanbieden van afleiding lukt het wel om voor een kwartiertje in de stoel te blijven.

B. Ik ga met mijn kind altijd naar dezelfde kapper. Die kapster werkt heel voorspelbaar waardoor mijn kind weet wat er gaat gebeuren en het knippen beter toelaat. Ook heeft ze de kapperszaak lekker rustig gehouden.

C. Mijn kind vindt het helemaal geen probleem om naar de kapper te gaan. Hij/zij geniet van het kroelen door het haar, de geuren van de shampoo en het kijken in de spiegel.

D. Het liefst zou mijn kind niet naar de kapper gaan. Gelukkig hebben we nu een kapper die erg veel rekening met hem/haar houdt en we mogen na sluitingstijd komen zodat er geen andere mensen in de zaak zijn. We kiezen vervolgens voor het makkelijkste kapsel, zodat het knippen weer snel klaar is.

Vraag 1

Binnenkort komt de fotograaf op school. Je wilt graag dat je kind er

netjes op staat, dus eerst even naar de kapper. Wat vind je kind van een

kappersbezoek?

(4)

A. Wel gezellig, maar alles gaat zo voorzichtig. Mijn kind kan zich ergeren aan bepaalde materialen en pakt spullen soms enkel met de vingertoppen vast.

B. Ja leuk! Mijn kind maakt er altijd een heel feest van, pakt alle knutselspullen uit de kast, smeert zich vol met de verf (liefst vingerverven) en heeft de grootste lol met papier mache!

C. Mijn kind doet altijd wel mee, het maakt niet zo veel uit wat we gaan knutselen. Soms moet ik mijn kind wel aansporen om verder te gaan, hij/zij kan soms zo treuzelen. Uiteindelijk zit mijn kind helemaal onder, maar heeft dit zelf niet in de gaten.

D. Ik vind het als ouder telkens weer een uitdaging om er achter te komen waar mijn kind nou mee aan de slag wil. Veel knutselmaterialen vindt mijn kind vies, wil hij/zij niet aanraken en soms stopt hij/zij er gewoon mee.

Vraag 2

Gezellig samen knutselen. Toch?

(5)

A. Ja mijn kind gaat wel mee, maar ontwijkt veel toestellen die bewegen of rondgedraaid worden. Mijn kind blijft liever rechtop en met beide voeten aan de grond.

B. Ik houd altijd mijn hart vast als we naar de speeltuin gaan. Mijn kind kan zo onhandig zijn, botst soms tegen anderen op en heeft niet in de gaten als draaitoestellen in beweging komen.

C. Mijn kind moet altijd eerst bijkomen van de autorit naar de speeltuin toe. Eenmaal in de speeltuin is hij/zij altijd erg voorzichtig en soms wat angstig om de klimtoren op te gaan.

D. Alsof je een katapult afschiet! Zo snel mogelijk gaat mijn kind de speeltuin in en is er de hele middag aan het spelen: hard ronddraaien, rennen, hoog schommelen, klimmen etc.

Vraag 3

Voldoende bewegen is belangrijk voor de motorische ontwikkeling

van kinderen. Dus: op naar de speeltuin! Is je kind ook zo enthousiast?

(6)

A. Mijn kind heeft het prima naar de zin op school en heeft geen last van de drukte. Wel zegt de leerkracht dat hij/zij soms niet reageert of afwezig lijkt. Mijn kind is soms wat traag en moeilijk in actie te krijgen.

B. Mijn kind vindt het heel moeilijk om te kunnen werken in een groep, is snel afgeleid als er veel geluiden zijn en houdt alles in de gaten. De leerkracht vindt hem/haar gespannen overkomen.

C. Op de speelplaats zoekt mijn kind vaak de rustige plekken op en doet liever niet mee met

groepsactiviteiten. Als mijn kind met anderen iets samen moet doen, reageert hij/zij soms bazig en wil bepalen wat er gebeurt.

D. De leerkracht zegt dat mijn kind altijd in de weer is en geluiden maakt in de klas. Ook zit hij/zij weinig stil en reageert impulsief. De leerkracht moet veel bijsturen.

Vraag 4

Thuis kunnen kinderen vaak kiezen of ze alleen of met anderen zijn.

Op school is het vaak een grote groep. Hoe gaat je kind om met deze

drukte?

(7)

A. Mijn kind is erg gevoelig voor bepaalde stoffen, dus kleding kopen is nog niet zo makkelijk. Ook schoenen en sokken irriteren snel. Dus we trekken de nieuwe kleding vaak al eerder aan om te wennen.

B. Mijn kind is altijd blij met kleding die felle kleuren heeft en dan het liefst ook nog met frutseltjes of bolletjes eraan en heeft zelfs schoenen met lampjes erin!

C. Mijn kind wil het liefst dat ik een grotere maat van hetzelfde kledingstuk koop als kleding te klein wordt.

Hij/zij is heel kieskeurig in kleding en wil ondergoed bijvoorbeeld maar van één bepaald merk. Een feestmuts opzetten zal met een verjaardag echt niet lukken.

D. Nieuwe kleren vindt mijn kind leuk en het maakt niet zo veel uit wat hij/zij aantrekt. Wel moet ik altijd opletten dat de kleding niet verdraait of zelfs binnenstebuiten zit. Dat heeft hij/zij zelf niet door!

Vraag 5

Je kind is bijna jarig. Leuk om hem/haar die dag nieuwe kleren aan te

doen. Hoe gaat je kind om met nieuwe kleding?

(8)

A. Mijn kind is niet zo moeilijk en eet alles eigenlijk wel. Soms knoeit hij/zij of stoot iets om wat op tafel staat.

B. Mijn kind wil graag dat het eten op een aangename temperatuur is. En er zijn nog wel meer voorkeuren:

niet te sterke smaken, eten mag niet stinken en het moet bijvoorbeeld niet te hard gebakken zijn.

C. Mijn kind vindt het gezellig om samen met anderen te eten, kan wel wat druk zijn tijdens het eten, knoeit daardoor veel en is anderen soms tot last.

D. Mijn kind is geen makkelijke eter en wil bijna nooit nieuwe dingen uitproberen. Alles op het bord hoort goed gescheiden te zijn van elkaar. Het is wel fijn dat hij/zij weinig knoeit en netjes eet.

Kies het antwoord dat het beste bij je kind past.

Vraag 6

Eten doen we iedere dag. Ieder kind laat ander gedrag zien tijdens het

eten. Hoe eet jouw kind?

(9)

A. Zo mooi om te zien hoe mijn kind met anderen speelt! Soms wordt het wel erg druk en rommelig. Hij/zij kan echt hyper worden en haalt al het speelgoed uit de kast erbij in zijn/haar enthousiasme.

B. Mijn kind kan met iedereen wel goed spelen. Ik vind het wel makkelijker om met een kind af te spreken dat goed het spel kan maken, want zelf komt hij/zij daar vaak niet toe.

C. Mijn kind spreekt het liefst digitaal af en speelt dan games op de spelcomputer met anderen. Soms spelen ze bij ons thuis (liever niet bij de ander) en meestal met een rustig kind. Hij/zij wil dan wel graag het spel bepalen.

D. Ik kan niet zomaar bepalen met wie mijn kind wil spelen, maar het helpt om aan te geven hoe laat het speelkameraadje weer wordt opgehaald. Na zo’n speelmoment is mijn kind vaak moe en wil even alleen zijn.

Vraag 7

De school is uit. Leuk als je kind een speelafspraak heeft.

(10)

A. Mijn kind vindt het altijd lastig om in winkels te zijn waar het erg druk is en waar de verlichting fel is. Hij/zij hangt tegen me aan en is erg aan het zeuren. In kleine winkels gaat het wel wat beter.

B. Vaak is het lastig om met mijn kind te gaan winkelen, dan worden alle producten uit de schappen gehaald.

Soms rent hij/zij met een klein winkelwagentje en wil dan tegen mijn winkelwagen aanbotsen. Als ik bij de versafdeling niet uitkijk worden alle stukjes kaas van het plankje gegeten.

C. Mijn kind wil eigenlijk nooit mee als ik zeg dat we boodschappen gaan doen. En als we er dan zijn wil hij/

zij eigenlijk niets en wil bijv. niet opgetild worden om in het winkelwagentje te zitten. Hij/zij kijkt veel naar beneden en houdt soms zelfs zijn/haar handen op de oren.

D. Ik moet altijd erg goed op mijn kind letten in een winkelcentrum. Zelf verdwaalt hij/zij wel eens en raakt me snel kwijt. Het is alsof hij/zij wat ‘wazig’ is een drukke omgeving als de supermarkt.

Vraag 8

Tijd om boodschappen te gaan doen. Een supermarkt is een drukke

omgeving. Hoe is dat voor jouw kind?

(11)

A. Mijn kind houdt niet zo van alle drukte. Tussendoor mag hij/zij soms even buiten spelen om tot rust te komen of helpen met inschenken van drinken in de keuken. Daar is het rustiger dan in de woonkamer.

B. Soms duurt het even voor mijn kind actief wordt en meedoet met de anderen, maar eenmaal erbij betrokken vindt hij/zij verjaardagen erg leuk.

C. Mijn kind heeft dan altijd veel plezier, geniet van de muziek en speelt met alles wat maar voor handen is.

Hij/zij gaat helemaal op in het feestgedruis.

D. In het begin, als het nog niet zo druk is, vindt mijn kind het wel gezellig. Maar als het drukker wordt dan wordt het vaak moeilijk. Je doet mijn kind er geen plezier mee en het vermoeit hem/haar enorm.

Vraag 9

Hieperdepiep… hoera! Mama is jarig en er komt veel visite.

Hoe gaat je kind hiermee om?

(12)

A. Slapen is altijd moeilijk geweest voor mijn kind. Mijn kind heeft veel routines waar hij/zij zich (en mij) graag aan wil houden. Zo moet het rolluik helemaal dicht en de kamer moet zo donker mogelijk zijn.

B. Voordat mijn kind eens klaar is om te gaan slapen… Het dekbed moet precies tot aan de kin komen, het lichtje voor de nacht moet aan zijn, de deur op een kier, noem maar op. Het komt allemaal heel precies.

C. Mijn kind is een makkelijke slaper. Ook logeren is geen probleem, hij/zij slaapt snel in. Soms valt mijn kind zelfs beneden al in slaap op de bank als ik niet oplet.

D. Het hele bed ligt vol met knuffels, mijn kind vindt het heerlijk om er tussen te liggen. Ook vindt hij/zij het fijn om strak te worden ingestopt. Voor het slapen gaan wordt er vaak nog gestoeid en het liefst ook nog een verhaaltje voorgelezen en een liedje gezongen.

Vraag 10

Slaap, kindje slaap.... Het ene kind valt makkelijk in slaap, het

andere doet er wat langer over. Hoe is dat voor jouw kind?

(13)

Antwoorden

Vraag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Antwoord

Vraag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal

Prikkelzoeker A B D D B C A B C D

Gevoelige

prikkelverwerker B A C B A B D A D B

Prikkelvermijder D D A C C D C C A A

Verminderde

registreerder C C B A D A B D B C

Omcirkel per vraag jouw antwoord (A, B, C of D) en tel het aantal antwoorden per prikkeltype bij elkaar op.

Vul per vraag in welk antwoord het beste bij je kind past (A, B, C of D).

Bij welke manier van prikkelverwerking scoort je kind het

hoogste?

(14)

Prikkelzoeker

Kenmerken

Prikkelzoekende kinderen zijn vaak nieuwsgierig, actief en soms wat onrustig. Het valt al snel op als deze kinderen er niet zijn, omdat ze in een groep duidelijk aanwezig zijn en vaak voor opwinding en veranderingen zorgen. Ze zijn niet van de routines. Deze kinderen voegen vaak prikkels toe aan activiteiten: wat meer, wat sneller, wat harder, etc.

Hun brein heeft meer dan gemiddeld prikkels nodig en als de omgeving of activiteit hen dat onvoldoende biedt gaan ze er naar op zoek.

Prikkelzoekers komen vaak aan met nieuwe ideeën of willen een spel net even wat anders spelen dan je zou verwachten: staan op een schommelplankje in plaats van zitten, instellingen van de computer veranderen terwijl je enkel plaatjes hoeft op te zoeken, verschillende soorten speelgoed bij elkaar gebruiken of gerechten maken van ingrediënten waar je van opkijkt! Door hun honger naar nieuwe prikkels maken deze kinderen de taak waar ze mee bezig waren vaak niet af.

Prikkelaanbod

Zorg voor een gevarieerd, afwisselend en prikkelrijk dagprogramma, zodat deze kinderen veel prikkels krijgen aangeboden en niet zelf op zoek hoeven naar extra

prikkels (want dat is soms niet wat op dat moment uitkomt of mag). Dat kan vanalles zijn:

speelgoed met verschillende mogelijkheden, bewegingsmogelijkheden in de (speel) tuin. Maak gebruik van de creativiteit en nieuwsgierigheid van deze kinderen. Laat ze op de computer uitzoeken wat er allemaal te zien is in dat pretpark waar je nog niet geweest bent of laat ze de hond nieuwe trucjes leren. Op school vinden deze kinderen het helemaal niet erg om de schriftjes uit te delen of te helpen met opruimen.

(15)

Gevoelige prikkelverwerker

Kenmerken

Gevoelige prikkelverwerkers merken veel en snel prikkels op en wennen er niet snel aan. Deze kinderen hebben de neiging om hun aandacht te richten op de laatste prikkel die zich aandient. Soms schrikken ze ook snel. Prikkels uit de omgeving leiden dan ook al snel af en zo kunnen ze soms ook informatie missen. Deze kinderen merken veranderingen snel op, zoals een uitdrukking in je gezicht, als kleding gewassen is met een ander wasmiddel of dat er iets veranderd is in het klaslokaal. Wennen aan een prikkel duurt langer. Deze kinderen hebben veel tijd nodig om alles precies zo te krijgen als zij dat willen, als dat al mogelijk is: vaak moeten kinderen mee in de groep (thuis of op school) en is niet alles afgestemd op hun behoeften. Gevoelige prikkelverwerkers kunnen tijdens het eten precies beschrijven hoe iets smaakt of aanvoelt in hun mond.

Prikkelaanbod

Probeer duidelijk te krijgen wat voor het kind belangrijk is, zodat jij en anderen daar rekening mee kunnen houden. Welk wasmiddel vindt het kind fijn? En welke tandpasta?

Zeker prikkels uit de omgeving die het kind erg tot last zijn probeer je te voorkomen, bijvoorbeeld door boodschappen te doen op rustige momenten of door een rustige kamer op te zoeken waar het kind even naar toe kan gaan als het prikkelaanbod wat veel wordt.

Ga deze kinderen niet pushen, dat heeft geen enkele zin. Beperk afleidingen uit de omgeving en kies de voorwerpen en materialen die het kind fijn vindt. Voorkom dat het prikkelaanbod te weinig wordt. Dat kan je doen door de taakjes en spelactiviteiten voldoende prikkelrijk te maken, met prikkels die het kind zelf kan opdoen. Gebruik bijv.

een kneedgum of stressbal als auditieve prikkels het kind tot last zijn.

(16)

Prikkelvermijder

Kenmerken

Prikkelvermijdende kinderen creëren graag routines om hun leven rustiger en

beheersbaarder te houden. Ze houden niet zo van veranderingen en prikkels kunnen hen snel tot last zijn. Routines en orde zorgen voor een prettig gevoel, want de prikkels zijn vertrouwd. Om deze reden komen kinderen soms koppig over, ze willen niet

zomaar overal aan mee doen of ze willen spel bepalen. Zo creëeren ze een voorspelbaar prikkelaanbod.

Ze kunnen een ruimte verlaten als het er te druk wordt, soms met een subtiel smoesje.

Ze zijn vaak creatief in het vinden van oplossingen voor prikkels waar ze problemen mee hebben. Dat kan onopvallend gebeuren, maar soms ook storend gedrag voor anderen opleveren. Denk daarbij aan concentratievermindering, wegvluchten, in paniek raken, het uiten van frustratie en agressie en het overstemmen of stoppen van de binnenkomende prikkels (geluiden maken, handen over de oren, fladderen). Te veel (nieuwe) sensorische informatie tegelijk vinden deze kinderen niet fijn. Deze kinderen spelen op zijn tijd graag een tijdje alleen.

Prikkelaanbod

Zorg voor orde en een dagprogramma met rustmomenten. Neem tijd voor activiteiten met je kind en verlaag je handelingstempo als je praat met je kind of als je een kind moet helpen met de verzorging. Help je kind in het maken van routines zodat prikkels voorspelbaar worden. Maak afspraken over hoe het kind kan aangeven als hij/zij het moeilijk krijgt.

Als het kind in een groep met anderen is, laat het dan een plek kiezen die hij/zij fijn vindt.

Vaak is dat een plek die niet in het felle licht is, aan de rand van de groep met overzicht op de anderen. Help pauzes en ontspanningsmomenten zo te organiseren dat een kind ook daadwerkelijk tot rust kan komen. Plan activiteiten samen met je kind en bereid een kind goed voor op spannende activiteiten, zoals een feestje of een tandartsbezoek, zodat

(17)

Verminderde registreerder

Kenmerken

Deze kinderen missen meer prikkels dan andere kinderen. Het zijn kinderen die

voorspelbaar zijn in hun gedrag en makkelijk meedoen in een groep. Ze zijn vaak rustig en reageren traag of niet op prikkels, ze schrikken bijvoorbeeld niet van de maandelijkse sirene op maandagmiddag. Doordat ze informatie missen en dus minder snel afgeleid worden, kan het kind zich op sommige momenten goed concentreren. Het maakt hen vaak niet zoveel uit met wie ze moeten samenwerken op school en met wie ze na school afspreken.

Kinderen met een verminderde registratie nemen niet zelf het initiatief om extra prikkels toe te voegen, daar hebben ze een ander voor nodig (kind of volwassene). Soms horen ze het niet als hun naam wordt geroepen of als de leerkracht een groepsopdracht geeft. Wat ze soms ook niet merken, is als men zich stoot. Stoten en andere ongelukjes komen bij deze kinderen sowieso vaker voor, omdat ze vaak een lager lichaamsbesef hebben. Neem het je kind daarom niet kwalijk als het weer eens iets heeft omgestoten of vergeten is, maar help het kind om dit de volgende keer te voorkomen.

Prikkelaanbod

Kinderen met een verminderde registratie zijn geholpen met een intensiever

prikkelaanbod. Extra of sterkere prikkels in de activiteiten die ze doen: bijv. niet met een kwastje schilderen maar met je vingers. Je kan activiteiten snel op elkaar laten volgen omdat de alertheid sneller verlaagt. Laat het kind tussendoor even van zijn stoel komen om extra spullen voor zijn taakje te gaan halen, zodat het even extra beweging krijgt. Zo kun je voorkomen dat het kind gaat dagdromen.

(18)

Kinderen gaan op verschillende manieren om met prikkels, maar dat wil niet zeggen dat dit tot problemen leidt. Sterker nog, kinderen kunnen door hun manier van prikkelverwerking juist tot mooie prestaties komen!

Nu je een idee hebt wat voor type prikkelverwerker je kinds is, is het leuk om te kijken hoe hij/zij in verschillende situaties reageert. Is hij/zij iemand die veel prikkels prettig vindt of het juist fijn vindt als er minder prikkels zijn?

Kijk ook eens naar andere gezinsleden: welk prikkeltype zijn zij? Waar zie je overeenkomsten met jezelf en waar zitten de verschillen?

Veel plezier met alle nieuwe prikkelervaringen!

Let op: deze test is enkel een grove indicatie van de manier van prikkelverwerking die bij jou w kind dominant is en geen norm die is gebaseerd op scores van een grote groep mensen.

(19)

Een uitgave door Squease Drukvest Copyright © 2019

Alle rechten voorbehouden.

Beeldmateriaal: Squease en Pressfoto - Freepik.com

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Squease Drukvest.

Ondanks dat aan de samenstelling van deze test de grootst mogelijke zorg is besteed, is Squease Drukvest niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van

onvolledige of onjuiste informatie in deze uitgave.

Squease Drukvest Torenallee 36-18 5617 BD Eindhoven

Nederland www.drukvest.nl info@drukvest.nl

Volg ons voor meer tips op Facebook

Klik hier

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kinderen die verder van school wonen kunnen met de fiets naar school komen.. Op de Sint Joris is het aantal fietsrekken

Volg gratis de online training www.leefmetvoedselallergie.nl en leer hoe u er in het dagelijks leven mee om kunt

Wij vinden het daarom belangrijk dat u als ouder van tevoren goed op de hoogte bent van de gang van zaken rond de dagopna- me, het onderzoek en/of de behandeling, zodat u uw kind

Enkel indien er geen plaats meer zou zijn voor deze keuze, komt de naam van jouw kind op de wachtlijst en wordt de volgende keuze voorgesteld..

Hier moet je altijd voorrang verlenen aan het verkeer komende van

het transactienummer Transactienummer zie 4 (vult UNICEF in) †Doorlopende SEPA–machtiging: Ik betaal per automatische incasso en machtig hierbij: Naam begunstigde (als 1b en

Hedendaagse feministische criminologie Tegenwoordig is er meer aandacht voor vrouwelijke delinquenten en zijn veel verschillende theorieën ontwikkeld die

Aan sommige ouders wordt de diagnose zeer laat in het ziektetraject medegedeeld vanuit de redenering dat ze te kwetsbaar zijn om hier mee om te kunnen gaan